Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Vlucht door Johanna Spaey

Beoordeling 6.5
Foto van Cees
Boekcover Vlucht
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 1120 woorden
  • 1 mei 2007
  • 66 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
66 keer beoordeeld

Boekcover Vlucht
Shadow
Vlucht door Johanna Spaey
Shadow
ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Zakelijke gegevens Eerste druk: april 2007
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 159
Uitgever: De Geus, Amsterdam Gegevens voorkant Op de overwegend grauwe voorkant staat een vrouw die met drie kinderen op de vlucht is tijdens een oorlogstoestand. Genre “Vlucht”is een kleine psychologische roman over twee vrouwen die op de vlucht gaan in oorlogstijd. Maar ze gaan niet alleen op de vlucht voor de oorlog. De flaptekst Een prachtige literaire roman over twee vrouwen tijdens de Eerste Wereldoorlog
Voor Marieke is 1914 een dood jaar, ook al staat de wereld in brand. De Duitsers vallen Leuven binnen. Haar ouders en kinderen worden voor haar ogen vermoord. Marieke vlucht zoals veel Belgen naar Nederland, maar haar vlucht brengt geen troost of opluchting. Ze stapt bijna letterlijk een nieuwe oorlog binnen als ze werk vindt in een hotel in het Brabantse Oosterhout, dat eigendom is van een weduwe met drie kinderen. Marieke is ‘onwelvoeglijk’. Ze denkt met haar lijf en hoopt dat mannen haar dode kinderen uit haar hoofd zullen verjagen. Een conflict met de omgeving kan niet uitblijven. Sybille, de dochter van de eigenares van het hotel, ontdekt intussen dat haar liefde voor een gevluchte Belgische officier geen kant op kan. Loopgravenliefde. Het duurt tot lang na de oorlog voor ze grip krijgt op de pijn die haar passie heeft veroorzaakt. Vlucht speelt zich af in de schaduw van de ‘Groote Oorlog’ en vertelt het verhaal van een andere oorlog, van vluchtelingen in een land dat hen eerst met open armen ontvangt, maar daarna steeds minder gastvrij wordt.
Motto en opdracht Er is een opdracht : Voor Mia, Bart en Hans Spaey. Bij de vier diverse delen in de roman staan vier verschillende motto’s. Zie voor deze motto’s de samenvatting van de inhoud.
Structuur en verhaalopbouw Er zijn vier delen. De verteller van die delen staat in de titel aangegeven. - Onbekende Duitse soldaat - Marieke - Sybille - Leon Deschaumes
De delen van Marieke en Sybille zijn weer onderverdeeld in respectievelijk 30 en 15genummerde hoofdstukken. Het eerste en het laatste deel zijn korte delen van één hoofdstuk. In deze delen gaat het beide om mannelijke vertellers die al gestorven zijn . Marieke en Sybille zijn vrouwelijke levende vertellers. Allen vertellen in de ikvorm. Perspectief Zie hierboven. Titelverklaring “Vlucht”is een heel toepasselijke titel voor de kleine roman. In eerste instantie zijn de bewoners van België op de vlucht voor de Duitsers die in 1914 hun land binnenvallen. Ze vluchten naar het neutraal gebleven Nederland dat hen zal kunnen opvangen. Eerst worden de vluchtelingen goed onthaald, maarna verloop van tijd worden het toch ook weer opvreters en profiteurs genoemd. Daarnaast is de titel van toepassing op alle andere vertellerfiguren. Ze zijn allemaal op de vlucht voor iets en voeren zo eigenlijk ook hun eigen oorlog. De onbekende soldaat is uit Pruisen gevlucht en de oorlog ingestuurd. Hij heeft geen warmte ontmoet; hij heeft eindelijk een hondje gevonden dat hem later weer ontnomen wordt. Daardoor gaat hij door het lint en schiet de kinderen en ouders van Marieke dood. Marieke is op de vlucht voor de gedachte aan de dood van haar tweeling. Ze wil daar