Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Terug tot Ina Damman door Simon Vestdijk

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
Boekcover Terug tot Ina Damman
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 4649 woorden
  • 8 februari 2013
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
5 keer beoordeeld

Boekcover Terug tot Ina Damman
Shadow

Anton Wachter doorleeft in zijn eerste H.B.S.-jaren vele gevoelens van frustratie en ontluikende liefde. De problemen van de intelligente maar wereldvreemde jongen blijven hem niet bespaard en hij is het tijdelijk slachtoffer van de plaagzucht van zijn schoolgenoten. De eerste, haast onbegrepen liefdesgevoelens voor het meisje Ina Damman veranderen zijn innerlijk leve…

Anton Wachter doorleeft in zijn eerste H.B.S.-jaren vele gevoelens van frustratie en ontluikende liefde. De problemen van de intelligente maar wereldvreemde jongen blijven hem niet…

Anton Wachter doorleeft in zijn eerste H.B.S.-jaren vele gevoelens van frustratie en ontluikende liefde. De problemen van de intelligente maar wereldvreemde jongen blijven hem niet bespaard en hij is het tijdelijk slachtoffer van de plaagzucht van zijn schoolgenoten. De eerste, haast onbegrepen liefdesgevoelens voor het meisje Ina Damman veranderen zijn innerlijk leven en maken hem in zekere zin onaantastbaar. Het verwarrende in het leven van een puber is in milde en poëtische bewoordingen zeldzaam raak neergezet. 

Terug tot Ina Damman door Simon Vestdijk
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

 

                   

Terug naar Ina Damman

Simon Vestdijk

 

 

Schrijver: Simon Vestdijk

Titel: Terug naar Ina Damman

Uitgever: Nijgh & Van Ditmar

Amsterdam, 2005 (1934)

29e druk

217 bladzijdes

Genre: roman.

 

Structuur:

Het verhaal begint net een in medias res.

Dit is volgens Wikipedia: “In medias res (Latijn: in (het) midden (van de) zaken) is een relatieve tijdsaanduiding, die vooral veel gebruikt wordt in verhaalanalyses. Hierbij dient de term om aan te geven dat een verhaal niet bij het begin begint, maar ergens in het midden of mogelijk zelfs al rond het einde.

Men arriveert bijvoorbeeld in een situatie die al enige tijd bezig is. In een film of boek kan het een stijlfiguur zijn (de film begint "in medias res") waarbij de kijker bewust informatie wordt onthouden. Vervolgens worden de verhaallijnen en conflicten tussen personages veelal door middel van flashbacks uiteengezet.

Het wordt ook gebruikt om aan te geven dat iemand verlaat, onwetend of onkundig arriveert.” http://nl.wikipedia.org/wiki/In_medias_res

In het boek houdt dit in dat Vestdijk begint met het beschrijven hoe de school eruit ziet.

 

Het boek bevat geen motto.

 

Verder kun je het boek indelen in drie delen.

 

 

Samenvatting

EERSTE DEEL: HET WOORD Anton Wachter loopt naar de HBS in Lahringen. Het is zijn eerste schooldag. Hij denkt aan zijn overleden vader, die hem 'vent' noemde, en aan de leraren en zijn oude schoolvrienden, die hij weer zal ontmoeten. Hij neemt zich voor verliefd te worden op Marie van den Boogaard, een meisje uit Uitschoten. Hij loopt naar een groepje jongens en vraagt of iemand de leraar Greve kent. Max Mees wil hem net een hand geven, als hij opeens hoort: 'He lui, daar heb je vent ook.' Piet Idzerda, een jongen uit een hogere klas, heeft dit gezegd en de jongens bulderen van het lachen. Anton voelt zich verlamd van ellende. De eerste schooldag verloopt in angst. Hij probeert te berekenen hoe vaak Piet Idzerda per dag en per week hem 'Het Woord' zou kunnen toeroepen.'s Avonds, achter zijn boeken, dringt het tot hem door wat er die ochtend gebeurd is. Hij vraagt zich af of hij het zijn moeder zal vertellen. Hij gaat het rijtje jongens na van wie hij iets te vrezen zal hebben: Jelle Mol, Kappie en Wiskie, en Gerrit Bolhuis, die het overigens alleen maar over meiden heeft.

