Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De aanslag door Harry Mulisch

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
Boekcover De aanslag
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 3123 woorden
  • 6 juni 2001
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
24 keer beoordeeld

Boekcover De aanslag
Shadow

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van de…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond kl…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.

De aanslag door Harry Mulisch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Zakelijke gegevens. a. Harry Mulisch. b. De Aanslag. Amsterdam, 5e druk december 1982. 254 blz. (De eerste druk verscheen in september 1982.) c. Oorlogsroman. 2. Eerste reactie. a. Het was geen vrije keus. Ik moest dit boek lezen. b. Toen ik het boek net gelezen had vond ik het niet echt leuk. Ik vond dat er weinig gebeurde. Het ging alleen over wat Anton doormaakte na de oorlog. Het begin vond ik wel leuk. (Toen Ploeg dood geschoten werd, eerste episode.) Hier gebeurde wat meer. 3. Verdieping a. Samenvatting. Proloog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde Anton Steenwijk in Haarlem. Aan de kade lagen vier huizen: in Welgelegen woonden de Beumers, in Buitenrust Anton met zijn ouders en broer Peter, in Nooitgedacht meneer Korteweg en zijn dochter Karin, in Rustenburg het echtpaar Aarts, met wie men weinig contact had. Anton lag vaak in het jaagpad langs het kanaal. Eerst episode, 1925
In januari 1945 zat de twaalfjarige Anton in de achterkamer met zijn ouders en zijn zeventienjarige broer Peter een spelletje Mens-erger-je-niet te doen. Plotseling klonken er zes schoten. De NSB’er Ploeg lag dood voor het huis van Korteweg. Anton kende Ploegs, Fake, die bij hem in de klas zat. Meneer Korteweg en Karin legden Ploeg voor Antons huis neer. Peter ging naar buiten om Ploeg te verleggen, al waren Anton en zijn moeder het daar niet mee eens. Toen de Duitsers er aan kwamen, vluchtte hij met het pistool van Ploeg bij Korteweg binnen. De Duitsers onderzochten het huis van de familie Steenwijk en staken het daarna in brand. Anton werd in Heemstede in een cel gestopt bij een gewond meisje, dat hem troostte en met hem praatte oer donker en licht. Na enkele uren werd Anton teruggebracht naar Haarlem, en vandaar ging hij met een konvooi naar Amsterdam. Tijdens de reis stierf een officier bij een luchtaanval. In Amsterdam kwam oom Peter Anton afhalen van het Wehrmachtsheim. Tweede episode, 1952
Na de bevrijding bleek dat Antons ouders en Peter diezelfde avond van de aanslag doodgeschoten waren. Anton bleef graag bij zijn oom en tante wonen. Aan de aanslag dacht hij niet vaak, hij had het gebeurde diep in zichzelf hermetisch afgesloten. Na het gymnasium ging Anton medicijnen studeren. In 1952 werd hij uitgenodigd voor een feestje in Haarlem. Er werd gepraat over Korea. Anton ging naar de kade; waar hun huis had gestaan groeide nu veel onkruid. Mevrouw Beumer zag hem en riep hem binnen. Ze vertelde dat de Kortewegs kort na de bevrijding verhuisd waren. Ze wist kennelijk niet dat Ploeg eerst voor het huis van Korteweg had gelegen. Anton had het nog nooit aan iemand verteld. Aan het eind van de kade was een monument opgericht, waarop ook de namen van Antons ouders stonden. Anton wilde nooit meer in Haarlem terugkomen. Voor het eerst voelde hij iets van angst. Derde Episode, 1956
Na zijn kandidaatsexamen ging Anton op kamers wonen. Hij specialiseerde zich in anesthesie. Hij las veel, behalve over de oorlog. Voor politiek interesseerde hij zich niet. Toen in 1956 razende meutes alles wat met communisme te maken had vernielden naar aanleiding van de Russische inval in Hongarije, kwam Anton, voor zijn deur bekneld geraakt tussen de mensen, Fake Ploeg tegen, die een grijze kei in zijn hand hield. Anton nodigde Fake uit binnen te komen. Fake verdedigde zijn vader hartstochtelijk. De dood van zijn vader en van Antons ouders was de schuld van de communisten. Anton probeerde hem ervan te overtuigen dat zijn vader fout was geweest, maar dat hij daarom toch wel van hem kon houden. Kwaad gooide Fake de kei tegen Antons spiegel. Ondertussen ontplofte de kachel ook nog. Fake rende weg, maar hij kwam terug om te zeggen dat hij nooit zou vergeten dat Anton hem op school een keer geholpen had. (Fake was toen in uniform; de onderwijzer wilde daarom geen les geven en hield iedereen buiten de klas, maar Anton glipte onder zijn arm door en brak het verzet.) Vierde episode, 1966
Anton deed artsexamen en kreeg een assistentschap in de anesthesie. In 1961 trouwde hij met Saskia de Graaff, die hij in Londen ontmoet had, en op wie hij meteen bij het zien van de blik in haar ogen verliefd werd. In 1962 werd hun dochtertje Sandra geboren. In 1966 was de begrafenis van een oud-verzetsstrijder, een vriend van Saskia’s vader die in de oorlog een functie had gehad in een overkoepelend orgaan van verzetorganisaties. Na de begrafenis werd er door de oud-illegalen nog wat nagepraat. Opeens hoorde Anton iemand vertellen over schoten. Het was Takes, de man die Ploeg doodgeschoten had. Takes had liever gewild dat de aanslag niet gepleegd was. Niet omdat Antons ouders vermoord waren, want dat was niet te voorzien. Bovendien hadden de moffen dit gedaan, niet de illegalen. Maar Takes had de aanslag samen met zijn vriendin gepleegd, die gewond gevangen was genomen en later in de duinen was geëxecuteerd. Anton begon te huilen. Het moest het meisje uit de cel zijn geweest. Nu pas stierf zij voor hem. Onbewust had hij haar zijn hele leven gezocht. Later op de avond ontdekte hij dat Saskia beantwoorde aan het beeld dat hij zich van het meisje in de cel gevormd had. De volgende dag ging hij naar Takes toe. Hij zag de foto van het meisje, Truus Coster: ze had inderdaad dezelfde blik in haar ogen als Saskia. Takes wilde weten wat Truus gezegd had in de cel, maar Anton kon het zich niet herinneren. Takes had van Truus gehouden, maar hij had twee kinderen en een vrouw, van wie hij inmiddels was gescheiden. Takes dronk veel. Hij maakte zich kwaad over de vrijlating van Willy Lages, vroeger hoofd van de Sd of Gestapo in Nederland. Een vriend van Takes uit het verzet pleegde daarom zelfmoord. Laatste episode, 1981
Anton was gescheiden van Saskia en hertrouwd met Liesbeth. Hij kocht huizen in Toscane en Gelderland. Rond zijn veertigste belandde Anton in een Crisis, die in Italië tot uitbarsting kwam. Toen Sandra zestien jaar was, ging Anton met haar naar Haarlem en naar de plaats in de duinen waar Truus geëxecuteerd was. Hij herinnerde zich opeens dat Truus gezegd had van Takes te houden. Hij had Takes nooit meer gezien, alleen een keer op tv. Daarentegen zag hij steeds vaker bestelwagens met daarop ‘Fake Ploeg Sanitair B.V.’ In november 1981 kreeg Anton erge kiespijn. Hij belde zijn tandarts, die hem alleen wilde helpen als hij mee zou lopen in de vredesdemonstratie. Tegen zijn wil deed Anton dat; zijn zoontje Peter uit zijn tweede huwelijk ging mee. De demonstratie viel mee, Anton voelde zich verbonden met de mensen. Opeens kwam hij Karin Korteweg tegen. Ze vertelde dat zij en haar vader kort na de bevrijding naar Nieuw-Zeeland geëmigreerd waren. Daar had haar vader in 1948 zelfmoord gepleegd. Hij was altijd bang geweest dat Anton wraak zou komen nemen. Hij had het lichaam van Ploeg verlegd om zijn hagedissen te sparen. Nadat Antons ouders doodgeschoten waren, had hij zijn hagedissen doodgetrapt. Hij had het lijk niet voor het huis van de familie Aarts gelegd, omdat zij joden verborgen hielden. Verward nam Anton afscheid van haar. ‘Was iedereen schuldig en onschuldig?’ Maar Anton had zichzelf weer in de hand, het was of al die duizenden mensen hem hielpen. Met Peter aan zijn hand liep hij verder. Hij was een van de laatsten die de oorlog nog meegemaakt hadden. b. De ruimte. De belangrijkste gebeurtenis uit het verhaal, de aanslag op Ploeg, vindt plaats in Haarlem, waar Anton met zijn familie woont. Na de aanslag wil Anton nooit meer terug naar Haarlem. En probeert hij het gebeurde weg te dringen om er niet meer aan te denken. Pas in 1952 gaat Anton weer voor het eerst naar Haarlem terug. Na de aanslag gaat Anton bij zijn oom en tante aan de Apollolaan in Amsterdam wonen. Apollo is de God van het licht. Dit staat in tegenstelling tot de duistere gebeurtenis in Haarlem. In 1953 gaat Anton op kamers wonen, waardoor het beeld van de aanslag nog verder vervaagt. In 1969 koopt Anton een huis in Toscane, waar hij zij vakanties doorbrengt. In het begin vindt hij het er erg fijn en geniet hij van het uitzicht. Tot hij daar een crisis door maakt. Dan is het huis niet meer zo volmaakt. Ook de donkere cel, waar hij met het meisje praat, is erg belangrijk voor Anton. Onbewust is Anton zijn hele leven op zoek naar dat meisje. Als hij bij Cor Takes is geweest en de foto van Truus Coster (het meisje) heeft gezien, merkt hij dat Saskia lijkt op het beeld dat hij zich toen (onbewust) gevormd had van Truus. Het souterrain van Cor Takes valt ook op. Het lijkt nog steeds op een hoofdkwartier uit de oorlog. Voor Cor Takes is het dan ook nog steeds oorlog. De tijd. Het verhaal wordt Chronologisch en in de verleden tijd verteld. Soms is er wel een flashback, maar dit is dat bijvoorbeeld ter herinnering, en niet om extra informatie toe te voegen. Het verhaal wordt verdeeld in een proloog en vijf episodes. In de proloog wordt er achtergrond informatie verteld. In de eerste episode wordt verteld over de aanslag. In de andere vier episodes wordt verteld over het verwerken van de aanslag door Anton. Iedere episode is een belangrijke gebeurtenis in Antons leven en wordt heel precies beschreven. De tijd die ertussen zit wordt steeds aan het begin van een episode kort samengevat.
De verhaalfiguren. Anton Steenwijk is de hoofdpersoon van het verhaal. Aan het begin van het verhaal is Anton twaalf jaar oud. Aan het eind van het verhaal ongeveer 48 jaar. Hij was een lange slanke man met zwart, sluik haar. Hij leek op zijn vader, die griffier was bij de arrondissementsrechtbank. Peter is Antons broer. Hij lijkt absoluut niet op Anton en zijn vader. Hij lijkt op Antons moeder, die blond was en blauwe ogen had. Over de oom en de tante wordt bijna niets verteld. In 1961 trouwt Anton met Saskia de Graaff, die hij in Londen ontmoet had. Saskia was stewardess. Haar vader, De Graaff, was ambassadeur in Athene. Ook hij had in de oorlog een belangrijke rol in het verzet gespeeld. Later hertrouwt Anton met Liesbeth. Van haar kreeg Anton een zoon: Peter. Van Saskia krijgt Anton een dochter: Sandra. Cor Takes was de man die de aanslag gepleegd had samen met Truus Coster. Met Cor Takes praat Anton over de oorlog. Als dan blijkt dat Anton bij Truus in de cel heeft gezeten na de aanslag wil Takes weten wat ze tegen Anton heeft gezegd, maar Anton kan zich er niets meer van herinneren. Wij weten nog wel dat Truus zei dat ze ook van Takes hield, maar die komt het nooit te weten. Anton gaat ook nog naar het huis van takes toe. Hij ziet daar dan de foto van Truus. Het huis van Takes ziet er nog gewoon uit alsof het nog oorlog is. Truus was een filosofe. Zij werd in april 1945 in de duinen geëxecuteerd. Meneer Korteweg, Antons vroegere buurman, was zeeman geweest. Hij had een heleboel hagedissen die voor hem erg belangrijk waren. Dit was de reden dat hij Ploeg ging verleggen, maar toen Antons huis in de brand gestoken werd, trapte hij ze dood. Zijn dochter karin was verpleegster. Haar ontmoet Anton nog een keer aan het eind van het boek, bij de demonstratie. Ze vertelt hem dan dat ze geëmigreerd waren naar Nieuw Zeeland uit angst voor de wraak van Anton, maar dat haar vader daar zelfmoord had gepleegd. Zijzelf was nooit getrouwd. Fake Ploeg was de zoon van de NSB’er Ploeg. Later komt Anton Fake nog een keer tegen en nodigt hem uit om mee naar zijn huis te gaan. Daar verdedigd Fake zijn vader fel, omdat hij pas lid werd van de NSB toen juist alle NSB’ers vluchtten en van de Joden die vermoordt werden wist hij niets af. Hij wordt dan zo boos dat hij een steen door de spiegel gooit en weggaat. Toch komt hij dan terug om te zeggen dat hij nooit zal vergeten dat Anton gewoon de klas in kwam toen Fake daar in zijn uniform zat en niemand binnen wilde komen. Een paar jaar later ziet Anton nog busjes rondrijden met daarop ‘Fake Ploeg’. Vertelwijze. Het verhaal wordt auctoriaal verteld. Wij als lezer weten meer dan Anton, wat erg belangrijk is, omdat Anton in het begin van het verhaal te jong is om alles te begrijpen en omdat hij heel veel vergeten is. Ook maakt de schrijver af en toe opmerkingen, zoals op blz. 20 over de namen Anton en Adolf. Soms legt de schrijver ook wat uit, zoals over het liedje dat Anton zingt op blz 20. Soms wordt er ook iets verteld dat alleen door de lezer begrepen moet worden. Bijvoorbeeld in de cel met Truus Coster: ‘Opeens begon zij te vertellen, alsof er nog een derde persoon in de cel was, tegen wie zij sprak’. Thematiek. c. Een belangrijke kwestie in dit boek is de schuldvraag. Wie is nou eigenlijk schuldig aan de moord op de ouders en de broer van Anton? De verzetstrijders, de fascisten, meneer korteweg, de joden bij de familie Aarts, de hagedissen van meneer Korteweg of het toeval? Dit komt in het verhaal meerdere keren aan de orde. Takes vindt dat de schuldige degene is die het ook echt gedaan hebben en niet door iemand anders. Hij heeft Ploeg vermoord, maar niet de ouders van Anton. Dat hebben de Duitsers gedaan. De Duitsers vinden dat de illegalen het hebben gedaan, want voor zij Ploeg vermoordden wisten zij dat er represailles zouden komen. Meneer korteweg helpt het toeval een beetje door Ploeg bij Anton voor de deur te leggen om zijn hagedissen te sparen. Hij wil Ploeg niet voor de deur van de familie Aarts leggen omdat zij een paar Joden verbergen. Zo kan je dus de hagedissen aanwijzen als schuldige, maar ook de Joden. Aan het eind van het verhaal vraagt Anton zich dan ook verward af: ‘was iedereen schuldig en onschuldig tegelijk?’ Deze schuldvraag is een vraag die niet beantwoord kan worden. Anton wordt ook herhaaldelijk vergeleken met de Grieken. Hij stond met zijn gezicht naar het verleden en met zijn rug naar de toekomst. In de proloog kijkt Anton naar een man die met een stok zijn aak naar voren duwt, ‘een man die naar achteren liep om iets naar voren te duwen, en tegelijk op dezelfde plaats bleef’ Ook Anton loop – figuurlijk – naar achteren, het verleden in, om de gebeurtenissen naar voren te duwen. Ook het verschijnsel licht en duisternis is erg belangrijk. Na de aanslag verkeerd Anton voortdurend in de duisternis. Er is echter een lichtpuntje: de vingertoppen van het meisje in de cel. Naar dit licht, wat liefde betekent, is Anton zijn hele leven op zoek. Het motto komt uit een brief van Plinius aan de geschiedschrijver Tacitus over de uitbarsting van de Vesuvius. Het beeld van de aswolk komt enkele malen terug in het verhaal. Op blz. 77 staat: ‘de rest is naspel. De aswolk uit de vulkaan stijgt naar de stratosfeer, draait om de aarde en regent nog jaren later op alle continenten neer.’ Andere voorbeelden zijn het gesprek met Fake Ploeg en Cor Takes, waarbij het verleden opgehaald wordt en de kachel ontploft, die roet door de kamer verspreid (blz 129) een een asbak die begint te smeulen en rook door de kamer verspreid. Tijdens Antons crisis stortte een grauwe berg zich als een vloedgolf over hem heen en de laatste zin van het boek zegt;’[…]zijn schoenen sloffen en het is of zij wolkjes as opwerpen, ofschoon nergens as te zien is’. Dit beeld van de vulkaan en de as die jaren later nog neer valt vormt de boodschap uit deze roman: dat een begin nooit verdwijnt, zelfs niet met het einde. d. Plaats in de literatuurgeschiedenis. Het werk werd voor het eerst gepubliceerd in 1982. Harry Mulisch werd geboren in 1927 in Haarlem. Hij heeft veel verschillende soorten werken gepubliceerd: gedichten, romans, verhalen, toneelstukken en allerlei studies, tijdsgeschiedenissen en autobiografische werken. Harry Mulisch wordt beschouwd als een van de belangrijkste schrijvers van na de tweede wereldoorlog. Het verhaal lijkt niet echt op zijn eerdere werken. Het is realistischer geschreven. 4. Beoordeling. Het verhaal riep veel gevoelens op. Bijvoorbeeld toen Meneer Korteweg Ploeg verlegde om zijn hagedissen te redden en ze vervolgens dood te trappen. Dit vond ik een beetje raar en riep ook een beetje medelijden bij mij op. Ook de tijd die Anton in de cel doorbracht riepen veel gevoelens en gedachten op. Gevoelens over liefde, nieuwsgierigheid en gedachten over wie nu de aanslag gepleegd had. Het stuk van Fake en Anton in Antons appartement riep ook ideeën op. Over waarom Fake zo fel zijn vader steunde, maar later ook wel wat begrip voor Fake. Dat Fake na de ruzie nog even terug kwam om te zeggen dat hij het nooit zou vergeten wat Anton had gedaan toen op school, had wel wat sympathieks voor Fake. Dit zijn emotieve argumenten. Je kon je de omgeving ook goed voorstellen. De schrijver beschrijft de omgeving goed. Bijvoorbeeld de sfeer die heerst als de aanslag gepleegd wordt. Het wordt dan helemaal stil in de kamer. Je kan de angst van de familie bijna voelen. Ook de sfeer in de cel vond ik erg mooi beschreven zodat je het je erg goed kon voorstellen. Nog een voorbeeld is de spanning die heerst bij de ontmoeting van Fake Ploeg en Anton. Dit zijn realistische argumenten. De opbouw van het verhaal vond ik ook knap gemaakt. Harry Mulisch verwerkt het motto mooi in het verhaal. Bijvoorbeeld de kachel die ontploft, de donkere cel enz. en het idee dat Anton met zijn gezicht naar het verleden staat wordt mooi verwerkt in het verhaal. Ik vind het leuk dat Harry Mulisch veel symbolen gebruikt. Het thema heeft me ook wel een beetje aan het denken gezet, want je kan altijd wel iemand aanwijzen als schuldige, maar heeft diegene het ook echt gedaan. Je kan eigenlijk nooit alles tegen elkaar afwegen om te kijken wie het gedaan heeft. Er zijn altijd wel mensen die er ook nog wat mee te maken hebben. Zijn die dan niet schuldig? Daarom is het moeilijk om voor iets een schuldige aan te wijzen en mag je dus ook niet zomaar iemand veroordelen voor je alles tegen elkaar hebt afgewogen. Zelfs dan weet je het nog niet zeker. Verder was het boek makkelijk te lezen en worden er geen moeilijke woorden gebruikt. Dit zijn structurele argumenten. In het begin vond ik het boek niet zo leuk. Pas nadat ik het geanalyseerd had begon ik het boek meer te begrijpen en ook leuker te vinden. Als ik dit niet gedaan had, had ik het niet zo erg leuk gevonden. Ik vind het boek zeker aan te raden voor anderen.

REACTIES

J.

J.

bedankt dat je je boekverslag op het internet heb gezet, ik heb er erg veel aan gehad!

doei joost

22 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De aanslag door Harry Mulisch"