Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Geweten door René Appel

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
Boekcover Geweten
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas havo | 4385 woorden
  • 23 februari 2001
  • 157 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
157 keer beoordeeld

Boekcover Geweten
Shadow
Geweten door René Appel
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Uitgever : Ooievaar, Amsterdam
Jaartal 1e druk : 1996
Druk: 6 Jaar: 1998
TITELVERKLARING: Het boek heet “Geweten” omdat het verhaal over Peter gaat, die zijn verleden gaat onderzoeken. Hij kan namelijk heel veel niet meer herinneren en hij denkt dat hij niets gedaan had. Totdat hij op het laatst ontdekte dat hij wel degelijk de aanstichter was. En dus dat ‘op zijn geweten had’. GEEN MOTTO
PERSONEN: A. De hoofdpersoon is Peter. - Peter is in de ene helft van het boek achter in de 50 en in de andere helft zit hij in de examenklas van de middelbare school. - Er staat echt nergens iets over het uiterlijk. Je weet alleen dat als Peter oud is, hij al een beetje grijzend is en als hij nog een jongen is, gewoon een jongen met bruin haar is. - Hij is altijd een beetje de schuwste. Hij is niet degene die de grote bek opentrekt. De meeste die praten zijn Sytze en Johan. Peter is verliefd op Ineke, maar hij durft niets te ondernemen. Maar op het einde van het gedeelte toen ze jong waren blijkt dus dat Peter toen wel degene was die het meest doordramde over hun idee over gezamenlijk zelfmoord plegen. Toen was hij niet zo verlegen meer, maar er helemaal door geobserdeerd. (citaat, blz 236 : “Peter begon Henk tegen te spreken. Nu ze zover gekomen waren, mochten ze niet opgeven. Nu moesten ze sterk zijn, laten zien dat ze durfden. De anderen keken met een zekere verbazing naar Peter. Zo hadden ze hem nooit eerder horen praten, moet zoveel overtuigingskracht.”) - Peter vindt altijd alles eigenlijk wel goed. Hij doet gewoon wat de anderen doen en af en toe stelt hij ook wat voor. - Uit een arm milieu. Het zijn allemaal vrij slechte wijken. Wel bewoonbaar, niet dat het dak instort of zo, maar gewoon normale rijtjeshuizen. De oorlog was net achter de rug, dus echt goed opgevoed is hij niet. Maar het zijn geen asocialen. - Dat hij eigenlijk een man is van veel luisteren. Niet veel praten. - Ja, hij wordt volwassen. Je ziet dat alleen niet gebeuren, want telkens om het hoofdstuk speelt het in vroeger en nu af. Geen tussenleeftijd. - De hoofdpersoon is een karakter (round character) Het is helemaal geen standaard persoon of zo. Hij heeft een groot doorzettingsvermogen, want hij wou zo graag de waarheid weten en toen hij eenmaal op weg was, had hij er geen zin meer in. Hij had kunnen teruggaan, maar hij deed dat niet. Hij had het er ook bij kunnen laten, toen hij een beetje wist wat er gebeurd was. Hij werd er gek van, maar hij bleef doorgaan op de details. Hij heeft alles uitgezocht en of hij er nou echt gelukkiger mee is geworden? Dat weet ik niet. - Alle vijf andere personen uit ‘vroeger’ zijn zijn vrienden waar hij in ‘nu’ nog steeds veel waarde hecht. Een vrienden relatie als het ware. En zijn vrouw, die in het ‘nu’ voorkomt. Dat is dus een getrouwde man-vrouw relatie. (of zoiets) B. Sytze: Sytze is degene die altijd op de zolder ( hun geheime plekje) interessante verhalen vertelde. Hij is erg slim en weet altijd wel ergens een antwoord op. Meestal haalt hij de verhalen uit de krant en leest ze voor. Af en toe is hij een beetje dromerig. Relatie tot Peter : het is een van zijn vrienden

