Voor de bijna 22.000 vwo'ers met een echt bètapakket was wiskunde B het laatste examen. Het venijn zat echter in de staart, want dit examen was pittig. "Ik vond het echt heel moeilijk. Het contrast met het examen van vorig jaar is groot", aldus docent Menno Lagerwey, bij velen bekend van het populaire wiskunde-kanaal Math with Menno.
Jan-Willem van Ooijen (18) kan dit beamen. "Nou, dit ging best wel slecht", verzucht hij. "Ik heb denk ik een stuk of 4 à 5 vragen van de 15 niet ingevuld. En bij sommige berekeningen kwam ik uit op totaal onlogische antwoorden." Hij staat er ook niet lekker voor, een 4,4 gemiddeld. "Het is nu hopen op een 4,6, zodat ik afgerond een 5 haal voor dit kernvak", rekent hij uit.
Bij Tom Buitelaar (18) ging het gelukkig iets beter. "Ik vond het redelijk gaan. Ik ben niet heel sterk in wiskunde, maar mijn hoofddoel was punten sprokkelen." Ook Wieke van Vlaardingen (18) klinkt opgelucht: "Het was minder erg dan ik had verwacht. Als ik me beter had voorbereid met oude examens, had ik denk ik wel beter om kunnen gaan met de vraagstelling. Maar ja, het was mijn laatste examen, ik kwam gewoon niet helemaal lekker uit met de planning."
Vraag 11
Er is één vraag die door alle scholieren genoemd wordt als struikelblok, namelijk vraag 11. Lagerwey begrijpt helemaal dat leerlingen hier vastliepen. "Dit was echt een hele moeilijke vraag. Het ging om een onderzoeksvraag waarin een breuk zat, twee goniometrische functies, waarvan één met een kwadraat, met twee onbekenden en dan moest je ook nog de perforatie uitrekenen. Ontzettend lastig", vindt Lagerwey dus ook. Hij raadt zelfs aan een klacht in te dienen hierover: "Te veel moeilijke dingen in één vraag."
Niels Vreeswijk (17) kwam hier dan ook niet uit. "Ik ben er wel aan begonnen, maar kon deze vraag niet afmaken." Het examen ging verder wel prima bij hem. "Er zaten wel veel vragen in waarbij je iets moest bewijzen met algebra." Ook hier is Lagerwey het mee eens. "Er zaten inderdaad veel vragen in waarbij je iets moest bewijzen. Dat vinden scholieren vaak lastig, want je hebt dan geen houvast, geen antwoord waar je naartoe moet werken. En wat het extra pittig maakte, was dat er in de opgaven regelmatig meerdere onbekenden waren", aldus Lagerwey.
Kermisattractie
Verder viel het Niels op dat er een vraag in zat over krachten. "Dat past meer bij natuurkunde", licht hij toe. Wieke had dit ook gespot. "Op zich kon je de vraag wel gewoon maken, want alle informatie was voorhanden. Maar als je geen natuurkunde hebt, kun je er toch minder goed een beeld bij vormen."
"Dat was een opgave over een kermisattractie, de Slingshot", begint Lagerwey. "Dit was inderdaad opnieuw een moeilijke. Het was de enige vraag waarbij context gegeven werd, dus een stukje tekst. Dat vinden mensen die wiskunde B doen vaak al wat lastiger, maar dan stelden ze daar ook nog een hele moeilijke vraag bij, vraag 7."
'Kort en intensief'
Hoewel het examen slechts 15 vragen telde, waren de meesten tot het einde bezig. "Met wiskunde is het altijd stressen qua tijd", geeft Wieke aan. Ook Jan-Willem worstelde daarmee. "Omdat ik zoveel vragen niet kon invullen, was ik uiteindelijk wel op tijd klaar", zegt hij enigszins cynisch.
Bij Lagerwey in de klas werd ook tot het einde doorgebikkeld. "Het examen bevatte maar 15 vragen, maar niemand ging eerder weg. Het was echt een ouderwets wiskunde-examen zoals je dat in de jaren negentig zag. Kort en intensief." Lagerwey besluit zijn reactie met een kleine geruststelling: "Ik denk dat de leerlingen wel mogen rekenen op een soepele n-term, in ieder geval hoger dan 1". In de video hieronder geeft Lagerwey nog meer toelichting op wat hij van het examen vond.
Bij de Eindexamenklachtenlijn van het LAKS zijn tot dusver bijna 1.000 klachten gemeld.
