Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
Boekcover De donkere kamer van Damokles
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 3066 woorden
  • 28 juni 2011
  • 23 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
23 keer beoordeeld

Boekcover De donkere kamer van Damokles
Shadow

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als Osewoudt moet kiezen, is het zonder bedenktijd, met leven of dood als inzet en blind toeval als bepalende factor. Als een watervlugge bokser zet Willem Frederik Hermans ons op het verkeerde b…

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als O…

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als Osewoudt moet kiezen, is het zonder bedenktijd, met leven of dood als inzet en blind toeval als bepalende factor. Als een watervlugge bokser zet Willem Frederik Hermans ons op het verkeerde been. Steeds komen de gebeurtenissen in een ander licht te staan. De donkere kamer van Damokles biedt superieur schrijverschap, bloedstollende spanning en een sluipend gevoel van ongemak. Osewoudts leven wordt ons leven. Welke keuzes maken wij?

De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Boekverslag ‘De donkere kamer van Damokles’

Titelbeschrijving:

W.F Hermans, De donkere kamer van Damokles, Amsterdam, Juni 1991 (eenendertigste druk)


Motivatie boekkeuze:
De boeken 7 en 8 moesten allebei hetzelfde thema hebben. Ik vond het erg lastig om een boek te vinden dat hetzelfde thema had als mijn vorige boek: ‘Lucifer’. Na aanraden van mijn lerares Nederlands heb ik voor dit boek gekozen. Toevallig had mijn vader het vroeger ook gelezen, maar we hadden het niet meer thuis liggen dus heb ik het in de mediatheek geleend.


Samenvatting van de inhoud:
Als Henri Osewoudt twaalf jaar is, vermoordt zijn moeder in een vlaag van waanzin zijn vader, een sigarenhandelaar te Voorschoten. Henri wordt nu opgevoed door Oom Bart in Amsterdam. Zijn zeven jaar oudere, lelijke nicht Ria neemt hem 's nachts bij zich in bed. Als hij zeventien jaar is, vindt hij zichzelf te klein en met zijn dunne haar en gladde wangen te weinig mannelijk. Hij trouwt met Ria, vestigt zich met haar en zijn moeder, die de psychiatrische inrichting heeft verlaten, te Voorschoten, waar hij de sigarenwinkel voortzet. Henri wordt afgekeurd voor militaire dienst. In mei 1940 ontmoet Osewoudt Dorbeck, officier van het Nederlandse leger, die zich ook na de capitulatie niet aan de Duitsers wil overgeven. Dorbeck vraagt Osewoudt een rolfilmpje voor hem te ontwikkelen en dit op te sturen naar het adres van ene Evert Jagtman te Amsterdam. Nog driemaal verschijnt Dorbeck in Osewoudts sigarenwinkel. Eenmaal om van Osewoudt een pak te lenen; de tweede keer enkele maanden later om het pak terug te brengen, bij welke gelegenheid hij Osewoudt vraagt een ander filmpje te ontwikkelen. Door onkunde verprutst Osewoudt dit filmpje. Bij zijn vierde bezoek geeft Dorbeck Osewoudt een pistool voor een moordaanslag. Samen met Zéwüster, een medewerker van Dorbeck, brengt hij in Haarlem drie mannen om.


Het contact is nu verbroken. Osewoudt ontwikkelt de foto's van het rolfilmpje dat Dorbeck hem in de meidagen gaf. Hij brengt drie foto's aan het licht, maar die waarop Dorbeck staat afgebeeld, kan hij niet fixeren, omdat zijn overspannen moeder het licht aanknipt. Hij bergt de drie overige foto's weg 'als herinnering aan de enige man die hij ooit bewonderd had'. Vier jaar later krijgt Osewoudt van Dorbeck ineens het berichtje dat hij de foto's naar een postbusnummer in Den Haag moet sturen. Via deze drie foto's krijgt Osewoudt in de daarop volgende tijd drie opdrachten. De eerste die zich met een van die foto's legitimeert, is Elly Sprenkelbach Meyer. Zij zegt rechtstreeks uit Londen te komen. Hij brengt haar onderdak bij Oom Bart te Amsterdam. Wanneer hij de volgende dag naar zijn huis in Voorschoten opbelt, hoort hij van Moorlag, een student die bij Osewoudt op kamers woont, dat de Duitsers die nacht zijn moeder en Ria hebben gearresteerd. Moorlag heeft een enveloppe weten te redden waarin de tweede foto zit. Via deze foto geeft Dorbeck Osewoudt opdracht hem over een week te bellen. Intussen bezorgt Moorlags vriend Meinarends te Leiden Osewoudt een nieuw persoonsbewijs. Bovendien introduceert hij Osewoudt in de verzetsgroep van Labare, waar hij foto's moet ontwikkelen. Hij ontmoet de mooie Marianne, een ondergedoken jodin, die zijn haar zwart verft, waardoor de gelijkenis met Dorbeck nog groter wordt. Als hij in deze vermomming Oom Bart bezoekt met de mededeling dat zijn moeder en Ria gearresteerd zijn, scheldt Oom Bart zijn neef uit voor degeneré. Osewoudt wanhoopt, hallucineert in een restaurant dat hij zijn moeder ontmoet en ervaart dat Zéwüster, die hij toevallig tegenkomt, doodsbang voor hem is.