Johan: Johan is degene die altijd maar spannende dingen wilt doen. Hij neemt flessen drank mee en hij kwam met het pistool aanzetten. Hij houdt van het gevoel van macht. Vandaar dat pistool. Dan voelt hij zich machtig. Hij is ook vrij druk en je kan hem altijd wel mee vragen om iets gewaags te doen. Johan is verliefd op Trudy. Relatie tot Peter : het is een van zijn vrienden. Trudy: Trudy is een beetje een giegel samen met Ineke. Ze is een gewoon meisje, dat ook altijd wel in is voor iets spannends of gezelligs. Ze is niet zo’n kaktrutje, maar gewoon een normale meid die van spannende dingen houdt. Zij en Ineke zijn niet te scheiden. Relatie tot Peter: het is een van zijn vrienden. Ineke: Ineke is dus hartsvriendin met Trudy. Zij is verliefd op Peter en hij op haar, maar dat weten ze niet van elkaar. Ineke is verder zo’n beetje hetzelfde als Trudy, alleen ze is soms wat serieuzer, en denkt soms wat beter na. Ze is de zus van Henk. Relatie tot Peter: het is een van zijn vrienden en tevens zijn geliefde. (ze hebben niets) Henk: Henk is een beetje de leider. Henk is de oudste en de verstandigste, hij heeft altijd wel zijn woordje klaar. Het is een vriendelijke jongen die ook goed met Ineke kan opschieten. Soms verteld hij de dingen wel eens mooier dan ze in werkelijkheid zijn, maar hij brengt voor de rest altijd alles goed. Relatie tot Peter: het is een van zijn vrienden. In de tijd van nu wil Peter het verleden achterhalen. Hij was alles vergeten, hij had het verdrongen. Nu, veel jaren later en getrouwd, gaat hij terug naar zijn geboorteplaats waar hij was opgegroeid. Ineke, Johan en Henk wonen er nog. Trudy en Sytze zijn dood. (citaat blz 277:” De halve nacht had ik, woelend in het logeerbed -waar ik op eigen initiatief naar toe was gegaan –nagedacht over wat er werkelijk gebeurd kon zijn. Alles wees een kant uit, de kant van Johan.”) Ze waren erg tegenwerkend. Ze wilden helemaal niet het verleden oprakelen. Ze wilden het verleden laten rusten. Op het begin laten ze dan ook niets los. Peter blijft maar aandringen en uiteindelijk komt stukje bij beetje boven water. Ook door te concluderen ontdekt Peter veel dingen. Ook dus dat hij ook schuldig was. (citaat blz 167:” Maar ik wil het begrijpen. Jarenlang heb ik mijn jeugd, mijn verleden toegedekt, verborgen, weggestopt. Dat moet veranderen. Ik kan zo niet meer verder…ik wil zo niet meer verder.’ Ineke liep bij me vandaan. ‘Het is allemaal erger dan jij denkt…nog veel erger.”) Pas na een tijdje komt hij achter steeds meer dingen. Op het eind is de situatie erg slecht tussen hen, omdat Peter alles heeft ontdekt. (citaat blz 299:” Blijf van me af,’ beet ze me toe. ‘Ik ben toch maar een moordenares en jij bent het heilige boontje. Dat ben je altijd al geweest. Vroeger durfde je me niet aan te raken. Daar was je zeker…’ ‘ Maar ik…’ ‘En nu kan je weer zeggen dat wij het fout hebben gedaan. Daarom ben je zeker teruggekomen, om de schuld bij ons te leggen, om je eigen onschuld te bewijzen…de arme, onschuldige, zielige Petertje van Galen.”) En bij Johan en Henk gaat het hetzelfde. Johan pleegt in het ‘nu’ ook nog eens zelfmoord. Vroeger waren ze dus beste maatjes allemaal van elkaar, de allerbeste vrienden. Maar in het ‘nu’ is dat allemaal vijandiger. De karaktereigenschappen en de opvattingen worden niet door de overige personages beinvloed. TIJD EN PLAATS
