Bougainville door F. Springer

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover Bougainville
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 4596 woorden
  • 22 maart 2003
  • 109 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
109 keer beoordeeld

Boekcover Bougainville
Shadow
Tijdens een gezamenlijk verblijf in Bangladesh verdrinkt Tommie Vaulant, een jeugdvriend van diplomaat Bo, op raadselachtige wijze in de Golf van Bengalen. Bo ontvangt van Tommies weduwe papieren, die een merkwaardig licht werpen op het gedeelde verleden van de vrienden.
Tijdens een gezamenlijk verblijf in Bangladesh verdrinkt Tommie Vaulant, een jeugdvriend van diplomaat Bo, op raadselachtige wijze in de Golf van Bengalen. Bo ontvangt van Tommies …
Tijdens een gezamenlijk verblijf in Bangladesh verdrinkt Tommie Vaulant, een jeugdvriend van diplomaat Bo, op raadselachtige wijze in de Golf van Bengalen. Bo ontvangt van Tommies weduwe papieren, die een merkwaardig licht werpen op het gedeelde verleden van de vrienden.
Bougainville door F. Springer
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titelbeschrijving F. Springer, Bougainville. Een gedenkschrift, Amsterdam 1981 (vijftiende druk) Eerste persoonlijke reactie Toen ik aan dit boek begon had ik al gemengde gevoelens. Niet alleen is er een boek gekozen waarvan ik de schrijver niet mag, ook is er een boek van mijn favoriete schrijfster niet gekozen. Ondanks dat heb ik geprobeerd om me open te stellen maar nu ik het boek uit heb moet ik nog steeds concluderen dat ik het boek vervelend vind om te lezen. De tijd en plaats waar het boek zich afspeelt vind ik niet interessant en de beschrijvingen hangen me de keel uit. Bladzijde 64: “Beschrijving van een zilveren jubileum. t/m dit moest, dit moest”. Ook vind ik het niet prettig dat de schrijver steeds maar van perspectief wisselt. Wat mij echter het meest stoort is het gebruik van bekende personen in dit verhaal. Het verhaal bevat overduidelijk veel autobiografische elementen en ik vind het dan getuigen van slecht schrijversschap als je dat soort toevalligheden nodig hebt om je verhaal spannender te maken. De karakters en de beschrijvingen daarvan vond ik trouwens wel interessant, maar over het geheel genomen vond ik het toch geen goed boek. Verhaallijnen Het boek “Bougainville” zit redelijn ingewikkeld in elkaar. Er zijn drie belangrijke verhaallijnen. Ten eerste de verhaallijn van Tommy, ten tweede die van Bo in Dacca en ten derde die van opa de Leeuw. Samenvattingen van de verhaallijnen zijn te vinden op de volgende bladzijden. Alle drie de verhaallijnen hebben met elkaar te maken. Het verhaal van Bo in Dacca is de hoofdlijn van het boek. Bo is de hoofdpersoon die in zijn doen en laten op de schrijver lijkt. Er wordt verteld over zijn werk als diplomaat, maar ook over zijn mijmeringen over de oude tijd. Het verhaal over zijn vriend Tommy sluit daar bijna naadloos op aan. De stukjes over de schooltijd van Bo en Tommy horen bij elkaar omdat ze bij elkaar in de klas hebben gezeten. Later hebben ze elkaar nog een paar keer ontmoet. Later komen ze elkaar nog een keer tegen. Ze zijn namelijk beiden op een VN-conferentie in Bougainville. Bo als diplomaat en Tommy als afgevaardigde van de VN. Bo is dus heel dichtbij als Tommy verdrinkt. Er zijn veel verbanden tussen Tommy en Bo. Ze hebben op dezelfde school gezeten, ze hebben dezelfde soort functies en ze komen elkaar op de meest vreemde plaatsen tegen. Het verhaal van opa de Leeuw lijkt wat meer los te staan. Het is als enige cursief gedrukt en opa de Leeuw komt niet zo sterk in de andere verhaallijnen naar voren. Toch hoort dit verhaal er wel echt bij, want bepaalde gedragingen van de hoofdpersonen houden verband met opa de Leeuw. Bovendien stuurt Sonnie na de dood van opa de Leeuw een pakketje met geschriften naar Bo. De dochter van opa de Leeuw is getrouwd met de vader van Tommy. Dus opa de Leeuw is de grootvader van Tommy. Tommy weet veel van hem omdat opa de Leeuw bij hen in huis heeft gewoond in Malang. Aan het eind van het boek komen de verhaallijnen samen. Bo verhuist vanuit Dacca naar Nederland. Daar ziet hij zijn oude klasgenoten (uiteraard niet Tommy, want die is gestorven) bij een reünie. Eigenlijk ontmoet hij hun gezamenlijk verleden nog een keer. Ook de verhaallijn van opa de Leeuw komt nog om de hoek kijken, want Tommy heeft nog wat aantekeningen bij die van opa gemaakt. Bo komt dus ook meer over Tommy te weten.