niet aan denken, ze vindt dat ze anders boete moet doen voor de dood van de tweeling. Ze vlucht in het fysieke gevoel van de seksualiteit. Ze duikt met veel mannen het bed in. Ook Leon weet ze zover te krijgen niet in de laatste plaats omdat ze fysiek aantrekkelijk is. Door veldwachter Pieters wordt ze wel vergeleken met Mata Hari, de spionne die het ook met haar lichaam wist te bereiken. Ze valt op het gedrag van Victor die zo goed met de hondjes kan omgaan: daar ervaart ze weer de genegenheid die ze eigenlijk te kort komt. Maar daarbij past weer geen seks. Die behoefte blijft ze ook later in haar huwelijk voelen en ze gaat regelmatig de hort op om zich aan andere mannen aan te bieden. Sybille ontmoet in de oorlog een Belgische officier op wie ze (in stilte ) verliefd is geraakt. Vanwege haar lelijkheid ziet hij haar niet staan. In de Belgische vluchtelinge Marieke heeft ze een concurrent, want deze knappe meid krijgt Leon wel in bed, maar houdt weer niet van hem: ze is immers op Victor verliefd. Wanneer Sybille in de brieven van Marquerite leest dat die niet naar Nederland wil komen en zij eigenlijk door heeft dat Leon op de vlucht is voor zijn eigen vrouw, is het bizarre voor haar te constateren dat Leon ook bij haar weggaat. Eigenlijk kan ze dat niet verdragen en gaat direct na het vertrek van Leon het klooster in om te vergeten, maar ook deze vorm van escapisme werkt niet. Ze kan hem in vijftien jaar tijd niet vergeten en verlaat daarna het klooster weer. Vervolgens gaat ze naar Leuven om hem te zoeken, maar Leon is daar nooit aangekomen. Ook zij belandt tenslotte in het bed met een man, maar er is sprake van seks en niet van liefde. Uiteindelijk heeft ze dan toch iets bereikt met een man. Leon, het vierde personage, is direct na het uitbreken van de oorlog op de vlucht naar Nederland gegaan. Maar hij is eigenlijk een vlucht uit zijn slechte huwelijk aangegaan. In Nederland spioneert hij tijdens de oorlog maar hij komt meer en meer tot het besef dat hij een waardeloos leven heeft geleid. Wanneer hij weggaat, passeert hij een kanaal: hij denkt na over zijn leven en de liefde: in Mariekes ogen herkende hij de dood (van haar kinderen) zijn vrouw Marquerite vermaakte zich in Leuven met een Duitser en in Sybille zag hij door haar lelijkheid geen gegadigde, al besefte hij wel dat zij hem wel zag zitten. Op de bodem van het kanaal rust hij na een waardeloos leven uit: hij heeft er zelf wel vrede mee. Hij heeft dus zijn vlucht gezocht in de dood, net als de Duitse onbekende soldaat. Tijd en decor De tijd van de roman is de Eerste Wereldoorlog: de Duitsers vallen België binnen en bezetten het land. Vluchtelingen van België gaan naar Nederland dat hen probeerde op te vangen en vaak te werk stelde. De belangrijkste periode in de vertelling is dus van 1914-1918. In het deel van Sybille wordt gesproken over de tijd dat ze 15 jaar na data het klooster verlaat. Dat moet zich dus omstreeks de jaren dertig afspelen1918 + 15 = 1933. Het decor is eerst in België, in deel II vlucht Marieke naar Nedreland (Oosterhout en later Nunspeet om weer naar Oosterhout terug te keren) In deel III gaat Sybille vanuit het klooster op zoek naar de man op wie ze verliefd is Leon en ze doet dit weer in België. Samenvatting van de inhoud Een onbekende Duitse soldaat (blz. 9-13) Voorafgaande aan de vertelling gaan twee motto’s:
Uit: “Angst”, Pär Lagerkvist “ En ook aan het fluiten van geweerkogels kan men wennen, dat wil zeggen , men kan zich aanwenden het onwillekeurige onrustige kloppen van zijn hart te verbergen. “ Uit: “Een held van onze tijd”, Michail Joerjevitsj Lermontov