Vijf dagen later weet iedereen in de klas 'Het Woord'. Jelle Vos maakt er een versje op en Anton heeft geen leven meer: schuw en omzichtig sluipt hij naar school en weer naar huis. Het enige lichtpuntje op school is de leraar Greve. Elk jaar vertelt hij de eerste klas het verhaal over zijn promotie. Anton imiteert hem, maar wordt door de wiskundeleraar uitgescholden.Anton werkt ijverig, maar van zijn beurten voor de klas brengt hij niets terecht. Hij is doodsbang voor het woord. Het enige wat hij kan doen is keihard werken, zo hard zelfs dat de zeven op zijn rapport het laagste cijfer is. Voor Frans krijgt hij zelfs een tien. Hij denkt dat hierin zijn redding ligt: als hij bewondering voor zijn cijfers afdwingt, zal hij veilig zijn voor 'Het Woord'. Mijnheer Greve noemt hem 'naarstig', wat Anton een scheldwoord vindt, even erg als 'vent'.Jan Breedevoort legt beslag op Marie van den Boogaard. Anton blijft op zijn tenen lopen en is zo gespannen dat het tot een uitbarsting komt. Hij vecht met Piet Idzerda, die veel sterker is en hem behoorlijk toetakelt. Zijn moeder schrijft een briefje aan de vader van Piet en hierom wordt hij op school weer uitgelachen. Iedereen veracht hem en hij voelt zich buiten de groep gesloten.Hij begint er slecht uit te zien. Zijn moeder vraagt hem of er soms een meisje in het spel is.Anton begint zijn moeder te verachten. Dat wordt alleen maar erger als zijn moeder aan een kennis een schoolfoto laat zien waarop Anton staat zonder kin.

In de paasvakantie vindt hij een doos met foto's. Er is er eentje bij waar Janke op staat, hun dienstmeisje van vroeger. Hij herinnert zich een erotisch getint spelletje dat hij destijds met haar speelde. Als hij haar later, tijdens een wandeling met zijn moeder, tegenkomt, is ze heel anders dan hij zich had voorgesteld. Ze ziet er raar uit en heeft een vreemde stem. Ze heeft zelfs een zoontje. Tussen de paasvakantie en de grote vakantie wordt 'Het Woord' nog 62 keer gezegd, maar er wordt niet gevochten.

 

TWEEDE DEEL: INA DAMMAN Ina Damman uit Driehuizen komt als nieuwe leerlinge op de HBS. Ze is niet bang of verlegen,haar gezicht heeft een koele en onbewogen uitdrukking. Haar broertjes Cor en Frans vliegen voor haar, eenvoudig omdat ze nooit aan een weigering denkt. Ze staat onbeweeglijk bij de school en zo ziet Anton haar.Piet Soer, die ook uit Driehuizen komt, regelt voor Anton een ontmoeting met haar. Zij stemt erin toe dat hij haar elke dag naar de trein brengt. Antons leven verandert. Hij voelt zich vrij en gelukkig en is zelfs niet meer bang voor Jelle Mol. Elke avond schrijft hij in een 'Note Book'precies op wat ze tegen elkaar hebben gezegd. Dat is bitter weinig. Hij stuurt haar een eigengemaakte tekening ('Het molentje van Gabriël') als verjaardagscadeau, waarvoor Ina hem de volgende dag bedankt. Ze wordt nu ook wat spraakzamer. Iedereen weet nu van hun 'relatie'. De leraar Frans, Couvee, vindt Ina een stuk marmer en zegt dit tegen Antons moeder.Horsting, de leraar Duits, die altijd krijtjes de klas in gooit om onder de rokken van de meisjes te kunnen kijken, zegt hem zelfs dat hij voor zijn gezondheid moet oppassen. Anton wil dan een gezonde fietstocht met Ina gaan maken, maar eerst gaat hij in Driehuizen kijken. Hij fietst langs haar huis, ziet haar staan, maar durft haar niet te groeten. De maandag erna zegt Ina tegen Anton dat haar vader het niet meer goed vindt dat hij haar wegbrengt.Een week later vindt ze het weer wel goed. Het fietstochtje gaat niet door, maar later gaat Anton wel met haar schaatsen. Ina is dan zelfs aardig tegen hem, maar als het begint te dooien,'bevriest zij weer'.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Het hoogtepunt van het schooljaar voor Anton zou een fietstocht in mei met zijn klas moeten worden. Anton zegt niet veel tegen Ina tijdens de tocht. Ina fietst ongeïnteresseerd naast hem.De tocht wordt voor Anton een ramp als schooljongens op de terugreis in de trein hem naar zijn eigen coupé jagen, zodat hij niet bij Ina kan zitten. Pas als hij alleen terug naar huis fietst, vindt hij iets terug van de 'ijle gelukzaligheid' die hem twee dagen lang heeft beheerst.Zo houdt Anton zichzelf tevreden en gelukkig, maar daar komt abrupt een eind aan als Ina haar vriendinnen smeekt bij haar te blijven, omdat anders 'die vervelende jongen' er weer zal zijn.Max Mees en Jan Breedevoort vertellen dit op de kermis door aan Anton. Hij vraagt aan Ina of dit waar is en als zij dit bevestigt, belooft hij haar niet langer lastig te vallen.