Uitgewerkte verhaallijnen Bo in Dacca Het verhaal van Bo in Dacca speelt zich grotendeels in Dacca af. Alleen tijdens een kort verlof en bij het einde is Bo in Nederland. In Dacca zit hij de meeste tijd in zijn ambassade. Alleen ’s avonds gaat hij vaak uit met andere diplomaten. Hij beschrijft een nogal troosteloos en armoedig geheel, maar hij laat ook doorschemeren dat hij dat niet erg vindt. Zie de volgende citaten: “Nu had ik een kantoor! Een huis in de wijk van Dacca, waar voor de oorlog rijke Pakistani hadden gewoond.” bladzijde 58 “Kantoormeubilair dat wel verslijt maar nooit genoeg om helemaal afgedankt te worden.” bladzijde 59 “Mijn bediende Abdul (door mij op goed geluk geplukt uit tientallen werkzoekende, met beduimelde vooroorlogse referenties zwaaiende Bengalen in de lobby van het hotel) en ik waren als kinderen zo blij met de rommel.” bladzijde 59 “Nu bleek weer het nut van cocktailparty’s, zelfs in een uitgemergelde stad als Dacca, waar anderen en ik elke avond blij en opgewekt met een glas Seven-Up rondwandelden.” bladzijde 29
Het verhaal speelt zich af zo rond 1973, zoals te lezen is in de eerste zin van het boek. Er is dan veel ontwikkelingshulp nodig in Bangladesh en Bo gaat erheen om alles in goede banen te leiden. Deze verhaallijn is chronologisch opgeschreven en dat is ook logisch, want alle verhalen worden opgehangen aan deze ene verhaallijn. Bovendien wordt Bo gepresenteerd als hoofdpersoon en zijn verhaallijn moet dus goed te volgen zijn. Een steeds terugkerend motief is drank. Dat wordt voor allerlei zaken gebruikt. Bo drinkt veel met andere diplomaten of ’s avonds om de eenzaamheid te verdrijven. Bovendien zijn al die cocktailparty’s met andere diplomaten en hoge pieten toch ook nog nuttig. Dat blijkt maar weer als Bo op stel en sprong een baggerzuiger kwijt moet. Uiteindelijk lukt dat omdat hij iemand van de marine kent die hij heeft ontmoet op zo’n feestje. Ook voor de officiële bijeenkomst van de VN wordt over drank gesproken. “Vooraf dronken wij een glaasje ananassap, want sterker werd er bij officiële gelegenheden niet geschonken, maar dat gaf niet, want de meesten van ons hadden zich, zoals gebruikelijk, voor de aanvang van het feest in het geniep gesterkt met een straffe whiskey.” bladzijde 8
Bo is de hoofdpersoon van deze verhaallijn en eigenlijk ook van het hele boek. Hij is een typische diplomaat die zich niet (meer) verwondert over het overmatige drankgebruik, de vriendjespolitiek en de vreemde gang van zaken op het gebied van ontwikkelingshulp. Hij is er heilig van overtuigd dat het in Bangladesh slechter zou gaan zonder hem en dat hij een belangrijke rol speelt. Andere diplomaten denken dat ook zoals te lezen op bladzijde 38: “De Zweedse diplomaat had hetzelfde tevreden gevoel. Handenwrijvend kon hij bij mij binnenkomen ’s avonds, om mij te vertellen hoeveel miljoen condooms en pillen hij die dag weer gratis aan dit dichtstbevolkte land ter wereld ter beschikking had gesteld.” Ik vond dat er wel enige kanttekeningen te plaatsen waren bij het optreden van de hulpverleners. Ik had bijvoorbeeld niet de indruk dat een substantieel gedeelte van de hulp ook daadwerkelijk bij de armste bevolkingsgroepen terechtkwam. Ik heb wel begrip voor de situatie waarin Bo verkeert. Hij moet meedoen met alle diplomaten om nog iets te kunnen betekenen. Zijn baan is natuurlijk ook niet eenvoudig, zo ver van huis. Toch lijkt hij wel alsof hij van dat schijnwereldje houdt en dat reken ik hem wel aan. Ik zou nooit als diplomaat kunnen werken en helemaal niet op zo’n schijnheilige manier. Ik kan en wil me niet identificeren met iemand die op zo’n manier werkt. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Bo. Daardoor leer je hem goed kennen en weet je net zoveel als hij, misschien zelfs wel iets minder. Het betekent ook dat je moeilijk kunt oordelen over zijn persoonlijkheid omdat je als lezer als het ware zijn persoonlijkheid bent. Een verhaal in de ik-vorm kan bewerkstelligen dat je je met de figuur gaat identificeren. Bij Bo wil mij dat maar niet lukken, dus is het lastig om dan toch door zijn ogen te kijken. In dit geval vind ik het dus negatief uitpakken, maar dat is strikt persoonlijk. De verhaallijn van Tommy De verhaallijn van Tommy Vaulant speelt zich op allerlei plaatsen af. Zowel op school, als thuis als in Bougainville. Er zijn nauwelijks sfeerbeschrijvingen te vinden, maar wel worden de personen uitputtend beschreven. We krijgen veel te horen over zijn opa, zijn moeder, zijn vriendinnetje en hemzelf. De verhaallijn bestaat uit losse plukjes van Tommy’s levensgeschiedenis en die zijn niet terug te voeren op een bepaalde tijd. Er is iets uit zijn kindertijd, iets uit zijn gymnasiumtijd, iets van zijn verloving en iets uit de tijd van zijn dood te vinden. Meestal wordt deze verhaallijn benut om achtergrondinformatie te geven bij gedachten, handelingen en bezittingen van Bo. Het verhaal wordt beslist niet chronologisch verteld. Wanneer we achtergrondinformatie nodig hebben bij het verhaal van Bo, dan wordt het betreffende stukje van Tommy verteld. Je krijgt ook lang niet alles over Tommy te weten, maar de informatie die wordt gegeven is voldoende. Alle stukjes staan door elkaar, maar door de nauwkeurige beschrijvingen van leeftijd is de werkelijke volgorde goed te achterhalen. In de verhaallijn van Tommy spelen ontmoetingen een belangrijke rol. Bo komt Tommy een aantal keer tegen en zelf ontmoet hij een aantal mensen ook meerdere keren, zoals Madeleen, met wie hij een “zilveren jubileum” viert. Tommy lijkt wel overal en nergens te zijn en overal en nergens iets vanaf te weten. Hij is een populaire figuur, maar in zich heeft hij toch ook wel iets gevoeligs, zoals zijn voorliefde voor mooie plaatsen. Tommy Vaulant is een sfeermaker. Dat is hij al in Malang als hij bij opa naar binnen gaat om naar “geheime dingen” te zoeken. Dat blijft zo op de middelbare school en daarna ook nog wel een beetje. Na het gymnasium krijgt hij een beurs voor Amerika en al snel weet hij wat zijn doel is. Hij wil Amerikaan worden een interessante baan krijgen bij een internationaal bedrijf, trouwen met Sonnie en veel reizen. Hij slaagt er al snel in dat doel te verwezenlijken en als hij sterft heeft hij alles goed voor elkaar. Ik kan me niet met Tommy identificeren. Hij is een vrolijke buitelaar, hij weet bijna altijd zijn doel te bereiken en hij is een echte sfeermaker. Om dat allemaal vast te houden moet hij soms wel een beetje egoïstisch te werk gaan en dat doet hij dan ook. Ik zou zijn handelwijze nooit kunnen gebruiken, maar hij komt niet onredelijk op mij over. Hij heeft gewoon veel geluk en hij weet dingen goed voor zichzelf te regelen en wat is daar nu mis mee? De verhaallijn van Tommy wordt verteld vanuit het perspectief van Bo. Je weet dus alleen wat Bo weet over Tommy. Dit heeft tot gevolg dat je eenzijdige informatie krijgt. Bij alles wat je te horen krijgt moet je dus bedenken dat Bo een beetje tegen Tommy opzag en hem