Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Dünya door Tomas Lieske

Beoordeling 7.7
Foto van Cees
Boekcover Dünya
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 4522 woorden
  • 1 november 2007
  • 36 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
36 keer beoordeeld

Boekcover Dünya
Shadow
Dünya door Tomas Lieske
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Gebruikte editie voor het boekverslag Gebruikte druk: 1e
Verschijningsdatum eerste druk: 13 september 2007
Aantal bladzijden: 343
Uitgegeven bij: Querido, Amsterdam, Beschrijving voorkant Op de kaft staat een afbeelding van een krotje op het waarschijnlijk Turkse platteland. Het is een afbeelding van een tijdelijke woning van Simon, Julia en Otto. Opdracht Het boek is opgedragen aan de arbeiders die gewerkt hebben in de fabriek waar het Turkse luchtschip is gebouwd. Genre van het boek “Dunya”is een psychologische roman over illusies en desillusies.
De aangeleverde flaptekst Het Turkse platteland, rond 1930. Simon en Otto, twee Hollanders, zijn na de Eerste Wereldoorlog tewerkgesteld bij de bouw van het eerste Turkse luchtschip. Zij hebben een dochter, Julia, die niet beter weet dan dat Simon haar vader is en haar moeder een jonggestorven Turkse. De rijke en mondaine Dünya Suman, betrapt op diefstal, wordt gedwongen de Hollanders te verzorgen. Op een dag hoort zij hoe Simon in werkelijkheid aan het kind is gekomen. Alles is gebaseerd op één grote leugen, beseft ze. Maar haar band met Julia is dan al zo sterk dat zij de leugen in stand houdt - en haar kans op eerherstel opoffert. Aanleiding voor het schrijven van de roman Tomas Liekse in een interview in BN/de Stem van 23 september 2007 : "Ik wilde een roman schrijven over een vader-dochterverhouding. Niet over een biologische vader, maar een opvoeder. Iets moest de vader-dochterverhouding verstoren. Daarvoor zocht ik een omgeving die chaotischer en rommeliger was dan het Nederland van nu. Toen kwam ik op het idee om het in Turkije te plaatsen in een wat vroegere tijd. Bij toeval had ik net een BBC-documentaire gezien over de slag bij Gallipoli in 1915. Bovendien had ik foto's van Istanbul rond 1930. Daarop kun je zien hoe mondain en westers de stad was, vergelijkbaar met Parijs en Berlijn. Er waren prachtige winkels, de bevolking was westers chic gekleed. Ik wilde een personage dat daar was opgegroeid. Dat werd Dünya." Mijn mening “Dünya” is een heldere, strak gecomponeerde roman van een begenadigd stilist. De romans blijft tot het einde toe spannend over een niet alledaags en op historische feiten gebaseerd verhaal. Menig lezer zal er een aantal plezierige uurtjes leesplezier aan beleven. De roman wordt door mij gewaardeerd op 3 punten op onze literatuurlijst. Geschikt voor eindexamenkandidaten op havo en vwo-niveau. Titelverklaring “Dünya” is de naam van het vrouwelijk personage in de roman. Structuur en/of verhaalopbouw Er zijn drie delen in de roman te onderscheiden.: Eerste deel : De namen
Tweede deel: Het land
Derde deel: 7 mei 1937