De ik-verteller is een jonge Duitse soldaat die België binnenvalt. Hij schrikt van d eoorlog. Hij zoekt zijn vertroosting bij een hondje dat later weer van hem wordt afgepakt. In feite draait hij een beetje door en schier eigenlijk zonder reden de ouders en de tweeling van Marieke van der Velde dood. Later wordt hij doodgeschoten (vanachter, dus waarschijnlijk iemand van zijn eigen leger) Hij sterft en vertelt vanuit dit perspectief (van het gestorven zijn) Marieke (blz.17-106) Dit deel begint met een motto van Adema van Scheltema : “Vlucht” Zo togen zij door vreemd gebied
Naar ’t verre land -ze wisten niet
Waarheen zij vluchtten; Zij waren duizenden armen saam
als duizend dingen zonder naam- En duizend zuchten”
Dit motto is heel goed van toepassing op de protagonist van dit deel. Marieke van der Velde, een zeer jonge Belgische, ziet hoe voor haar ogen haar ouders en haar tweeling zoons door een jonge Duitse soldaat worden doodgeschoten. De tweeling blijft op straat liggen en Marieke zelf wordt door een Belgische vrouw Marquerite binnengehaald en daardoor gered. `Ze is een vrouw die getrouwd is met een officier, maar hethuwelijk is slecht volgens de dienstbode. Na enige tijd vlucht ze naar Nederland, wordt door een eenzame weduwnaar verder geholpen die haar te eten geeft (ze biedt haar lichaam aan , maar dat weigert de man) Via veldwachter Pieters wordt ze naar Oosterhout gehaald. Ze komt te werken in een Brabants hotel, waar een moeder en haar dochter Sybille de scepter zwaaien. Sybille is lelijk en Marieke is zelf heel mooi en sexy. Dat trekt de aandacht van wat Nederlandse officieren die gemobiliseerd zijn en met hen heeft Marieke elke zondag seksueel contact, soms zelfs met enkele mannen tegelijk. Dat is niet naar de zin van de hoteleigenares en Sybille, want het hele dorp praat erover. Marieke doet alles als een soort vlucht: om de dood van haar kinderen te vergeten laat ze zich door mannen benemen. Sybille heeft ook nog twee broers die eveneens gemobiliseerd zijn en die Marieke dus niet vaak ziet. Van één van hen raakt ze gecharmeerd, omdat hij zo leuk met een hondje omgaat. Aanvankelijk gaat alles goed, maar Nederland raakt een beetje uitgekeken op de vluchtelingen. Leon komt in 1916 het hotel binnenwandelen: hij is Belgische officier (natuurlijk degene die met Marquerite is getrouwd) Uiteraard heeft Marieke seks met hem, maar ze denkt dan aan seks met Victor. Later blijkt dat Sybille heel erg verliefd is op deze man. Gedeserteerde soldaten en vrouwen die zich fysiek aanbieden worden in een kamp opgesloten. Zo moet Marieke op een zeker moment naar een “hoerenkamp” in Nunspeet. Zelfs in de trein onderweg heeft ze nog een seksuele ervaring met een Nederlandse soldaat. In het kamp moet ze zich heel goed gedragen. Ze leert er zelfs een beetje lezen. Ze wordt opgemerkt door een kunstschilder die haar heel vaak wil schilderen, zelfs in naakt posities. Dat geeft haar de mogelijkheid om buiten het kamp te geraken. Haar leven krijgt weer een beetje structuur. Met de kunstschilder heeft ze geen seks. Zijn vrouw is bovendien erg aardig voor haar. Victor komt op een zeker moment naar het Nunspeet toe en weet toegang te verkrijgen tot haar, met instemming van de kunstschilder. Op een bepaald moment komt het ook tot seks en niet lang daarna blijkt Marieke zwanger. Ze mag dan uit het kamp vertrekken en wordt door de kunstschilder en zijn vrouw voorlopig opgenomen. Niet lang daarna trouwt ze met Victor en ze noemt haar eerste zoon Willem (naar Victors broer) Ze besluiten terug te gaan naar Oosterhout en nemen de leiding van het hotel over. Daarna