 

DERDE DEEL: DE OVERWINNING In de derde klas verandert Anton. Hij is voortdurend in de weer met seksuele praatjes en fantasieën. Hij denkt alleen nog maar aan naakte vrouwen en zoekt in romannetjes de passages waarin wat 'gebeurt'. De puistjes op zijn gezicht vindt hij vreselijk en hij veracht zichzelf. Toch slaagt hij er langzaam in het beeld van Ina Damman weg te schuiven. Zijn vriend Max Mees wordt verliefd op Dirkje, het dienstmeisje van de buren, en daardoor begint Anton weer aan Janke te denken. Hij gaat zelfs naar het huis waar de moeder van Janke woont. Hij blijft over haar fantaseren, maar weet niet wat hij met zijn gevoelens aan moet.Op school zetten Arie van Ruiven en Jelle Mol de klas op zijn kop. Als Max Mees wordt uitgescholden terwijl hij een beurt heeft en zich daarover bij Greve beklaagt, besluit Greve geen les meer te geven. Vijf weken lang zwijgt hij het hele lesuur. Max Mees weet hem over te halen de lessen weer te hervatten. Max en Anton beloven de meester iedereen een pak slaag te geven die de lessen durft te saboteren.Anton maakt zijn belofte waar door Gabriëls in elkaar te slaan. Iedereen is hierdoor volkomen verbaasd en Kappie biedt hem zelfs boksles aan. Anton voelt zich hierdoor gelukkig en iedereen bekijkt hem met andere ogen. Marie van den Boogaard wordt verliefd op hem. Jan Breedevoort,die vroeger met Marie ging, fantaseert allerlei verhalen over haar met Horsting. Als hij ook nog vertelt dat Ina Damman weer 'scharrelt', wordt Anton vreselijk nijdig. Hij besluit verliefd te worden op Marie. Maar als zij Anton tijdens de les met haar voet bewerkt, schaamt hij zich.Op het jaarlijkse schoolreisje fietst hij nu met Marie, die honderduit babbelt. Als ze in het bos wandelen en Marie haar uiterste best doet zijn aandacht te trekken, weet hij opeens heel zeker dat hij altijd van Ina Damman zal blijven houden. Hij zal niet naar haar toegaan, juist omdat hij van haar houdt. Hij laat Marie tijdens de terugreis van de excursie aan haar lot over, met de mededeling dat hij hoofdpijn heeft. Hij verlangt naar zijn 'Note Book', waarin hij zal schrijven: '20 juni. Terug.' Hij zal trouw blijven 'aan iets dat hij verloren had, - aan iets dat hij nooit had bezeten'.

 

Bron samenvatting: http://www.scholieren.com/boekverslagen/11623

Verhaaltechniek

Ruimte

Het verhaal speelt zich af in Lahringen, wat een synoniem is voor Harlingen. (hier is Simon Vestdijk geboren) Anthon is vooral thuis en op school, de H.B.S., die aan het begin van het boek beschreven wordt. Niet alle plaatsnamen zijn verzonnen, zo gaat het schoolreisje naar Drenthe. De school, het huis van Anton, het station en Drenthe zijn eigenlijk de enige plaatsen waar het verhaal zich afspeelt.

De verteltijd is ongeveer 12 uur en de vertelde tijd is 3 jaar. Het speelt zich af nog voor de tweede wereldoorlog.

 

Verhaalfiguren

Anton Wachter: is een stille jongen, die voortdurend met

zichzelf bezig is. Hij leeft in een isolement: zijn vader is overleden, hij is enig kind.

Hij wordt beheerst door gevoelens van eenzaamheid, onzekerheid en angst en zoekt houvast. Het woordje “vent”, door zijn vader voor het eerst gebruikt als koosnaam, verpest echter zijn eerste schooljaar. Anton voelt zich helemaal geen vent, hij kan niet tegen zijn “schoolvrienden” op. Hij probeert respect af te dwingen door hard te studeren en hoge cijfers te halen. Het tweede jaar wordt hij verliefd op Ina Damman, een nieuwe poging om uit het isolement te treden. De liefde komt van één kant, want het meisje blijft totaal koud en onverschillig. Anton maakt dit echter niet zoveel uit; zolang

hij met haar kan wandelen naar het station en er achteraf over na kan denken, geniet hij van zijn verliefdheid. Als Ina niet meer met hem wil optrekken, zoekt hij houvast bij zijn vrienden, en doet hij voor hen niet onder wat betreft “vuilbekken” en seksuele fantasieën. Nadat hij zijn plaats in de groep heeft verworven, enig respect geniet en zelfs een vriendinnetje heeft in de persoon van Marie van den Bogaard, beseft hij dat hij toch anders is dan hen en hij besluit trouw te blijven aan het ideaalbeeld dat hij heeft van Ina Damman.

Ina Damman: is ongeveer dertien jaar. Ze heeft een bleek gezicht met jukbeenderen die wat uitsteken, lichtblauwe ogen en donker haar in vlechten. Ze is niet bang of verlegen en haar broertjes en vriendinnen doen precies wat zij zegt. Ze is koud en onverschillig ten opzichte van Anton. Een leraar noemt haar ‘een stuk marmer’.

Marie van den Bogaard: Ze is een echte overloopster die altijd een vriendje wil hebben. Ze sluit zich altijd aan bij degene die voor haar het beste uitkomt. Is ook een tijdje het vriendinnetje van Anthon.