Het eerste deel wordt onderverdeeld in 3 hoofdstukken, waarin de drie vertellers zich aan de lezer presenteren.: Dünya, Simon en Paul. De eerste twee vertellen a.h.w. hun voorgeschiedenis voordat ze elkaar ontmoeten. Paul geeft in een brief aan zijn meerdere aan wat hij in als wetenschapper in de fabriek doet en hij waarschuwt de lezer voor wat er komen gaat. In het tweede deel worden er 14 hoofdstukken beschreven. Zeven keer is Simon de verteller, zes keer Dünya en één keer Paul. De vertellers wisselen elkaar af, zitten soms in verschillende tijdlagen, maar uiteindelijk vallen die tijdlagen samen. In het derde deel wordt de dag van de luchtdoop van het luchtschip beschreven. Daarin neemt drie keer Simon het woord, drie keer Dünya en twee keer Paul. Het gaat dan allemaal over die ene dag: 7 mei 1937. Het is een vrij complexe structuur die wel bij het schrijversschap van Tomas Lieske past. Het procédé past hij ook toe in zijn andere bekende roman Franklin. Gebruikt perspectief Er zijn drie verschillende vertellers. Die worden heel zichtbaar voor de lezer gemaakt. (Zie ook onder structuur) De Hollandse jongeman Simon Krisztian is een van de vertellers in de ikvorm. De Turkse dame Dünya is ook een ik-verteller

De Duitse Jood Paul Grunwald is de derde verteller: hij schrijft ook in de ikvorm een rapport aan zijn meerderen. Doordat de schrijver drie vertellers gebruikt, wordt de spanning ten opzichte van de personages opgebouwd. Bovendien lopen de verhalen van deze personages niet synchroon in de tijd, waardoor het spel van vooruitwijzingen en terugverwijzingen ontstaan. Tijd van het verhaal De roman speelt van de periode van net voor de Eerste Wereldoorlog tot net vóór de Tweede Wereldoorlog. Het eindigt met de “ramp”met het luchtschip op 7 mei 1937. Daarna geeft Paul Grunwald in een nawoord wat er met andere personages is gebeurd. Plaats van handeling De plaats van handeling is Turkije. Dünya woont eerst in de grote stad maar wordt door de Turkse regering overgeplaatst naar een klein Turks dorpje waar ze min of meer als spionne twee Nederlanders in de gaten moet houden. In de tussentijd hebben de twee mannen door het Turkse binnenland gezworven totdat Simon in de plaats tewerk gesteld wordt waar het Turkse luchtschip wordt gebouwd. Samenvatting van de inhoud Eerste deel In “Het verlangen naar Beyoglü “vertelt Dünya over haar leven. Ze is een op dat moment te dikke vrouw die op jonge leeftijd met een man getrouwd is met een Duitse naam. Het is een hoge regeringsfunctionaris in het Turkse leger en hij verdwijnt in de oorlog tegen de Armeniërs om niet meer terug te keren. Ze heeft nooit een officieel overlijdensbericht gekregen. Maar z eis gewend om in de hoogste kringen te verkeren en blijft brutaal genoeg daarin verkeren. Ze gaat later in dienst bij diverse bazinnen van wie ze bezittingen als juwelen en kleren steelt. Wanneer ze parfum uit een winkel steelt, wordt ze betrapt en wordt ze op last van de regering overgeplaatst naar een klein dorp waar ze een opdracht op spionagegebied moet vervullen. In “Simon Krisztian is mijn naam” vertelt deze Hollandse jongen dat hij aangemonsterd heeft met een achterneef Otto bij het Britse leger in strijd tegen de Duitsers. Ze moeten smerig werk in de buik van een schip verrichten. Wanneer ze in de buurt van Egypte zijn worden ze weer teruggestuurd naar Malta om met andere schepen de slag aan te gaan. Plots is er een ontploffing aan boord: er zijn vele gewonden en doden , maar Simon en Otto overleven de aanslag en komen op het platteland terecht. Voor het zover is vertelt Simon zijn levensverhaal: zijn vader was leidekker en hij mocht als jongetje vaak mee met zijn vader om mee te helpen. Hij durft dan ook op het dak van een huis of kerk te staan . Op één van de reizen naar Duitsland merkt hij dat zijn vader vreemd