krijgen z e nog diverse zoons. De lelijke Sybille is intussen in een klooster gegaan: ze was heimelijk verliefd op de Belgische officier Leon. Op die manier worden alle vertellers met elkaar verbonden. Marieke gaat nog een keer naar Leven, daar heeft haar oom een café. Ook gaat ze langs het huis van Marquerite. Ze hoort daarvan een man dat deze vrouw met een Duitser heult. Ze ontmoet ook nog een man met wie ze naar bed gaat. Seks blijkt weer een middel om te vergeten. Ook in latere jaren zal ze steeds weer het huis uitvluchten om er weer in terug te keren. Victor ontvangt haar steeds met open armen . Het is een soort stilzwijgende afspraak tussen hen beiden. Zijn stilte is haar troost. Sybille (blz. 109-154) Dit deel begint met het motto : Het was niet de ziekte van de zonde die op haarhuis lag. Het was veeleer de ziekte van nooit gezondigd te hebben en van nooit goed te hebben gedaan.” Uit: “De muis en de vrouw”, Dylan Thomas. Dit motto is heel goed van toepassing op Sybille die nooit de liefde en de seks van Leon heeft kunnen ervaren en eigenlijk ook nooit het idee gehad heeft iets te betekenen in de wereld. Sybille heeft 15 jaar in het klooster gezeten. Ze was er kort voor het einde van de oorlog in gegaan toen Leon was weggegaan. Ze was verliefd op hem maar had hem niet kunnen veroveren. Hij was weer terug gegaan naar Leuven. Maar Sybille kon hem maar niet uit haar gedachten krijgen: de vlucht in het klooster was dus geen succes. Ze gaat terug naar het hotel dat nu van Victor is, maar krijgt een koele ontvangst. Victor en Marieke hebben intussen al een aantal zoons. De vijfde is op komst. Ze gaat naar de kamer van Leon om d e geur op te snuiven. Ze had er altijd d e brieven van zijn vrouw gelezen en geweten dat hij eigenlijk voor haar op de vlucht was gegaan. Zij wilde hem bovendien niet naar Nederland achterna komen. Vlak voor het einde van de oorlog was hij vertrokken en nooit meer teruggekomen. Sybille gaat naar België en komt in Leuven terecht. Vlak bij het station is een oorlogsmonument, maar ze vindt het heel lelijk. Een man wijst haar op de betekenis. Ook zij gaat langs het huis van Leon en hoort van Marquerite dat Leon nooit teruggekeerd is. Ze bezoekt een kapper die haar een ander uiterlijk geeft en ze vraagt werk aan een pater. Van de man die ze bij het monument heeft ontmoet en die ze later weer in een café treft, hoort ze dat Marquerite het met een Duitse officier gehouden heeft. De man gaat met haar mee naar haar kamer. Daar heeft ze voor de eerste keer seks met een man en ze vindt het een vernederende situatie. Daarna vechten ze nog met elkaar. Ze slaat de man op zijn neus. Daarna hebben ze opnieuw seks en deze keer kijken ze elkaar wel aan, waar dit de eerste keer niet het geval was. Ze is er trots op dat ze eindelijk een man zover heeft gekregen dat hij seks met haar wilde, ondanks haar lelijkheid. Maar hij was dronken. Ze neemt een baantje bij een pater aan, maar houdt altijd de hoop iets van Leon te mogen vernemen. Ze had hem graag onder een glazen stolp willen zetten. Ze woont nu in Leuven en er komt een nieuwe wereld aan haar voorbij (die van de radio en van de negers die in het straatbeeld van Leuven verschijnen) Maar die hoop ooit iets van Leon te zullen vernemen blijft in haar aanwezig. Leon Deschaumes (blz. 157-158) Dit deel begint met het motto : De mogelijkheid om je je eigen dood voor te stellen berust op een taalkundig misverstand. Ongeveer zoals de mogelijkheid om jezelf “jij”te noemen. Of de mogelijkheid jezelf bij een naam te noemen.” Uit: “De dood van een imker”, Lars Gustafsson. Leon ligt op de