A. In het vroeger speelt het verhaal zich af na de oorlog, ongeveer in 1946. (citaat blz 5: “BEVRIJD’ luidde de kop boven het interview. Ik legde de krant metten weg. Dit soort artikelen sloeg ik altijd over. Tenminste, ik probeerde het, maar hun aantal nam in deze periode - de grote aanloop voor 5 mei- met de dag toe.“) Het gedeelte dat in ‘nu’ afspeelt, speelt gewoon nu af. Toen het boek geschreven was. Er staat nergens een jaartal of zo. Dus gewoon ergens rond deze tijd. B. Het boek heeft 302 bladzijdes. Aangezien ik gemiddeld een uur doe over 50 bladzijdes en dit kleinere zijn dan in de normale boeken die ik lees, (Stephen King) heb ik er denk ik ongeveer vijf en een half uur a zes uur over gedaan. C. Nou, in het ‘vroeger’ gaan er ongeveer een paar maanden voorbij, de laatste paar maanden wanneer de examens ook zijn. In het ‘nu’ gaan er een paar weken voorbij, wanneer Peter weer in zijn geboorte- plaats is en de waarheid probeert uit te zoeken. D. Het is een beetje moeilijk om aan te geven wat de verhouding tussen de verteltijd en de vertelde tijd is. Dat komt omdat er in het ‘nu’ een paar weken voorbij gaat, terwijl er in het ‘vroeger’ een paar maanden voorbij gaan. Er is geen tijdvertraging of tijdsversnelling, omdat in het ‘nu’ (heden dus eigenlijk) gewoon alles doorloopt per halve dag ongeveer en in het ‘vroeger’ (verleden dus) ook. Het springt niet ineens verder naar hoe het zoveel jaren later is bijvoorbeeld, maar allebei de tijden gaan hun eigen gangetje als het ware. De tijdsprongen zijn elk hoofdstuk. Bijvoorbeeld in hoofdstuk 1 speelt het in het heden af en in hoofdstuk 2 in het verleden. En zo gaat dat het hele boek door. Om de beurt. Er zijn veel flash-backs. Dat zijn dus de stukken die in het verleden afspelen. De functie daarvan is om te weten wat er gebeurd is. Peter ontdekt in het heden steeds meer dingen, die een beetje oppervlakkig worden beschreven, zodat je eigenlijk niet precies weet WAT er is gebeurt. Door de flash-backs die er elke keer tussenzitten, weet je tenminste wat er echt gebeurd is. Het verhaal is chronologisch. Elke keer is er een hoofdstuk dat in het verleden afspeelt, waarin weer wat gebeurt, die Peter in het heden het hoofdstuk daarna herinnerd. Daardoor loopt de verhaallijn gewoon door en met behulp van de flash-backs is het te begrijpen. THEMA
A. Het gaat over in je verleden zoeken naar de waarheid. B. Ik denk dat het belangrijkste hoofdbewering in het boek is dat de waarheid soms anders is dan het lijkt. Peter denkt op de helft van het boek dat hij alles begrijpt, dat hij de waarheid heeft gevonden. Dan ontdekt hij dat Ineke Sytze van de watertoren heeft geduwd, in plaats van dat Sytze zelfmoord had gepleegd door er af te springen. (citaat, blz 301: “ Waarom heb je Sytze van de vuurtoren geduwd?’, vroeg ik. Ineke verstond me niet en ik herhaalde mijn vraag. ‘Wil je dat echt weten? Om jezelf daarna weer een beter mens te kunnen voelen?’ ‘Nee, niet daarom.’ Nu was ik immers toch elke illusie verloren. ‘Gewoon omdat ik het wil weten.”) De boodschap is dus dat je je verleden niet moet verdringen en gewoon doorgaat met je leven. Want anders kom je dus zoveel jaar later er achter dat je het gewoon moet weten van jezelf. En dan zie je dus wat er gebeurt met Peter. Die is helemaal verbaasd en ontsteld. Aan het einde van het boek gaat hij met Ineke verder en ze vergeten het verleden. Niet echt vergeten natuurlijk, maar gewoon dat Peter eindelijk kan doorgaan met zijn leven en er niet meer aan gaat denken, omdat hij nou alles weet. (citaat, blz 302: “ Ik keek op mijn horloge. Vijf minuten, dan kon ik alles hier achter me laten. Ik zou nooit meer terugkomen. Maar verder? Wat moest ik verder? Ik wist alles, over wat er gebeurd was en waarom het gebeurd was; Inekes rol kende ik nu, maar vooral die van mezelf. Of had ik al die dingen, die ik zogenaamd had ontdekt, eigenlijk altijd al geweten? Ik voelde me volledig uitgeput, maar vreemd genoeg toch ook voldaan, alsof ik een prestatie had volbracht waartoe ik mezelf op voorhand niet in staat had geacht.”) In dit stukje was hij net alleen in de trein gestapt om weg te kunnen. Daarna kwam Ineke naast hem zitten en gingen ze samen weg, niet wetend waarheen. SAMENVATTING