Anton’s moeder: Ze is een goede moeder voor Anton. Hij vertrouwt haar ook volledig en vertelt haar daarom veel over wat hij beleeft. Ze heeft als nadeel dat ze Anton als een klein kind blijft zien, wat haar brief aan de vader van Piet Idzerda laat zien. Ze treedt nog steeds op als zijn beschermvrouwe. Anton vindt dit vervelend.

Max Mees: Een goede vriend van Anton. Hij trekt er in het laatste jaar veel met Mees op uit. Mees probeert vaak grappig te zijn, terwijl hij dat vaak niet is, en heeft het ook vaak over meisjes.

Piet Idzerda, Jelle Mol en Gerrit Bolhuis zijn Antons kwelgeesten. Anton bewondert Greve, de leraar Nederlands en geschiedenis, de een sterk karakter heeft en doelbewust en onverstoorbaar zijn eigen gaat. Zo zou Anton ook wel willen zijn, vandaar dat hij hem vaak imiteert.

 

 

 

Vertelwijze

Het verhaal is chronologisch verteld en er zijn geen flash forwards, alleen enkele flash backs, bijvoorbeeld naar de tijd met Anton’s oude buurmeisje.

Verder is het verteld in de Personale verteller, wat er toe leidt dat je alles vanuit Anton’s ogen ziet en hem goed leert kennen door middel van zijn gedachten. Enkele stukjes, zoals het begin, het beschrijven van de school, zijn verteld in het Auctoriaal-perspectief en wordt er wat losgelaten over de gevoelens van Ina Damman voor Anton: 'Hij kon zich niet voorstellen hoe zijn leven zonder haar zou zijn en wist dat zij niet zonder hem kon'. 'Maar Ina Damman kon dat best'.

 

Motieven

De puberteit: Anton maakt in het boek zijn puberteit door, in combinatie met alle onzekerheden en liefdes die hierbij horen. Hij is onwijs onzeker over zijn uiterlijk en werkt daarom voor zijn complimentjes alleen maar aan zijn cijfers, hij haalt dan ook alleen maar tienen, wat niet echt helpen voor het pesten.

Pesten: Anton word erg gepest vanwege zijn uiterlijk en het woordje “vent”. Zo noemde zijn vader hem, en later op school hoorde hij dit woordje telkens weer terug komen, waar hij echt niet tegen kan, het wordt gewoon het scheldwoord tegen Anton.

De liefde: Anton is hopeloos verliefd op Ina. Wat helaas voor hem niet wederzijds is, Ina vindt Anton alleen maar irritant. Later wordt hij, om Ina te vergeten, verliefd op Marie, maar ook dit is niet wederzijds, Marie houdt teveel van voortdurend jongens om haar heen om ook van Anton te houden.

Angst: Anton is bang om Marie, Ina of zijn oude buurmeisje Janneke kwijt te raken. Ook is hij bang voor zijn pesters, het woordje “vent” en hij is ook nog eens bang voor de werkelijkheid, waardoor hij zich achter zijn huiswerk verschuilt.

 

Thema

Het thema van het boek is een onmogelijke liefde. Anton is hopeloos verliefd op Ina Damman, het hele boek draait ook om haar, maar zij ziet hem totaal niet zitten en vind hem alleen maar irritant. Zelfs als Anton dit weet blijft hij van haar houden, hoe onbereikbaar ze ook is, en dat noemen we een onmogelijke liefde.

 

Titelverklaring

Het boek is er één uit de acht-delige reeks over het leven van Anton Wachter. Je zou best kunnen stellen dat het een soort terugblik is, een soort biografie. En dat Anton terug kijkt hoe het was met Ina Damman. Dan past de titel “Terug tot Ina Damman.” natuurlijk perfect.

Je kan ook denken dat Anton zich niks meer kan herinneren van zijn leven vóór Ina, en dat hij daarom als hij terug gaat denken niet meer verder komt dan Ina Damman.

 

Schrijfstijl

Het is in principe een makkelijk te lezen boek, maar ik kwam er zelf niet zo lekker doorheen, dat kwam denk ik ook doordat het me gewoon niet boeide. Het boek is een psychologische roman, oftewel een roman van het innerlijk. Alle gedachten en gevoelens van Anton zijn volledig uitgewerkt.

 

 

Plaats in de literatuurgeschiedenis

Het boek is voor het eerst gepubliceerd in 1934.

Simon Vestdijk werd in 1898 in Harlingen geboren, hij overleed op 23 maart 1971 in Utrecht. Hij studeerde medicijnen, maar in 1932 gaf hij zijn artsenpraktijk op en wijdde hij zich verder helemaal aan het schrijven. Zijn werk bestaat uit 22 gedichtenbundels, 18 bundels met essays en verhalen en circa 50 romans. In de Nederlandse literatuur is zijn werk uniek qua omvang, niveau en verscheidenheid. Vestdijk was onder andere redacteur van de tijdschriften Forum en Groot-Nederland, maar hij kan niet bij een bepaalde stroming worden ingedeeld. Maar hij voelde zich het meest verwant met de individualistische ideeën die in de Forum-groep belangrijk waren.