Wanneer hij op het via de foto afgesproken tijdstip Dorbeck belt, krijgt hij de opdracht een medewerkster van Dorbeck te ontmoeten in Amersfoort. Dorbeck zegt hem dat deze vrouw gekleed zal zijn in het uniform van leidster van de Nationale Jeugdstorm en dat zij zich met de derde foto zal legitimeren. Bij hun ontmoeting in Amersfoort vergeet Osewoudt naar de foto te vragen. De vrouw noemt zich ‘Hé jij’. Een complicatie bij hun opdracht om de verrader Lagendaal te liquideren is het verschijnen van de echte leidster van de Jeugdstorm. Osewoudt vermoordt deze vrouw, ruimt vervolgens Lagendaal en diens vrouw op en voegt zich weer bij ‘Hé jij’. Op de terugweg wordt ‘Hé jij’ gearresteerd.

Osewoudt keert terug naar Amsterdam en ontmoet Marianne bij de ingang van een bioscoop. Tijdens het voorprogramma wordt zijn portret geprojecteerd met het onderschrift dat hij gezocht wordt. Osewoudt vlucht, maar wordt gearresteerd. Eerst wordt hij op hardnekkige wijze door Kriminalrat Wülfing ondervraagd over de aanslag te Haarlem. Een medegevangene 'herkent' hem als Henk Osewoudt. Osewoudt zwijgt. Dan neemt Obersturmführer Ebernuss het over. Deze laat Osewoudt overbrengen naar ziekenhuis Zuidwal waar zijn verwondingen blijken mee te vallen. Osewoudt denkt dat de homoseksuele Ebernuss hem heeft willen sparen.

Dezelfde avond wordt hij uit het ziekenhuis bevrijd. Zijn bevrijders brengen hem naar Leiden. Osewoudt gaat naar het huis van Labare, waar ook Marianne is. Vóór hun liefdesspel vertelt hij Marianne over zijn dubbelganger Dorbeck en geeft hij uiting aan zijn onverminderde gevoelens van inferioriteit. Direct daarop overvallen de Duitsers het huis en arresteren Osewoudt opnieuw. Ebernuss zoekt toenadering tot zijn gevangene Osewoudt. Hij vertelt Osewoudt dat diens moeder overleden is en dat hij achter het bestaan van Dorbeck is gekomen. Hij stelt voor om Marianne in veiligheid te brengen op voorwaarde dat Osewoudt hem met Dorbeck in contact brengt. Uiteindelijk gaat Osewoudt akkoord. In de auto op weg naar het ontmoetingspunt blijkt dat Ebernuss wil deserteren.

Dorbeck is inderdaad op de illegalensociëteit aanwezig en hij draagt Osewoudt op om Ebernuss te vergiftigen. Dorbeck bezorgt Osewoudt een adres en een vermomming (een verpleegstersuniform) en belooft om hem en Marianne naar het bevrijde Zuiden te helpen. Tijdens deze ontmoeting neemt Osewoudt een foto van hen beiden, staande voor een spiegel. Marianne blijkt in een ziekenhuis te zijn bevallen van een doodgeboren kind. Overmand door verdriet, accepteert Osewoudt een lift van een Luftwaffe-officier. Onderweg naar Dordrecht, waar hij zich van de officier ontdoet, vermoordt hij in Voorschoten zijn vrouw Ria.