Het boek gaat over een man, Peter die vroeger 5 vrienden had waarmee hij altijd omging. Ze waren vrienden voor het leven. Er was toen iets gebeurd, waardoor ze allemaal uit elkaar gingen. In het heden probeert Peter de waarheid te ontdekken. Hij gaat terug naar zijn geboorteplaats, waar hij ook is opgegroeid. Hij zoekt 3 van zijn oude vrienden op, Henk, Ineke en Johan. Ze zijn alledrie verbaasd en Henk en Ineke vonden het ook leuk dat hij kwam. Uit Henk kreeg Peter niet zoveel los en uit Johan al helemaal niet. Dan gaat hij naar Ineke en blijft daar slapen. Ze krijgen wat en Peter belt zijn vrouw, Astrid, die nog in Amsterdam is,(waar ze wonen) op om met haar af te spreken. Hij vertelt haar dat hij wil scheiden. Dat gebeurt dus ook en hij probeert alles uit Ineke te krijgen. Dat lukt hem stukje bij beetje, en ook door zelf conclusies te trekken. Ondertussen pleegt Johan zelfmoord met een pistool. Hij ontdekt dus dat Trudy’s dood in het verleden kwam doordat ze met zijn zessen het allemaal niet meer zagen zitten en de afspraak hadden gemaakt om allemaal zelfmoord te plegen in de bunker, met het pistool dat Johan van zijn vader gestolen had. Allereerst gingen Trudy en Sytze naar binnen en Sytze zou Trudy doodschieten en daarna zichzelf. Hij schoot alleen Trudy neer en toen was hij zo overstuur dat hij zichzelf niet meer door zijn hoofd kon schieten. Hij kwam uit de bunker en geen van allen deed het meer. Ineke was Trudy’s beste vriendin ze verweet Sytze de dood van haar vriendin. Ze nam het mee naar de vuurtoren en duwde hem eraf. Maar de politie en de rest dacht aan zelfmoord en Ineke had het nooit verteld. Zelfs niet aan haar broer Henk. Daar komt Peter dus allemaal achter en ook dat hij zelf niet zo onschuldig was als hij dacht. Hij komt er achter dat toen het idee van gezamenlijk zelfmoord plegen ter sprake kwam, hij degene was die doordramde. Ze wisten niet van wie precies het idee kwam, maar dat het er gewoon ineens was. Maar een paar sputterde tegen en Peter dramde dus erg door. Terwijl hij juist degene was die nooit zijn bek opentrok. Dat vertelde Ineke hem. Het verhaal eindigt dat Peter in een trein stapt om weg te gaan nu hij alles weet en Ineke ineens naast hem komt te zitten en met hem mee gaat, beide niet wetend waarheen. PERSPECTIEF - Het heden wordt verteld in hij-zij. Het perspectief ligt bij Peter, alles gaat over Peter en je leest wat hij meemaakt. Maar het is wel elke keer “Peter dacht” en “Peter deed”. In het verleden is er wisselende focalisatie. Je ziet het elke keer uit een verschillende ogen. - Je ziet in het heden het dus door de ogen van Peter, niet geschreven in ‘ik’ maar
alles gaat dus over hem en zijn gedachtes. In het verleden zie je het door alle 6 de vrienden. Telkens verschillend. - In het verleden heeft het perspectief een goede invloed, omdat je het verhaal uit
alle zes de ogen ziet. Zo weet je de gevoelens en gedachten van allemaal, waardoor je een goed totaalbeeld krijgt en alle kanten van het verhaal weet. In het heden heeft het een slechte invloed, want je weet alleen maar de gevoelens van Peter en dus niet van de anderen. Zo weet je niet hoe zij er over denken. Misschien zien zij alles wel anders, waardoor het verhaal dus anders zou kunnen zijn. - Ja en nee. Ja in het verleden, omdat je ieder zijn kant van het verhaal ziet. Nee in het heden, omdat je alleen Peters kant van het verhaal ziet en niet van de anderen, terwijl als je de meningen van de anderen wel had gezien, was het verhaal misschien wel anders geworden. - Nee. Ik heb geen slecht verleden, ik heb me verleden niet verdrongen, ik