bodem van een kanaal. Voordat hij op zijn bestemming was heeft hij het kanaal gepasseerd. Om na te denken ging hij er zitten, maar het lot kwam naast hem zitten en vroeg hem na te denken over het leven. Leon denkt aan de onbereikbaarheid van de liefde: in Mariekse ogen las hij de dood van de tweeling; Van Marquerite wist hij dat ze een ander had en Sybille was veel te lelijk voor hem, al wilde zij hem graag hebben. Hij zal in het kanaal gesprongen zijn: de dood als vluchtmiddel. Hij heeft er vrede mee op de bodem van het kanaal te liggen, alleen zweven er zwarte nonnen over hem heen. Zelfs daar is Sybille altijd bij hem. Thematiek In de kleine roman is duidelijk het thema van het “escapisme” aanwezig. Mensen kunnen hun droombeelden niet waarmaken of hun verleden niet achter zich laten en vluchten dan in een droomwereld waarin ze hopen dat ze het verleden kunnen vergeten of de toekomst waar kunnen maken. Marieke kan de traumatische dood van haar tweeling niet vergeten zonder zich daarover schuldig te voelen en stort zich in de seksualiteit. Maar ook dat blijft in feite een lege vorm van escapisme. De mannen gebruiken haar ook net als zij de mannen gebruikt. Seksualiteit als middel om te vergeten werkt niet goed. Met Victor is de seks niet geweldig, maar is er meer sprake van genegenheid. Toch vindt Marieke ook in haar huwelijk met Victor gene rust en moet er telkens even tussen uit om andere mannen te ontmoeten, maar Victor maakt er verder geen opmerkingen over. Zijn stilte is in feite ook een ontkenning van de realiteit en een vlucht voor de leegte. Marieke is in feite bang voor het delen van haar intiemste gevoelens (de dood van haar tweeling waaraan ze zich ook schuldig voelt) en seksualiteit is voor haar een vlucht in het genot, niet in het delen van intimiteit. Sybille is wel degelijk verliefd op Leon, maar door haar uiterlijk kan ze hem niet verkrijgen. Ook stoot ze mannen af, juist omdat ze bang is voor intimiteit. Daardoor ergert ze zich ook zo ana het gedrag van Marieke. Wanneer hij naar de oorlog vertrekt (zij denkt naar zijn vrouw die ook niet van hem houdt en een ander heeft) trekt ze het klooster in: een vorm van escapisme om te kunnen vergeten, maar dat lukt haar vijftien jaar lang niet. Ze blijft bezeten van het feit Leon eens te mogen bezitten en trekt hem achterna naar Leuven. Bij zijn vrouw is hij echter nooit aangekomen en Sybille blijft hopen (= de illusie koesteren) hem ooit te zullen ontmoeten. Leon is echter ook op de vlucht gegaan. Op de vlucht voor de liefde en het leven: eerst ging hij weg bij Marquerite en kwam de oorlog eigenlijk als een oplossing voor hem. In de oorlog ontmoette hij Marieke maar hij begreep dat ze niet echt van hem hield. Toen hij merkte dat zijn vrouw in brieven aangaf dat ze niet wilde komen naar Nederland en dat Sybille wel liefde voor hem had, sloeg hij opnieuw op de vlucht. Aan een kanaal blijkt dat hij een waardeloos leven heeft geleid en hij maakt er (waarschijnlijk) zelf een einde aan: Leon vlucht voor het leven en zoekt zijn heil in de dood. De boodschap van Spaey lijkt erop gericht aan de lezer duidelijk te maken dat het vluchten in seksualiteit, het klooster of een zelfgekozen dood niets oplost. De belangrijkste motieven in deze kleien roman zijn dus: - het leed tijdens de Eerste Wereldoorlog - liefde en seksualiteit (als middel voor escapisme) - het behandelen van vluchtelingen tijdens de oorlog o.a in kampen - escapisme: de vlucht in het klooster - dood en zelfmoord De naamgeving van de personages Marieke wordt in de roman enkele keren in dezelfde zin genoemd en daardoor in verband