Feitelijke gegevens
- 2006
- 303 pagina's
- Uitgeverij: Contact
Flaptekst
Eerste zin
Samenvatting
November (blz. 9-46)
(voorafgaande afbeelding: twee goudvissen)
Heleen is een vrouw van een bloemenkweker Peter in het dorpje De Zilk in Zuid-Holland. Haar zeventienjarige zoon Storm is momenteel in Australië fietsen, haar dertienjarige dochter is een puber met te weinig aandacht voor haar uiterlijk en de jongens. Heleens zus Francien heeft een paardenfokkerij in Amerika met haar lesbische vriendin.
In november wordt Heleen gebeld door de buurvrouw van haar moeder die aangeeft dat er iets met haar moeder aan de hand is. Heleen gaat er onmiddellijk met de auto heen en merkt dat haar moeder een spraakstoornis heeft als gevolg van een herseninfarct. Ze kan niet op de woorden komen en de ingeschakelde huisarts geeft aan dat ze de volgende dag een hersenscan moet laten maken. Dat betekent dat ze de nacht bij haar moeder moet doorbrengen en dat vindt de bijna 50-jarige Heleen niet fijn. Er zijn wederzijdse schaamtegevoelens en bovendien kan haar moeder niet uitdrukken wat ze wil.
De volgende dag gaan ze naar het ziekenhuis en dat levert nogal komische situaties op. De moeder rookt gewoon op de plek waar het niet mag, zit later opgesloten in een toilet en kan er zelf niet uitkomen. Ze zijn dan weer te laat voor het maken van de hersenscan en moeten weer achteraan in de rij plaats nemen. Toch wordt duidelijk dat ze een soort herseninfarct heeft gehad, waardoor ze een spraakstoornis heeft en ook in het ziekenhuis moet worden opgenomen.
Heleen gaat nog wat spullen ophalen in haar moeders huis en loopt ook nog even langs de buurvrouw, die vertelt dat haar moeder ook nog een schildpad bij het bingospel gewonnen had die ze in het gootsteenkastje verborgen hield. Inderdaad vindt Heleen de schildpad en ze weet niet goed wat ze er mee moet doen.
De tekening van de goudvissen slaat op de hilarische situatie in het ziekenhuis, wanneer Heleens moeder twee goudvissen uit een kom haalt, omdat ze denkt dat ze een maaltijd moet bereiden.
December (blz. 49-90)
(voorafgaande afbeelding: zilveren kroontje: een oude vrouw in een stoel)
In dit hoofdstuk maakt Heleen expliciet dat ze alles in een dagboek aan het opschrijven is.
Heleens moeder wordt in het ziekenhuis opgenomen en elke dag moet ze haar bezoeken. Het is met recht een bezoeking, want ze staat altijd in de files en van enige dankbaarheid is geen sprake. Haar moeder kan niet logisch communiceren en er valt geen touw aan vast te knopen wat ze bedoelt. Een keer neemt Heleen de schildpad Bingo mee en die verstopt haar moeder meteen onder de dekens.
Haar zus Francien komt over uit de States en samen bezoeken ze hun moeder. Haar zus schrikt heftig. Wanneer Peter een keer met haar meegaat en op de terugweg bij een wegrestaurant stilhoudt, vermoedt Heleen dat hij wil gaan zeggen dat hij een ander heeft. Ze vrijen al een half jaar niet meer met elkaar. Ze heeft er vanwege de overgang geen zin meer in. Maar nee, hij wil slechts vragen of ze hun moeder zullen opnemen in hun huis. Daar schrikt Heleen ontzettend van; dat wil ze namelijk absoluut niet. Nee, haar moeder wordt ter revalidatie opgenomen in een verzorgingstehuis in Utrecht. Het is een heel mooi tehuis, waar meer geriatrische patiënten zitten. Ook fysiek gaat het minder met de moeder: ze wordt incontinent en Heleen haalt inlegkruisjes voor haar: dat was echter niet nodig, maar ze had de boodschap van de rasta-verpleger Bill (door haar moeder Kont genoemd) verkeerd begrepen. Hij belt haar ook nog op om te vragen of ze het kerstdiner wil bijwonen en dat doet Heleen. Ze nuttigen met de hele afdeling het diner en zingen kerstliedjes. Haar moeder zit met een zilveren kroontje op als een oude vrouw in een stoel (die afbeelding die het hoofdstuk opent).