Terug tot Ina Damman is het derde deel in de Anton Wachterserie, die in totaal uit acht delen bestaat. De eerste vier delen beschrijven Antons tijd in Lahringen, in de laatste vier delen, die trouwens pas in de jaren vijftig werden geschreven, staat zijn studententijd in Amsterdam centraal. In 1933 beschrijft Simon Vestdijk aan het begin van zijn schrijversloopbaan zijn jeugd in een manu van negenhonderveertig pagina's, dat de titel krijgt 'Kind tussen vier vrouwen'. Het wordt geweigerd door de uitgever, die de grote omvang ervan als reden opgaf, maar Vestdijk vermoedt dat hij ook literaire bezwaren had. Op basis van dit manu stelt Vestdijk 'Terug tot Ina Damman' samen, dat in 1934 verschijnt als zijn eerste roman, en dat het derde deel van de Anton Wachter-reeks is.

Pas in 1939, nadat er van Vestdijk al een paar andere romans zijn gepubliceerd, verschijnt 'Sint Sebastiaan', het eerste deel van de reeks. 'Surrogaten voor Mark Tuinstra', deel twee, volgt in 1948, samen met de tweede druk van 'Sint Sebastiaan'. Het vierde deel, 'De andere school', komt uit in 1949. De eerste drie delen van de reeks stelt Vestdijk samen door een verandering van gegevens van het manu. Dat geldt niet voor 'De andere school', dat het leven van Anton Wachter tot het eindexamen van de middelbare school beschrijft. Ongeveer tien jaar later zet Vestdijk de reeks voort met vier delen over Antons leven als student,die in de periode 1957-1960 uitkomen: 'De beker van de min' (1957), 'De vrije vogel en zijn kooien' (1958), 'De rimpels van Esther Ornstein' (1959) en 'De laatste kans' (1960).Ten slotte wordt ook het manu 'Kind tussen vier vrouwen' in 1972 na zijn dood uitgegeven.

Het werk hoort thuis in de periode 1880 – 1945 en behoort niet echt tot bepaalde stroming. Het werk kun je vergelijken met andere werken van Vestdijk, omdat het boek uitmaakt van een acht-delige serie die het leven van Anton Wachter beschrijft. In de Anton Wachter-serie verwerkte Vestdijk veel autobiografische elementen.

 

Nol Gregoor heeft de relatie tussen de romanwerkelijkheid in de Lahringse boeken en het leven van de auteur onderzocht en hiervan de resultaten gepubliceerd in zijn studie Simon Vestdijk en Lahringen (1958), met als hoogtepunt de briefwisseling met en foto’s van Lies Koning, het meisje dat model stond voor Ina Damman. Toch is het niet zo dat de hele roman terug te voeren is naar de autobiografie van Vestdijk; er zijn wel degelijk gebeurtenissen en omstandigheden die door Vestdijk waren bedacht.

 

 

Beoordeling

Eigen mening over het boek

Ik vond dit boek zelf zeer saai, het viel me erg tegen.

Het interesseert me echt niks hoe Anton iedere dag met Ina naar het station loopt en dat ie dan iedere dag in een boek (in geheime taal!) opschrijft hoe ze keek enz.

Ook vind ik de manier van schrijven niet fijn, het was zo eentonig. Het liefst wou ik het boek aan de kant gooien.

 

Opzich was het ook wel grappig om te lezen, hoe geobserbeert Anton is met Ina, dat is gewoon ziek. Maar het was niet grappig genoeg om mij te boeien.

 

Als je dan later leest dat het voor een klein deel autobiografisch is, met al die plaats namen, dan ga je je toch afvragen of Simon Vestdijk ook zo geobserbeerd was met een meisje. Je gaat dan toch anders naar het verhaal kijken.

 

Ik weet niet of ik het boek aan zou raden, de schrijfstijl van Simon Vestdijk vond ik nou niet helemaal geweldig. Het thema zou nog wel wat leuks in petto kunnen hebben, maar het wordt gewoon helemaal verpest door die Anton.

 

Ik denk dat je dot boek beter kan lezen als je wat ouder bent en wat  meer levenservaring hebt. Dan kan je lekker terug kijken naar je eigen hopeloze gedrag en meeleven met Anton. Ik kan dat helaas nog niet haha.

Recensie

Schrijver
 
 

Vestdijk, S.
 