gebracht met de duivel. De naam van haar lijkt daarom gekozen vanwege de rol van de vrouw met dezelfde naam in het Middeleeuwse drama “Mariken van Niemeghen.” Ook die leefde in zonde met de duivel, zoals dat ook van Marieke Vandenvelde wordt beweerd. Daarmee wordt haar vlucht in de seksualiteit verklaard: ze stopt er tijdelijk mee als ze Victor ontmoet (dan worden genegenheid en leifde gecombineerd) maar later heeft de seks toch weer nodig om het verleden te kunnen vergeten. Sibylle of sibille (Grieks Σιβύλλα, Latijn Sibylla) was in de Klassieke Oudheid de benaming voor een aantal vrouwen die, geïnspireerd door een godheid (in de regel Apollo) en daardoor in extase, spontaan en ongevraagd de toekomst voorspelden. Niet voor niets vertrekt de Sybille van de roman dan ook het klooster in. Ze hoopt aan het einde van de roman dat ze ooit Leon nog eens zal terugzien. Op blz. 136 zegt Sybille zelf: “Mijn vader heeft me de verkeerde naam gegeven. In een Sybille moet het vuur branden, maar ik …”.. Recensies Op 28 april 2007 verscheen in Trouw een vrij positieve recensie over de roman van de hand van Bas Belleman. Het dwingt ook wel bewondering af, zo loepzuiver als Spaey haar vertelling opbouwt. De lezer dendert door het boek heen als een trein over een rails. Maar met deze setting was meer te doen geweest. Spaey had wel eens mogen zwelgen in de treurigheid van een barak of het klunzige spionagewerk van een Belgische officier. En waarom mogen de personages niets dan functionele zinnen uitspreken? De scènes beklijven niet, omdat ze alleen het grotere geheel mogen dienen en niet op zichzelf kunnen staan. Natuurlijk vertelt het boek wel iets over het verleden. Zo willen Nederlanders dolgraag vluchtelingen helpen - tot de voorraadkasten 'minder gevuld' raken. Dan merkt Marieke dat de irritatie toeneemt. Interessante materie, misschien zelfs actueel, maar je zou soms willen uitroepen: wát merkt Marieke dan? Toon die irritatie. Maak de geschiedenis voelbaar. Dat verlangen naar meer welt juist op doordat Spaey verder zo effectief schrijft. Zo spaarzaam zie je het zelden. 'Vlucht' maakt nieuwsgierig naar een boek waarin ze de teugels enigszins laat vieren. Dit boek had twee keer zo dik mogen zijn. Over de schrijfster Johanna Spaey (Leuven, 1966) studeerde assyriologie in Leuven en Leiden. In 2005 publiceerde ze haar debuut, Dood van een soldaat, waarmee ze de Nederlandse Gouden Strop en de Belgische Hercule Poirotprijs won. Van deze roman zijn inmiddels 35.000 exemplaren verkocht. Ze is schrijfster, journalist, recensent en scenarist. 'Een prachtig geschreven thrillerdebuut waarin het spannende boek zowel een historische als een liefdesroman is die voor alle literaire prijzen zou kunnen opgaan.' - Juryrapport Gouden Strop 2005 over Dood van een soldaat. Bibliografie 2005 Dood van een soldaat Bijlage: Interview met de schrijfster over de roman “Vlucht “ Bron: BN/De Stem van donderdag 29 maart 2007 door Geert Nijland Vlaamse brengt de oorlog naar Oosterhout De roman “Vlucht” van de Vlaamse schrijfster Johanna Spaey kent een opmerkelijke ontstaansgeschiedenis. De regionale bibliotheek Theek5 verzocht de Bredase uitgeverij De Geus om iemand te zoeken die een roman kon schrijven, waarin Oosterhout een prominente rol heeft. "Oosterhout komt nooit voor in de literatuur", verklaarde directeur Theo Peeters het initiatief. Het werd de Leuvense Spaey (41) die een paar jaar geleden debuteerde met de roman Dood van een soldaat, die bekroond werd met de Gouden Strop voor de beste thriller. Net als je eersteling speelt Vlucht zich af in de Eerste Wereldoorlog. Waarom? "Dat