kamp niet met dat soort problemen. Ik heb niet 1 vriendengroep waarmee ik altijd omga en alles mee doe. Kortom : nee. MENING Ik vond het verhaal best wel spannend. Dat komt omdat het zo geschreven is dat je totaal niet weet wat er gaat gebeuren. Je weet ook bijna het hele boek niet wat dat ‘vreselijke’ was dat in het verleden was gebeurd. Je bent er de hele tijd hartstikke benieuwd naar en zo blijft de spanning er in. Het was gelukkig ook allemaal best te begrijpen, omdat het vrij makkelijk geschreven is. Het is natuurlijk wel een beetje lastig om te begrijpen waar het over gaat, als Peter achter de waarheid van zijn verleden probeert te komen, want je weet dus niet waar hij het over heeft. Maar dankzij de flash-backs is het veel makkelijker te begrijpen. Het is een beetje mysterieus, maar wel goed te volgen. (citaat, blz 138: “Voor de derde keer binnen een paar dagen deed ik het verhaal over mijn wederwaardigheden in Amsterdam. De eerste jaren op het benauwde zolderkamertje bij oom Sjoerd en tante Jantje in de Rustenburgerstraat, het HBS-diploma dat ik toch had gehaald, hoewel ik dat ook toen nog als een soort verraad voelde.”) Dit is dus een citaat om aan te geven dat het makkelijk geschreven is. Het einde was werkelijk erg verrassend. Dat kwam omdat ik totaal niet had verwacht dat Ineke de dood van Sytze op haar geweten had. Ik dacht dat het gewoon zelfmoord was, wat de politie toen ook dacht. En wat er gebeurd was in het verleden; ik had nou niet bepaald verwacht dat ze met zijn zessen zo diep waren gezonken dat ze aan gezamenlijk zelfmoord zouden doen. Dat het idee al ter sprake kwam, dat is toch belachelijk? En dat Sytze ook echt Trudy had neergeschoten. Ze hadden het ook wel afgesproken, maar het is echt verbazingwekkend dat hij toch het ‘lef’ er voor had om het te doen. Ik zou zoiets echt nooit durven. (citaat, blz 299: “Sytze is met je meegegaan omdat-ie verliefd op je was. Hij heeft je vertrouwd. Hij dacht misschien dat jij hem wilde helpen. Waarom heb je het verdomme gedaan? Waarom heb je Sytze vermoord?”) Dit zij Peter dus tegen Ineke toen hij had ontdekt dat Sytze geen zelfmoord had gepleegd, maar dat Ineke hem van de vuurtoren heeft geduwd. De schrijver gaat ook goed op het onderwerp in. Hij laat echt goed merken door de gedachtes van Peter zo uitgebreid te beschrijven, dat je echt moet oppassen dat de waarheid soms anders is dan je denkt. Ik bedoel, Peter was totaal verrast door wat hij ontdekte, maar ik ook. Het verhaal is echt heel anders afgelopen dan ik me had voorgesteld. (wat eerder staat uitgelegd op de vorige pagina) Door die manier van schrijven, zet het me ook aan het denken. Je wilt nog wel eens wat te snel geloven als iemand wat zegt. Je moet niet alles aannemen wat er verteld wordt, maar ook weer niet te achterdochtig zijn. En dat je de waarheid onder ogen moet zien, en er niet omheen draaien. Gewoon straight to the point. (citaat, blz 35: ”Hoe meer ik mijn bestemming naderde, des te sterker vroeg ik me af of het wel goed was wat ik deed. Wat had ik er te zoeken? Moest ik mezelf op de proef stellen? Moest ik iets bewijzen? En voor wie dan wel?”) Hier bedenkt Peter zich even waarom hij zo nodig zijn verleden moest achterhalen. Het is goed dat hij dat wel gedaan heeft, wat hij heeft jarenlang er over nagedacht. Het boek was dus op zich wel interessant, doordat het leerzaam is. Je ziet hoe het was na de oorlog, hoe alles anders was dan voor de oorlog. Mensen hadden minder geld, de jongeren waren allemaal depressief en veel dingen verleerd wat ze op school geleerd hadden voor de oorlog. Het zou ook echt denk ik wel echt gebeurd kunnen zijn. Als je zo’n hechte vriendengroep hebt, en het gewoon allemaal niet meer ziet zitten met zijn allen, dan kan ik me wel voorstellen dat je tot zo’n wanhoopsdaad komt. Het was wel nieuw voor me. Ik weet natuurlijk helemaal niet hoe het er aan toe ging in en na de oorlog. Ja, dat veel mensen dood gingen, dat er van alles te kort was, zoals voedsel. Maar je beseft helemaal niet hoe de mensen het hadden na de oorlog. Okee, iedereen is natuurlijk blij dat hij over is, maar toch. Iedereen heeft toen zoveel verliezen geleden, dat is gewoon vreselijk. Ik ben niet van mening veranderd of zo, want wat voor mening zou ik in godsnaam gehad kunnen hebben hierover? Ik wist toch wel dat de oorlog vreselijk was en ik ben nu wat meer te weten gekomen over hoe de mensen het na de oorlog hadden, maar een mening kan je niet echt over de oorlog hebben, toch? Ik vind het goed van meneer Appel dat hij dit boek geschreven heeft. Zijn bedoeling was om je wat meer van de situatie van na de oorlog te laten weten, en dat de waarheid soms anders is dan het lijkt. Dat heeft hij goed duidelijk gemaakt door goed te beschrijven hoe het was na de oorlog, en door het zo mysterieus te schrijven, dat de lezer er zelfs intuint. Die denkt ook dat het anders is. (citaat, blz 45: “Eindelijk waren ze vrij, niet meer naar school, en dan was hij de hele dag zijn vader aan het helpen: eerst het oude behang zoveel mogelijk wegscheuren, daarna oude kranten plakken, de na een dag het behang eroverheen. Scheuren en plakken, de hele dag. De eerste zomer in bevrijd Nederland moest er veel worden behangen.”) Ik ben het met hem eens dat de waarheid soms anders is dan het lijkt. Als iemand wat overtuigend vertelt over iets, geloof je het. Bijvoorbeeld roddels. En dan kom je er dus later achter dat dat helemaal niet waar is. Ik vind de personen in het boek niet herkenbaar. Ik heb natuurlijk nog nooit zo’n situatie meegemaakt en dat past helemaal niet in mijn wereldje. Dus ik kan me nou niet bepaald me in hun positie verplaatsen. Okee, ik heb wel een beste vriendin; Caroline. Als iemand haar zou neerschieten, zou ik ook niet weten waartoe ik in staat ben. Maar om nou gelijk diegene te vermoorden? Nou nee. En ik heb dus ook niet 1 vaste vriendengroep. Ik heb gewoon een grote vriendenkring, en daar ga ik verschillend mee om. Dan weer een tijdje met die, dan weer met die. Nooit echt een hecht groepje waar ik alleen maar me omga en verder met niemand. Buiten die vriendenkring heb ik nog wat vrienden, die hun helemaal niet kennen. Dus inleven, nee in dit boek niet. Het taalgebruik is erg makkelijk. Moeilijke woorden ben ik niet tegen gekomen. (citaat, blz 255: ”Er kunnen gekke dingen gebeuren als je d’r een tijdje uit gaat,’ zei e buurman, die ook niet wist dat hij in feite ex-buurman was. In zijn stem klonk iets onheilspellends.”) Het is allemaal vrij netjes geschreven. Geen scheldwoorden, misschien eentje per honderd bladzijdes. Zoals in Floortje Bloem is het allemaal gescheld van hier tot Tokio. Dat is natuurlijk wel overdreven, zoveel gescheld, maar dit boek was allemaal een beetje liefelijk geschreven. Zoals in de flash-backs naar het verleden, je zou toch wel van jongeren verwachten die zo’n moeilijke tijd achter de rug hebben dat ze af en toe wel ‘godverdomme’ of zoiets zouden zeggen? Nou niet dus. Een enkel keertje dus wel. (citaat, blz 64: “Sytze schreeuwde nu bijna. ‘Waarom verdomme als Wehrmachtsoldaat?”) Maar toen was Sytze hartstikke kwaad. En aangezien hij ook al de agressiefste was van hen, komt dat heel, heel af en toe voor. Op zich is het allemaal wel natuurlijk geschreven, ik bedoel volwassenen (de meeste dan) spreken natuurlijk wel netjes. Dat moet ook wel, vooral op je werk. Je kan natuurlijk niet zeggen tegen je secretaresse zeggen : ’ Heej (…), heb je die (…) offerte nou eindelijk al eens af? Ga eens met je luie (…) uit die stoel!!!’ Dat is niet erg netjes. Maar van die jongeren had ik het dus wel verwacht. De meeste jongeren nu doen het wel. Ik weet niet hoe dat vroeger was, maar ik denk wel bijna hetzelfde, misschien in mindere mate INFORMATIE OVER DE SCHRIJVER
