Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Gevangenis met een open deur door Jan Terlouw

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
Boekcover Gevangenis met een open deur
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas vwo | 3306 woorden
  • 28 maart 2001
  • 183 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
183 keer beoordeeld

Boekcover Gevangenis met een open deur
Shadow
Gevangenis met een open deur door Jan Terlouw
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
A-deel: Zakelijke gegevens
De titel van het door mij gelezen boek luidt: "Gevangenis met een open deur." Het boek is geschreven door Jan Terlouw. De uitgever is Lemniscaat. Het door mij gelezen boek is de vierde druk, die verschenen is in 1986. De eerste druk is eveneens verschenen in 1986. B-deel: Inhoud
De hoofdpersonen
Aart Keizer
Hij was 61 jaar oud en ex-commissaris bij de politie. Grijs haar, dat had hij al vanaf z'n vijfendertigste. Aan z'n ogen kon je niet zien dat hij 61 was, hij zat nog steeds vol energie. Hij wilde, hoewel hij gepensioneerd was, toch doorgaan met een zaak over een sekte, genaamd The Living Souls. Er kwamen namelijk eens, toen hij nog inspecteur bij de politie was, vrienden van hem met het probleem dat hun dochter bij The Living Souls, een sekte, was gegaan. Ze sloot zich helemaal van de buitenwereld af. Alle tijd die ze had stak ze in de sekte. Wat haar ouders ook zeiden, volgens haar zei alleen de “Voorziener” de waarheid. Ook Keizer probeerde haar om te praten, maar dat was ook tevergeefs. Even later probeerde hij het nog een keer; hij ging naar het gebouw van The Living Souls. Waarom zij er even later uit werd gegooid, is niet duidelijk, waarschijnlijk wilde men geen ruzie met de politie. Ze was wanhopig. Het was zelfs zo erg dat ze anorexia kreeg. De ouders hebben de "Voorziener" gevraagd, of hij hun kind wilde opnemen, maar hij weigerde. Ze is in een inrichting geplaatst, waar ze nu nog zit. Paul van Ravenswaai
Een buitengewoon eigenwijs type. Een lang, forse jongen. Doorliep het Atheneum. Erg koppig, wat de volgende gebeurtenis duidelijk laat zien. Op een dag werd er geld gestolen uit de lade van de directeur van de school. Alle schijn was tegen Toby, Pauls vriend. Hij had toevallig gezien dat de directeur het geld wegborg in de kast. Hij was op de avond dat de diefstal waarschijnlijk had plaatsgevonden thuis geweest. Achter een stapeltje kleren in zijn kast werd bijna drieduizend gulden gevonden. Toby werd beschuldigd, vals beschuldigd. Paul kon niet geloven dat Toby dat zou doen, en maakte een lijst met verdachten. Een van hen was Jan-Hein. Jan-Hein werd, toen Paul zich er van vergewiste dat hij het was, maar het niet kon bewijzen, opgesloten in een torentje. Zij zouden niet eten of slapen totdat Jan-Hein had bekend. Dat gebeurde na dagen. Zo liep het toch goed af. Paul werd geïnfiltreerd in de sekte The

Living Souls. Josje van Duivenbode
Heet eigenlijk Josefien. Kleindochter van Keizer. Rood haar. Zij was een zeer gelukkig en nieuwsgierig meisje, totdat haar ouders gingen scheiden. Zij voelde zich steeds ongelukkiger. Dit verhielp zij zelf door, toen haar moeder een griepje had, haar vader te zeggen dat haar moeder ernstig ziek was. Vanaf dat moment waren haar ouders weer bij elkaar. Zij werd, net als Paul, geïnfiltreerd in de sekte The Living Souls, en met succes. Valentijn de Boer
Valentijn is een best wel aardige jongen. Vrolijk ook, totdat z'n ouders neerstorten bij een vliegtuigongeluk en kwamen daarbij om. Hij raakte aan de drugs op z'n veertiende. Eerst softdrugs, later harddrugs. Om aan geld te komen moest hij stelen, en zo kwam hij al vroeg in aanraking met de politie. Hij wist op een gegeven moment niet meer hoe hij aan geld moest komen. Hij ging naar een tante, maar die zei: "Je bent een slappeling. Een man zul je nooit worden." Hij wilde afkicken. Het was zwaar, maar het lukte. Ook hij werd geïnfiltreerd in de sekte. Het probleem van de hoofdpersonen
