Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 3, Proza

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1213 woorden
  • 2 februari 2004
  • 68 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
68 keer beoordeeld

Letterkunde H3 Proza Proza = verzamelnaam voor literaire teksten in verhaalvorm
Meest gebruikte criteria voor indeling van verhalen: • vorm dagboek, kroniek, strip • omvang kort verhaal, roman, novelle • inhoud historisch verhaal, sciencefiction • schrijfstijl humoristisch, geëngageerd • context cursiefje, column Volksverhalen  behoren tot oudste & meest bekende genres  maken al eeuwenlang deel uit van folklore van elk land  vaak mondeling overgeleverd en pas eeuwen na ontstaan opgeschreven.  Legende & sage: historische achtergrond > kern van waarheid, nu verloren  Mythen, parabels, sprookjes & fabels: volledig gefantaseerd
Legende  van Latijnse legenda: ‘wat gelezen moet worden  geven mensen een voorbeeld of steun voor hun leven  doel: versterken v/d godsdienstzin  meestal grijpt godheid in d.m.v. wonde = centrale verhaalelement in elke l.  Hoofdrolspelers zijn heiligen, christelijke -, Boeddha, Mohammed, Hiawatha

Sage • oude volksvertelling die een historisch gegeven verklaart • gepresenteerd als waar gebeurd, maar niet te achterhalen • magie & bovennatuurlijke kracht vaak belangrijke rol- onoverwinnelijk zwaard • over het algemeen vrij kort - toverkracht bv. • verschillende soorten sagen: o duivels- en geestensagen (over spoken) o toversagen (over tovenaars & heksen) o verklarende of aetiologische sagen (verklaren namen plaatsen & streken) o historische sagen (over rovers of oude gebouwen) o heldensagen (beroemde verhaalfiguren uit West-Europese sagen zijn Wilhelm Tell, Karel de Grote & koning Arthur
Mythe - verhalen over goden & halfgoden uit de natuurgodsdienst van een volk - geven verklaring voor verschijnselen die mens niet kon verklaren, zoals • het ontstaan v/d wereld, haar vorm & haar natuurkrachten • de schepping v/d mens - geeft volk ook basis voor zijn geschiedenis en zijn ontstaan: de mythologie bevat altijd een soort scheppingsverhaal - In noordelijke mythologie goden Odin (of Wodan) & Thor belangrijke rol - Griekse dichter Homerus beschreef in mythen de godenwereld onder oppergod Zeus> helden vertonen menselijke tekortkomingen, bv. ruzie, ontrouw
Sprookje  van oorsprong voor volwassenen  vaak zeer oud, van generatie op generatie doorverteld  Later braafste sprookjes didactische functie  Vanaf 1800 veel opgeschreven,o.a. door gebroeders Grimm & Charles Perrault  vanaf 19e eeuw veel nieuwe bedacht: zogenaamde cultuursprookjes  belangrijk inhoudelijk kenmerk = zwakke/arme hoofdpersoon overwint sterke /rijke slechterik  situatie hoofdpersoon weerspiegelt arme volk vroeger, uitgebuit door hoge heren  Structurele & inhoudelijk kenmerken van sprookjes:  vage aanduiding tijd & plaats  vaste uitdrukkingen (‘Er was eens’,’en ze leefden nog lang & gelukkig’)  ongebreidelde fantasie (toverkracht)  wreedheden geen uitzondering  taboe en doorbreken daarvan (Roodkapje mag niet van pad afwijken)  eenvoudig taalgebruik
Fabel  korte anekdotische verhalen over dieren  doel: praktische levenswijsheid overbrengen  dieren hebben menselijke eigenschappen (praten, denken enz.)  gebeurtenissen zij verzonnen  vaak zwakkere die door slimheid sterkere overwint, net als in sprookjes  soms moraal nog apart vermeld aan einde tekst  komen voor bij vele volkeren, slimme dier steeds andere verschijning: o Europa: de vos (Reynaert) o West-Afrika: de spin (Anansi) o Indonesië de kantjil (een dwerghertje) o Noord-Amerika de coyote (prairiewolf) Parabel  van Grieks parabole = gelijkenis  doel: toehoorder/lezer tot morele houding te overreden  niet-vanzelfsprekende conclusie, wil nieuw inzicht bijbrengen  taalgebruik verheven (over t algemeen)  vaak in godsdienst toegepast, bv. barmhartige Samaritaan Hedendaagse verhalen Anekdote • kortste verhaaltype • vaak humoristisch of opmerkelijk • alleen kern, essentie v/h verhaal
Kort verhaal • vaak oorspronkelijk voor tijdschriften • 1 tot 20 bladzijden • beschreven gebeurtenis staat centraal • Kenmerken: o meestal 1 hoofdpersoon
o 1 gebeurtenis
o eenvoudige opbouw, geen bijzaken
o meestal geen inleiding, maar gebeurtenis al begonnen
o verrassend einde
Novelle - tussen korte verhaal & roman in - meestal < 100 bladzijden - Kenmerken: • 1 plaats van handeling • geen uitvoerige karakterbeschrijvingen • zo weinig mogelijk verhaalfiguren
Roman  lange voorgeschiedenis(verwijst naar Romaans: vanaf M.E. verhalen in Romaans)  uitgebreid verhaal, daden en gedachten van hoofdpersonen beschreven  overkoepelende term voor veel verhaaltypen, vooral ingedeeld naar inhoud:  ridderroman (ME)& avonturenroman (17e +18e eeuw) beschrijven avonturen van hoofdfiguren  schelmenroman (picareske roman) avonturen van slimme & vrijgevochten fortuinzoekers beschreven  psychologische roman vanaf 18e eeuw, uitbeelding geestesleven belangrijke plaats. Tendens-, strekkings- of ideeënroman: psy. roman met doel protesteren tegen misstanden of filosofische /politieke/religieuze overtuiging propageren  zedenroman vanaf 19e eeuw, zeden (goede/slechte levensstijl & denkwijze) rol, vaak opvoedkundig doel  historische roman vanaf 19e eeuw, historisch decor, niet altijd historisch juist, vaak spannende avonturen met dappere&deugdzame helden, vaak levendig & boeiend beeld van dagelijks leven die periode  oorlogsroman oorlogsjaren en/of effecten daarvan op naoorlogse generaties beschreven, ond: verzet, vervolging, onderduiking, oorlogsstrijd  streekroman/regionale roman 1e helft 19e eeuw, in bepaalde streek, vaak geromantiseerd beeld door beschrijvingen landschap & streektaal  politieroman(detective)/misdaadroman/thriller misdaad & oplossingen daarvan een rol, zorgvuldig opgebouwde spanning, vaak ingenieus opgebouwde handeling  sciencefiction/fantasy wereld gecreëerd die niet bestaat, slechts  denkbaar in verre verleden/toekomst
Sciencefiction:  gebeurtenissen denkbaar binnen/vanuit onze wereld  verhaalinhoud voorstelbaar, schrijver tracht mogelijke toekomst te beschrijven  meestal wetenschappelijke ontwikkelingen een rol, vaak technologische & wetenschappelijke theorieën als uitgangspunt, uitgebreid en geplaatst in toekomst en/of heelal  vooral om handeling, moraal/boodschap ontbreekt.  Bijzondere vorm: utopie/anti-utopie:  utopie beeld geschetst van ideale maatschappij in toekomst  anti-utopie: maatschappij waar menselijke waarden op achtergrond zijn geraakt.  Schrijver: vaak waarschuwen voor verkeerde handelingen/denkwijzen die kunnen leiden tot toekomst waarin kwaad overheerst. Fantasy: o irrationele wereld, vol van wonderlijke krachten/dromen/magie

