Bridgen

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 4209 woorden
  • 25 mei 2001
  • 55 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
55 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
INLEIDING

Bridgen is al eeuwenlang een kaartspel, waarbij mensen steeds voor verrassingen kwamen te staan. En nu nog, er zijn mensen die professioneel bezig zijn op het gebied van bridgen, maar zij kunnen ook soms zomaar de fout ingaan. Is er geen vaste methode om te bridgen? Zijn er geen regels, waardoor men niet voor verrassingen kan komen te staan? En waarom vind iedereen bridgen zo leuk?

Dit zijn de volgende aandachtspunten:
-Wat is bridge precies?

-hoe groot is de kans dat je alle goede kaarten hebt?
-gebruiken bridgers ook signalen bij bridgen?
-Zijn de afspraken gemaakt telkens hetzelfde?

De vragen die ik mij daarbij kan stellen, zijn naar mijn inzicht de volgende:
-hoeveel mensen spelen bridge?
-Hoe vaak wordt er bridge gespeeld?
-Waardoor wint men: door samenspel of door degene die alle goede kaarten heeft?

Aansluitend daarop kan ik mij afvragen:
-Wat zijn voor- en nadelen van bridge ter vergelijking met andere kaartspelen?
-Kun je van tevoren de kans berekenen dat jullie gaan winnen?
-Hoe lang bestaat bridgen al en zijn er sinds toen ook veranderingen opgetreden?
-Spelen meer mannen dan vrouwen? En zo ja, hoe komt dat en hebben daardoor mannen ook meer kans dat ze winnen?
-Is er verschil in het wedstrijdbridge en thuisspelen?

Ik heb gebruik gemaakt van de volgende informatiebronnen:

-encyclopedie
-internet
-boeken

Inleiding van het bridge-spel
Bridge is een kaartspel dat al een paar honderd jaar bestaat. Het is moeilijk om het bridgespel in een korte samenvatting weer te geven, want je moet op veel dingen tegelijk letten en het zelf doen om door te krijgen hoe het gaat.
Bridge is een spel voor vier personen en wordt met 53 kaarten gespeeld. Elke speler trekt een kaart; de hoogste kaart wijst de gever aan. Nadat zijn linker buurman het spel geschud heeft en zijn rechter buurman het pak kaarten coupeert, geeft de gever aan elk van de spelers 13 kaarten, een voor een van links naar rechts, dus volgens de richting van de wijzers van de klok. De overige spelers wachten met het pakken en rangschikken van de kaarten, totdat iedereen zijn 13 kaarten heeft. Deze worden volgens kleur en sterkte gerangschikt, vanaf het Aas tot de 2. De waarde van de kaarten is in dalende lijn; Aas, Heer, Vrouw, Boer, 10, 9 enz.
Elke speler, als eerste de gever, doet een bod naar aanleiding van het spel dat hij in de hand heeft, vanaf een pas (wat betekent dat hij geen bod wil doen) tot de hoogste biedingen toe ( 1-7 in een kleur of in Sans), de verplichting op zich nemend om al spelende 1 tot 7 slagen te halen ( naar aanleiding van zijn bod), boven het boekje van 6 slagen, waarbij de telling begint. De eerste 6 slagen tellen niet mee.
De speler die het contract moet spelen, is de leider. Zijn linkerbuurman speelt de eerste kaart uit, terwijl de partner van de leider zijn spel open op tafel legt (in een troefcontract; de troeven rechts). Dit is de ‘’dummy’’ (ook wel ‘’blinde’’ genoemd), dat wil zeggen, hij speelt niet. Het is de leider, zijn maatje, die telkens, als dummy’s beurt komt, aangeeft welke kaart moet worden gespeeld.
De dummy mag geen enkel commentaar leveren tijdens het spel. Hij mag echter wel wijzen op onregelmatigheden en aan zijn partner vragen, als deze niet bekent, of hij inderdaad de kleur niet heeft. Hij mag ook zeggen of de partner of de dummy aan spel is.