Het probleem van Aart Keizer, en ook van Valentijn de Boer, Paul van Ravenswaai en Josje van Duivenbode, was dat er een sekte was, genaamd The Living Souls. Keizer wilde die sekte opheffen, maar er werd niets dat in strijd was met de wet gedaan. De andere personen
Willem de Vries
Willem de Vries, of de "Voorziener" of "The Bright", zoals de sekteleden hem noemden, werd geboren op 14 oktober 1938. Hij ging naar het atheneum. Hij studeerde rechten, en later theologie. Hij vond een baantje in de handel. Na een paar jaar werd hij ontslagen, omdat hij teveel over zichzelf dan over z'n producten zei. Acht jaar lang zwierf hij in Ierland, om weer terug te gaan en de sekte The Living Souls op te richten. Hij noemde God Dia. Leo Wagenaar
Leo is het manusje-van-alles van Keizer. Lang, dun en hij is 25 jaar oud. Op school wilde hij niet leren, want het was voor hem een groter raadsel waarom men een wiskundevraag wilde oplossen, dan hoe men het moest oplossen. De verhoudingen tussen de personen en de eventuele veranderingen daarin
Paul van Ravenswaai, Josje van Duivenbode en Valentijn de Boer kenden elkaar eerst niet, maar toen Aart Keizer hen vroeg om zich te laten infiltreren, werden zij goede vrienden. Josje en Keizer kenden elkaar al, Josje is namelijk Keizers kleindochter. Aart kende Leo al. Paul, Josje en Valentijn leerden hem kennen toen de geschiedenis begon. Willem de Vries staat hier eigenlijk helemaal buiten. Hoe leer je de personen kennen en wat zijn de gevolgen daarvan? Paul, Josje, Valentijn en Keizer leer je van 'binnen' kennen. Je volgt hun gevoelens en emoties nauwkeurig. Zij zijn ook de hoofdpersonen. Leo toont echter nauwelijks zijn emoties in het boek. Op sommige momenten, wanneer hij probeerde in te breken bijvoorbeeld, leef je echter wel met hem mee. Paul, Josje, Valentijn, Leo en Aart worden positief afgeschilderd. Keizer vindt de sekteleden 'zielig.' Zij kunnen er niets aan doen, aldus Keizer. Willem de Vries wordt wel erg negatief afgeschilderd. Te negatief naar mijn zin. Waar speelt het verhaal? Het verhaal speelt in Amsterdam. In welke tijd speelt het verhaal? Het verhaal speelt nu. Het hele verhaal staat in de verleden tijd. Het is dus 'net' gebeurd. In het verhaal is het zomer. Hoeveel tijd verloopt er ongeveer tussen het begin en het einde van het boek? In het begin worden 'dossiers' gegeven over Paul, Josje en Valentijn. Daar loopt de tijd veel sneller. Het eigenlijke verhaal duurt enkele maanden, tijdens de zomervakantie namelijk. In welke volgorde staan de gebeurtenissen? In het begin worden 'dossiers' gegeven over de personen. Deze dossiers zijn telkens terugblikken. Later loopt het verhaal 'gewoon' achter elkaar door. Het gevolg is dat je de personen veel beter leert kennen, wat in dit verhaal vrij belangrijk is. De bedoeling van de schrijver
De bedoeling van de schrijver is niet geheel duidelijk. Ik neem aan dat hij het verhaal voor z'n plezier schreef of voor z'n kinderen (Zie ook deel D). De verhaalsoort

Het hele verhaal staat in de hij-vorm. Gelukkig maar, want als ik iets haat dan zijn het verhalen die in de ik-vorm staan. Korte samenvatting van het boek
Aart Keizer besloot Valentijn de Boer, Paul van Ravenswaai en Josje van Duivenbode te laten infiltreren in The Living Souls, een sekte. Keer op keer werd hij in zijn vroegere carrière met verontruste ouders wier kind bij The Living Souls was gegaan geconfronteerd. Hoewel hij gepensioneerd was, wilde hij de 'zaak' toch oplossen. The Living Souls hadden naar zijn weten, niets strafbaars gedaan en ook de sekteleden konden zó naar buiten lopen. Keizer legde dus aan Valentijn, Paul en Josje uit wat zijn plan was. Hij vertelde, dat de leider van The Living Souls Willem de Vries was. Allen wilden deelnemen aan de infiltratie, en zo kwam het dat zij afzonderlijk in de buurt van het gebouw van The Living Souls waren en neerslachtig probeerden over te komen. Valentijn, Paul en Josje lukte het allen in te dringen. Zij