Boektoets 3 Floor van Kuilenburg

A

1. Wat is de titel van je boek?

De titel van mijn boek is Password.

1. Wie is de schrijver van jee boek?

De schrijver van mijn boek is Mirjam Mous.

1. Wie is de uitgever van je boek?

De uitgever van mijn boek is Unieboek

1. Waar is je boek uitgegeven?

Mijn boek is uitgegeven in het Spectrum in Houten.

1. In welk jaar is je boek uitgegeven?

Mijn boek is uitgegeven in 2014.

B

1. Wie is de hoofdpersoon en hoe ziet hij eruit?

In mijn boek zijn 3 hoofdpersonen en ik kies er 2 uit.

1. Jerro Prins

 Jerro is een stoere jongen met zwart haar. Hij is erg verwend en hij is vijftien jaar. Zijn vader, Bjorge Prins, is eigenaar van Prince Enterprise en is daarmee erg rijk geworden.

1. Stefan

Stefan is de tweelingbroer van Jerro en heeft dat nooit geweten. Net zoals Jerro is hij dus ook vijftien jaar en heeft hij zwarte haren. De twee jongens lijken heel erg op elkaar. Stefan woont samen met zijn moeder in een huis en heeft zijn vader nooit gekend.

1. Noem een goede en een minder goede eigenschap van de hoofdpersoon en vertel waarom je vindt dat die eigenschappen bij die persoon passen.

Jerro Prins.

Een goed eigenschap van Jerro is dat hij een zelfverzekerde jongen die zich niet laat pesten. Een minder goed eigenschap is dat hij wilt dat iedereen naar hem luistert. Deze eigenschappen passen goed bij hem, omdat hij een populaire jongen is en iedereen vrienden met hem wilt zijn.

Stefan

Een goed eigenschap is dat hij een goede vriend is. Hij helpt al zijn vrienden altijd. Een slecht eigenschap is dat hij heel brutaal is en hij heeft schijt aan alles. Deze eigenschappen passen goed bij hem, omdat hij qua uiterlijk veel op Jerro lijkt maar qua innerlijk totaal niet. Dat maakt het boek ook leuker

1. Vertel of de hoofdpersoon in je boek verandert: hoe verandert hij en waardoor.

Jerro:

Jerro verandert door dat hij word ontvoerd en bijna niks kan doen. Hij zit de hele dag maar in een kamertje niks te doen.

Stefan:

Stefan veranderd, doordat hij in het leven van Jerro komt. Hij moet alles weten wat Jerro weet en doet. Anders zou het opvallen dat hij niet Jerro is. Het is dus heel belangrijk dat hij heel erg veranderd.

1. Wat zou jij zeker anders hebben gedaan dan de hoofdpersoon.

Stefan:

Ik zou het aanbod van de man niet hebben aangenomen, dan maar geen miljoen. Het is veel te gevaarlijk, als er iemand achter komt zou je in de gevangenis moeten en een strafblad krijgen en ik zou die man niet vertrouwd hebben, want ik zou bang zijn dat ik mijn miljoen nooit zou krijgen.

C

1. In welke tijd speelt het verhaal zich af?

Het verhaal speelt zich af in de moderne tijd. Dat kan je weten omdat er telefoons en Macbooks in voor komen.

1. Beschrijf een tijdsprong in je verhaal.

Een tijdsprong in het verhaal is als Stefan alle informatie van Jerro uit zijn hoofd moet leren. In het begin weet hij niks over hem en iets later weet hij al bijna alles uit zijn hoofd.

1. Beschrijf een gebeurtenis waarbij de schrijver een tijdvertraging toepast.

Een gebeurtenis waarbij de schrijver een tijdvertraging toepast is als Mick in het ziekenhuis aan komt. De schrijver vertelt precies wat er gebeurt en alles gaat heel erg langzaam.

1. Beschrijf een gebeurtenis waarbij de schrijver een tijdversnelling toepast.

Een gebeurtenis waarbij de schrijver een tijdversnelling gebruikt is als Stefan naar het ziekenhuis werd gebracht en vanaf daar moet doen alsof hij Jerro was. Dat ging heel snel en er werd weinig over vertelt.

D

1. Noem twee belangrijke plaatsen waar het verhaal zich afspeelt.

De twee belangrijke plaatsen waar het verhaal zich afspeelt zijn: Jerro’s huis en het huis waar Jerro in was opgesloten

1. Vertel waarom deze plaatsen belangrijk zijn

Het huis van Jerro is een belangrijke plaats in het verhaal, omdat Stefan daar heel er lang verblijft en zich als Jerro voor doet. Ze zijn vaak in het huis en Stefan moet alle kamers uit zijn hoofd weten. Zelfde de werkruimte van de vader van Jerro.