vervolg van: A. Rene Appel is sociolinguist en houdt zich aan de Universiteit van Amsterdam vooral bezig met tweede-taalverwerving. Een bijzonder iets is dus dat hij de ziekte van non-Hodgkin heeft gehad. Dat komt nou niet bepaald vaak voor. Maar dat heeft niks met zijn werk te maken. Voor hij zelf misdaadliteratuur ging schrijven, was hij tien jaar lang recensent van thrillers voor het NRC Handelsblad. Ook was hij geruime tijd secretaris van het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs. Dus daarom is hij denk ik zelf misdaadliteratuur gaan schrijven. Zijn werk is niet auto-biografisch te noemen. Al zijn boeken gaat over misdaad, maar niet over zichzelf. Hij is twee keer genomineerd voor de Gouden Strop, de prijs voor de beste Nederlandstalige misdaadroman. Dat was in 1987 voor zijn debuut Handicap en in 1989 voor Spijt. Op 17 juni, 1991 won hij deze prijs met De derde persoon. Hij kreeg daarvoor tienduizend gulden. B. De schrijver heeft nou niet bepaald een bedoeling. Ja, om je te vermaken. En om te laten merken dat hele gewone mensen, jezelf ook dus, ook bij moord en doodslag betrokken kunnen raken. Zijn boeken gaan altijd over gewone mensen die betrokken raken bij moord en doodslag zoals een leraar geschiedenis (in Handicap), een apothekersassistente (in De derde persoon), de bazin van een stomerij (in vlekkeloos). Dat is zijn thema ongeveer. Dat komt dus ook in mijn boek voor, want 6 gewone vrienden, jongeren, die maken de dood van een (Trudy) van hun zessen mee. (de vijf anderen dus) En later nog een (Sytze). Volgens Appel is in principe iedereen tot moord in staat. Appel: “Als je mensen maar lang genoeg treitert, als je ze maar ver genoeg in het nauw drijft, wordt de vriendelijkste mens een killer.” De moordenaar in de boeken van Appel is dan ook iemand uit de nabije omgeving, bijvoorbeeld een buurman of een collega. D. Ik heb de informatie uit een dokumentatie-map gehaald in de bieb. In die map zat onder andere de overzichten van al zijn boeken en zijn leven. Er zat een artikel bij over de Gouden Strop, 2 bladen van het NBLC Auteursinformatie en nog een artikel van Jan Luyben over het boek, maar die heb ik niet gebruikt. Was bij nader inzien toch niet bruikbaar. Ik heb geen uittreksel gebruikt, ik heb gewoon de samenvatting en alles (kortom het hele boekverslag, behalve natuurlijk informatie over de schrijver, want dat kan je moeilijk zelf gaan verzinnen) zelf gedaan. Er is dus titel en geen bepaalde schrijver waar ik de informatie heb uit gehaald. De foto van Rene Appel die voorin achter het titelblad zit, komt uit het Parool, en is uit 17-6 ’97

REACTIES

N.

N.

hoi suzanne leuk verslag heb je daar wat heb je voor een punt daarvoor en op welke school zit jij?

22 jaar geleden

P.

P.

Liefste suzanne,

je kent me waarschijnlijk niet et ik ken je persoonlijk ook niet.ik heet peter-jan,ben 16jaar oud en woon in antwerpen. ik heb op de site www.scholieren.com je leesopdracht over'geweten' gelezen en ik vond het echt prachtig!!! zeer mooi geschreven ,zeer uitgebreid en zeer suptiel! voor woesdag 23/05 moet ik een werk over dit boek inleveren! ik moet namelijk de spanningstechnieken bespreken en naar het tekst verwijzen met voorbeelden. peter-jan

21 jaar geleden

L.

L.

welk niveau doe je VMBO-PRAKTIJK?
niet zo best....

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Geweten door René Appel"