misschien ook wel wat benijdde. Ik vind het perspectief hier goed uitpakken, omdat je goed te horen krijgt wat anderen van Tommy vinden en gezien zijn flierefluiterige karakter denk ik dat dat meer zegt dan wat Tommy over Tommy denkt. De verhaallijn van Opa de Leeuw Het verhaal van Opa de Leeuw speelt zich op veel verschillende plaatsen af. Er wordt verteld over zijn huis, het huis van zijn ouders, het huis van dek en zijn werkplaatsen, zoals de beurs. Er zijn geen echte sfeerbeschrijvingen te vinden, maar Opa de Leeuw blijft altijd positief. Ook als het hem of zijn ouders eens want minder gaat, probeert hij er het beste van te maken. De verhaallijn van Opa de Leeuw speelt zich af tussen 1882 en 1942. Tussen die jaartallen waren Multatuli en Mata Hari volwassen. Beide persoonlijkheden spelen een belangrijke rol in het verhaal. In 1897 ging Opa de Leeuw naar Indië en daar zal hij blijven tot hij sterft door toedoen van de Japanners in de tweede wereldoorlog. De gebeurtenissen zijn chronologisch weergegeven, want ze komen uit het dagboek van Opa de Leeuw. Uiteraard schrijf je in een dagboek chronologisch en zo is het dan ook overgenomen. Motieven in deze verhaallijn zijn Multatuli en zijn ideeën. De vader van Opa de Leeuw is fervent aanhanger van Multatuli en Opa de Leeuw krijgt het met de paplepel ingegoten, vooral omdat Multatuli eens bij hen in huis is geweest en zijn vader hem nu net als andere vrienden “dek” mag noemen. Sinds die dagen is het bij Opa de Leeuw thuis dek voor en dek na geweest. Ik vind Opa de Leeuw wel sympathiek. Hij weet handig gebruik te maken van allerlei situaties (zo chanteert hij zijn baas met diens goklust), maar toch komt hij niet onbeschoft over. Hij beseft het ook als mensen hem afschrijven. Hij moet dus goede mensenkennis en kennis van zichzelf hebben. Hij heeft zijn kuren (drinken!), maar over het algemeen weet hij goed wat hij doet. Hij heeft veel minder moeite dan zijn vader met het verkeren in hogere kringen en daar mag hij best van profiteren. Nadat zijn vader is overleden zorgt hij goed voor zijn moeder en ik wil hem zijn ondeugden best vergeven, want als mens komt hij aardig over. Ik kan me niet met hem identificeren, maar ik heb zeker begrip voor zijn handelingen. Hij wil zich wel eens beter voordoen dan hij is, maar dat hebben we allemaal wel eens. Over het algemeen vind ik hem de meest sympathieke figuur uit het boek. Deze verhaallijn wordt verteld vanuit Opa de Leeuw zelf. Alle andere verhaallijnen worden vanuit Bo verteld. Hierdoor is deze verhaallijn duidelijk afwijkend. Uit het verhaal blijkt dat ook. De andere verhaallijnen spelen zich in dezelfde tijd af en ze houden rechtstreeks verband met elkaar. Deze verhaallijn speelt zich veel eerder af en het geeft een soort van achtergrondinformatie. Het vertelt iets over de ideeën uit die tijd (communisme!) en het geeft een beschrijving van hoe het er in de landen waar Bo zit aan toe gaat. Ik vind het perspectief zeer geslaagd, want mede hierdoor is deze verhaallijn goed te onderscheiden van de andere verhaallijnen en dat werkt erg verhelderend. Taalgebruik Het taalgebruik in Bougainville is best ingewikkeld. Bijna alle zinnen zijn samengestelde zinnen en zoals in de citaten te zien is, beslaan de zinnen vaak meerdere regels. Ook worden er moeilijke woorden gebruikt als “claus” en “postume”. Er zit wel wat verschil in de verhaallijnen, maar heel schokkend zijn die niet. In de verhaallijnen van Opa de Leeuw zit wat ouderwetsere taal, maar dat komt omdat het verhaal vanuit zijn positie verteld wordt. Tussen de verhaallijnen uit het perspectief van Bo zit geen verschil en dat is logisch, aangezien ze geacht worden door dezelfde man verteld te worden. Het taalgebruik is erg beschrijvend en beeldend door het enorme gebruik van bijvoeglijke naamwoorden en dat vind ik wel mooi. Als voorleesboek lijkt het me niet zo geschikt omdat je soms een zin meerdere keren moet lezen om de klemtoon juist te kunnen leggen.