Eenmaal in bevrijd gebied wordt hij onmiddellijk gearresteerd men houdt hem voor een berucht verrader en vervolgens op transport gesteld naar Engeland. De autoriteiten aldaar ondervragen hem uitsluitend over zijn contact met Elly. Terug in Nederland wordt hij geïnterneerd in een kamp voor landverraders te Drenthe. Daar begint een systematisch onderzoek van zijn zaak. Inspecteur Selderhorst confronteert hem met een grote hoeveelheid afdrukken van de drie foto's: deze werden door de Duitsers gebruikt om verzetsgroepen te infiltreren. Selderhorst meent dat Osewoudt niet alleen ‘Hé jij’, maar via de pseudo-bevrijding uit ziekenhuis Zuidwal ook de groep Labare aan de Duitsers heeft uitgeleverd. Osewoudt kan het bestaan van Dorbeck op geen enkele wijze aantonen. Iedereen die hem ontmoet heeft, is dood; de ene foto waarop Dorbeck staat, is destijds mislukt en de andere, waar zij samen op staan, zit nog in Osewoudts toestel. Selderhorst laat naar dit toestel zoeken. Bij de reconstructie van zijn tweede arrestatie kan Osewoudt de straat waarin hij vluchtte, niet terugvinden, maar wel weet hij Dorbecks uniform op te graven uit zijn tuintje in Voorschoten.

Een oproep in de krant leidt tot de komst van Oom Bart, die zijn tong verloren heeft, en tot de mislukte poging een lijk (Dorbeck? Jagtman?) te identificeren. Uit een krantenartikel, getiteld ‘Held of verrader’ blijkt de verwarring in de zaak-Osewoudt. Osewoudt schrijft een brief aan Marianne, vraagt haar te getuigen, maar weet haar adres in Palestina niet. De psychiater van zijn moeder bezoekt Osewoudt en biedt hem aan op het proces te verklaren dat Osewoudt, evenals zijn moeder, regelmatig aan waanvoorstellingen lijdt en dus ontoerekeningsvatbaar is. Osewoudt weigert verontwaardigd. Ten slotte wordt Osewoudts camera gevonden waar de film nog in blijkt te zitten. Maar bij het ontwikkelen komt slechts een foto aan het licht van Osewoudt in gezelschap van Ebernuss. Buiten zichzelf van wanhoop, roepend om Dorbeck, rent Osewoudt het gebouw uit en wordt bij het hek neergeschoten.


Eerste persoonlijke reactie
Toen ik begon met lezen had ik geen enkel idee wat ik van het verhaal kon verwachten. Het boek had geen achterflaptekst en ik had verder nog nooit van het verhaal gehoord. Ik heb het boek als een soort van draaikolk van gebeurtenissen ervaren. Aan het begin van het boek had ik nog niet echt duidelijkheid waar het verhaal nou echt over ging maar op een gegeven moment zat er wel een grote spanning in het verhaal. Al de plotselinge gebeurtenissen zorgen voor een verhaal dat je aandacht blijft trekken. De schrijver heeft een hele typische manier van schrijven waar je aan het begin zeker aan moet wennen. Hij heeft een hele sobere manier van schrijven. Ik ben zeker verast door het boek en dit al helemaal omdat ik meestal niet zo hou van boeken die een hele tijd terug in het verleden afspelen.


Verdieping

1 open plekken
Als je begint met lezen kom je eigenlijk meteen open plekken tegen. Het eerste hoofdstuk bestaat vrijwel helemaal uit dialogen. Je weet op dat moment nog niet echt waar de mensen die tegen elkaar praten het over hebben. Vele namen worden genoemd van personen die je ook nog niet kent. Aan het eind van de eerste bladzijde zegt iemand: ‘Geef mij gauw een hand, Henri! Je moet met mij meekomen. Je kunt niet naar huis! Er is een ongeluk gebeurd , een afschuwelijk ongeluk!’ Dit is natuurlijk een echte open plek, want als lezer wil je graag weten wat voor ongeluk er is gebeurd. Hier krijg je al snel een antwoord op, al hoewel je niet echt veel details krijgt en precies weet wat er gebeurd is. Een andere open plek meteen aan het begin van het boek is de relatie tussen Henri en de veel oudere Ria. Deze wordt ook redelijk snel beantwoord: Henri trouwt later met Ria. Wat ik verder zelf een grote open plek in het boek vond was hoe Henri Osewoudt telkens in contact kwam met mensen en waarom alles zo vanzelfsprekend in het boek is. Ik vind dit een lastig uit te leggen open plek, het is meer dat het leven van Osewoudt zo vreemd verloopt en er zoveel dingen gebeuren dat je je afvraagt wat nou precies de rode draad van het verhaal is. Verder is een open plek wie nou de mysterieuze Dorbeck is. En of Dorbeck nou wel of niet bestaat. Deze open plek wordt niet echt beantwoord in het verhaal. Ik denk dat je vanaf de helft van het boek toch wel langzaam begint te twijfelen of alles wat gebeurd wel echt mogelijk is. En ook begint te twijfelen of Dorbeck niet een verzinsel is van Osewoudt.