gaat. Hij leert zijn vriend en achterneef uit Dordrecht kennen: dat is de zoon van een jeneverfabrikant. Simon heeft nog een ander voorval in zijn jeugd meegemaakt. Hij heeft een pijl in het oog van zijn zusje geschoten, dat daardoor een oog is kwijtgeraakt. Hij voelt zich niet eens erg schuldig. Het zusje blijft verder rare kuren vertonen en later hoort hij dat ze zelfmoord heeft gepleegd. Later vertrekken Otto en Simon naar Londen waar ze in dienst willen gaan bij het Britse leger. (zie hierboven) In “Een Turks luchtschip” vertelt Paul Grunwald, een Duits-Joodse wetenschapper over de eerste proefvlucht van een te bouwen Turks luchtschip. Hij is weggekocht door de Turkse regering, maar ziet in nazi-Duitsland toch geen mogelijkheden voor zichzelf. Hij vertelt in het schrijven aan zijn meerderen over de Hollander Simon K. die in de gaten wordt gehouden door een spionnen. Het is een kei van een kerel, die gene hoogtevrees kent, maar die als eerste de schuld zal krijgen wanneer de proefvlucht zal mislukken. Die kans daarop acht hij vrij groot, want de proefvlucht wordt vervroegd gehouden op verzoek van de grote leider Kemal Atatürk. Het is immers een propagandastunt , maar alle voorbereidingen zijn nog niet klaar. Tweede deel Eerst volgen we de lijn van Simon en Otto: anders wordt het boekverslag te ingewikkeld. Simon is met Otto krijgsgevangen gemaakt: ze hebben het beroerd: ze zijn arm en koud en lijden honger. Ze worden als Britten beschouwd; later komen ze Duitsers tegen en die nemen hen over van de Turken. Dat gaat beter en wanneer Otto bovendien een Duitse soldaat helpt bij genezing van een wond, krijgen ze na drie weken de vrijheid. Ze gaan dan zwerven door

Het Turkse platteland en komen op een dag in een dorpje terecht waar een huisje van iemand in brand wordt gestoken. Wat er precies aan de hand is , weten de jongen niet, maar Simon ziet op een bepaald moment een vrouw een baby naast een andere oude man neerlegt. Zonder te beseffen wat hij doet, neemt Simon de baby mee: hij steelt haar a.h.w. Simon is in 1917 23 jaar oud, Otto drie jaar ouder en ze schatten dat de baby ongeveer een ½ jaar oud is. Ze denken lang na over een naam en komen uiteindelijk bij Julia terecht. (Van Romeo en Juliet van Shakespeare) Wanneer ze verder trekken worden ze weer gevangen genomen, omdat ze weer beschouwd worden als Engelsen. Otto heeft onderweg een keer melk uit een winkel moeten stelen, omdat Julia dreigde te sterven. Maar omdat ze een kind bij zich hebben , krijgen ze een kleine barak toegewezen. Daarin verzorgen ze Julia. Het kind wordt tweetalig opgevoed: Turks(door de dorpelingen) en Nederlands. Tot ze vijf jaar is, groeit Julia op in armoede. In 1922 worden ze uit hun krijgsgevangenschap verlost, maar ze blijven nog twee jaar in het dorpje wonen. Later worden ze gedwongen te gaan werken in een machinefabriek: ze krijgen loon en een klein huisje. Julia mag naar de Turkse basisschool. Ze begint ook vragen te stellen over wie haar moeder was. Simon en Otto bereiden antwoorden voor hoe het vroeger in zijn werk is gegaan. Ze hebben een fantasieverhaal voor ogen, waarbij de moeder van Julia een jonge Turkse vrouw was die bij de bevalling is overleden. Maar natuurlijk vallen ze bijna door de mand. Het is inmiddels 1926/1927 geworden. Simon heeft capaciteiten en wordt later aangesteld in een fabriek waar ze aan een luchtschip bouwen. Hij krijgt ook een officiersrang, een