kregen informatie over de wasbeurt die volgende week zou plaatsvinden. De wasbeurt was een geestelijke wasbeurt, waarbij zij moesten inzien dat zij slechts 'dode zielen' waren. Hen werd geduldig uitgelegd hoe alles werkte. Zo geschiedde; de wasbeurt zou de volgende week op woensdag, donderdag en vrijdag van 9 tot 5 uur zijn. Er ontstond echter wel een probleem, waarvan Josje, Paul, Valentijn en meneer Keizer geen weet hadden. De Voorziener was namelijk te weten gekomen wie Josje was. Hij wist dat zij de kleindochter van Keizer was. Hij wilde haar echter niet uit de sekte gooien; hij wilde van haar een echte Living Soul maken. Alles liep op rolletjes, maar er werd nog niet veel informatie over The Living Souls en The Bright verzameld. Totdat Valentijn plotseling, tot zijn grote verrassing, eruit werd gegooid. Valentijn wist echter Céline, een Living Soul, te strikken om informatie over de sekte te verzamelen. Hij had namelijk een brief, waarvan hij deed alsof hij van The Bright was, aan Céline laten zijn waarin stond dat hij uit veiligheidsredenen eruit was gegooid en dat hij iemand mocht uitzoeken die hem de informatie kon geven over hoe het in de sekte eraan toeging. Keizer maakte zich ondertussen erg ongerust. Hij had al vier dagen noch van Paul noch van Josje iets gehoord. Hij stuurde Leo erop uit, om vanuit het huis dat naast het Living Souls-gebouw stond, in te breken in het sektegebouw. Dit lukte echter niet, omdat de bewoner van dat huis niet wilde meewerken. Toch kregen ze de volgende dag bericht van Paul; een slecht bericht helaas. Hij zei dat hij niet meer wilde meedoen met de operatie. Dat was op zich nog niet zo'n ramp; maar hij zei er ook bij dat hij een echte Living Soul was geworden! Hoe Keizer en Valentijn ook probeerden hem over te halen, het lukte niet. Ondertussen was het Leo, het manusje-van-alles van Keizer, het gelukt om in contact te komen met de huurder van de bovenverdieping van het huis naast het sektegebouw. Zij wilde wel meewerken. Via de dakgoot ging Leo naar het gebouw, en tikte op het raam van Josje. Josje zei, dat er nu gevaar dreigde, er kon namelijk ieder moment iemand binnenkomen, maar dat hij wel om 1 uur 's nachts terug kon komen. Dat deed hij; maar hij werd gesnapt toen hij aan het praten was met Josje. Hij deed alsof hij een stille aanbidder was en mocht van De Voorziener vertrekken. Leo kwam wel de volgende dag terug. Hij had een loper bij zich en kon samen met Josje de kamer van de Voorziener in. Hij doorzocht de kamer en zag een muurkast, die echter was beveiligd met een combinatieslot. Hij wist de code niet, en kon dus ook niet in die muurkast komen. Leo zei verder nog, dat hij als hij iets te melden had, hij dit aan een hark zou binden die voor het raam stond. Omgekeerd zou zij dat ook doen. Zo konden Leo en Aart toch zonder binnenkomen door het raam in contact blijven. Paul kwam Toby nog tegen. Toby schrok erg van het nieuws dat Paul bij The Living Souls was gegaan. Toby probeerde hem over te halen, maar dat lukte niet. Toby vroeg hem wat hij nou geloofde, maar dat kon Paul niet zeggen. Toby vroeg of Paul zich nog zou laten zien bij z'n school. Paul zei ja, maar hij had voor zichzelf besloten dat hij voorlopig daar niet in de buurt zou komen. Josje probeerde achter de code te komen door de voor de hand liggende combinaties te proberen. Zij ging naar de kamer van de Voorziener. Ze probeerde de codes die ze had opgeschreven. Ze kon, hoewel ze het wel verwacht had, een vlaag van teleurstelling niet onderdrukken. Op een blaadje schreef ze dat ze wilde weten op welke dag de Voorziener is geroepen door Dia om The Living Souls op te richten. Dat zou de code wel eens kunnen zijn. Keizer besprak het gevraagde met Valentijn en die zei: "Dit is echt een klusje voor Céline." Zij vroeg dit aan Céline en zij wilde dat wel doen. Josje woonde de wekelijkse bijeenkomst stiekem bij. Céline vroeg dus, in diezelfde bijeenkomst, of The Bright wist op welke datum hij The