Belangrijkste gebeurtenis Voor mij is de belangrijkste gebeurtenis in het boek de dood van Tommy. Met die gebeurtenis begint het verhaal en het komt overal terug. Ook aan het eind op de reünie wordt zijn dood nogmaals genoemd. Zonder de dood van Tommy zou er geen verhaal geweest zijn en aangezien je zonder oorzaak geen gevolg hebt vind ik dat de belangrijkste gebeurtenis. Aantekeningen Mata Hari Mata Hari was de schuilnaam van Margaretha Geertruida Zelle. Zij is geboren op 7 augustus 1876. Haar moeder overleed toen ze 15 jaar was en zij woonde bij een oom in Den Haag. In 1897 vertrok zij naar Indië. Kort daarop vertrok ze naar Parijs totdat de tweede wereldoorlog uitbrak. Ze ging naar Nederland, maar daar beviel het haar niet meer en ze ging terug naar Parijs. Ze werd door Duitsland gevraagd om te spioneren in Frankrijk. Enige tijd later werd ze door Frankrijk gevraagd om te spioneren in Duitsland. Ze had veel mannen en daarmee ook vrienden onder de mensen met de hoge posten. Ze werd ontmaskerd als dubbelspion en ter dood veroordeeld. Dit vonnis is uitgevoerd en ze is gefusilleerd. Pas in 2017 zullen de stukken uit haar proces openbaar worden gemaakt. Multatuli Multatuli is het pseudoniem van Eduard Douwes Dekker. Hij was een beroemde schrijver vanwege zijn boek Max Havelaar, waarin hij een aanklacht tegen de Nederlandse staat formuleert over de uitbuiting van mensen in de overzeese gebieden. Multatuli komt uit het Latijn en betekent “ik heb veel gedragen”. Toen hij 18 was vertrok hij naar Indië. Hij reist veel en krijgt een vrouw, een zoon en een dochter. Hij is het niet eens met de slavenarbeid en hij begint te schrijven. Ze gaan terug naar Nederland en zijn vrouw en kinderen gaan naar Den Haag. Hijzelf gaat naar Brussel om zijn boek af te maken. Het wordt een bestseller en hoewel hij er veel aan verdiend zien zijn vrouw en kinderen daar niets van terug omdat hij alles opmaakt aan speculeren, drinken en gokken. Uiteindelijk sterft hij in 1889. De geschiedenis van Bangladesh Omstreeks 1000 v.C. vestigde het van oorsprong Dravidische volk der Bang zich, op de vlucht voor uit het noordwesten oprukkende Indo-europese Ariërs, in het grillige deltagebied van Ganges en Brahmaputra. De geschiedenis van dit volk zou daarna gedeeltelijk parallel lopen met die van het hele Indiase subcontinent: een islamitische overheersing door de Mogol-dynastie, die zou duren van 1200 tot 1700, gevolgd door koloniale overheersing door eerst de Nederlanders en later de Britten. Maar er zijn ook opmerkelijke verschillen. De islam, die in India ook tijdens de vele eeuwen van mohammedaanse overheersing niet aansloeg, kreeg in Bengalen wel vaste voet aan de grond, zij het bij een minderheid van de bevolking. En in India kwam een nationalistische stroming op, die de Bengalezen vreemd was. Het Indiaas nationalisme kreeg een religieus fundament in het hindoeïsme, waarmee de religie sterk politieke kanten kreeg, en de moslims en hindoes steeds verder uit elkaar groeiden. In 1940 werd de