 

Titel
 
 

Terug tot Ina Damman : geschiedenis van een jeugdliefde (Anton Wachter   romans ; 3)
 
 

Jaar van uitgave
 
 

1934
 
 

Bron
 
 

De Standaard
 
 

Publicatiedatum
 
 

04-05-1985
 
 

Recensent
 
 

Freddy De Schutter
 
 

Recensietitel
 
 

Terug tot Vestdijk
 
 

 

Op de kade in Harlingen staat een merkwaardig monument. Het stelt een jongen van omstreeks veertien jaar voor, de gevulde schooltas duidelijk zichtbaar tegen zijn benen geklemd. Van dat beeld gaat een onbeschrijfelijke weemoed uit Of misschien verbeelden wij ons dat maar, want wij weten dat daar Anton Wachter staat, ons welbekend van de Anton Wachter-cyclus. Het eerste - niet het kronologische eerste - deel heette Terug tot Ina Damman en maakte van Vestdijk in één klap 'één van onze belangrijkste romanschrijvers'. Misschien omdat Vestdijk op tenminste twee terreinen een haast nonchalant meesterschap demonstreerde: hij kon heel aardige beelden bedenken en hij kon heel aardig een boek opbouwen. Toch ging Terug tot Ina Damman de geschiedenis in als hèt boek waarin de puber zijn wereld terugvond, of beter, waarin de volwassen lezer de wereld terugvond waarin hij als puber had geleefd. Want de puber grijpt niet naar boeken die het leven van de puber behandelen, net zo min als een cowboy verzot is op Wild-West-lektuur. Het volstrekt vreemde interesseert ons even weinig als het volstrekt eigene. Pas een boek waar we om zo te zeggen met één been binnen in staan, zal ons raken. De puber Anton Wachter maakt door wat ieder van ons in zijn puberteit doormaakt. Hij is eenzaam. Niemand begrijpt wat in hem omgaat. Hij wil ook wel eens weten wat het is om verliefd te worden en neemt het eerste het beste meisje als proefpersoon. Hij had, noteert Vestdijk, evengoed het zongeschilter kunnen kiezen. Zijn schoolvriendjes noemen hem een saaie blokker. Ze roepen hem 'vent' achterna. Niet direkt de ergst bedenkbare scheldnaam, maar voor Anton is het woord een nachtmerrie. Hij legt een boekhouding aan van de aantallen 'vent' die naar zijn hoofd worden geslingerd. Dan vindt hij met afgrijzen in zijn Nederlands taalboek een fragment dat begint met "Deze Johan Doza was een klein dik ventje..." (28) (Johan Doxa is een figuur uit een roman van Herman Teirlinck). Drama! Drama! Tegelijk verlangt hij soms naar dat vreselijke uur, dat Johan Doxa zal worden gelezen. Zo is de puber, zo is de mens. Alles gaat beter als hij een grote jongen, waarschijnlijk per toeval, in mekaar slaat. Pietluttig? Belachelijk? Jazeker. Dramatisch? En hoe! Zoals ook de puberteit een periode is van belachelijke tragiek en van tragische nonsens. Zoals ook in het grote leven de overgang tussen het ridicule en het smartelijke bijna niet waarneembaar is. Anton Wachters geval wordt hopeloos gecompliceerd door de dood van zijn vader. Die vader sterft vlak vóór Anton met schitterende cijfers voor zijn toelatingsexamen naar de middelbare school mag. Zijn moeder, die 'er nu alleen voor staat', kiest de subtiele taktiek van de zachte dwang. Een taktiek die Anton voor de rest van zijn leven aan zijn op bezit beluste moeder kluistert. Hij zou wel onder haar vleugels uit willen, maar haar kwetsen gaat ook niet en de gevolgen laten zich raden. Ina Damman is Antons eerste jeugdliefde. Dit keer is het echt. Dit keer hoeft het meisje niet de konkurrentie te vrezen van het zongeschitter. Anton is verliefd. Zoals alleen een jongen van veertien jaar verliefd kan zijn. Onnodig te vertellen dat zijn moeder er niets op tegen heeft, het meisje bij een toevallige ontmoeting vriendelijk toespreekt, en in het algemeen geen gelegenheid voorbij laat gaan om Anton bemoedigende raadgevingen in te fluisteren. Onnodig ook te vertellen dat Anton zich heen en weer geslingerd voelt tussen zijn liefde en zijn moeder. Al zullen alle partijen om het hardst over de brandende kwestie - wie kan meer rechten doen gelden op wie - zwijgen. Het raakt natuurlijk uit, alle jeugdliefdes raken uit. Ina krijgt genoeg van Anton, Anton geeft Ina haar vrijheid terug. Ja, natuurlijk is dit, nuchter bekeken, een komisch gegeven. Toch zijn er in het Nederlands maar weinig liefdesscènes geschreven die de intensiteit halen van dat zo banale gesprek waar Anton belooft, dat hij Ina voortaan met rust zal laten. Hij zal haar niet meer opwachten, hij zal niet meer naast haar naar het station lopen. Meer is er tussen Anton en Ina trouwens nooit voorgevallen. Terug tot Ina Damman. Een jaar later is het tot Anton doorgedrongen wat nu precies met de liefde wordt bedoeld. Dit boek is geschreven in 1934 en woorden die vandaag in geen enkele roman mogen ontbreken, behoorden toen nog tot het domein van het ongeoorloofde, maar ieder lezer begreep uitstekend wat Vestdijk met 'vuilbekkerij' en aanverwanten bedoelde. Eén meisje, stapel zijnde op Anton, biedt zichzelf op een presenteerblaadje ter consumptie aan. Op dat moment besluit Anton tot de terugkeer naar Ina Damman. Een Ina Damman, die thans een jaar na de feiten, niet méér kan zijn dan een vaag idee. Iets, zegt Vestdijk in de significante slotzin, dat hij nooit had bezeten. Wij, die kennis hebben van de vijftig romans die Vestdijk na Ina Damman heeft geschreven, lezen dit boek een beetje anders. Wij zien achter de charmante geschiedenis van een puberteitsliefde het model, het archetype dat vijftig boeken lang zal meegaan. Hiermede is niets kleinerends gezegd. Laat een auteur dezelfde akkoorden blijven spelen, zolang de instrumentale verwerking niet verveelt, hoeft niemand zich te beklagen. In wezen behandelt Terugkeer tot Ina Damman het konflikt tussen stof en geest hun oude strijd beginnen uitvechten. En altijd, altijd zullen we Vestdijk de weg terug zien inslaan. Terug, want de aarde trekt en zuigt en fascineert en houdt de roman-personages langdurig vast. Maar Ina Damman, de niet-bestaande, haalt het op de zoveel reëlere realiteit. De romancier Vestdijk was een realist die zich niet kon losmaken uit zijn spiritualisme. Tot in zijn ambachtelijke wermethode toe. Dat het psychologische van het gebeuren zijn aandacht meer opslorpte dan het gebeuren zelf, dat hij de gebeurtenissen dikwijls maar en passant en gebrekkig meedeelde - een taktiek die veel lezers veel verdriet deed - ook dat was in de laatste instantie een boettocht naar Ina Damman.

