Wetgeving en regelkennis

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas mbo | 2596 woorden
  • 12 februari 2010
  • 88 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
88 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Wetgeving.

AWBZ.

BIG.

BOPZ.

CIZ.

WGBO.

Wettelijke kaders

De mbo-verpleegkundige, verzorgende, helpende en zorghulp werken binnen de gezondheidszorg en hebben zich te houden aan de wettelijke kaders die hierin gelden.

Wet BIG (1999)

1) BIG wet: * Wat betekent de wet big ? De wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg. De Wet BIG bevat regels voor zorgverlening door beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
De Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg regelt voor het hele gebied van de individuele gezondheidszorg wie welke ‘voorbehouden’ handelingen mag uitvoeren, en wie daarbij welke titel mag voeren. Degene die onder dit wettelijk kader vallen moeten deskundig en bekwaam zijn, en zorgvuldig en verantwoord handelen.


Het deskundigheidsgebied van de verpleegkundige wordt in de Wet BIG als volgt omschreven:
• het verrichten van handelingen op het gebied van observatie, begeleiding, verpleging en verzorging;
• het ingevolge opdrachten van een beroepsbeoefenaar op het gebied van de individuele gezondheidszorg verrichten van handelingen in aansluiting op diens diagnostische en therapeutische werkzaamheden.
In de wet wordt er geen onderscheid gemaakt tussen verplegen op mbo- en hbo-niveau.
Het verpleegtechnisch handelen door verzorgenden is in artikel 34 van de wet BIG opgenomen.

Het deskundigheidsgebied van de verzorgende wordt in het Besluit verzorgende individuele gezondheidszorg als volgt omschreven (VWS 1999):
• het verrichten van handelingen op het gebied van de verzorging, verpleging, observatie en begeleiding in verzorgingssituaties en niet-complexe behandelings- en verpleegsituaties;
• het verrichten van handelingen in opdracht van een andere beroepsbeoefenaar in de individuele gezondheidszorg in aansluiting op diens diagnostische en therapeutische werkzaamheden.
Men gaat bij deze beschrijving van het deskundigheidsgebied van de verzorgende uit van verzorgingssituaties en niet complexe behandelings- en verpleegsituaties.
In de toelichting horend bij de wet staat complexiteit beschreven als de mate waarin beroepsmatige handelingen zijn gebaseerd op toepassing van routines, standaardprocedures of nieuwe procedures. Dit betekent volgens de toelichting dat de verzorgende in staat is te werken volgens routines, standaardprocedures en combinaties van (standaard)procedures. Daarnaast wordt in de Wet BIG een directe koppeling gemaakt tussen opleiding en deskundigheid en tussen bekwaamheid en bevoegdheid.
Deskundigheid wordt bepaald door de opleiding en de opleidingseisen binnen een wettelijk vastgelegd deskundigheidsgebied. Dit geeft ook het recht op het dragen van een beschermde titel. Bekwaamheid heeft te maken met het vermogen van een beroepsbeoefenaar om in een bepaalde situatie verantwoord een (voorbehouden) handeling te kunnen uitvoeren.

De bekwaamheid hangt dus af van de persoonlijke beoordeling door de zorgverlener, door de complexiteit van de situatie en de aard van de zorgsetting. Een zorgverlener mag alleen handelen als hij/zij bekwaam is.
Op grond van werkervaring en verdere scholing kunnen er tussen beroepsbeoefenaren met eenzelfde opleiding verschillen in wat zij individueel weten en kunnen.
Dit verschil uit zich in de competenties die iemand zich heeft eigen gemaakt.

*Wat is het doel van de wet BIG?
-Kwaliteitsbewaking en bevordering van de zorg voor de individuele patiënt.

-Bescherming van de individuele patiënt tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van de zorgverleners.

*Wat zijn voorbehouden handelingen.