heeft met mijn familiegeschiedenis te maken. Mijn grootvader heeft in die oorlog gevochten. De oorlog heeft enorm veel sporen in België achtergelaten, vooral in West-Vlaanderen. Ik liep al langer met het idee om een boek te schrijven over Belgische vluchtelingen in Nederland. Het leek mij interessant om de verschillen in benadering van die oorlog door Belgen en Nederlanders te belichten. Er is ook een mooie parallel te trekken met het heden. De Belgische vluchtelingen waren in Nederland niet zo welkom, net zoals zoveel vluchtelingen nu niet in België welkom zijn." Wist je dat het hoofdkwartier van de Nederlandse strijdkrachten destijds in Oosterhout was? "Nee, dat was een mooi toeval." De hoofdpersoon Marieke verliest door de Duitse inval in Leuven in 1914 haar ouders en kinderen. Ze worden voor haar ogen vermoord. Dat zet meteen de toon. Het wordt geen vrolijk boek. "Nee, maar dat wilde ik ook niet. In mijn vorige boek was er wel ruimte voor enige humor, maar het hoeft niet altijd vrolijk te zijn. De personages ontwikkelen zich al schrijvende. Marieke is door de gebeurtenissen een personage zonder woorden. Ze kan geen liefde toelaten. Drukt dat weg. Ze wordt gedreven door het fysieke en duikt met elke man het bed in." Ze belandt in een Oosterhouts hotel, waar ze de veel minder knappe dochter Sybille van de eigenaresse ontmoet. Wat is het verschil tussen die twee? "De liefde voor de Belgische officier Leon blijft onbeantwoord, maar zij zoekt haar heil niet in het lichamelijke. Eigenlijk gaat het verhaal over twee vrouwen, die op de vlucht zijn. Beiden zijn op hun eigen manier bang voor intimiteit. Met beide personages heb ik affiniteit. Het is niet zo dat ik mijzelf vooral verplaatst heb in een van de twee personages. Het lukt mij heel goed om in de huid van Sybille te kruipen." Beide vrouwen beleven een ongelukkige liefde. "Marieke is op een andere manier verliefd op Victor, de broer van Sybille. Zij valt voor zijn manier van omgaan met puppies. Juist bij hem valt ze niet voor het fysieke." Nederland maakt in het boek een onsympathieke indruk. "Dat wordt zo door Marieke ervaren. Maar het is wel zo dat Nederland niet altijd zo blij was met de vluchtelingen uit België. Vooral niet in het noorden. Bierdrinkende katholieken waren wij. In het zuiden was het wel wat minder." Je hebt nu twee romans geschreven tegen een historische achtergrond. Wat heb je met geschiedenis? "Het is geen bewuste keuze, maar mijn volgende roman speelt zich ook weer af in het verleden. Ik heb wel interesse voor geschiedenis. Het moet alleen geen historische roman worden. Het gaat mij niet om de geschiedkundige feiten." Heb je voor Vlucht veel research gedaan? "Ja, dat hoort erbij. Ik heb veel persoonlijke verhalen uit de archieven in Leuven gehaald. Ook heb ik mij natuurlijk veel in Oosterhout verdiept. Nee, ik wist wel degelijk dat er destijds al een kanaal was in Oosterhout." Wat is je achtergrond? "Journalist. Ik ben lang eindredacteur geweest voor allerlei Belgische weekbladen. Dat heeft mijn manier van schrijven erg beïnvloed. Ik schrijf nooit een woord te veel, gebruik nooit overbodige woorden. Kort schrijven is mijn stijl. De lezer kan zelf de rest wel invullen. Ik schrijf al vanaf mijn achtste en had tal van half afgewerkte manuscripten geschreven, voordat ik mijn eerste roman daadwerkelijk voltooide. Maar laat debuteren heeft ook voordelen. Ik wist dat “Dood van een soldaat” een goed boek was geworden en durfde het op te sturen naar de uitgeverij."

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Vlucht door Johanna Spaey"

Ook geschreven door Cees