Op de kade in Harlingen staat een merkwaardig monument. Het stelt een jongen van omstreeks veertien jaar voor, de gevulde schooltas duidelijk zichtbaar tegen zijn benen geklemd. Van dat beeld gaat een onbeschrijfelijke weemoed uit Of misschien verbeelden wij ons dat maar, want wij weten dat daar Anton Wachter staat, ons welbekend van de Anton Wachter-cyclus. Het eerste - niet het kronologische eerste - deel heette Terug tot Ina Damman en maakte van Vestdijk in één klap 'één van onze belangrijkste romanschrijvers'. Misschien omdat Vestdijk op tenminste twee terreinen een haast nonchalant meesterschap demonstreerde: hij kon heel aardige beelden bedenken en hij kon heel aardig een boek opbouwen. Toch ging Terug tot Ina Damman de geschiedenis in als hèt boek waarin de puber zijn wereld terugvond, of beter, waarin de volwassen lezer de wereld terugvond waarin hij als puber had geleefd. Want de puber grijpt niet naar boeken die het leven van de puber behandelen, net zo min als een cowboy verzot is op Wild-West-lektuur. Het volstrekt vreemde interesseert ons even weinig als het volstrekt eigene. Pas een boek waar we om zo te zeggen met één been binnen in staan, zal ons raken. De puber Anton Wachter maakt door wat ieder van ons in zijn puberteit doormaakt. Hij is eenzaam. Niemand begrijpt wat in hem omgaat. Hij wil ook wel eens weten wat het is om verliefd te worden en neemt het eerste het beste meisje als proefpersoon. Hij had, noteert Vestdijk, evengoed het zongeschilter kunnen kiezen. Zijn schoolvriendjes noemen hem een saaie blokker. Ze roepen hem 'vent' achterna. Niet direkt de ergst bedenkbare scheldnaam, maar voor Anton is het woord een nachtmerrie. Hij legt een boekhouding aan van de aantallen 'vent' die naar zijn hoofd worden geslingerd. Dan vindt hij met afgrijzen in zijn Nederlands taalboek een fragment dat begint met "Deze Johan Doza was een klein dik ventje..." (28) (Johan Doxa is een figuur uit een roman van Herman Teirlinck). Drama! Drama! Tegelijk verlangt hij soms naar dat vreselijke uur, dat Johan Doxa zal worden gelezen. Zo is de puber, zo is de mens. Alles gaat beter als hij een grote jongen, waarschijnlijk per toeval, in mekaar slaat. Pietluttig? Belachelijk? Jazeker. Dramatisch? En hoe! Zoals ook de puberteit een periode is van belachelijke tragiek en van tragische nonsens. Zoals ook in het grote leven de overgang tussen het ridicule en het smartelijke bijna niet waarneembaar is. Anton Wachters geval wordt hopeloos gecompliceerd door de dood van zijn vader. Die vader sterft vlak vóór Anton met schitterende cijfers voor zijn toelatingsexamen naar de middelbare school mag. Zijn moeder, die 'er nu alleen voor staat', kiest de subtiele taktiek van de zachte dwang. Een taktiek die Anton voor de rest van zijn leven aan zijn op bezit beluste moeder kluistert. Hij zou wel onder haar vleugels uit willen, maar haar kwetsen gaat ook niet en de gevolgen laten zich raden. Ina Damman is Antons eerste jeugdliefde. Dit keer is het echt. Dit keer hoeft het meisje niet de konkurrentie te vrezen van het zongeschitter. Anton is verliefd. Zoals alleen een jongen van veertien jaar verliefd kan zijn. Onnodig te vertellen dat zijn moeder er niets op tegen heeft, het meisje bij een toevallige ontmoeting vriendelijk toespreekt, en in het algemeen geen gelegenheid voorbij laat gaan om Anton bemoedigende raadgevingen in te fluisteren. Onnodig ook te vertellen dat Anton zich heen en weer geslingerd voelt tussen zijn liefde en zijn moeder. Al zullen alle partijen om het hardst over de brandende