Personages
Henri Osewoudt: (ook wel Filip van Druten, Melgers) is de hoofdpersoon van het verhaal. Hij is een man met een lelijk uiterlijk. Telkens komt in het verhaal terug dat hij geen baardgroei heeft en ook een hele hoge (niet mannelijke) stem. Hij komt niet in aanmerking voor de militaire dienst, omdat hij een halve centimeter te klein is. Hij is erg gesloten en onzeker. Mede daardoor vindt hij zichzelf het mislukte exemplaar van zijn dubbelganger Dorbeck.

Dorbeck: Luitenant van de landmacht, Dorbeck is de dubbelganger van Henri. Hij is Henri’s geslaagde tegenpool met wel degelijk een mannelijk uiterlijk. Veel meer dan dit kom je in het verhaal niet te weten over hem. Wel is heel duidelijk dat Henri totaal naar hem opkijkt.

Ria: De dochter van oom Bart, en later ook de vrouw van Henri. Je komt niet veel over dit personage te weten behalve dat ook zij lelijk is. Later in het verhaal gaat zij met de verrader van Henri samenwonen. Henri heeft meestal een hekel aan haar en uiteindelijk vermoord hij haar zelfs.

Marianne Sondaar (Mirjam Zettenbaum): Zij is een ondergedoken joodse vrouw. Hoewel ze vaker in het verhaal voorkomt, omdat ze een relatie met Henri begint en van hem in verwachting raakt, is er ook over haar karakter redelijk weinig bekend. Henri houd veel van haar. Hij is vaak bang dat als Marianne Dorbeck zou kennen, zij verliefd zou worden op hem in plaats van op Henri.


Minder belangrijke personages:
Mevrouw Osewoudt: Moeder van Henri. Zij komt nauwelijks naar voren in het verhaal, eigenlijk is alleen bekent dat zij waanideeën heeft en Henri’s vader (per ongeluk ?) heeft vermoord.

Bart Nauta en zijn vrouw: Henri's oom en tante in Amsterdam.

Moorlag: Woont bij Henri en Ria in omdat hij staatsexamen wil afleggen.
Verhouding Fabel-Sujet

Het boek begint als Henri Osewoudt nog erg jong is, en eindigt als hij sterft. Het verhaal speelt zich af tijdens de tweede wereld oorlog. Het verhaal is geheel chronologisch. Er zijn geen flashbacks: de gebeurtenissen volgen elkaar gewoon na elkaar op.


Perspectief en betrouwbaarheid
Het verhaal heeft een personale vertelsituatie. Je ziet de gebeurtenissen door de ogen van één personage namelijk die van Henri Osewoudt. Je komt niet veel te weten over de andere personages uit het verhaal of in ieder geval geen echte karaktereigenschappen. Ook is de mening die Osewoudt heeft over de andere personages van het boek vrij kort en bondig omschreven Ik ben er eindelijk achter gekomen wat nou precies de betrouwbaarheid van een verhaal is. In dit verhaal kun je het perspectief namelijk onbetrouwbaar noemen: het verhaal is niet helemaal objectief verteld, heel veel gebeurtenissen zijn zeer subjectief. Het lijkt soms of het verhaal verteld word door een alwetende verteller. Maar dit is misleidend want het verhaal is niet gewoon een verslag van de Tweede Wereldoorlog. De gebeurtenissen zijn duidelijk gekleurd door de mening van de hoofdpersoon.



Thematiek
De thematiek van beide verhalen is: de relatie tussen fictie en werkelijkheid.
Aan het begin van het verhaal had ik er niet helemaal het vertrouwen in dat ‘De donkere kamer van Damokles’ hetzelfde thema zou hebben als ‘Lucifer’. Maar aan het eind van het boek had ik door dat het thema er zeker in zit. Wel op een hele andere manier dan het in ‘Lucifer’ naar voren komt.
De titel van het boek kun je niet meteen verklaren voordat je het boek hebt gelezen en ook na het lezen van het boek heb ik even over de verklaring van de titel moeten nadenken
Ik heb opgezocht dat ‘Damokles’ verwijst naar de sage over de Siciliaanse hoveling Damokles die voor één dag de positie van zijn tiran wilde bekleden De tiran stemde toe, maar liet wel een groot zwaard ophangen aan een paardenhaar boven Damokles’ stoel. De titel ‘De donkere kamer van Damokles’ is dus afgeleid van ‘Het zwaard van Damokles’. Deze uitdrukking verbeeldt een voortdurende dreiging. In het verhaal is dit niet afkomstig van een zwaard , maar van een mislukte foto en het willen bewijzen dat Dorbeck bestaat. (de foto had uiteindelijk ook de onschuld van de hoofdpersoon moeten bewijzen) Verder verwijst de donkere kamer naar de kamer waar de foto’s ontwikkeld worden. Donkere kamer kan natuurlijk ook nog samengaan met onderzekerheid, dreiging en isolement.