beter salaris en een beter huis. Maar ze krijgen wel een vrouw toegewezen: Dünya. Die moet hen gaan verzorgen. Afwisselend zijn nu Dünya en Simon de vertellers. Aanvankelijk moeten de Nederlanders niet veel van haar weten en ze wordt dan ook enigszins buiten gesloten. Wel raakt DÜNYA gaandeweg steeds meer bevriend met Julia, vooral omdat ze dezelfde taal spreken. Ze merkt dat Julia en Simon nog steeds in één bed slapen en dat terwijl Julia zo langzamerhand een puber is geworden. Ook Otto vindt het vreemd dat Simon nog steeds in het nu grotere huis in één bed met Julia slaapt. Vooral omdat Otto Dünya pest, begint Julia het voor haar op te nemen. Dünya geeft als verteller weer wat er is gebeurd na de dood van haar man: ze ging ook om met andere mannen met wie ze seks had. ’s Avonds komt Otto wel eens bij haar op bezoek: ze woont in een klein huisje apart en op een avond wordt ze vrijwel verkracht door Otto. Ze staat het toe door een islamitische toverformule voor seks te mompelen. Daarna komt het vaker voor dat ze seks met elkaar hebben: eigenlijk is het een ruwe vorm maar aan de andere kant verlangt Dünya er ook naar. Het is toch een vorm van erkenning van haar vrouwzijn. Simon en Otto laten zich inschrijven bij de Burgerlijke Stand (de lokale slager) Het gebeurt tegelijkertijd dat Julia zich wat meer verwijdert van Simon , wat komt door de invloed van Dünya. Simon richt zich ook meer op zijn werk: de bouw van het luchtschip: hij vertelt over Paul Grunwald, een Duitse technicus die veel met hem samenwerkt. Dan komt er een nieuwe klap voor Simon: Julia verhuist uit zijn kamer en gaat voortaan apart slapen: hij kan dat maar moeilijk verwerken. Paul; Grunwald vertelt nu ook zijn deel: hij maakt gewag van de capaciteiten van Simon, die veel meer durft dan de andere werknemers. Hij voorziet bovendien problemen bij de proefvlucht: hij heeft het idee dat zijn adviezen in de wind worden geslagen. Alles moet wijken voor de propaganda voor Atatürk. Dünya hoort Otto uit over de moeder van Julia. Omdat ze seks hebben, laat Otto tenslotte los dat hij helemaal niet weet wie de moeder van Julia is en hij vertelt Dünya alles wat ze hebben meegemaakt. Dünya is zelfs wat jaloers op Julia geworden omat die een onafhankelijke geest heeft. Ze kleedt het kind vaak in de kleren die ze uit haar vroegere bestaan heeft meegnomen. Julia is intussen een heel mooie jonge vrouw geworden. Otto vindt dat ze langzamerhand ook aan Julia de waarheid omtrent haar afkomst moeten vertellen: ze kunnen het beter zelf doen dan wanneer ze er op een andere manier achterkomt. Simon blijft fel tegen. Dünya krijgt een bizar idee. Ze laat zich in een generaalsauto naar haar oude huis brengen, waar een nieuw gezin heeft plaats genomen. Ze doet net alsof ze recht heeft op het huis en zegt dat ze terug zal komen om geld op te eisen. Ook verkoopt ze een deel van de destijds gestolen juwelen. Daarna gaat ze naar Paul Grunwald om te vragen of hij een feestje na de proefvlucht wil organiseren. Daarop heeft Simon wel recht, vindt ze. Zij zal alles betalen. Paul zal kijken wat binnen zijn vermogen ligt. Derde deel In die deel wisselen de drie vertellers elkaar af. Simon vertelt over de proefvlucht van het luchtschip. Kemal Atatürk is natuurlijk aanwezig en hij voelt zich trots en vrij. Dünya is ook op d e plek van de proefvlucht. Ze is met Julia en Otto gekomen. Julia draagt de kleren en d e juwelen die ze vroeger