historische beslissing genomen te streven naar autonome moslimstaten in die gebieden waar de moslims in de meerderheid waren. De deling van India in een hindoestaat (India) en een uit twee delen bestaande moslimstaat (Pakistan), die op 15 augustus 1947 een feit werd, loste niets op. Godsdiensttwisten hadden meer dan een miljoen doden tot gevolg en ca. 16 miljoen mensen verlieten hun land: voor de helft moslims, die uit India naar Pakistan trokken, voor de helft hindoes, de andere kant op. Uit Oost-Bengalen, het nieuwe Oost-Pakistan, trokken bijna 3,5 miljoen hindoes weg; er kwamen 1,5 miljoen moslims voor in de plaats. De scheiding betekende een enorme klap voor de belangrijkste industrie, de jute. India beschikte niet over de ruwe grondstof voor jute en Oost-Pakistan kon geen gebruik meer maken van de verwerkingsindustrie in Calcutta. De moslimstaat Pakistan berustte op een fictie. Wat staatkundig een eenheid heette, bestond in werkelijkheid uit twee verschillende landen, die niet alleen geografisch ver uit elkaar lagen, maar ook politiek, cultureel, taalkundig en historisch totaal verschillend waren. Oost-Pakistan omvatte maar 1/7 van het grondgebied van de nieuwe staat, doch er woonde 4/7 van de bevolking. Ondanks het numerieke overwicht bleek al snel dat Oost-Pakistan in de nieuwe staat een zeer ondergeschikte rol was toebedeeld. De regering zetelde in Karachi; het Urdu, dat als officiële taal van Pakistan ging gelden, was voor de Oost-Pakistanen een volkomen vreemde taal; de economie werd bepaald door de Westpakistaanse '22 families' en de winsten van het oosten werden in het westen geïnvesteerd. Cultureel werd het oosten als minderwaardig beschouwd en er werd beweerd dat de Bengali geen echte moslems waren, maar bekeerden, semi-hindoes. En terwijl in het westen het inkomen jaarlijks toenam en vooruitgang werd geboekt op de terreinen van onderwijs en gezondheidszorg, werd het oosten steeds armer en was er zelfs een absolute afname van het aantal sociale voorzieningen. In de periode 1968/69 had Oost-Pakistan slechts 6000 ziekenhuisbedden ter beschikking voor zijn 75 miljoen inwoners; in West-Pakistan, met 55 miljoen mensen, waren dit er 26.000. Eenzelfde ongelijkheid viel in het onderwijs waar te nemen. In dit klimaat groeide het nationalisme in Oost-Pakistan. Aanvankelijk richtte het verzet zich nog voornamelijk tegen grondwetsvoorstellen die de dominerende rol van het westen legaliseerde, en had het het karakter van een taalstrijd, gericht tegen het Urdu. In de Awami Liga, opgericht door Mujibur Rahman, vonden de verschillende verzetsgroepen elkaar in een programma dat ook economische punten omvatte. Dit was een gedeelte uit de geschiedenis van Bangladesh. Het komt uit de digitale Spectrum encyclopedie. Paradijselijke plaatsen Tommy heeft voor zichzelf een lijstje samengesteld met mooie plaatsen op aarde. Als hij zich niet goed voelt denkt hij aan die plaatsen. Hieronder zal ik een korte opsomming geven waar al die plaatsen zich bevinden. Mandalay is een grote handelsstad in Burma. Het is gelegen in een heuvelachtig gebied. Alice Springs is de droogste stad ter wereld. Het ligt in het midden van Australië. ’s Zomers is het er zeker 50 graden Celsius en de eerste bewoners waren de aboriginals. Bougainville is een eiland van Indonesië. Het is in 1748 ontdekt door Louis Antonio Bougainville. Cape Farewell is het Noordelijkste punt van het Zuidelijkste eiland van Nieuw-Zeeland. Cox’s Bazaar is een strand aan de golf van Bengalen. De rol van de diplomatie en de ontwikkelingshulp

