Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 3

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 910 woorden
  • 14 februari 2004
  • 39 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
39 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
§3.5 persuasieve teksten
betoog beschouwing
Bevat eigen meningTekstdoel: overtuigenErg subjectief Bevat eigen meningTekstdoel: van verschillende kanten belichtenMinder subjectief
structuurkenmerkenVaak driedelig-stelling-argumenten-conclusie Bevat onderdelen als-oorzaken-voor- en nadelen-mogelijke oplossingen
betoog
Inleiding Vraagstelling of stelling
Middenstuk Argumenten:-objectief-subjectieftegenargumententegenwerping
slot Conclusie of samenvatting

Beschouwing
Een beschouwing belicht een onderwerp van verschillende kanten. Op deze manier kun je zelf een oordeel vormen over het desbetreffende onderwerp. Attentie §1.3 ( informatie verwerken) heb ik niet in mijn samenvatting vermeldt!!! §4.1 kernzin
Een goede alinea bestaat uit een hoofdmededeling en een uitwerking daarvan. Die hoofdmededeling noemen we de kernzin. De kernzin staat meestal op een opvallende plaats in de alinea. Meestal dus in de eerste of laatste regel van een alinea. §4.2 Citeren
Als je een lange zin citeert hoef je die niet helemaal over te schrijven. Je noteert de twee begin- en eindwoorden. Je zet ook nog het regelnummer erbij. Onderwerp
Het onderwerp van een groepje alinea’s bepaal je door te kijken naar de kernzinnen. Het onderwerp van een hele tekst bepaal je door te kijken naar de titel, de inleiding en het slot. Hoofdgedachte
De hoofdgedachte bestaat uit 1 zin. Wil je de hoofdgedachte bepalen, dan kijk je goed naar de titel, de inleiding, het slot en de kernzinnen. §4.3 Elke zakelijke brief bestaat uit 3 delen

1. de inleiding functie: belangstelling wekken
2. het middenstuk functie: informeren
3. het slot functie: activeren
inleiding
de inleiding heeft 5 functies: 1. de belangstelling van de lezer wekken
2. het onderwerp introduceren en/of de hoofdgedachte naar voren brengen
3. aankondigen hoe de tekst is opgebouwd
4. de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen
5. de lezer welwillend stemmen
het middenstuk
In het middenstuk wordt het onderwerp echt behandeld. De hoofdgedachte wordt meestal uitgewerkt tot een aantal deelonderwerpen. Meestal neemt zo’n deelonderwerp 1 alinea in beslag. Het slot
Het slot heeft als functie de tekst af te ronden. §5.1 verbanden
Verbanden zijn er om allerlei onderdelen van de alinea’s samen te verbinden. 1 herhaling
aan het begin van een nieuwe alinea worden woorden of woordgroepen uit de vorige alinea herhaald

2 overgangszinnen
Dit zijn samenvattende zinnen aan het begin of eind van een alinea. Ze bevatten meestal verwijzende woorden, zoals: deze, die, dit, dergelijke, zulke, bovengenoemd enz
3 signaalwoorden
Signaalwoorden kunnen niet alleen zinnen verbinden, maar kunnen ook worden gebruikt om aan te geven dat er een verband is tussen de verschillende delen van een tekst. Er bestaat overigens niet alleen een verband tussen de verschillende delen van een tekst. 4 aankondigende zinnen
Dat zijn zinnen die aangeven wat de lezer nog allemaal te wachten staat. Deze zinnen staan meestal in de inleiding, maar je kunt ze ook treffen in het middenstuk §5.2 soorten verbanden
tegenstellend verband
Het signaalwoord geeft een tegenstelling aan. Woorden die een tegenstelling aangeven zijn bv: maar, daarentegen, doch, echter, integendeel, daar staat tegenover, enerzijds…anderzijds. Opsommend verband
De zin geeft een opsommend verband
Bv: eerst, dan, daarna, en, bovendien, ook, niet alleen…maar ook, verder, nog, daarnaast, zowel…als…, ten eerste… ten tweede..enz
Oorzakelijk verband en redengevend verband
Woorden die dit verband aangeven zijn

Oorzakelijk: doordat, daardoor, zodat, waardoor, ten gevolge van, enz
Redegevend verband: daarom, omdat, want, immers. Uitleggend verband
Woorden die dit aangeven zijn bv: dat wil zeggen, zo, met andere woorden, bijvoorbeeld, ter illustratie enz. Concluderend en samenvattend verband
Woorden die dit verband aangeven zijn: dus, kortom, concluderend, samenvattend, alles bij elkaar enz
Voorwaardelijk verband
Woorden die dit aangeven zijn: op voorwaarde dat, als, mits, wanneer, indien, tenzij, in het geval dat enz
Vergelijkend verband
Woorden die dit aangeven zijn bv: net als, vergeleken met, zoals, hetzelfde, een zelfde geval enz. Soms worden deze ook onderscheiden - toelichtend verband - argumenterend verband - verklarend verband
deze verbanden hebben geen specifieke signaalwoorden, meestal worden ze aangegeven met woordgroepen als - ter toelichting kan dienen - daarvoor kunnen de volgende argumenten worden genoemd - een verklaring daarvoor is §7.2 het verschil tussen een samenvatting en een uittreksel

Bij een samenvatting maak je een nieuwe tekst die de oorspronkelijke kan vervangen. Een uittreksel maak je meestal alleen voor jezelf terwijl een samenvatting ook voor anderen is bedoeld. Eisen aan een samenvatting
1. de samenvatting bevat alleen de hoofdzaken uit de tekst
2. de bedoeling en de hoofd gedachte zijn juist weergegeven
3. de samenvatting is prettig leesbaar
4. de omvang ervan is maximaal 20% van de omvang van de basistekst. 5. de samenvatting moet representatief zijn. Je kunt pas een samenvatting maken als: 1 je de tekst helemaal begrijpt
2je weet hoe de tekst is opgebouwd
3 je kunt de tekst beknopt in eigen woorden uitleggen. In deze samenvatting heb ik het gezeik over de structuurschema’s weggelaten!!! §9.6 Een tekst is saai als je steeds hetzelfde woord gebruikt. Door het woord een keer weg te laten of te vervangen door een ander woord met dezelfde betekenis leest prettiger. Sorry, maar wegens tijdgebrek heb ik moeten besluiten om §9.7 weg te laten, LET OP: dit is een belangrijke paragraaf. !!! §9.10 Probeer modewoorden te vermijden, evenals vage woorden en platte woorden die de bedoeling van de zin niet duidelijk genoeg weergeven. Archaïsmen zijn verouderde woorden of uitdrukkingen. TIP: kijk naar de voorbeelden op blz. 197 in je informatieboek. Overzicht informatieve tekstvormen
bericht verslag uiteenzetting

Mededeling over iets wat pas is gebeurd Beschrijving van wat je ziet en hoort Uitleg hoe iets in elkaar zit of werkt
Doel van deze tekstvormen-betrouwbare informatie geven-gebaseerd op controleerbare feiten-op objectieve wijze
Structuurkenmerk
Korte samenvatting en uitwerking Chronologische volgorde Uitleggend en toelichtend verband
Overzicht persuasieve tekstvormen zie eerder in deze samenvatting!!! Activerende tekstvormen
Activerende teksten willen de lezer niet alleen van iets overtuigen, maar ook aanzet geven tot handelen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.