o gebeurtenissen niet logisch te verklaren. o Eind 18e eeuw: gotische roman: bloedstollende verhalen over geesten/magiërs, wrakke kastelen, vreselijke monsters, levende doden & geheimen
o eerst niet meer dan zedenromans> goede beloond, latere gotische romans (horror) dat op achtergrond. o Bijzondere vorm:sword and sorcery (zwaarden & tovenarij): reïncarnatie van oude sprookjes/sagen, met grotere, gruwelijkere en sadistischere monsters Journalistiek literair proza Cursiefje  uitgewerkte anekdote  vaak schuin gedrukt (cursief)  vooral in dag- en weekbladen  stijl = vlot & los  vaak woordvondsten & verrassende observaties  met weinig woorden veel zeggen over alledaags onderwerp (goede schrijver) met nadruk op sfeerbeschrijving & humor
Column • combineert eigenschappen van cursiefje & journalistiek artikel • woord verwijst naar kolom in een krant • meestal vaste omvang (aantal kolommen), meestal halve • verschijnen op vaste plaats & dag • meestal satirisch • inhoud sluit aan bij actualiteit • onderwerpen/figuren bekritiseerd, handeling van ondergeschikt belang
Essay  beschouwend/betogende tekst  zo verantwoord/genuanceerd mogelijk wordt bepaald standpunt ontwikkeld
Polemiek
o verzameling teksten waarin aanval wordt ondernomen op personen/zaken/opvattingen die niet overeenstemmen met visie polemist
o gewoonlijk heftige toon
o satirische stijl & spitsvondige formuleringen
Reisverhaal - reizen is: nieuwe ervaringen opdoen, onverwachte dingen meemaken, mooie/llelijke dingen tegenkomen - schriijver kan lezer meenemen op zo’n reis door beschrijvingen te geven van indrukken, landschap, volk, belevenissen, cultuur enz. Recensie  literaire recensenten bespreken in kranten/tijdschriften/voor radio/voor tv recent verschenen literaire werken.  bevat naast info ook kritische kanttekeningen & advies om betrokken werk wel/niet te lezen Beeldverhalen • geschreven/gedrukte tekst & beelden gecombineerd • vele vormen: 1 plaatje, met/zonder tekst, dagelijkse strip in krant en grote strip

Tekststrip  tekst & tekeningen gescheiden  tekst vaak belangrijker dan tekeningen
Ballonstrip  gesproken 7 gedachte zinnen in ballonnetjes  tekst verteller in kadertje binnen tekening  tekening even belangrijk, soms belangrijker dan tekst  ook fotostrip
o veel minder gewaardeerd
o vaak van inferieure kwaliteit(verhaaltechnisch & vormgeving) Tekstloze strip • tekst ontbreekt • vaak kortere strip • vaak als dagelijks feuilleton in kranten
Cartoon  ook spotprent genoemd  probeert door overdrijving van bv. karaktertrekken/uiterlijkheden iets/iemand belachelijk te maken Overige vormen van literair proza Brievenboeken - correspondentie in druk laten verschijnen - verwant = briefroman, uit brieven tussen meerder personages verhaal te lezen
Dagboeken & memoires  bijhouden (literair) dagboek in aantal landen zeer gebruikelijk  memoires: verzameling herinneringen van auteur, als terugblik  vaak autobiografische elementen & verslagen van ontmoetingen met personen/van belangrijke gebeurtenissen
Biografie  leven van iemand beschreven  auteur wil werkelijkheid zo dicht mogelijk benaderen
Autobiografie • schrijver is zelf onderwerp van zijn levensbeschrijving

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.