Stukje gevonden:
De tegenstelling tussen droom en werkelijkheid is ook aanwezig in het element 'de donkere kamer'. Dit verwijst naar de plaats waar de gewone werkelijkheid fotografisch gereproduceerd wordt, terwijl het tevens een metafoor is voor de mechanismen van de psyche.

Je kunt dit ook anders formuleren. Foto’s kun je zien als een weergave van de werkelijkheid , waarbij je je voordurend blijft afvragen: is dit nu de werkelijkheid of fictie. De donkere kamer heeft hier een dubbele betekenis, niet alleen waar de foto’s ontwikkeld worden maar ook het duistere van de geest.

Motieven in het verhaal zouden kunnen zijn:

Oorlog: Het verhaal speelt af in de tweede wereld oorlog en heeft grote invloed op het verhaalverloop
Krankzinnigheid: Henri is waarschijnlijk niet helemaal in orde, en ook de moeder van Henri is krankzinnig.

Dubbelgangers: Dorbeck is de ‘beter gelukte’ dubbelganger van Henri, al helemaal nadat Henri zijn haar zwart verft.
Maar ook eenzaamheid, op zoek naar eigen identiteit, verraad.

Wat mij ook opviel was dat de tram telkens weer terug kwam in het boek. Ook zijn de foto’s heel belangrijk in het boek en de leica (fototoestel) van Henri komt telkens terug. Het boek bevat een realistisch verhaal maar heeft tegelijkertijd een droomverhaal in zich. Ongeveer op het midden van het boek begin je te voelen dat deze twee lagen met elkaar gaan botsen. Je gaat bedenken hoe realistisch het verhaal kan zijn, ook al is het verhaal als heel vanzelfsprekend geschreven.


Eindoordeel
‘De donkere kamer van Damokles’ kan gezien worden als een spannend avonturen-, oorlogs- of detectiveverhaal. Maar tegelijker tijd is het ook een heel psychologisch verhaal. Dit zorgt ervoor dat je in verwarring kan worden gebracht, wat waarschijnlijk ook de bedoeling is van de schrijver. Ik heb zelf nooit een voorkeur aan tweede wereldoorlog verhalen, maar dit verhaal heeft me wel verrast. In het verhaal zijn zeker de gebeurtenissen belangrijker dan de gevoelens. Er gebeurt namelijk erg veel in het boek bijna altijd met veel spanning en actie. De gebeurtenissen kun je erg toevallig noemen, het is alsof de gebeurtenissen plotseling komen aanwaaien. Dit maakt dat de gebeurtenissen natuurlijk vaak wel ongeloofwaardiger zijn.
De personen in het verhaal waren oppervlakkig beschreven. Er was weinig diepgang in de karaktereigenschappen te vinden. Zoals de vrouw van Osewoudt,waarvan je aan het eind nauwelijks meer van weet dan dat ze lelijk is, ongeveer zeven jaar ouder is dan Osewoudt en vreemdgaat met een verrader. Zelfs over de hoofdpersoon kom je eigenlijk weinig te weten. Ik denk dat je je daardoor niet echt kunt inleven in de hoofdpersoon. Maar ik denk dat dit niet perse de bedoeling is van de schrijver.
Er zat een duidelijke opbouw in het verhaal. Ook was er geen lastige wisseling van tijd of andere dingen die verwarrend kunnen zijn. In het verhaal zijn nauwelijks stukken te noemen die te saai zijn omdat er een soort van ritme in het verhaal zit van gebeurtenissen. Ook het taalgebruik was niet erg moeilijk alleen af en toe wel ouderwets. Het verhaal bestaat uit veel dialogen. Vooral dialogen met korte zinnen. Ook viel het me op dat de schrijver erg vaak uitroeptekens gebruikt als een persoon iets zegt. Uiteindelijk zou ik het boek aanraden om het verhaal in z’n geheel, en niet perse op welke manier het verhaal is geschreven.
De afloop van het verhaal laat mij nog wel een beetje achter met vragen. Het liefst zou ik nog beter willen begrijpen wat de schrijver zijn bedoeling is met het verhaal. Op het eerste gezicht lijkt het een oppervlakkig verhaal zonder gevoel, maar er zit zeker een diepere laag onder het verhaal. (zie volgende verdiepingsopdracht)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans"