Boekverslag Golden Ophelia.
A verwachting en eerste reactie
B Samenvatting
Stefan Pielek, een 29-jarige genaturaliseerde Pool, heeft een mislukte poging tot zelfmoord ondernomen. Hij is hiervoor naar het politiebureau gebracht, waar hij van de strenge commissaris te horen krijgt, dat hij voor het plegen van zelfmoord een vergunning moet hebben, die 50 frcs kost. Stefan betaalt dat bedrag en moet nu wachten tot de vergunning afkomt. De maatschappij is niet goed voor hem. Stefans grote liefde zijn zijn bloemen, maar de mensen kopen ze niet, ze verlangen slechts plastic imitaties. Omdat hij een eind aan zijn leven gaat maken, geeft hij zijn bloemen weg. De voorbijgangers nemen niet alleen de bloemen mee, maar ook de vazen. Dat doen zowel de armen en de rijken.
De vergunning blijft lang uit. Als Stefan op het politiebureau gaat informeren, raakt de commissaris geïrriteerd, omdat hij gestoord wordt bij het luisteren naar een sportreportage. Op de terugweg raakt Stefan verzeild in een volksoploop van wielerenthousiasten. Hij tracht een oud vrouwtje te helpen, dat op weg is naar Emmy, haar kleindochter. Het mensje wordt onder de voet gelopen door de menigte. Stefan gaat de volgende dag op zoek naar Emmy. Als hij het meisje uiteindelijk gevonden heeft en haar vertelt van het tragisch overlijden, huilt ze. Stefan besluit niet eerder weg te gaan, voordat ze weer gelachen heeft: 'Ze was veel te jong en aardig om lang verdriet te hebben', dacht hij. Emmy blijkt ook van bloemen te houden. Ze laat Stefan vol trots haar eigen gekweekte Golden Ophelia's zien. Stefan wordt verliefd op haar. Voor hem is ze 'zijn' Golden Ophelia. Ook het meisje wil graag bij hem blijven. Ze besluiten om te gaan trouwen, maar daarvoor moet Stefan zijn aanvraag voor zelfmoord intrekken. Van de commissaris hoort hij echter, dat hij te laat is en dat hij reeds uit het bevolkingsregister is geschrapt. Stefan is door deze tegenslag als verlamd, maar Emmy weet hem tot activiteit te prikkelen door te zeggen:'Als je van me hield, zou je vechten.' Stefan herinnert zich Czubek, de Poolse legatieraad. Deze geeft hem een deskundig advies, dat inderdaad bij de commissaris succes heeft. Dit komt mede doordat Stefan de commissaris 4000 frcs toestopt.
Als hij bij Czubek terugkomt, merkt hij tot zijn bittere teleurstelling dat Emmy, die bij Czubek thuis was gebleven, met hem naar bed is geweest. Al zijn gevoelens van liefde en verwachting storten nu definitief ineen en rent van haar weg: 'Stefan, kom terug! Ik hou immers van je! Ik hou alleen van jou!' hoorde hij Emmy roepen. Maar hij liep voort, hijgend, zonder om te kijken; het was de stem van een meisje dat hij niet kende, hij heette niet Stefan en er had nog nooit iemand van hem gehouden.
Analyse
Hoofdpersoon:
De hoofdpersoon is een man, Stefan, die al sinds een tijd zelfmoord wil plegen. Het enige wat hem tegenhoudt is een soort vergunning die je aan moet vragen. Hij is een naïeve man, die niks van de wereld begrijpt. Alle mensen om hem heen leven voor zichzelf. Hij heeft haast geen contacten, alleen de mensen die bij hem in de winkel komen. Echte vrienden heeft hij niet, alleen wat bekenden zoals Czubek. Hij is een onzekere man met duidelijke principes. Een man die door zijn omgeving niet wordt begrepen. Hij verandert in de loop van het boek. Eerst wil hij zelfmoord plegen, maar dan ontmoet hij Emmy en ziet hij het leven weer op een goede, vrolijke manier. Hieruit blijkt dat hij een kwetsbare man is. Hij ontmoet een vrouw en voelt zich gelijk weer zeer goed. Emmy vrijt met Czubek, hij voelt zich weer zeer slecht en hij is weer terug bij af. Hij zorgt goed voor zijn medemens hoewel hij wel enigszins mensenschuw is. Zoals de oma van Emmy, niemand denkt aan haar tijdens het wielrennen, behalve Stefan. Hij voelt zich ook verantwoordelijk om Emmy te vertellen dat haar oma is overleden. Hij maakt niet makkelijk contact met mensen maar hjij zorgt wel goed voor zijn medemens.
Tijd:
Het verhaal speelt zich af in een paar jaar tijd. Het is niet duidelijk in welke periode het speelt. Ik denk rond 1960. Je vindt eigenlijk geen enkel spoor van welke periode dit verhaal zich afspeelt. Ik denk 1960 omdat in die tijd de maatschappij begint te individualiseren.
Ruimte:
Het is niet bekend in welke plaats het verhaal plaatsvindt. Het enige dat wordt beschreven is de bloemenwinkel, de kantoor van de commissaris, het huis van Emma , het huis van Czubek en gewoon op straat.
Perspectief:
Hij/zij perspectief. Vooral auctoriaal waarin de schrijver de omstandigheden en de personages zeer nauwkeurig tracht over te brengen. Hij laat je meeleven met het hoofdpersonage. Bijvoorbeeld: "Stefan lag op de grond en zag de mensen op hem afkomen, ze gingen hem vast bestelen." (blz.39) De schrijver vertelt wat Stefan denkt.
Thema:
*Eenzaamheid, Stefan is vereenzaamd in de maatschappij. Hij heeft geen sociale contacten.
*Afkeer van de maatschappij. Hij snapt niets van de 'individualiserende' maatschappij. Iedereen
leeft voor
zichzelf en de medemens interesseert men niet, althans volgens Stefan.
*Dood, Stefan wil graag dood. Hij heeft geen zelfvertrouwen en zelfrespect meer en daarom wil
hij graag dood. Het leven heeft geen nut meer voor hem. Als hij Emma ontmoet krijgt hij weer
wat zelfvertrouwen en zelfrespect terug. Dit is van korte duur als hij ontdekt dat Emma met
Czubek naar bed is geweest.
Motieven:
*Angst, op maatschappelijk gebied. De maatschappij dreigt individualisten als Stefan te
verpletteren.
*Liefde tussen mensen onderling. Volgens dit boek kunnen de mensen onderling haast geen
liefde hebben. Ieder mens vindt zichzelf belangrijker dan de medemens.
Titelverklaring:
De titel is Golden Ophelia. Een Golden Ophelia is een roos. Stefan is bloemist, hij heeft ook rozen te koop. Als Stefan bij Emma in de tuin staat laat zij hem een Golden Ophelia zien. Ze vinden dat beide de mooiste bloem die bestaat. Emmy is voor Stefan zijn Golden Ophelia.
Geen motto.
Conclusie
Verwerkingsopdracht
Ward Ruyslinck
Biografie:
Zijn naam is pseudoniem van Raymond Karel Maria de Beloer. Hij werd op 17 juni 1929 geboren. Hij had ook een broer, maar die stierf al in 1948. Hij groeide op in een R.-K. en burgerlijk gezin. Zijn vader was auteur en hij deed aan kunstfotografie. Ward haalde zijn diploma aan de Koninklijke Atheneum School. Daarna ging hij in Gent Germaanse filosofie studeren.Vanaf 1953 was hij werkzaam in het museum Platin-Moretus, waar hij het prenten kabinet leidt en adjunct bibliothecaris is. In 1946 verhuisde hij naar Pulle in de Kempen.
Tussen 1948 en 1956 publiceerde hij een stel dichtbundels. Zijn eerste boek maakte hij in 1957 met:"De ontaarde slapers."Dit boek werd in 1958 bekroond. In 1976 lukte het hem weer met :"De Heksenkring." Hij schreef tussen 1959 en 1980 nog veel meer boeken waarmee hij ook veel literaire prijzen mee wist te winnen.
In 1976 werd hij lid van de Koninklijke academie van Nederland. Ook werd hij lid van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde in Leiden. Sinds 1980 zit hij in de redactieraad van een Vlaams tijdschrift. Hij was ook betrokken bij de verfilming van zijn werk: Wierook en tranen.
Relatie leven-werk:
In een interview zei Ward dat 70% van zijn werk autobiografisch is, maar dat het heel anders wordt in verhaalvorm. De biografische feiten worden voor het eerst functionele elementen in het verhaal: "Vanaf het ganzenbord". Daarvoor heeft hij echter al vele elementen verwerkt zoals; de dood van zijn broer, de tweede wereldoorlog, de bombardementen op zijn huis en het reizen.
Thematiek:
De verhalen van Ruyslinck vormen een staalkaart van de motieven en thema's die ook zijn langere novellen en romans kenmerken;
-Afrekening met de God van zijn jeugd.
-Luchtig spottend en grimmig hekelend van de materialistische, gerobotiseerde samenleving waarin de enkeling angstig, eenzaam, onveilig en gekwetst leeft.
-De agressie gepleegd door al wie macht uitoefent op onschuldigen, rechtelozen en paria's.
-Meewarigheid om de menselijke zwakheden, hulpeloosheid en naiviteit.
-Ook de verontwaardiging daarover.
-Kwellende zinnelijkheid.
-Uitbeelding van rituele en sterk symbolische taferelen.
De beperkte omvang van het verhaal zorgt ervoor dat de moralist die Ruyslinck is, niet teveel gaat expliciteren of in het euvel van het opgeheven vingertje vervallen. Anderzijds kan hij in het verhaalgenre zijn rijke verbeelding met een scherpe maatschappijkritiek combineren.
A verwachting en eerste reactie
B Samenvatting
Stefan Pielek, een 29-jarige genaturaliseerde Pool, heeft een mislukte poging tot zelfmoord ondernomen. Hij is hiervoor naar het politiebureau gebracht, waar hij van de strenge commissaris te horen krijgt, dat hij voor het plegen van zelfmoord een vergunning moet hebben, die 50 frcs kost. Stefan betaalt dat bedrag en moet nu wachten tot de vergunning afkomt. De maatschappij is niet goed voor hem. Stefans grote liefde zijn zijn bloemen, maar de mensen kopen ze niet, ze verlangen slechts plastic imitaties. Omdat hij een eind aan zijn leven gaat maken, geeft hij zijn bloemen weg. De voorbijgangers nemen niet alleen de bloemen mee, maar ook de vazen. Dat doen zowel de armen en de rijken.
De vergunning blijft lang uit. Als Stefan op het politiebureau gaat informeren, raakt de commissaris geïrriteerd, omdat hij gestoord wordt bij het luisteren naar een sportreportage. Op de terugweg raakt Stefan verzeild in een volksoploop van wielerenthousiasten. Hij tracht een oud vrouwtje te helpen, dat op weg is naar Emmy, haar kleindochter. Het mensje wordt onder de voet gelopen door de menigte. Stefan gaat de volgende dag op zoek naar Emmy. Als hij het meisje uiteindelijk gevonden heeft en haar vertelt van het tragisch overlijden, huilt ze. Stefan besluit niet eerder weg te gaan, voordat ze weer gelachen heeft: 'Ze was veel te jong en aardig om lang verdriet te hebben', dacht hij. Emmy blijkt ook van bloemen te houden. Ze laat Stefan vol trots haar eigen gekweekte Golden Ophelia's zien. Stefan wordt verliefd op haar. Voor hem is ze 'zijn' Golden Ophelia. Ook het meisje wil graag bij hem blijven. Ze besluiten om te gaan trouwen, maar daarvoor moet Stefan zijn aanvraag voor zelfmoord intrekken. Van de commissaris hoort hij echter, dat hij te laat is en dat hij reeds uit het bevolkingsregister is geschrapt. Stefan is door deze tegenslag als verlamd, maar Emmy weet hem tot activiteit te prikkelen door te zeggen:'Als je van me hield, zou je vechten.' Stefan herinnert zich Czubek, de Poolse legatieraad. Deze geeft hem een deskundig advies, dat inderdaad bij de commissaris succes heeft. Dit komt mede doordat Stefan de commissaris 4000 frcs toestopt.
Analyse
Hoofdpersoon:
De hoofdpersoon is een man, Stefan, die al sinds een tijd zelfmoord wil plegen. Het enige wat hem tegenhoudt is een soort vergunning die je aan moet vragen. Hij is een naïeve man, die niks van de wereld begrijpt. Alle mensen om hem heen leven voor zichzelf. Hij heeft haast geen contacten, alleen de mensen die bij hem in de winkel komen. Echte vrienden heeft hij niet, alleen wat bekenden zoals Czubek. Hij is een onzekere man met duidelijke principes. Een man die door zijn omgeving niet wordt begrepen. Hij verandert in de loop van het boek. Eerst wil hij zelfmoord plegen, maar dan ontmoet hij Emmy en ziet hij het leven weer op een goede, vrolijke manier. Hieruit blijkt dat hij een kwetsbare man is. Hij ontmoet een vrouw en voelt zich gelijk weer zeer goed. Emmy vrijt met Czubek, hij voelt zich weer zeer slecht en hij is weer terug bij af. Hij zorgt goed voor zijn medemens hoewel hij wel enigszins mensenschuw is. Zoals de oma van Emmy, niemand denkt aan haar tijdens het wielrennen, behalve Stefan. Hij voelt zich ook verantwoordelijk om Emmy te vertellen dat haar oma is overleden. Hij maakt niet makkelijk contact met mensen maar hjij zorgt wel goed voor zijn medemens.
Tijd:
Het verhaal speelt zich af in een paar jaar tijd. Het is niet duidelijk in welke periode het speelt. Ik denk rond 1960. Je vindt eigenlijk geen enkel spoor van welke periode dit verhaal zich afspeelt. Ik denk 1960 omdat in die tijd de maatschappij begint te individualiseren.