ontvreemd heeft. Dünya heeft de receptie na afloop betaald en zal dan worden voorgesteld aan Kemal Atatürk. Ze gedraagt zich als de weduwe van een hoge functionaris van de regering. Haar man zal trots op haar kunnen zijn. Ze doet ook heel lief tegen een Turks jongetje en gaat met hem plassen. Paul vertelt over de aanwezigheid van Dünya (die alles heeft betaald) Hij weet via een vriend wat van Dünya’s verleden. Ze gedroeg zich toch welvaak als een dure hoer. Otto ziet hij veel raki drinken en die wil iets over Julia gaan vertellen. Dünya snoert hem letterlijk de mond. Dan vertelt Dünya haar versie van het verhaal. Ze heeft zich op de tafel op Otto gestort. Ze was bang dat hij de waarheid over Julia’s afkomst aan iedereen wilde vertellen. Dat liet ze zich niet gebeuren. Ze offert haar eigen toekomst op. Ze vindt Julia’s toekomst belangrijker dan de ontmoeting met Atatürk. Want ze beseft heel goed dat ze nu niet zal worden voorgesteld. Wat er gebeurt, wordt zowel vanuit haar perspectief als dan van Paul beschreven. Ze ligt met opgetrokken jurk (bijna bloot) op de tafel bovenop Otto en dan pist het kleine Turkse jongetje haar nat. Ze wordt het lachertje van de receptie. De begeleiders van Atatürk vinden dat hun leider weg moet. Dünya gaat naar het (mannen) toilet en hoort dat er een ramp met een luchtschip is gebeurd en dat er veel doden zijn. Simon vertelt op zijn proefvlucht verder. Hij merkt dat er het een en ander misgaat: er vallen enkele motoren uit. Hij onthult dan dat hij ’s nachts aan Julia de waarheid heeft verteld over haar afkomst. Het luchtschip ramt het dak van een Turkse kazerne. Dünya hoort van Paul dat het niet over de ramp met het Turkse luchtschip gaat maar over de ramp met de Duitse Hindenburg in New York. Ze is opgelucht. Het Turkse luchtschip wordt door een kolonne militairen naar de basis gesleept. De proefvlucht is natuurlijk wel mislukt, maar er zijn geen doden te betreuren. Simon moet zich de volgende dag bij Paul melden. Gij vraagt aan Otto wat er bij zijn afwezigheid is gebeurd. Otto vertelt dat hij alleen maar had willen vertellen over de diefstal van de meld waardoor ze Julia het leven hadden gered. Hij was helemaal niet van plan om
Julia’s afkomst te verraden. Simon weet niet wat hem de volgende dag te wachten staat. Hij vertelt aan de lezer dat hij de vorige nacht nog naar een naakt slapende Julia is gaan kijken en dat hij zich daarbij heeft bevredigd. Hij heeft zich voorgenomen om in Turkije te blijven wonen. Hij heeft in Nederland niets meer te zoeken. In het Nawoord van 1939 vertelt Paul wat er met de personages is gebeurd. Otto, Dünya, Simon en Julia zijn overgebracht naar een klein Turks dorpje waar ze hun leven verder moeten slijten. Een vriend van hem heeft ze eens bezocht: ze leefden nog steeds met elkaar, maar er scheen wat aan de onderlinge communicatie te haperen. Ze woonden onder armoedige omstandigheden. Thema, motieven en interpretatie Hoe overleven mensen onder erbarmelijke omstandigheden? Dat lijkt het thema te zijn van Lieskes roman. Lieske laat Simon en Otto in pure ellende beginnen aan een survivaltocht over het Turkse platteland in de Eerste Wereldoorlog. Door een ingeving pikt Simon een kind mee en dat blijkt de sleutel voor hun overlevingstocht. Door de aanwezigheid van het kind lijken de mensen hun gunstiger gezind. Ze doen dan ook alles voor het kind. Otto steelt melk voor haar die op dat moment een levensnoodzaak is. Simon voedt haar op als een vader, maar houdt van haar later als een minnaar. Dat kan natuurlijk niet goed gaan. De omstanders als Otto en Dünya gaan zich er mee bemoeien. Ook lijkt er vanuit Julia zelf een natuurlijke weerstand te ontstaan tegen het met elkaar nakat slapen. Dat is voor Simon een grote teleurstelling wanneer ze een eigen slaapplaats wil. Een illusie armer. En dan komen we misschien via het thema van de overlevingstocht wel bij een ander belangrijk thema dat in het werk te ontdekken valt. De illusie die een desillusie wordt. Daarvoor zijn diverse bronnen in het boek te vinden. - Het leven voor Dünya leek zo beloftevol: ze is was jong getrouwd met een rijke man, maar de illusie van een luxe leven wordt de grond in geboord wanneer haar man sneuvelt in de oorlog - Ze lijkt dat verlies te overwinnen in haar survivaldrang: sluit zich aan bij groepen mensen die luxe leven, steelt zich rijk van de bazinnen en in winkels, maar ook dat wordt een desillusie: ze wordt betrapt en uit Istanbul overgeplaatst naar een klein dorpje waar ze als spionne moet dienst doen. - Ze krijgt een nieuwe seksuele relatie met Otto (die enerzijds op verkrachting lijkt, maar anderzijds erkenning van haar vrouwelijkheden) Daaruit put ze weer zelfvertrouwen en regelt met geld een receptie na de proefvlucht waarin ze de illusie koestert voorgesteld te worden aan Atatürk. Door het incident met Otto gaat alles mis. Ze worden met zijn allen overgeplaatst naar een nog kleiner dorpje met nog Armoediger omstandigheden. - Ook voor Simon geldt het thema van de illusie en de desillusie: een jonge veelbelovende leidekker, krijgt zijn eerste desillusie te verweken wanneer hij op reis merkt dat zijn vader vreemd gaat - Zijn tweede desillusie is dat hij zijn zusje een oog uitschiet met een pijl en boog Later sterft zijn zusje. - Otto is de zoon van een rijk jeneverfabrikant : voor hem en Simon ligt de wereld aan hun voeten, maar de Eerste Wereldoorlog breekt uit, wat een desillusie is. - Ze nemen dienst in het Britse leger, maar de taak die ze krijgen loopt weer op een desillusie uit: coaler in een schip dat bovendien nog gebombardeerd wordt - Als krijgsgevangenen weten ze te overleven, komen zelfs in een redelijk comfortabele situatie terecht , maar door de mislukte proefvlucht worden ze weer teruggeplaatst naar een kleine armzalige locatie - Simon is intussen een forse illusie armen: zijn vader-dochterrelatie die toch een vreemde seksuele bijklank heeft: het naakte slapen met haar tot op de puberleeftijd, wordt tenslotte ook min of meer verbroken. - Een laatste grote desillusie voor Paul, Simon en boven hen nog het Turkse imperium is de mislukte proefvlucht van het luchtschip. - Voor Paul komt daarbij nog de opkomst van nazi-Duitsland waar hij als wetenschapper maar zeker als jood niets heeft te zoeken, Zo lijkt iedereen aan het einde van de roman ontheemd (iedereen woont op een andere plek dan waar hij/zij geboren of getogen is) en gedesillusioneerd. Een aantal motieven die zeker nog een rol in deze roman spelen: - vader-dochterrelatie (zij het geen biologische vader-relatie) - de broer-zusrelatie (Simon en zusje Eenoog) - immigrantenproblematiek - vriendschap tussen twee jongens - De Eerste Wereldoorlog en de ellende daarvan - De opkomst van Nazi-Duitsland - Cultuurverschillen - Opoffering (Dünya offert zich op in deel 3) - Spionage - Seksualiteit (Dünya vooral en tussen Otto en Dünya, subtieler in de relatie Simon en Julia)