Wanneer je met zorgvragers bezig bent ben je met een verantwoordelijke taak bezig. Je werkt tenslotte met mensen. Als je met je opleiding bezig bent, merk je dat je bepaalde handelingen niet mag uitvoeren. Dit zijn dan de "voorbehouden handelingen". Dus handelingen die alleen door een bepaald beroepsbeoefenaar mag worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld een arts is bevoegd om medicatie voor te schrijven. Het zijn handelingen die grote risico’s met zich meebrengen als niet-deskundigen ze uitvoeren. Alleen zorgverleners die in de Wet BIG genoemd zijn, mogen deze voorbehouden handelingen zelfstandig uitvoeren. voorbehouden handelingen zijn medische handelingen die volgens de wet big alleen mogen worden uitgevoerd door de daartoe bevoegde beroepsbeoefenaren het gaat om handelingen die een aanmerkelijk gezondheidsrisico voor de cliënten met zich meebrengen wanneer zij door ondeskundigen worden uitgevoerd. Belangrijk is ook dat een zorgverlener bekwaam moet zijn om een voorbehouden handeling uit te voeren.

*Wat betekent bevoegd en bekwaam?.


Bekwaamheid is het vermogen om in bepaalde situaties een handeling correct uit te voeren. Dit valt niet te bepalen aan de hand van een diploma maar moet in de praktijk worden beoordeeld. Het verrichten van handelingen zonder enig inzicht in de context waarbinnen de handeling plaatsvindt (het doel van de handeling, inschatten van de gevolgen van de handeling, hoe te handelen bij complicaties) wordt als onzorgvuldig handelen beschouwd. Dan ontbreekt dus de bekwaamheid.
Het op peil houden van de bekwaamheid is een verantwoordelijkheid van de individuele beroepsbeoefenaar en de werkgever.
Dit kan door:
1. het voldoen aan vastgestelde opleidingseisen
2. bijscholing en toetsingen;
3. handelingen frequent te verrichten. Standaard is gemiddeld eenmaal per 2 maanden.

*Wat is het verschil tussen bekwaam en bevoegd?
-Bevoegd = opleiding
-Bekwaam = ervaring

AWBZ

De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten vergoedde van oudsher de zorg voor mensen met chronische ziekten, lichamelijke en verstandelijke handicaps en de opname in verpleeghuizen, de groepen die door de ziektekostenverzekeraars als onverzekerbaar risico werden benoemd.
De AWBZ wordt momenteel herzien en opnieuw beoordeeld in het kader van de ombuiging naar een nieuw stelsel voor langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning.

Binnen de herziening van de AWBZ zijn per april 2003 functiegerichte afspraken ingevoerd.


De zorg wordt sindsdien geïndiceerd in functies en niet meer op het niveau van instellingen of sectoren.

De functie verpleging staat hierbij beschreven als:

‘verpleging omvat verpleging in verband met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking of een lichamelijke

handicap, gericht op herstel of voorkoming van verergering van de aandoening, beperking of handicap, te verlenen door een instelling’ (Gids voor uitleg in de praktijk, CVZ, 2003).

Bij de invulling van deze functie gaat het met name om het uitvoeren van verpleegkundige algemene en gespecialiseerde handelingen.

Naast de functie verpleging wordt apart ‘persoonlijke verzorging’ geïndiceerd.

In de uitleg van de functies geeft men aan dat de functies verpleging en persoonlijke verzorging elkaar gedeeltelijk overlappen.

Ook ondersteunende en activerende begeleiding zijn aparte functies.

Wmo

In het kader van de herstructurering van het ziektekostenstelsel is de Wet maatschappelijke ondersteuning van belang.

Deze wet moet samen met de AWBZ een nieuw samenhangend stelsel vormen.

De Welzijnswet, de WVG en delen van de AWBZ (met name huishoudelijke zorg) en van de OGGZ zijn per 1 januari 2007 opgegaan in de nieuwe Wmo.

De lokale overheid krijgt hierbij een centrale rol.


Ook wordt er een groot appel gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van burgers, en van hun mantelzorgers of vrijwilligers.

Zorgverleners moeten hierbij ‘beter presteren’.

Men moet goede zorg voor een scherpe prijs leveren.

De goede zorg moet inzichtelijk gemaakt worden door prestatieindicatoren of benchmarks.

Ook de verpleging en verzorging zal zich moeten verantwoorden en bewijzen (beleidsagenda VWS 2005).

WGBO

De Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst beoogt waarborgen voor een betere rechtsbescherming van de zorgvrager te bieden en verplicht de beroepsbeoefenaar tot ‘het verlenen

van zorg als een goed hulpverlener’.

Dit houdt in dat de beroepsbeoefenaar de zorgvrager informatie over zijn situatie moet geven, dat hij een dossier bijhoudt rond de zorg en dat hij de privacy van de zorgvrager respecteert en bewaakt (2002 Burgerlijk wetboek).

Kwaliteitswet Zorginstellingen

In deze wet zijn door de overheid bepalingen voor het kwaliteitsbeleid van zorginstellingen vastgelegd.

De belangrijkste kaders hierbij zijn:

de verantwoordelijkheid voor het leveren van kwalitatief goede zorg ligt primair bij degenen die de zorg verlenen: instellingen en beroepsbeoefenaren. De overheid blijft eindverantwoordelijk maar op afstand.

zorginstellingen gaan systematisch en structureel werken aan kwaliteitsbeleid.
Verantwoorde zorg bestaat volgens deze wet uit: zorg van een goed niveau en in ieder geval doeltreffend, doelmatig, patiënt gericht en afgestemd op de reële behoefte van de patiënt.

Om verantwoorde zorg te kunnen bieden moet een instelling o.a. beschikken over voldoende en capabel personeel.

Dit betekent dat de hulpverleners een goede opleiding hebben en zich regelmatig laten bijscholen.

Daarnaast stelt de zelfstandiger en mondiger houding van de patiënt en consument belangrijke eisen aan de communicatieve vaardigheden van de hulpverleners (brochure kwaliteitswet zorginstellingen, VWS, 1997).

De Wet Bopz

De Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) regelt de onvrijwillige opneming van mensen met een geestesstoornis, dwangbehandeling en het gebruik van vrijheidsbeperkende middelen en maatregelen.

Ook bevat de wet een regeling betreffende de rechtspositie van personen, als ze eenmaal onvrijwillig zijn opgenomen.

In de afgelopen jaren heeft de regering enkele voorstellen aan het parlement voorgelegd tot wijziging van de Wet Bopz.

Per 1 januari 2004 is in artikel 38 lid 5 het woordje ‘ernstig’ geschrapt (verruiming van het criterium voor dwangbehandeling) en is de voorwaardelijke machtiging ingevoerd.

Op 30-09-2005 heeft het kabinet ingestemd met twee wijzigingen: een aanpassing van de regeling van de voorwaardelijke rechterlijke machtiging en een verruiming van de mogelijkheden om bij een gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis over te gaan tot dwangbehandeling.


Een wijzigingsvoorstel met betrekking tot zelfbinding is aangenomen.

Zelfbinding is een nieuw onderdeel in de Wet Bopz en betekent een aanzienlijke wijziging van deze wet.

Zelfbinding biedt de mogelijkheid tot opname, verblijf en behandeling van psychiatrische patiënten tegen hun wil.

Voorwaarde is wel dat deze patiënten zich daartoe eerder, in een wilsbekwame periode, bereid hebben verklaard.

15 februari 2007 is de Tweede Kamer akkoord gegaan met een voorstel van maart 2006 van de ministers van VWS en Justitie, tot wijziging van de Wet Bopz.

De huidige wet biedt volgens het kabinet te weinig ruimte om patiënten gedwongen te behandelen.

Door deze mogelijkheden te vergroten hoopt het kabinet dat een stoornis of het daaruit voortvloeiende gevaar beter kan worden behandeld en de verblijfsduur van patiënten in instellingen kan worden bekort.

Daarnaast krijgt de rechter meer mogelijkheden om op verzoek van de officier van justitie een voorwaardelijke machtiging te verlenen.

Doel hiervan is patiënten die een gevaar vormen voor zichzelf en hun omgeving, te behandelen zonder hen gedwongen te moeten opnemen.