De geschiedenis van het bridgespel
Engelsen zweren bij cricket, Russen bij schaken en Amerikanen bij honkbal, maar alle nationaliteiten spelen bridge. Volgens whistexpert Cavendish; ‘Omdat bij geen enkel kaartspel kundigheid, gezond verstand en inzicht in de bedoelingen van tegenstanders met meer succes wordt bekroond dan bij bridge’.
Bridge is ontstaan uit whist. The Official Encyclopedia of Bridge citeert een brief waaruit blijkt dat bridge al voor 1886 werd gespeeld in Caïro. Later in Frankrijk raakt bridge bekend onder de naam ‘khedive’, de officiële titel van de Turkse onderkoning. De herkomst ligt in Turkije of Rusland; Engelse officieren zouden ermee kennis hebben gemaakt tijdens de Turks-Russische oorlog (1877-1878). De naam zou zijn afgeleid van het Turkse biritch. Anderen zeggen dat het spel is genoemd naar het Galata Bridge, de beroemde brug over de Gouden Hoorn, de haven van Istanbul. Aan de andere kant van de brug lag een koffiehuis; Britse soldaten zouden daar tijdens de Krimoorlog (1853-1856) ‘bridge’ hebben gespeeld.
‘Ons’ bridge werd voor het eerste gespeeld op 1 november 1925, aan boord van het stoomschip ‘Finland’, op weg van San Fransisco naar New York. Op verzoek van Harold Vanderbilt werd een door hem bedachte scoretabel getest. Een passagiere voegde daaraan het begrip ‘kwetsbaar’ toe, ontleend aan een oriëntaals kaartspel dat ze speelde in China, en contractbridge was geboren. In 1928 werd al het eerste kampioenschap gespeeld en het is een eer voor Vanderbilt dat zijn tabel, met wat kleine aanpassingen, nog steeds wordt gebruikt.
De Amerikaan Ely Culbertson maakte bridge als geen ander populair. Hij ontwikkelde een systeem dat nog steeds wordt gespeeld en zijn Blue Book (1930) en later het Gold Book werden bestsellers waarvan miljoenen exemplaren werden verkocht. Zijn extravagantie was zijn handelsmerk. Hij kocht zijn stropdassen in Rome en rookte voor zeven dollar per dag zijn eigen merk sigaret. In de jaren 50 begon het Amerikaanse bolwerk te wankelen. De nieuwe Europese biedsystemen, het Engelse Acolsysteem en het Italiaanse sterkeklaverensysteem, bleken superieur. Engeland, Frankrijk en later Italië met zijn fameuze Blue Team namen de heerschappij over, maar de Amerikanen hebben het verloren terrein inmiddels heroverd.