kwestie - wie kan meer rechten doen gelden op wie - zwijgen. Het raakt natuurlijk uit, alle jeugdliefdes raken uit. Ina krijgt genoeg van Anton, Anton geeft Ina haar vrijheid terug. Ja, natuurlijk is dit, nuchter bekeken, een komisch gegeven. Toch zijn er in het Nederlands maar weinig liefdesscènes geschreven die de intensiteit halen van dat zo banale gesprek waar Anton belooft, dat hij Ina voortaan met rust zal laten. Hij zal haar niet meer opwachten, hij zal niet meer naast haar naar het station lopen. Meer is er tussen Anton en Ina trouwens nooit voorgevallen. Terug tot Ina Damman. Een jaar later is het tot Anton doorgedrongen wat nu precies met de liefde wordt bedoeld. Dit boek is geschreven in 1934 en woorden die vandaag in geen enkele roman mogen ontbreken, behoorden toen nog tot het domein van het ongeoorloofde, maar ieder lezer begreep uitstekend wat Vestdijk met 'vuilbekkerij' en aanverwanten bedoelde. Eén meisje, stapel zijnde op Anton, biedt zichzelf op een presenteerblaadje ter consumptie aan. Op dat moment besluit Anton tot de terugkeer naar Ina Damman. Een Ina Damman, die thans een jaar na de feiten, niet méér kan zijn dan een vaag idee. Iets, zegt Vestdijk in de significante slotzin, dat hij nooit had bezeten. Wij, die kennis hebben van de vijftig romans die Vestdijk na Ina Damman heeft geschreven, lezen dit boek een beetje anders. Wij zien achter de charmante geschiedenis van een puberteitsliefde het model, het archetype dat vijftig boeken lang zal meegaan. Hiermede is niets kleinerends gezegd. Laat een auteur dezelfde akkoorden blijven spelen, zolang de instrumentale verwerking niet verveelt, hoeft niemand zich te beklagen. In wezen behandelt Terugkeer tot Ina Damman het konflikt tussen stof en geest hun oude strijd beginnen uitvechten. En altijd, altijd zullen we Vestdijk de weg terug zien inslaan. Terug, want de aarde trekt en zuigt en fascineert en houdt de roman-personages langdurig vast. Maar Ina Damman, de niet-bestaande, haalt het op de zoveel reëlere realiteit. De romancier Vestdijk was een realist die zich niet kon losmaken uit zijn spiritualisme. Tot in zijn ambachtelijke wermethode toe. Dat het psychologische van het gebeuren zijn aandacht meer opslorpte dan het gebeuren zelf, dat hij de gebeurtenissen dikwijls maar en passant en gebrekkig meedeelde - een taktiek die veel lezers veel verdriet deed - ook dat was in de laatste instantie een boettocht naar Ina Damman.

Mening over de recensie

De recensent zegt: “Want de puber grijpt niet naar boeken die het leven van de puber behandelen, net zo min als een cowboy verzot is op Wild-West-lektuur.” Daar ben ik het compleet mee eens. Dat zou wel verklaren waarom ik dit boek helemaal niets vind.

Ik ben het wel met deze recensie eens, het is niet positief over het boek en ook niet negatief. Hoewel ik iets negatiever ben over het boek, kan ik me toch wel in deze recensie vinden.

 

Ik vind het echt geen goed idee dat Vestdijk al zijn volgende boeken ook over een Ina Damman type heeft geschreven. Dan haakt iedereen toch af?

Maar zoals de recensent ook zegt, “zolang de instrumentale verwerking niet verveelt, hoeft niemand zich te beklagen.” Als alle andere boeken beter zijn geschreven kunnen ze wel interresant zijn.

 

Deze recensie vind ik meer een soort uiteenzetting, met samenvattende elementen van het boek. Dat vind ik wel jammer, ik had liever echt een kritische recensie gehad, maar dit was de beste die ik kon vinden.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Terug tot Ina Damman door Simon Vestdijk"