In Bangladesh is er erg veel ontwikkelingshulp, maar dat is niet van een erg hoog niveau. Het meeste gaat op basis van toeval en vriendjespolitiek. Toch draait het hele land op de ontwikkelingshulp en het is dus erg schadelijk dat die niet goed gestructureerd is. Bo heeft wel wat gemengde gevoelens over zijn baan, maar hij heeft toch ook het gevoel dat hij iets goeds doet. Ik ben bang dat er van de goedbedoelde hulp weinig overblijft als het overal zo gaat als Bo het beschrijft. Recensies Alles gerelativeerd, behalve het relativeren Deze recensie komt uit de Groene Amsterdammer van 11 november 1981. Anthony Mertens, de recensent, is niet zo enthousiast over Bougainville. Hij vindt dat Bougainville behoort tot het ironisch realisme, een stijl waarvan hij duidelijk geen aanhanger is. Hij ontmantelt de zogenaamd relativerende opmerkingen die de verhaalfiguren maken en laat zien dat ze eigenlijk het tegengestelde effect bewerkstelligen. Ook vindt hij dat Springer weliswaar een beschrijving geeft van allerlei exotische oorden en gebeurtenissen, maar dat hij die alleen maar als decor gebruikt en niet echt in zijn verhaal betrekt. Zijn grootste argument is dat het verhaal allemaal erg weinig voorstelt en dat het thema wel erg uitgemolken is. Hij is van mening dat als je wat verder kijkt dan je neus lang is, dat het hele verhaal dan uiteenvalt. Ik ben het absoluut met deze recensent eens. Hij heeft precies de kern te pakken. Er mogen allerlei bekende namen langskomen, ze functioneren alleen als decor. Zijn vertelstijl is in orde, maar dan moet hij wel wat te vertellen hebben. Petje af voor deze recensent die het boek perfect ontleed en doorprikt. F. Springer of de vereeuwiging van de verliezers Deze recensie komt uit De Morgen van 6 maart 1982. Lieven Tavernier is zeer te spreken over Bougainville. Hij vindt hem onterecht bij het grote legioen “gewone” schrijvers zitten. Hij vindt de opbouw van het verhaal, vooral van de dagboeknotaties, heel erg goed en ook vindt hij dat de humor ondergewaardeerd wordt. Hij doelt vooral op de komische situaties die ontstaan bij de hapsnap ontwikkelingshulp. Hij vindt dat Springer echt iets te vertellen heeft, maar het wordt mij niet helemaal duidelijk wat dat dan wel mag zijn. Deze recensent roemt ook de “gave” om veel belangrijke personen in één verhaal te stoppen. Ik vind dat geen gave, maar een teken van zwakte als er over “gewone” mensen niet genoeg te vertellen is. Ik vind deze recensie niet overtuigend, want waar de recensent spreekt over “zaken die ver uit elkaar liggen, maar verrassend en toch sluitend bij elkaar gebracht worden”, vind ik dat de schrijver maar wat personages bij elkaar heeft geraapt en daar een verhaal omheen heeft gebouwd. Over de schrijver F. Springer is het pseudoniem van Carel Jan Schneider. Hij hult zich al jaren in stilzwijgen over de herkomst van deze naam en er zijn al veel theorieën over, maar die zijn allemaal nog onbevestigd. Hij is geboren in 1932 en hij is diplomaat in ruste. Voor zijn werk heeft hij in de meest uiteenlopende plaatsen op deze aardbol gezeten. Al zijn verhalen (hij heeft meer boeken geschreven) spelen zich af in exotische oorden. Bougainville is in 1982 bekroond met de F. Bordewijkprijs. Andere boeken van deze schrijver zijn “Bericht uit Hollandia&Schimmen rond Paula”, “Tabee, New York”, “Zaken Overzee”, “Quissama” en “Bandoeng-Bandung”. In 1990 heeft hij het boekenweekgeschenk “Sterremeer” geschreven. Bandoeng-Bandung was genomineerd voor de AKO literatuurprijs 1994. Thema Het thema van het boek is volgens mij vriendschap, want het hele boek draait om de relatie tussen Bo en Tommy en die tussen Opa de Leeuw en dek en die tussen Madeleen en Tommy en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Ik ben tot die keuze gekomen door de tweede recensie. Hoewel ik zijn recensie goed vind, ben ik het wel eens met zijn themakeuze. Ook door het lezen van het boek zat ik al een beetje in deze richting. Ik heb wel vaker boeken gelezen en films gezien met dit thema. Veel jeugdboeken hebben vriendschap als thema. In de films is het mooiste voorbeeld een franse film die toevallig vandaag (7 november 2002, ZDF) op TV is. De film heeft Le huitième jour en hij gaat over een geestelijk gehandicapte die uit zijn tehuis ontsnapt en wordt aangereden door een drukbezette manager. Die neemt hem mee naar huis waar de gehandicapte man hem laat inzien dat er meer is dan alleen maar werk.
Oordeel Ik begon al te lezen met het idee dat het een vervelend boek zou zijn, zoals in mijn eerste persoonlijke reactie te lezen is. Natuurlijk is dat geen goed uitgangspunt, maar je kunt er niet veel aan doen. Al lezende heb ik toch geprobeerd om me open te stellen en bij het maken van de verdieping ook. Na het maken van de verdieping en het lezen van twee recensies ben ik het nog steeds met mezelf eens. Ik heb echt geworsteld met het boek en ik had liever iets gehad dat veel dikker, maar voor mij interessanter was. Ik vond het boek saai en het duurde lang voordat ik vat had op de verhaallijnen. Er zijn maar twee dingen die ik positief vind aan het boek. Ten eerste vind ik de karakters wel goed uitgewerkt. Het zijn geen platte stereotypes, maar mensen met hun eigen wil, wensen en mogelijkheden. Het tweede positieve vond ik dat het boek maar 154 bladzijden telt. Over het algemeen vond ik het boek dus niet goed. Daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste vind ik de plaats waar het zich afspeelt niet interessant. Ik interesseer me totaal niet voor Bangladesh en ook het diplomatenwereldje is een ver-van-mijn-bedschow. Ten tweede vind ik het irritant dat de beschrijvingen de vorm van een beschrijving hebben. Ik bedoel daarmee dat de beschrijvingen niet mooi verpakt zijn in een verhaal, maar meer de vorm van een opsomming hebben. Ik zal een voorbeeld geven: “Ze kwam de lift uit. Ik stond in de deur van kamer 401. Ze had een beige regenjas aan, zwarte laarzen eronder. Kleur haar kastanjebruin. Zoals vroeger, precies zoals vroeger, twenty five years ago” bladzijde 64. De schrijver doet nog niet eens zijn best om een verhaal te schrijven! Hij schrijft gewoon de harde feiten van een ontmoeting op en dan ook nog in een soort afgekorte stijl, alsof hij haast heeft. De opbouw vond ik ook lastig. Ik moest het boek meerdere keren lezen voordat ik doorhad hoe de opbouw in elkaar zat. Aangezien ik er niet van houd om dezelfde tekst meerdere malen te lezen, vind ik dit een groot minpunt. Toch vind ik dit allemaal niet vreselijk storend. Het grootste probleem vind ik dat de schrijver allerlei min of meer bekende personen nodig heeft om zijn verhaal enigszins aan elkaar te breien. En dat hij een verhaallijn niet afmaakt (de bedreiging) vind ik ronduit een teken van zwakte. Voor mij is het helemaal helder, ik besteed mijn tijd liever aan andere schrijvers!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Bougainville door F. Springer"