In Nederland werd bridge populair omstreeks 1930, vooral onder invloed van de gebroeders Frits en Ernst Goudsmit. In de naoorlogse jaren waren het Herman W. Filarski en André Boekhorst die enorme impulsen hebben gegeven aan de verbreiding van het spel. Toen kolonel Lucardie in 1930 de Nederlandse Bridge Bond oprichtte, was bridge een spel dat in deftige salons door heren in smoking werd gespeeld. Lang bleef bridge dat elitaire karakter behouden en het ledental van de bond bleef tussen de tien- en vijftienduizend hangen. Totdat in de jaren zeventig bridge een zeer populaire sport werd en het ledental van de bond explodeerde. Ook bridgers in spijkerbroek deden hun intrede. Dit, omdat bridge vooral een erg sociaal spel is; men speelt niet met een vaste partner, er worden bridgedrives door heel Nederland gehouden, waardoor je met veel andere mensen in contact komt, die toch eenzelfde hobby hebben als jij. En vooral het feit, dat je het als paar speelt is voor veel mensen erg aantrekkelijk. Het wordt veel in competitieverband gespeeld.
De Nederlandse Bridge Bond behoort tot de snelle groeiers. In 1980 telde de bond veertigduizend leden. In 1995 werd, mede door het succes van de Start tot Finish-lesmethode, de honderdduizend mijlpaal bereikt, verdeeld over zo’n duizend clubs, want bij de N.B.B. is het niet alleen gebleven. Nederland heeft dus meer dan zo’n honderdduizend aangesloten bridgers, daarnaast wordt het bridgespel nog naar schatting door een vierhonderdduizend mensen in de huiselijke kring beoefend. Er zijn zelfs al bridgeclubs, die een eigen homepage hebben om uitslagen en verslagen te publiceren.
De voornaamste reden is dat er nu zoveel mensen zijn gaan bridgen, dat de Nederlandse Bridge Bond begin jaren tachtig op grote schaal bridgeleraren is gaan opleiden, waarvan er nu nog zo’n vijfhonderd actief zijn en die kunnen heel wat cursisten opleiden!
Een grote charme van het spel is, dat men het overal ter wereld volgens dezelfde regels kan spelen. Ook is het zo, dat men in wedstrijdverband niet afhankelijk is van het krijgen van ‘’goede’’ of ‘’slechte’’ kaarten, daar voorziet het wedstrijdsysteem in. Ook zijn er in Nederland veel internationale toernooien en wedstrijden.
Ook bij bridge heeft de computer zijn intrede gedaan. Er zijn al een groot aantal bridgeprogramma’s op de markt. Deze zijn echter nog lang niet zo sterk als de schaakprogramma’s, het psychologische element van het bridge is natuurlijk niet goed te programmeren en van huis uit is de computer geen goede psycholoog. Ook kan bridge nu op internet gespeeld worden.


De slagen

Er zijn in het spel totaal 13 slagen te halen. De partij die e meer dan 6 weet te krijgen is dus in het voordeel. Het eindbod door een van de spelers kan dus variëren tussen het 1 niveaus, waarbij de speler op zich neem 1+6=7 slagen te maken, tot het niveau van 7 (groot slem), waarbij hij alle slagen moet halen ( 6+7=13). Het puntenaantal, nodig om een manche (halve speelperiode) te maken, bedraagt 100, waarbij de verschillende kleuren per slag de volgende waarde uitdrukken:

Klaveren 20 punten
Ruiten 20 punten
Harten 30 punten
Schoppen 30 punten
Sans Atout 40 punten voor de eerste slag
30 punten voor de volgende slagen.

Sans Atout betekent niet kwetsbaar, zonder troef, wat wil zeggen, dat je niet echt goede kaarten hebt.
Volgens de biedingen kan een manche dus ineens of in meerdere malen worden behaald. Dit geldt voor robber (=speelperiode) bridge; in wedstrijdbridge ligt de zaak iets anders. Wil men de manche ineens halen, dan is een eindbod van 3 Sans Atout, 4 Harten of Schoppen, 5 Klaveren of Ruiten noodzakelijk. Om dus een manche in Ruiten of Klaveren te maken moet je dus 11 (6+5) slagen halen. In Harten of Schoppen slechts 10 en in Sans maar 9.
Het is dus heel erg duidelijk dat het veel moeilijker is om een manche in Ruiten dan in Sans te maken, omdat je in Ruiten twee slagen meer moet maken. Daarom worden Harten en Schoppen ook wel de hoge kleuren en Ruiten en Klaveren de lage kleuren genoemd.

Een speler moet dus zorgvuldig zijn eigen spel en die van zijn partner schatten om de biedingen te doen, die het voordeligste eindbod tot resultaat hebben.

De telling

Vooraf is het belangrijk even te weten wat bepaalde termen bij bridge betekenen, anders kan je de telling wel gaan uitleggen, maar heb je geen idee waar het over gaat. Daarnaast komen bij de biedingen ook veel termen voor, die ik er ook direct bijzet, zodat het eventuele verwarring kan voorkomen.
Hand: de dertien kaarten van een speler.
Beurt: volgorde van de biedingen en het bijspelen, in de richting van de wijzers van de klok.
Spelen: een kaart op tafel leggen, ook de allereerste, die de uitkomst wordt genoemd.
Troef: alle kaarten van een kleur, waarin het eindcontract wordt gespeeld.
Bekennen: een kaart van de gevraagde kleur bijspelen.
Verzaken: een kaart bijspelen van een andere kleur dan de gevraagde, terwijl men bekennen kan.
Uitsluitbod: een hoog bod ineens, met de bedoeling om het normale biedverloop van de tegenstanders te bemoeilijken. Ook een pré-emptief bod genoemd.
Blokkeren: het afspelen van een kleur verhinderen, door de hoogste kaart ervan vast te houden.
Conventie: afspraak-bod met een speciale betekenis, gebaseerd op de logica van een bied- of spelsituatie.
Dekken: een hogere kaart leggen dan de vooraf gespeelde.

Dwangbod: bod dat de bedoeling
Slag: 4 kaarten gespeeld door elk van de verschillende spelers.
Lengte: 4 kaarten of meer van dezelfde kleur.
Pas: bod waarbij de speler te kennen geeft dat hij op dat moment geen bieding wenst te doen.
Antwoord: bod anders dan pas, gedaan door de partner van de speler die een bod heeft gedaan.
Troefsteun: de kaarten die de speler heeft in de kleur, geboden door zijn partner.
Singleton: slechts een enkele kaart van een kleur.
Doubleton: slechts twee kaarten van een kleur.
Renonce: het geheel niet hebben van een bepaalde kleur.
Kleur 4de of 5de: een kleur bestaande uit 4 of 5 kaarten.
Flankspel: de gespeelde kaarten of de wijze van spelen van de tegenstanders.
Contract: de verplichting om minstens het geboden aantal slagen te maken.
Kwetsbaar: partij die al een manche heeft.
Gedubbeld/dubbel: het feit van een bod te dubbelen gedaan door de tegenpartij, zodat de winst- of verliespunten worden gedubbeld, met uitzondering van de honneurs.
Re-dubbel: het feit van een gedubbeld contract nogmaals te dubbelen, en dus daardoor ook de winst- of verliespunten.

Niet kwetsbaar: partij die nog geen manche heeft.
Klein slem: 12 slagen behaald door twee spelers.
Groot slem: 13 slagen behaald door twee spelers.
Honneurs: alle Azen, Heren, Vrouwen, Boeren en Tienen.

Verliesslagen:
-Niet kwetsbaar, niet gedubbeld:
50 punten voor elke verliesslag (downslag)

-Kwetsbaar, niet gedubbeld:
100 punten voor elke downslag.

-Niet kwetsbaar, gedubbeld:
100 punten voor de eerste downslag, 200 punten voor de verdere downslagen.

-Kwetsbaar, gedubbeld:
200 punten voor de eerste downslag, 300 punten voor de volgende slagen.

Overslagen:

-Niet gedubbeld, kwetsbaar of niet:
de waarde van de kleur (20 of 30)

-Gedubbeld, niet kwetsbaar:
100 punten voor elke overslag

-Gedubbeld, kwetsbaar:
300 punten voor elke overslag.


Het redoublet dubbelt het doublet. Bovendien levert een gedubbeld of geredubbelt contract, 50 punten als extra vaste premie op.

Slems (geboden):

Klein slem, niet kwetsbaar 500 punten
Klein slem, kwetsbaar 750 punten
Groot slem, niet kwetsbaar 1000 punten
Groot slem, kwetsbaar 1500 punten

Als elk van de beide partijen een manche heeft, worden in robber-bridge 500 punten gewonnen door de partij die als eerste de twee manche behaalt.
Twee manches achtereenvolgens door dezelfde partij behaald, leveren 700 punten op.

Honneurs:

Vier honneurs van de troefkaart in een hand geven recht op 100 punten.
Vijf honneurs geven recht op 150 punten.
De vier Azen in een hand leveren 150 punten op in een Sans-Atout-contract, maar in wedstrijdbridge worden de honneurs niet berekend.

De biedingen

De eenvoudigste manier op het spel te schatten, is een waarde toe te kennen aan de honneurs, omdat die natuurlijk belangrijker zijn dan de andere kaarten. Deze waarden worden vervolgens samengeteld.

Gewoonlijk telt het Aas 4, de Heer 3, de Vrouw 2 en de Boer voor 1 punt. De 52 kaarten hebben dus een totaalwaarde van 40 punten. Het gemiddelde per speler is 10 punten en zo’n spel ziet er dus zo uit:


Schoppen A 10 9 8
Harten H 7 6
Ruiten V 5 4
Klaveren B 3 2

Het zijn dus alleen de plaatjes die honneurs (met puntenwaarde) genoemd worden. De 10 is ook een honneur, maar heeft geen puntenwaarde.

Als de distributie onregelmatig is, dan is dit een mooi spel een ook veel sterker. Bij de honneurspunten moet je voor elk spel daarom ook de distributie- of verdelingspunten meetellen, om tot een juiste waardering te komen. Men telt een punt extra voor een doubleton, twee punten voor een singleton en drie voor een renonce.
De waarde van een gemiddeld spel bestaat uit tien punten; om een bod te kunnen doen en de tegenstanders het hoofd te bieden, moet je daaruit afleiden dat er iets meer dan tien punten aanwezig moet zijn. Met twaalf punten in honneurs en distributie is het praktisch nooit goed om te passen. Met elf of twaalf punten moet je zelf beslissen wat er te doen staat; het is een kwestie van aanvoelen.

Bridge is vooral een kwestie van goed samenspel met je partner. Je biedingen moeten geen onbegrijpelijke code voor hem zijn en je doet er dus goed aan, dat je je bij je eigen biedingen rekening houdt met de mogelijkheden die je partner als antwoord kan geven.
Je kunt natuurlijk niet het bod dat hij zal doen, bij voorbaat bepalen, maar je kan je er gemakkelijk twee of drie voorstellen. Als je overweegt dat die veronderstelde biedingen, die een antwoord zijn op jou bod, je in een netelige positie brengen, verander dan je bod zo, dat je het antwoord van je partner kan opvangen. Wanneer je desondanks slechts een mogelijkheid ziet om te bieden, dan is er waarschijnlijk ook slechts die ene.

SCORETABEL

Niet kwetsbaar Kwetsbaar

Contract Gedou-bleerd Geredou-bleerd gedoubleerd Geredou-bleerd
1 K/R1 H/S1 SA2 K/R2 H/S2 SA3 K/R3 H/S3 SA4 K/R4 H/S4 SA5 K/R5 H/S5 SA6 K/R6 H/S6 SA7 K/R7 H/S7 SA 70809090110120110140400130420430400450460920980990144015101520 140160180180470490470530550510590610550650670109012101230163017701790 180470510510590630590710750670830870750950990133015701610191021902230 70809090110120110140600130620630600650660137014301440214022102220 140160180180670690670730750710790810750850870154016601680233024702490 1806707107107908307909109508701030107095011501190178020202060261028902930


Berekeningen

Ik heb nu een beetje uitleg enz. gegeven over hoe ongeveer bridgen nou precies in elkaar zit, wat erbij komt kijken, wat de termen zijn, de punten telling etc. Het is heel moeilijk om precies te vertellen hoe het nu gaat en hoe je moet bekijken welk bod je moet doen en wat iedereen precies moet doen nadat het contract is gesteld. Ik kan zelf niet bridgen, ik heb alle boekjes doorgelezen, maar de weergaven die ze stelden bij het voordoen van hoe je op een bod kunt reageren, wat andere spelers kunnen doen, is te moeilijk om uit te leggen. Ik ga nu mijn berekeningen weergeven, die ik zelf bedacht heb. Er waren geen sommen die je kunt gebruiken bij bridgen, maar ik heb het geluk dat ik net hoofdstukken over kansberekening heb gehad (en nog steeds doe), waardoor ik kansen ga berekenen, hoe je het beste ervoor kan staan.

