Triomf van de verschroeide aarde door Thea Beckman

Het Rad van Fortuin 1. Het boek heeft 32 hoofdstukken verspreid over 320 bladzijden. Het is de vierentwintigste druk uit 1997 van Lemniscaat. Het boek is geschreven door Thea Beckman en het is het laatste deel van een trilogie over de honderdjarige oorlog in de middelleeuwen in frankrijk. Die bestaat uit: Geef me de Ruimte, Triomf van De Verschroeide Aarde en dit boek Over Thea Beckman: Thea Beckman is 23 Juli 1923 in Rotterdam geboren. Het was in die tijd helemaal niet vanzelfsprekend dat meisjes goed opgeleid werden, maar Thea wou dat wel. Maar het hoorde zo dat ze alles van haar moeder leerde over hoe ze het huis moest schoonhouden enz. Ze haalde haar Mulo en ging toe een aantal kantoorbaantjes doen. In 1945 trouwde ze en ze kreeg drie kinderen. Twee jaar later begon ze met verhaaltjes schrijven, stukjes in kranten of tijdschriften. Pas 10 jaar later schreef ze haar eerste boek, maar pas toen ze niet echt meer voor haar kinderen hoefden te zorgen kon ze echt tijd in het schrijven gaan stoppen. Sinds 1970 komt er bijna elk jaar een boek van haar uit. Toe is ze ook gaan studeren. Op een avondschool deed ze eerst haar atheneumopleiding en in 1981 studeerde ze in Utrecht af in de sociale psychologie. Veel boeken zijn bekroond en in 14 talen vertaald. Ze is erg bekend door haar historische boeken. Vaak is er in haar boeken ook heel veel losse informatie te vinden over het thema ( vaak gedeeltelijk waar gebeurd). 2. De loop van het verhaal: Alle drie de boeken van de trilogie zijn een aaneenlopend verhaal vanuit verschillende mensen beschreven. Het begint met het verhaal van kleine Robert. Zijn grote voorbeeld is Ridder Bertrand du Guesclin. Een ridder die geboren is als boer, maar door zijn van moed en wilskracht heeft hij het tot ridder gebracht. (Zie de Triomf van de Verschroeide Aarde). Die ridder is steeds wel op weg naar de een of andere veldslag en kleine Robert wil ook heel graag mee, maar hij is te klein. Hij is erg jaloers op zijn broer Matthis die wel mee mag, maar helemaal geen vechter is, maar een soort klerk. Zijn pleegouders hebben hem gevonden en willen hem graag een geleerd persoon maken, maar Robert wil alleen maar krijgsman worden, in tegenstelling van zijn broer. Maar als hij bewijst dat hij heel goed met messen kan gooien en zichzelf “onzichtbaar” kan maken, mag hij mee en begint een lang verhaal waarin Robert erachter komt dat de wereld helemaal niet zo mooi is als hij dacht en dat er bij een triomf altijd mensen moeten lijden. Dat ziet hij al heel snel als Bertrand du Geusclin om de vrede te bewaren een veldslag moet verliezen en gevangen genomen wordt. Omdat du Geusclin hiervoor opdracht kreeg werd hij vrijgekocht door de koning, niet direct, maar door middel van een lening die niet afbetaald hoefde te worden. Maar door het goede inzicht slaan ze het plunderleger van de Engelse overheersers uit elkaar. Maar op een dag worden de pleegouders van Robbert overvallen en Beerton, de vader, wordt gedood door een klein roversleger. Dan besluit du Geusclin dat er een einde moet komen aan die plunderaars en geeft du Geusclin de opdracht om ze weg te lokken. Du Geusclin doet dat door een heel groot leger van alle rovers op te richten en de slechte koning van Spanje van de troon te stoten. Marie-Claire, die ook heel graag wraak wou nemen ging mee met een soort kermisgroep om alles en iedereen te vermaken en zo lokken ze het leger mee naar Spanje waar verschrikkelijke dingen gebeuren en heel veel mensen sterven. Nadat er een goede koning op de troon zit en ze weer naar huis kunnen loopt iedereen over en worden Matthis en du Geusclin gevangen, maar als ze weer terug in Frankrijk zijn kiest Marie-claire, beter bekend als Gods vlindertje ervoor om weer terug te gaan waar ze vandaan kwam en ze trekt de weide wereld in.
3. De personages: Omdat niemand écht de hoofdpersoon is beschrijf ik gewoon álle belangrijke personen. Kleine Robert: Hij is erg klein en ziet er veel jonger uit dan hij is, maar in het leger heeft hij daar zijn voordeel van, want hij is de perfecte spion. Hij wou altijd al in het leger en vechten, maar zijn pleegouders wilden graag dat hij geleerd werd, maar Robert wil alleen maar krijgsman worden. Ook kan hij heel goed met messen gooien en redt daarmee het leven van de koning. Matthis: hij is een broer van Robert, want hij was samen met hem gevonden in een afgebrande boerderij en heeft heel goed leren zingen, dichten en schrijven. Hij is een beetje de tegenpool van zijn broertje. hij is een soort klerk van du Geusclin en schrijft en vertaalt veel brieven voor hem en is ook bij een veldslag de hoornblazer. Thérèse: zij is het speelkameraadje van Robert. Ze is niet van plan om altijd dienstmaagd te blijven en wil net als Marie-Claire de wereld intrekken. Marie-Claire: zij was een soort kermisfiguur. Bekend in heel het land. Ze was van het volk en ze was een van hen. Samen met Berton de Fleur trekt ze het land rond. Als Berton wordt vermoord verandert Gods vlindertje, ze wil alleen maar wraak nemen. Later in het verhaal gaat ze eindelijk weer terug waar ze hoorde, bij het volk, waar ze zelf een onderdeel van was. Du Geusclin: hij is geboren als boer, maar heeft zich omhoog gevochten. Hij is erg eervol en wint altijd zijn veldslagen doormiddel van een list. Hij is dus erg slim, maar hij werd ook wel de vierkante ma genoemd, omdat hij heel sterk was. Ook was hij er heel erg op tegen dat zijn mannen plunderde en was er ook heel erg tegen dat mensen over het leven van andere besloten. Eigenlijk concentreert het verhaal zich rond du Geusclin, maar vaak is dat beschreven vanuit mensen om hem heen. 4. Tijd en plaats Het gebeurt allemaal in frakrijk in de middelleeuwen rond 1360 en neemt allemaal plaats in 4 jaar. 5.De titel De titel is te verklaren door een stukje bijgeloof dat Robert van Thérèse heeft geleerd over het geluk dat je kunt hebben. 6. De hoofdpersoon Ik kan me niet echt goed in hem inleven. U zou je zeggen dat hij moest gaan leren, maar daar moest je in die tijd heel erg rijk voor zijn. Hij heeft wel een echt ideaal waar hij alles voor over heeft. Hij was erg moedig, maar doet soms dingen die helemaal niet nodig zijn en spioneert op zijn meester als hij iets iet mag weten, maar gelukkig daardoor kan hij het leven van de koning van Spanje redden door vanuit zijn schuilplaats iemand dood te gooien met zijn mes. Ikzelf vond het een heel leuk boek. De stijl waarin het geschreven is en de manier waarop het verhaal verteld werd beviel me goed, want omdat het steeds vanuit een ander persoon geschreven is gebeurt er altijd wat. Ik weet iet echt aan wie ik het boek zou moeten aanraden. Het is niet een héél makkelijk boek en je moet er wel bijblijven aders snap je er niets meer van.