Ruimte:
Het is niet bekend in welke plaats het verhaal plaatsvindt. Het enige dat wordt beschreven is de bloemenwinkel, de kantoor van de commissaris, het huis van Emma , het huis van Czubek en gewoon op straat.
Perspectief:
Hij/zij perspectief. Vooral auctoriaal waarin de schrijver de omstandigheden en de personages zeer nauwkeurig tracht over te brengen. Hij laat je meeleven met het hoofdpersonage. Bijvoorbeeld: "Stefan lag op de grond en zag de mensen op hem afkomen, ze gingen hem vast bestelen." (blz.39) De schrijver vertelt wat Stefan denkt.
Thema:
*Eenzaamheid, Stefan is vereenzaamd in de maatschappij. Hij heeft geen sociale contacten.
leeft voor
zichzelf en de medemens interesseert men niet, althans volgens Stefan.
*Dood, Stefan wil graag dood. Hij heeft geen zelfvertrouwen en zelfrespect meer en daarom wil
hij graag dood. Het leven heeft geen nut meer voor hem. Als hij Emma ontmoet krijgt hij weer
wat zelfvertrouwen en zelfrespect terug. Dit is van korte duur als hij ontdekt dat Emma met
Czubek naar bed is geweest.
Motieven:
*Angst, op maatschappelijk gebied. De maatschappij dreigt individualisten als Stefan te
verpletteren.
*Liefde tussen mensen onderling. Volgens dit boek kunnen de mensen onderling haast geen
liefde hebben. Ieder mens vindt zichzelf belangrijker dan de medemens.
Titelverklaring:
De titel is Golden Ophelia. Een Golden Ophelia is een roos. Stefan is bloemist, hij heeft ook rozen te koop. Als Stefan bij Emma in de tuin staat laat zij hem een Golden Ophelia zien. Ze vinden dat beide de mooiste bloem die bestaat. Emmy is voor Stefan zijn Golden Ophelia.
Geen motto.
Verwerkingsopdracht
Ward Ruyslinck
Biografie:
Zijn naam is pseudoniem van Raymond Karel Maria de Beloer. Hij werd op 17 juni 1929 geboren. Hij had ook een broer, maar die stierf al in 1948. Hij groeide op in een R.-K. en burgerlijk gezin. Zijn vader was auteur en hij deed aan kunstfotografie. Ward haalde zijn diploma aan de Koninklijke Atheneum School. Daarna ging hij in Gent Germaanse filosofie studeren.Vanaf 1953 was hij werkzaam in het museum Platin-Moretus, waar hij het prenten kabinet leidt en adjunct bibliothecaris is. In 1946 verhuisde hij naar Pulle in de Kempen.
Tussen 1948 en 1956 publiceerde hij een stel dichtbundels. Zijn eerste boek maakte hij in 1957 met:"De ontaarde slapers."Dit boek werd in 1958 bekroond. In 1976 lukte het hem weer met :"De Heksenkring." Hij schreef tussen 1959 en 1980 nog veel meer boeken waarmee hij ook veel literaire prijzen mee wist te winnen.
In 1976 werd hij lid van de Koninklijke academie van Nederland. Ook werd hij lid van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde in Leiden. Sinds 1980 zit hij in de redactieraad van een Vlaams tijdschrift. Hij was ook betrokken bij de verfilming van zijn werk: Wierook en tranen.
Relatie leven-werk:
In een interview zei Ward dat 70% van zijn werk autobiografisch is, maar dat het heel anders wordt in verhaalvorm. De biografische feiten worden voor het eerst functionele elementen in het verhaal: "Vanaf het ganzenbord". Daarvoor heeft hij echter al vele elementen verwerkt zoals; de dood van zijn broer, de tweede wereldoorlog, de bombardementen op zijn huis en het reizen.
Thematiek:
De verhalen van Ruyslinck vormen een staalkaart van de motieven en thema's die ook zijn langere novellen en romans kenmerken;
-Luchtig spottend en grimmig hekelend van de materialistische, gerobotiseerde samenleving waarin de enkeling angstig, eenzaam, onveilig en gekwetst leeft.
-De agressie gepleegd door al wie macht uitoefent op onschuldigen, rechtelozen en paria's.
-Meewarigheid om de menselijke zwakheden, hulpeloosheid en naiviteit.
-Ook de verontwaardiging daarover.
-Kwellende zinnelijkheid.
-Uitbeelding van rituele en sterk symbolische taferelen.
De beperkte omvang van het verhaal zorgt ervoor dat de moralist die Ruyslinck is, niet teveel gaat expliciteren of in het euvel van het opgeheven vingertje vervallen. Anderzijds kan hij in het verhaalgenre zijn rijke verbeelding met een scherpe maatschappijkritiek combineren.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
top!! echt super!!ik ben je grootste fan
20 jaar geleden
Antwoorden