De glazen brug door Marga Minco

Samenvatting Het verhaal gaat over een Joodse vrouw, Stella, die in de Tweede Wereldoorlog probeert te overleven. In het eerste jaar van de oorlog woonde ze bij haar ouders, maar die werden al snel opgepakt, zodat ze bij haar oom en tante terechtkwam. Op een dag kwam Ruth langs, een vriendin van Stella, zij wist wel een goed onderduik adres voor Stella, maar Stella moest dan wel nog dezelfde middag beslissen of ze er heen wilde of niet. Stella besloot het te doen en de volgende dag zou ze opgehaald worden door ene meneer Roelofs. Toen ze de volgende morgen met haar tas vol spullen klaar stond om opgehaald te worden, kwamen de Duitsers. Ze namen iedereen mee, maar toen Stella de voetstappen op de trap hoorde, had ze snel het raam open gedaan en was ze op het dak geklommen en had zich daar verstopt. Niemand had haar gezien en ze was er pas weer weggegaan toen de kust weer veilig was. Van Ruth had ze het telefoonnummer van meneer Roelofs gekregen, dus die had ze gebeld. Ze kon meteen komen. Meneer Roelofs wist een goed onderduik adres voor haar, op een boerderij. Net toen Stella op de boerderij gewend was moest we weer weg, het was daar te gevaarlijk. Dit maal moest ze naar Haarlem, naar een oud echtpaar dat haar als hun verloren dochter ontving. Daar kreeg ze de zolder, waar Carlo langskwam, een jongen die in het illegale werk zat, hij kon een persoonsbewijs voor haar regelen. Haar persoonsbewijs kreeg ze op naam van 'Maria Roselier', een vrouw die jong was gestorven. Stella vond het geen fijn idee dat ze een persoonsbewijs had van iemand die dood was. Maria had in Avezeel gewoond, in Zeeuwsch-Vlaanderen, vlakbij de grens met België. Vanaf nu moest ze zich gedragen als Maria en zichzelf presenteren als Maria. Ze moest een geschiedenis verzinnen van Maria, ze moest feiten maken van haar eigen verzinsels over Maria. Stella kon zichzelf niet meer zijn, ze moest doen alsof ze Maria was, en dat viel haar erg zwaar. Op een avond kwam Carlo buiten adem bij Stella aan. Één van de leden van zijn groep was gepakt en nu was hij bang dat ook hij gepakt zou worden. Hij bleef die nacht en daarna ook de rest van de week bij Stella slapen. Carlo was één van de weinigen bij wie Stella zich nog veilig voelde. Na een tijdje hield Stella het niet meer vol om zichzelf anders voor de doen dan ze was, ze hield de naam Maria, maar vulde de persoon aan met zichzelf, zodat ze voor zichzelf geen toneel hoefde te spelen. Na de oorlog ging Stella naar Avezeel, de plaats waar Maria had gewoond. Ze ging op zoek naar het verleden van Maria en naar de oorzaak van haar jonge dood. Tijdens haar verblijf in Avezeel bracht ze de nachten door in een hotel. Daar raakte ze in gesprek met een man die zichzelf heel erg opdrong. Hij vroeg haar wat voor werk ze deed. Ze zei dat ze boekhandels bezocht met het fonds van een uitgeverij. Hij deed datzelfde bij artsen, hij was artsenbezoeker. Er was hier dus kennelijk ook een arts. Stella veronderstelde dat hij misschien meer zou weten over Maria Roselier. Dus vertrok ze vertrok de volgende morgen naar dokter Zegelrijke. Stella vroeg of hij Maria Roselier kende. Die kende de dokter, hij vroeg of Stella soms de persoon was die Maria's persoonsbewijs had gekregen. Dat was inderdaad zo. Ook kende de man Carlo, die Stella het persoonsbewijs had bezorgd. De man bevestigde dat Carlo de schuilnaam van een jongen uit het verzet was. De zoon van dokter Zegelrijke, Guus, was de jongen uit de groep van Carlo die was gepakt, waardoor Carlo bij Stella aanklopte. Stella kreeg steeds meer te weten over Maria, bijvoorbeeld dat ze vaak ziek was, dat ze tuberculeuze aanleg had. Ook kreeg ze te horen dat Maria trouwplannen had, met ze zoon van de eigenaar van het hotel waarin Stella verbleef, Sassing was zijn naam. Maar na de afkondiging van de mobilisatie moest hij in dienst, ze konden niet trouwen. Maria werd verliefd op een andere man, en toen Sassing met verlof mocht, zag hij Maria met de andere man in het hutje zitten waar zij vroeger altijd zaten. Op een brug kwam het tussen hen tot een vechtpartij. Sassing schopte de man en wilde Maria ook wat aandoen, maar die sprong vanaf de brug in het ijskoude water. Die sprong was haar dood geworden, ze kreeg longontsteking en twee dagen later overleed ze.