Hoeveel verschillende volgorden zijn er mogelijk die er uit 52 kaarten bestaan?
Dat is dan 52! = 8065817517 E 58. Dit zijn er dus ongelooflijk veel.
Wat is dan de kans dat je een Aas trekt, wat altijd goed is om een slag te halen, om de tegenpartij het moeilijker te maken?
In een kaartspel zitten 4 Azen, je hebt 52 kaarten, dus de kans is 4/52=2/26=1/13.
Het krijgen van kaarten bij bridgen (13 kaarten) is dus eigenlijk een vaasmodel met trekken zonder terugleggen. Hierbij kan je een faculteitsboom gebruiken, wat een boomdiagram is, waarbij na elke keuze het aantal keuzemogelijkheden, dus ook het aantal takken, een minder is. Het totale aantal routes (volgorden) is een faculteit. In een route (volgorde) kan elke keuzemogelijkheid maar een keer voorkomen.
Een kansdiagram, lijkt op een faculteitsboom, is een vereenvoudigd boomdiagram, met kansen langs de takken. In een kansdiagram kun je de kans op een route berekenen door de kansen langs de takken van die route met elkaar te vermenigvuldigen.

Als je bij bridgen wilt winnen (dus de slagen halen die je bij een contract had afgesproken, of ze van de tegenpartij af te willen pakken) is het het beste natuurlijk als je alle 4 de Azen, Heren, Vrouwen en Boeren hebt, deze hebben namelijk punten, die je kan scoren en als je ze allemaal hebt, is jou winst eigenlijk al binnen.
De kans op 4 Azen is 4/52= 0.076 % kans dat je een Aas krijgt. Je hebt dan 3/52 = 0.057 % kans dat je 2 Azen krijgt, 2/52 = 0.038 % kans dat je 3 Azen krijgt en 1/52 = 0.019 % kans dat je alle 4 de Azen krijgt. Dus ook 0.019 % kans dat je 4 Heren krijgt, 0.019 % kans dat je 4 Vrouwen krijgt en 0.019 % kans dat je alle Boeren krijgt.
Wil je dus heel gunstig winnen en er goed voor staan, dan moet je alle 4 de Azen, Heren, Vrouwen en Boeren krijgen bij het distribueren, deze kans is dan:
0.019 x 0.019 x 0.019 x 0.019 = 0.019^4 = 0.00000013% kans.
Deze kans is dus gigantisch klein. Hierbij is het ook nog eens het probleem, dat je maar 13 kaarten mag hebben en dus niet ze alle 16 kan krijgen. Hoe groot is dan de kans, dat je, laten we zeggen, 4 Azen, 4 Heren, 4 Vrouwen en 1 Boer trekt?
0.019 x 0.019 x 0.019 x 0.076 = 0.00000052 % kans, dit is dus groter dan dat je de 16 kaarten krijgt, die je toch niet allemaal ontvangt.
Maar je hebt ook een partner waarmee je samenspeelt. Hoe groot is de kans dat je samen alle Azen, Heren, Vrouwen en Boeren krijgt?
Je krijgt samen de helft van de kaarten, 26 kaarten. 16 Kaarten zijn het belangrijkst (4 A x 4 H x 4 V x 4 B), dat is dus 16/52.
Dat jij ze allemaal hebt is 0.00000013 %, dat die andere hem heeft is ook 0.00000013 %.
Dat jij 8 hebt ( 2A x 2H x 2V x 2B) is 0.057 % (3/52) ^ 4 = 0.00001, jou partner heeft dezelfde kans, dus als je ze samen allemaal wilt hebben, dan is de kans 0.00001 + 0.00001 = 0.00002 %, deze kans is aanzienlijk groter, dan dat je in je eentje het spel moet gaan winnen.

Als je nou zelf 13 kaarten mocht kiezen uit de 52 kaarten, kom je uit bij de combinaties, in een combinatie is de volgorde niet van belang en het aantal wordt bij deze berekening genoteerd als (52 13) = 52 over 13 = 0.00000000000013


Maar hierbij ben je er nog niet, want je moet ook met dubbelen, Sans Atout en nog meer van deze termen in het spel werken. Dit is een voorbeeld van wat er kan gebeuren:
Je hebt de kaarten:
S V B 10 9 8 5 3 2
H 7
R 6 3
K 7 2
Je kan dus niet openen, aangezien je geen 13 punten hebt, je partner kan ook niet openen, deze heeft dus ook geen 13 punten. Dit kan inhouden dat je partner net als jij er niet goed voorstaat. Je partner heeft maximaal 12 punten, wat kan inhouden dat het evt. 3 Azen zijn, maar deze kans is maar 2/52 = 0.038 %, waar je dus niet op hoeft te hopen. Je linker tegenstander kan ook niet openen, wat inhoudt dat je rechter tegenstander wel eens een heel sterk spel kan hebben. Je kan zelf ook niet openen, aangezien je geen 13 punten hebt. Maar je kan met schoppen als troef tenminste 6 slagen maken, je hebt namelijk 8 schoppen, waarvan de hoogste twee A en H bij iemand anders liggen, de kans dat deze twee bij je partner liggen = 0.076 x 0.076 = 0.005776 % kans. Je kaart is nog niet zo slecht en hierdoor kan je het volgende doen:
Je opent met 3 S, hiermee kan je de tegenpartij de mond snoeren of het op zijn minst het lastig maken. Dit is wel heel erg gevaarlijk, want je kan hiermee helemaal down gaan en verliezen als dit contract gedoubleerd wordt. Dit kan inderdaad, de kans daarop is zeer groot, vooral als je partner niets heeft en dan kan je wel 500 of 800 punten moeten inleveren (zie scoretabel). Maar heeft je partner niets dan kan de tegenpartij zeker de manche en waarschijnlijk klein slem, of misschien wel groot slem, maken en dan verlies je nog meer punten.
Zo’n opening op 3 S belooft zwak spel in punten 9in ieder geval minder dan 13 en haast nooit meer dan 10) met een lange kleur. Kwetsbaar moet je dan over 7 speelslagen beschikken, niet kwetsbaar over 6. De kans dat je het haalt is heel erg klein, dus het is op zo’n moment beter om de kaarten erbij neer te gooien en een spelletje bridge op de computer te doen, want de computer zal je niet uitlachen!