Een gedwongen opname kan alsnog volgen als een patiënt zich niet aan de voorwaarden houdt, die hij samen met zijn behandelaar is overeengekomen en die in het behandelingsplan zijn vastgelegd.

Het voorstel tot wijziging van de wet moet nog in de Eerste Kamer worden behandeld.


In opdracht van de ministeries van VWS en Justitie heeft een commissie in de lente van 2007 voor de derde keer de Wet Bopz geëvalueerd.

De commissie adviseert een nieuwe wet op te stellen, omdat de huidige wet niet toekomstbestendig zou zijn.

De wet voldoet nog wel, maar is door de vele aanpassingen die in de afgelopen jaren zijn uitgevoerd, erg complex geworden en niet helder meer.

Ook sluit de wet onvoldoende aan bij de tendens dat psychiatrische patiënten zoveel mogelijk midden in het leven moeten staan.

In het najaar van 2007 komen de ministers met een officieel kabinetsstandpunt naar aanleiding van de evaluatie.

Europese wetgeving

De Europese Unie heeft sinds 1975 richtlijnen opgesteld om binnen Europa een vrije markt voor beroepsbeoefenaren tot stand te brengen.

De richtlijnen geven eisen weer voor zowel de inhoud van de opleiding als de minimale studieduur.

Er is een nieuwe richtlijn in voorbereiding waarin met name de sectorspecifieke richtlijnen worden vereenvoudigd.

Deze richtlijn is nog niet bruikbaar op dit moment.

Gemeenten hebben de opdracht burgers in staat te stellen om een huishouden te voeren (huishoudelijke zorg, woningaanpassing), zich te verplaatsen (in de woning, in de gemeente en daarbuiten voor familiebezoek, recreatie) en mensen te ontmoeten (ontmoetingscentra voor ouderen).
Voorzieningen die algemeen gebruikelijk zijn, zoals een telefoon of douchebeugels of een fiets met hulpmotor, vallen niet onder de WMO.


Dit zijn artikelen die ook gebruikt worden door niet-gehandicapten en in winkels of bouwmarkten gekocht kunnen worden.
Onder de WMO vallen ook niet: zorgvoorzieningen, zoals persoonlijke verzorging bij wassen en aankleden, medische behandelingen en voorzieningen voor werk en onderwijs.

Deze kunnen aangevraagd worden bij de ziektekostenverzekeraar of bij het UWV.

De WKCZ is de Wet Klacht Cliënten in de Zorgsector.

Hierin staat dat iedere zorginstelling of BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar een klachtenprocedure moet hebben.

Zo’n procedure gaat als volgt

Zorgvrager dient klacht in bij klachtencommissie.

Onafhankelijk persoon van de klachtencommissie behandelt de klacht.

De klacht wordt gegrond of ongegrond verklaard (de uitspraak).

De klachtencommissie geeft eventueel aanbevelingen over kwaliteitsverbetering zorg.

WMCZ

Deze wet uit 1996 regelt een collectief (= gezamenlijk) recht van patiënten/cliënten op medezeggenschap in het beleid van de instelling.

De wet voorziet in de instelling van een cliëntenraad.

De cliëntenraad heeft het recht om advies uit te brengen over besluiten van algemeen belang voor het functioneren van de instelling (fusie, verbouwing, jaarrekening, wijziging in de werkzaamheden, etc.).


Deze ‘medezeggenschapswet’ lijkt op de ‘klachtencommissiewet’, omdat in beide wetten is geregeld dat de cliënt wat mag zeggen, doen of meepraten.

De WOD gaat over zaken als:
Donorregistratieformulier: geeft aan of je toestemming geeft voor orgaandonatie, of niet. Je kunt ook iemand anders benoemen die voor jou mag beslissen.

Tegenwoordig kun je je toestemming ook via internet vastleggen op: http://www.donorregister.nl/.
Donorregister: bestand met alle donorregistratieformulieren.
Orgaandonatieprotocol: ziekenhuisprotocol voor orgaandonatie.

