- N E D E R L A N D S -
Samenvatting Warenar
Achtergrondinformatie
- Schrijver P.C. Hooft, 1581-1647
- 17e-eeuwse schrijvers
- Zoon van burgemeester en drost
- Werkkamer in het Muiderslot, in de Muiderkring
- Rederijkerskamer: mensen die toneelstukken en gedichten schreven, o.a. sonnetten.
- Warenar was een luchtig intermezzo, toneelstuk
- De rest van zijn werken waren serieus en gingen over politiek, geschiedenis en treurstukken
- Onder de indruk van de renaissance door een reis naar Italië
- Eerste opvoering in 1617 op de opening van de Eerste Duytsche Academie
Literatuurgeschiedenis
Warenar is een realistisch karakterblijspel naar klassiek voorbeeld. Het is grotendeels een navolging, gedeeltelijk een vertaling, van Aulularia, maar tevens een verbetering hiervan. Aulularia is een door Plautus geschreven blijspel naar Grieks voorbeeld. Het laatste bedrijf hiervan is echter verloren gegaan. Hooft heeft dit dus zelf bedacht. Plautus leefde van 254-184 v. Chr. Het stuk vertoont ook veel overeenkomsten met het blijspel Moortje (1615) van Bredero: klassiek voorbeeld, Amsterdamse sfeer, personages en dialect. Warenar werd een groot succes. Het werd zelfs in 1966 nog gespeeld. Hooft zegt het stuk in 9 dagen geschreven te hebben.
Samenvatting
Voorrede
Mildheid heeft zich voorgenomen de macht over te nemen in het huis van Warenar, waar haar doodsvijand Gierigheidt regeerde vanaf de tijd dat Warenars grootvader er woonde en in de haard een pot met goudstukken verborg. De vrek Warenar heeft op een dat die pot teruggevonden. Zijn dochter Klaertje verwacht een kind, maar er kan alleen van een huwelijk sprake zijn als Gierigheidt verdwijnt. Als deze met tegenzin de woning verlaten heeft, vertelt Mildheid dat het spel Spotternij zal heten en dat zij de plaats inneemt van de huisgod, die bij Plautus de voorrede uitspreekt.
Eerste bedrijf
Warenar, die iedereen wantrouwt, jaagt zijn dienstmeid Reym de deur uit, omdat hij vreest dat ze zal merken dat hij een pot met goud in huis heeft. Reym snapt er niets van: wel tien keer per dag wordt ze het huis uitgejaagd en 's nachts staat Warenar wel vijftig keer op. Ze maakt zich zorgen, vooral ook omdat Klaertje, Warenars ongetrouwde dochter, een kind verwacht. Warenar kijkt of zijn pot er nog staat, laat Reym weer binnenkomen en gaat een boodschap doen.
De buren van Warenar, Rijckert en Geertruyd (broer en zus) praten over trouwen. Geertruyd vindt dat de welgestelde vrijgezel Rijckert maar eens moet trouwen en zij weet wel iemand: de veertigjarige Lobberich, weduwe van Klaesje Klik. Maar haar broer moet niets van dat 'kreng' hebben; wel heeft hij belangstelling voor hun achttienjarig buurmeisje Klaertje. Volgens Geertruyd komt die echter uit een veel te eenvoudig milieu.
Rijckert wil eens met Warenar gaan praten. Na een inleidend praatje vraagt hij om de hand van Klaertje. Warenar stemt toe en kijkt dan eerst nog even snel of de pot er nog is. Hij zegt dat hij zijn dochter geen bruidschat kan meegeven, maar Rijckert vindt dat niet erg. Warenar verbaast zich erover dat Rijckert zo snel toehapt. Hij geeft Reym opdracht het huis in orde te maken, want 's avonds zal er ter gelegenheid van het huwelijk een maaltijd gehouden worden, op kosten van Rijckert. Reym maakt zich zorgen over Klaertje, want het kind kan elk moment geboren worden.
Tweede bedrijf
Rijckert stuurt zijn knecht Lekker erop uit om alles voor de bruiloft in gereedheid te brengen. Hoewel Teeuwes de kok en Casper de hofmeester het erg druk hebben, zijn ze toch bereid Rijckerts bruiloftsmaal te verzorgen. Ze verbazen zich erover dat de bruidegom voor de kosten moet opdraaien en vertellen enkele staaltjes van Warenars gierigheid (zeil over de schoorsteen leggen om geen warmte te verliezen, drie dagen gevast omdat hij bij Trijn ging eten, afgeknipte nagels bewaart enzovoort.) Lekker begeleidt hen naar Warenars woning. Warenar zelf is naar de vismarkt en vleeshal om inkopen te doen, maar alles is hem veel te duur. Net als hij thuiskomt, hoort hij Teeuwes zeggen: 'deze pot is te klein' en dan jaagt hij de 'dieven met een stok de deur uit.
Derde bedrijf
Warenar merkt al gauw dat hij Casper en Teeuwes ten onrechte heeft verdacht. Hij doet nu alsof hij zich bedreigd heeft gevoeld door het lange koksmes. Warenar denkt dat Rijckert de kerels ingehuurd heeft om zijn pot te stelen. Maar dan komt Rijckert op bezoek; hij prijst uitvoerig de zuinigheid en veroordeelt pronkende en verkwistende vrouwen. Dat stelt Warenar wat gerust en wekt zijn Sympathie op. Als Rijckert echter vragen begint te stellen over Warenars bruiloftskleding en de bruiloftswijn, komt zijn achterdocht weer terug: Rijckert weet natuurlijk waar de pot is, zal hem dronken voeren en de pot stelen! Hij besluit dan de pot met geld op het kerkhof van de 'ellendigen' te gaan begraven.
Vierde bedrijf
In een monoloog vertelt Lekker, dat hij Ritsert, de neef van Rijckert, van het aanstaande huwelijk van zijn oom en Klaertje op de hoogte heeft gesteld. Ritsert is daar erg van geschrokken, want hij heeft Klaertje na een feestje in het huis van Warenar zwanger gemaakt. Lekker komt langs het kerkhof en ziet daar Warenar (die de pot net onder de grond heeft gestopt) rondscharrelen. Als Warenar wegloopt bedenkt hij dat er misschien wel iemand door het raam stond te kijken. Daarom gaat hij terug. Hij ontdekt Lekker. Hij denkt dat Lekker de pot al gevonden heeft, ranselt hem af, scheldt hem uit voor dief, fouilleert hem en vindt nog geld ook. Lekker beweert dat hij dat geld als kassier bij zijn baas Rijckert verdiend heeft. Als hij wegloopt, bedenkt hij dat Warenar weleens ergens geld verborgen kan hebben. Dat zou hij best kunnen gebruiken, want hij heeft de kas voor zo'n vijfhonderd gulden bestolen. Hij besluit Warenar stiekem te volgen.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
H.
H.
de opperaap eet de meeste bananen
5 jaar geleden
Antwoordenhuts
huts
echt zo
4 jaar geleden