Conclusie

Bridge is een kaarspel, een van de populairste en in zijn tegenwoordige vorm een van de meest verbreide spelen van de wereld. Bridge wordt gespeeld door vier personen, die voor de duur van een robber (speelperiode) twee vaste paren vormen. Men speelt het met 52 kaarten; ieder krijgt 13 kaarten. Als het spel is uitgemaakt wie speelt (leider van het spel), moet diens partner de kaarten gerangschikt open leggen, nadat de eerste kaart is gespeeld (blinde of ‘’dummy’’). Terwijl zijn partner afspeelt mag de blinde op geen enkele wijze beïnvloeden. De leider geeft telkens aan welke kaart van de tafel bij- of uitgespeeld wordt.
Eerst was er veel verwarring rondom de spelregels en puntentelling. Hierin heeft de Nederlandse Bridge Bond rond 1930 orde gebracht. Het doel van het spel is het maken van de robber, wat wordt bepaald door de puntentelling. Het biedproces, wat in 1934 werd verscherpt, verhoogt de aantrekkelijkheid van het spel. Het doel werd nu tot een zo hoog mogelijk bod te komen, waardoor de verlies- en winstkansen veel groter werden. Om het sportieve element te versterken heeft men een matchspel voor viertallen ontworpen, dat gelegenheid biedt tot competitiewedstrijden.
De kans dat je alle goede kaarten hebt is heel klein, namelijk maar 0.00000052 %. En dan heb je nog geen eens alle 16 goede kaarten, maar wel de beste van die 16. Bridgers gebruiken geen signalen bij het bridgen, omdat het redelijk open wordt gespeeld en de mensen hebben afspraken over hoe het gespeeld wordt en dat is genoeg om erachter te komen wat anderen hebben en tijdens het spelen letten ze heel goed op. Deze afspraken zijn overal hetzelfde. Het is niet precies te zeggen waarom iemand wint, of beter te zeggen, het koppel wint. Het is niet van tevoren te zeggen wat voor kaarten je krijgt, dus dat is op geluk gebaseerd. Het spel en welke kaarten je hebt en wat je ermee doet, is aan jezelf. Je moet een inzicht hebben, goed alles kunnen overzien en met je partner kunnen opschieten. Het is aan de groepjes waarmee je bridged en waar je het doet, hoe vaak je per week bridged. Mijn oma bijvoorbeeld bridged in Winsum, Zuidhorn en in Wehe-Den Hoorn, dus drie keer per week.
Ongeveer 100 miljoen mensen over de hele wereld spelen bridge; bij de Wereld Bridge Federatie zijn zo’n honderd landen aangesloten en of je nu bridge speelt in Tokio, Rio de Janeiro of Reykjavik, in alle landen wordt dezelfde bridgetaal gesproken. Nederland heeft zo’n honderdduizend aangesloten bridgers, daarnaast zijn er nog zo’n vierhonderdduizend mensen die het thuis gewoon gezellig doen.
Voordelen van bridge ten opzichte van andere kaartspelen:
-mensen die het al heel lang doen komen nog steeds voor verrassingen te staan.
-het is een uitgebreid spel, waardoor een robber erg lang kan duren.
-je ontmoet mensen, het is een sociale bezigheid.
Nadelen van bridge ten opzichte van andere kaartspelen;
-een spel kan heel lang duren.
-het duurt een poos voordat je het spel geleerd hebt
-je moet mensen in de buurt hebben die het ook kunnen, het is niet makkelijk
om het zo te leren en anders moet je naar clubs en als je mensenschuw bent
gaat dat niet.

Sinds de Nederlandse Bridge Bond is opgericht is bridge een beetje aan regels vastgelegd, zodat iedereen zich aan dezelfde regels houdt en het overzichtelijk blijft.
Toen bridge in het begin van de 20e eeuw bekend werd speelden alleen deftige mannen het spel in hun salon. Naarmate vrouwen meer te zeggen kregen en meer voor zichzelf opkwamen en dus ook meer mannendingen gingen doen, werd hun interesse voor bridge groter. Daarna kwamen ook de ‘normale’ gezinnetjes aan de beurt, die het sociale aspect aan het bridgen erg leuk vonden.
Het verschil tussen thuis- en wedstrijdspelen is dat er bij wedstrijden de honneurs niet geteld worden en dat thuis meer gesjoemeld wordt, het relaxter is en het er niet erg om gaat om het winnen. Wedstrijden zijn gekoppeld aan zeer vaste, strenge regels en gaat het dus ook om het winnen.

REACTIES

C.

C.

Lieve Floor,

We hebben je werkstuk gevonden, bewonderd vanwege de lengte, maar nog niet gelezen.
Prachtig, zoals jij sommige technische kreten gebruikt.
Chapeau

groetjes oma en Ina

22 jaar geleden

M.

M.

Hai ik wilde ff vragen in welke klas je zat toen je de practicum maakte en wat voor cijfer je er voor had, want ik moet er snel een hebben want ik moet hem na de vakantie inleveren en ik zit zelf in 4 vwo.
Mail aub snel!
Alvast bedankt
Marlot.

22 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.