Sinds 1981 bestaat de Wet Afbreking Zwangerschap,
de WAZ.

Een ander woord voor afbreking van de zwangerschap is abortus.

In de wet staat dat de afbreking moet gebeuren voor de 24e week.
Er staan strenge voorwaarden in de Wet Afbreking Zwangerschap, bijvoorbeeld: de vrouw moet een beraadslaagtermijn in acht nemen van 5 dagen.

Euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn strafbare feiten (Wetboek van Strafrecht).

Als een arts zich echter aan de zogenaamde zorgvuldigheidseisen houdt en de uitvoering van euthanasie/hulp bij zelfdoding meldt, is hij niet strafbaar.

Een regionale toetsingscommissie beoordeeld of de arts zorgvuldig heeft gehandeld. Indien er zorgvuldig is gehandeld, is de zaak daarmee afgedaan.

Indien het oordeel ongunstig is, wordt de officier van justitie en in inspectie voor de gezondheidszorg ingelicht.

Zij kunnen besluiten tot een strafzaak en/of tuchtzaak.

Een verzorgende mag géén euthanasie/hulp bij zelfdoding verrichten.

Je kunt wel betrokken raken bij de laatste zorg voor de patiënt, familie, enzovoort.

Deze taak is niet verplicht.
Daarnaast is het je taak om verzoeken van patiënt om euthanasie/hulp bij zelfdoding te signaleren en te rapporteren aan de arts.

Verder kun je een rol hebben bij het controleren of aan alle zorgvuldigheidseisen is voldaan.

Heb je hier twijfels over, dan ben je verplicht je medewerking te weigeren en dit aan de arts te melden.

In de casus gaat het om normaal medisch handelen. In dit geval krijgt mevrouw pijnmedicatie met het gevolg dat ze zal overlijden.

Zonder de pijnmedicatie had mevrouw misschien nog een paar dagen langer geleefd met heel erg veel pijn.
Er is hier niet actief een medicijn gebruikt met de bedoeling een leven te beëindigen.


Dat is het kenmerk van euthanasie.

Burgerlijk recht gaat over zaken tussen burgers onderling.

Een onderdeel van burgerlijk recht is het Arbeidsrecht.

Dit regelt zaken tussen verzorgende en werkgever.

Een verzorgende die op het werk steelt, kan ontslagen worden.
gaat over zaken tussen burgers en overheid.

Je kunt voor overtredingen een boete, taakstraf of gevangenisstraf door de strafrechter opgelegd krijgen.

Bijvoorbeeld je steekt een bushokje in brand, dan kun je een taakstraf krijgen.

De Arbowet uit 1990 moet de veiligheid op de werkplek bevorderen.

Dus ergonomische stoelen, goed licht, brandveiligheidprotocollen, enzovoort.

Ook moet de Arbowet de gezondheid en het welzijn van de werknemers op de werkplek bevorderen.

De werkgever heeft een zorgplicht en moet dus aandacht besteden aan de organisatie van het werk, de inrichting van de werkplek en de productie- en werkmethoden.

Je hebt goed gehandeld door een verlopen brandblusser te melden bij de leidinggevende.


Dat is een plicht: veiligheids- en gezondheidsgevaren moet je melden.

In een arbeidsoverkomst staan de afspraken tussen werknemer en werkgever.

Deze afspraken zijn vrijwel altijd schriftelijk.

Dat is verplicht volgens de meeste CAO’s. In de arbeidsovereenkomst staan zaken als adresgegevens, plaats van het werk, functie, tijdstip indiensttreding, loon, enzovoort.

Een CAO betekent: Collectieve Arbeidsovereenkomst.

Het zijn afspraken tussen vakbonden en werkgeversorganisaties over bepaalde voorwaarden die in een arbeidsovereenkomst (die jij hebt met je werkgever) kunnen staan: bijvoorbeeld over vakantiedagen.

In de gezondheidszorg heeft elke sector zijn eigen CAO: ziekenhuizen, gehandicaptenzorg, verpleeg- en verzorgingshuizen, enz

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.