Belangrijke recensies Daniëlle Serdijn (doorgaans een zuinige recensente) geeft zelfs 5 sterren aan deze roman in haar recensie in De Volkskrant van vrijdag 21 september 2007: In zijn nieuwe roman Dünya vertelt hij het verhaal van de jongens Simon en Otto. De twee zijn achterneven en beste vrienden. Op zoek naar avontuur belanden zij in Engeland, waar ze zich in 1915 melden bij het Britse leger. Ze treden in dienst van de Royal Navy en vertrekken naar Malta. Van Malta gaat het naar Egypte. En vanaf Mudros – waar Otto de profetische woorden spreekt dat dit misschien wel hun laatste blik op Europa is – varen ze naar het Turkse schiereiland Gallipoli. In de Dardanellen-engte gaat het mis. Het ene moment is er een hevige ontploffing, het volgende een zee vol lichaamsdelen, brandende brokstukken en lijken. Daarna worden de twee gevangen genomen.[….] Dat Lieske een roman heeft geschreven waarin met grote vanzelfsprekendheid een lastige combinatie wordt gerealiseerd van oorlog, avontuur en adoptief ouderschap, getuigt van lef en vakmanschap. Maar het mooist in deze onderneming is toch het gevoel van vaderschap waardoor Simon wordt overweldigd. Zelfs de knorrigste lezer zal geheid z’n weerstand verliezen. Guus Bauer op de site van www.literatuurplein stelt: Lieske is een meester in het componeren, de gebeurtenissen lopen vloeiend in elkaar over. Je bent als lezer overtuigd dat het zo gegaan kan zijn. De pijlers van het verhaal zitten duidelijk in de werkelijkheid. Hij staat erom bekend dat hij langdurig onderzoek verricht. Toch hoeft men niet te vrezen dat de roman een encyclopedisch geschiedkundig werk is geworden. Dünya is een geslaagde roman over opoffering en ontheemding, een mooie beschrijving van ongewone verhoudingen: tussen vader en vermeende dochter, tussen twee mannen en een verzorgster die een moederrol krijgt toebedeeld. Knap geconstrueerd, uiterst zorgvuldig gedocumenteerd. Bij een beschrijving van Otto in het boek, lijkt Lieske zelf even op te duiken. ‘Otto was gek op boeken, vooral boeken met plaatjes; hij was geïnteresseerd in boeken over feiten. Hij wilde weten hoe de wereld in elkaar stak, wat de evolutietheorieën precies inhielden, hoe dieren reageerden. Liepen we langs een boekwinkel of een antiquariaat, dan aarzelde Otto, snuffelde snel in de bakken en mompelde dat hij een ogenblik binnen wilde kijken.’ Je ziet Lieske bij de kassa staan twijfelen met een dik boekwerk over zeppelins in de hand. Max Pam op 25 september in
HP/De Tijd is ook positief: Dat Tomas Lieske kan schrijven, daarover kan geen twijfel bestaan. Vaak beginnen zijn romans overweldigend met een overdaad aan beelden aan gebeurtenissen. Het probleem is, naar mijn gevoel, dat Lieske er niet altijd in slaagt de spanning vast te houden. Te lang is geen literair criterium, want sommige boeken kunnen niet lang genoeg zijn, maar bij Lieske worden de mooie verhalen vaak heel breed uitgemeten, waarbij hoort dat hij sommige gebeurtenissen tot in de kleinste detail pleegt te beschrijven. Ook Dünya is weer een behoorlijk dik boek: 342 pagina’s, die allemaal volgepropt zijn met avonturen.[…..] Toen Lieske in 2003 de roman Gran Café publiceerde, schreef ik: “Niettemin wekt Gran Café bij mij de verwachting dat Lieske op het punt staat een heel bijzondere roman te schrijven. Franklin was de opmaat, Gran Café een enorme stap voorwaarts en drie maal is scheepsrecht”.Ontegenzeggelijk is Dünya de beste roman die Lieske tot dusver heeft geschreven: strak gecomponeerd met trefzekere bewoordingen en handelend in een originele entourage. Nog altijd vertoont Lieske, geboren in 1943, een duidelijke progressie. De barok, waarin zijn vorige boeken vaak verdronken, lijkt grotendeels overwonnen. Maar toch. Toch vond ik ook Dünya nog niet de grote sprong voorwaarts waar ik op had gehoopt. Je voelt het: het kan nog beter, wat voor mij zou betekenen: het kan nog korter, nog gecomprimeerder. Vier maal is ook scheepsrecht. Op www.recensieweb.nl bespreek Laura Starreveld op 18 oktober 2007 de roman heel positief. Ze geeft vier van de vijf sterren.Vakkundig is de manier waarop Lieske alles feilloos met elkaar verweeft. Achter alle beschrijvingen, achter elk detail lijkt iets te schuilen. Niets wat verteld wordt staat op zichzelf. Het overleden eenogige zusje van Simon, verwond door een ongeluk met een speer, het verleden van Dünya, de relatie tussen Otto en Simon, zelfs het verloop van de geschiedenis lijkt verweven met het verhaal. Dat maakt Dünya tot een literair werk van de bovenste plank. Zou normaal gesproken de vraag waarom Simon en Otto niet gewoon terugkeren naar Nederland steeds bij de lezer de kop opsteken, in Dünya blijft deze vraag achterwege. De vraag is gewoonweg overbodig. Lieske beschrijft de liefde van de personages voor elkaar op zo’n liefdevolle en kleurrijke manier dat terugkeer naar Nederland er niet toe doet. De personages en hun verhaal worden door Lieske op subtiele wijze bloot gelegd en dat maakt dat het verhaal geloofwaardig is zoals het is. Hoewel de situatie waarin het gezin verkeert chaotisch en ingewikkeld lijkt weet Lieske alles geordend en helder te beschrijven, zonder dat het verhaal zijn kleur verliest. Dat maakt Lieske een ware verteller en een meester in subtiliteit. Over de schrijver Tomas Lieske (1943) groeide op in Haagse Bezuidenhout en heeft er zijn hele jeugd oorgebracht. Hij ging Nederlands en Theaterwetenschappen studeren. Het literaire debuut van Lieske vond vrij laat plaats. Hij was achtendertig toen voor het eerst gedichten van hem in de literaire tijdschriften Tirade en de Revisor verschenen. In die tijd werd hij benaderd om voor Tirade een poëziekroniek te schrijven - die essays kwamen terecht in de bundel Een hoofd in de toendra. Lieske had toen al twee dichtbundels op zijn naam staan. Met zijn prozadebuut, Oorlogstuinen (1992), verdiende hij de Geertjan Lubberhuizenprijs. Zijn roman Nachtkwartier (1995) werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs. .FRANKLIN, zijn volgende roman, werd ermee bekroond: de Libris Literatuurprijs 2001. Franklin vertelt het verhaal van een verschoppeling, die ondanks zijn neiging alles kapot te maken toch door zijn grote fantasie, onaangepastheid en optimisme de moed erin weet te houden. In 2003 verscheen de veelbesproken roman Gran Café Boulevard, die het Spanje uit de jaren vijftig verbindt met het boerenleven in het prachtige grasland van Zuid-Holland; gevolgd in 2005 door de historische novelle Mijn soevereine liefde, over een Hagenaar in dienst van Filips II. Met de dichtbundel Hoe je geliefde te herkennen won Tomas Lieske in 2007 de VSB Poëzieprijs.
Bibliografie 1992 Oorlogstuinen
1995 Nachtkwartier
2000 Franklin
2003 Gran Café Bouelevard
2005 Mijn soevereine liefde
2007 Dünya

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Cees