Living Souls moest stichten van Dia. De datum was 11 oktober 1976 (precies tien jaar voor mijn geboorte!) Ze glipte weg en ging naar de kamer van The Bright. Daar tikte ze op het combinatieslot 111076 in. Ze hoorde een klikje. Ze kon de muurkast in! Er waren vijf planken, er stonden schoenendozen en er was een kistje. Ze deed het kistje open. Er zat geld in, ze schatte dat het ongeveer duizend gulden was. Ze legde het kistje terug en pakte een schoenendoos. Hij was zwaar. Er zaten allerlei munten in. In alle dozen zaten munten. Opeens klonken voetstappen. Iemand van de leiding had Josje zien zitten. Ze vond dat raar, want ze dacht niet dat Josje daarvoor toestemming had verkregen. Ze was poolshoogte gaan nemen toen Josje weg was gegaan, want toen wist ze zeker dat Josje geen toestemming had. Josje wilde vluchten, maar het was al te laat. Ze werd gesnapt. Haar werd gevraagd waarom ze op de kamer van de Voorziener was. Ze verzon een smoes, maar dat werd niet ingetrapt. De Voorziener zelf werd geroepen. De leiding ging weg, nadat ze de deur op slot had gedaan. Josje deed het raam open en begon met lakens te zwaaien. Josje werd gezien door de huurder van de bovenverdieping van het pand naast het sektegebouw, door wie Leo al was geholpen. Dat was niks te vroeg, want The Bright kwam z'n kamer al binnen. Tot zijn grote schrik was Josje al weg. Het raam stond open. Verder was alles normaal. The Bright dacht dat ze niks wist over hem. Hij zei tegen de leiding: "Laat dat kind maar gaan. Ze heeft niks van belang kunnen ontdekken." Zo liet Josje The Bright, onbedoeld, in de waan dat zij niets ontdekt had. Leo en Valentijn probeerden nog een keer via de bovenverdieping van het huis naast het sektegebouw in te breken. Ze kwamen weer binnen in de kamer van de Voorziener. Ze wilden naar de gang, maar de deur was op slot, van de buitenkant. Ze probeerden het via een raam naast die van de Voorziener. Dat lukte. Ze konden nu via de gang naar de kamer van de Voorziener. Josje ging naar de bijeenkomst. Het was voor Valentijn heel eenvoudig Céline nog een vraag te laten stellen. "Wat vindt u van geld?" vroeg Céline. The Bright antwoordde uitvoerig. Hij zei, dat geld slecht was, mensen verblindde. Ondertussen gooide Valentijn van boven af munten. Er was namelijk boven het podium een luik om dingen naar beneden te laten gaan bij voorstellingen. Eerst gooide hij één munt, toen twee, vier, steeds meer. De Voorziener werd zenuwachtig. Hij ging op een gegeven moment tijdens zijn rede munten oppakken, terwijl hij zei: "Dia (God) stuurt mij munten." Totdat hij eindelijk begreep dat dit zijn eigen munten waren, uit de kluis gestolen. Hij droop af. Valentijn gooide een touw naar beneden, en maakte dat vast. Hij ging naar beneden en zei, in rustige bewoordingen, anders zouden de sekteleden het gebouw misschien hebben verlaten, dat de Voorziener niet door God was gezonden en een bedrieger was. Hij zei ook, dat de sekte niet moest verdwijnen. De sekte moest eigenlijk een vriendenclub worden. De sekte werd dus omgetoverd in een soort vereniging. The Bright, ondertussen gewoon Willem de Vries, vertrok naar Wales. Hij mocht zijn munten behouden, op voorwaarde dat de sekte werd opgeheven. Hij stemde daarmee in. Paul zag eindelijk z'n fout in en zo liep het gelukkig goed af. In het café weliswaar, met een biertje. C-deel: Eigen mening
Mijn mening
Ik vond het een leuk verhaal, doch heel kort. Normaal lees ik boeken van zo'n 250 bladzijden. Dit boek heeft er 172, waarvan er veel afgaan door de persoonsbeschrijvingen in de eerste hoofdstukken. De gebeurtenissen zijn soms verrassend, bijvoorbeeld toen Josje achter de code van het slot kwam. Als zo'n gebeurtenis eenmaal is voorgekomen, kan je zelf ongeveer de volgende 3 bladzijden bedenken. Het boek heeft me zeker aan het denken gezet. In Nederland zou zoiets niet zo vlug voorkomen. Ik kon in sommige gevallen met de personen meeleven; het boek was dusdanig geschreven (niet in de ik-vorm, als ik iets haat dan is het dat) dat dit ook lukte. In een aantal gevallen dacht ik: dat had ik anders gedaan. De opbouw was op zich duidelijk, ware het niet dat in het begin van het boek een aantal (toch vrij uitgebreide, ongeveer 10 bladzijden per beschrijving) persoonsbeschrijvingen staan. Zo was je je net in de gebeurtenissen die daarin voorkwamen aan het verdiepen, toen de volgende beschrijving zich weer aandiende, en later het verhaal zelf. Dat vond ik toch jammer. Het taalgebruik viel niet erg op in vergelijking met andere boeken (en dat zijn er nogal wat!) die ik gelezen heb. Het verhaal op zich is goed. Ik houd wel van een beetje spanning, dat ook in het boek voorkomt. Van mij moet er verder ook een beetje tragiek in voorkomen, wat ook het geval is. Een situatie uit het boek
Ik kies het moment dat Josje probeert de code van de kluis van The Bright te kraken, en bijna gesnapt wordt. Er worden letterlijk stukken geciteerd. Veel is weggelaten, en af en toe zijn korte beschrijvingen opgenomen die wat er in de weggelaten stukken gebeurde, duidelijk maakte. Een minpuntje was dat Toby nog informeerde naar Paul, toen die reeds bij de sekte was, maar dat Toby later in het boek niet meer voorkwam. "Lofty Martha had Josje zien zitten in het hoekje van de grote zaal. Ze was op de hoogte van de achterdocht die de Voorziener jegens haar koesterde en ze hechtte veel meer waarde aan zijn oordeel dan aan dat van haar zelf. Ze was er niet zeker van dat de Voorziener het meisje toestemming had gegeven om de bijeenkomst bij te wonen. Toen ze zag dat Josje niet meer op haar plaats zat was ze er zeker van dat die toestemming er niet was. Ze besloot naar boven te gaan en het meisje op haar kop te geven. Vooral vandaag moest ze uitgesnauwd worden, had de Voorziener gezegd. Welnu, als ze stiekem naar beneden was gekomen was dat een goede reden om haar te bestraffen. Op de overloop van de hoogste verdieping stond ze stil. Hoorde ze daar iets, in de kamer van de Voorziener? Ja, waarachtig, de deur ging open en dat wicht met de vlechten kwam op haar tenen naar buiten. Martha deed een paar stappen in haar richting en zei bars: "Wat moet dat daar?" Josje slaakte een gilletje van schrik. Ze sloeg haar hand tegen haar borst en snakte even naar adem." D-deel: Informatie over de schrijver
Jan Terlouw is geboren op 15/11/31 te Kamperveen. Zijn vader was dominee. Terlouw heeft wis- en natuurkunde gestudeerd aan de Rijksuniversiteit in Utrecht. Hij werkte als natuurkundige in de Verenigde Staten en in Zweden. Daarna is hij naar de Tweede Kamer gegaan, daar werd hij minister en voorzitter van de D66. Verder is hij nog commissaris van de koningin van Gelderland geweest. Hij is later schrijver geworden en hij heeft veel boeken geschreven. Hieronder een aantal boeken van hem. Gepubliceerd in: Titel: Eventuele bekroning: 1970 Pjotr
1970 Oom Willibrord
1971 Bij ons in Caddum
1971 Koning van Katoren Gouden Griffel
1972 Oorlogswinter Gouden Griffel
1974 De heks van IJsselstein
1976 Oosterschelde windkracht 10
1983 De Kloof
1986 Gevangenis met een open deur
1989 Kunstrijder
Op school was hij slecht in Nederlands (!). Hij heeft drie dochters en een zoon. Zijn vrouw heet Alexandra. Hij is boeken gaan schrijven nadat Alexandra op het idee kwam de verhalen die hij aan zijn kinderen vertelde te publiceren. De zijn boeken (ik heb er een aantal gelezen, nl. Koning van Katoren, Oorlogswinter, Oosterschelde windkracht 10, de Kloof, Gevangenis met een open deur) gaan vooral over jongeren van ongeveer 15 jaar. Zij worden geconfronteerd met problemen die bijna onmogelijk zijn. Men vindt zijn boeken heel goed. Dit blijkt o.a. uit de bekroningen met de Gouden Griffel. Ikzelf vind zijn boeken vaak goed, hoewel ik "Koning van Katoren" niet zo leuk vond, net als "Oosterschelde windkracht tien", dat ook in de nominaties voor dit leesverslag voorkwam.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Gevangenis met een open deur door Jan Terlouw"