Januari (blz.93-131)
(voorafgaande afbeelding: helleborus = een plantensoort die Peter kweekt)
In het derde hoofdstuk is er veel werk aan de winkel op de kwekerij van Heleen en Peter. Ze geven rondleidingen aan bedrijven en particulieren o.a. over de helleborus, een giftige plant die echter wel heel fraai is. Ook al omdat Peter een griepaanval krijgt, moet Heleen veel meehelpen en daardoor kan ze haar moeder niet te vaak bezoeken. Dat bezorgt haar wel een schuldgevoel. Peter heeft de telefoon van Margriet zo geprogrammeerd dat ze makkelijk kan bellen en Heleen wordt op een dag wel veertien keer gebeld om te praten over niets. Intussen zit ze wel met haar droge vagina (dr.v.) en haar verdwenen seksgevoelens. Bij de drogisterij in de naburige stad Hillegom durft ze niet om glijmiddel te vragen en wanneer ze een keer op weg naar haar moeder in Utrecht een Kruidvatwinkel binnenloopt om toch Lubricare te kopen, staat ineens buurvrouw Elly achter haar. Die zegt dat ze wel eens beslissingen mag nemen over de flat van haar moeder. Ze kunnen Margriet best in huis nemen, want ze hebben immers ruimte zat. Heleen wordt boos op Elly en zonder Lubricare te kopen gaat ze weer naar het verpleegtehuis, waar de situatie met de afasie van haar moeder inmiddels ook niet beter is geworden.
Op haar 75e had Margriet 100.000 gulden gewonnen en ze had haar kleinkinderen altijd beloofd dat ze een wereldreis mochten maken. Dat heeft Storm na zijn eindexamen gedaan en hij sms-t nu vanuit Australië naar zijn zusje Lizzy dat hij verliefd is geworden. Heleen hoort het met enige angst (veilig vrijen!) en jaloezie aan.
Van de logopediste in het verzorgingstehuis moet Heleen eenvoudige verhalen aan haar moeder gaan voorlezen en ze heeft een boek van haar dochter over Roodkapje te pakken gekregen. Het is ook het boek dat Heleen zelf van haar moeder heeft gekregen. Ze zit nu precies in de fase die in de titel van de roman wordt gesteld: haar zeventienjarige zoon is aan een seksleven toe, zelf heeft ze een te geringe libido om met haar man te vrijen en voor haar dementerende moeder zal ze sprookjes moeten gaan voorlezen.
Februari (blz. 135-174)
(voorafgaande afbeelding: merel) Staat symbool voor het ontluikende voorjaar.
Het voorjaar (en dus de liefde) zit in de lucht. Op Valentijnsdag krijgt Lizzy een roos en Heleen is blij voor haar dochter, want ze heeft misschien wel een vriendje. Heleen moet nog steeds haar moeder bezoeken in het tehuis. Op één van de tochten gaat ze op de terugweg langs bij haar vriendin Corinne die een kapsalon heeft. Beide vrouwen zijn in de overgang en praten daarom over de aftakeling van hun lichaam. Ze begint daarna na te denken over de periode die komt als Margriet uit het tehuis moet. Ze gaat op een dag een zorginstelling bezoeken en ziet allerlei dingen waarover ze liever nog niet wil nadenken. Haar moeder heeft een vorm van dementie veroorzaakt door een hersenbloeding en dat is een andere vorm dan dementie veroorzaakt door Alzheimer. Wanneer ze weer thuis is, maakt ze aantekeningen in een schrift met een kolom Voor en een kolom Tegen.
Een ander probleem dat Heleen steeds bezighoudt, is de aanwezigheid van Lizzy in het dierenasiel waar ze als vrijwilligster werkt. Ze verdenkt de veel oudere beheerder van het asiel Arend een verhouding met haar dochter te hebben. Wanneer ze haar dochter op een dag ophaalt bij het asiel en thuiskomt, ligt er een briefje van Peter dat ze naar het ziekenhuis moet komen, want Margriet is gevallen en heeft haar heup gebroken. Als ze weer uit de narcose komt, denk Margriet dat Peter bij een andere vrouw hoort. Dat brengt een flashback in het verhaal: Peter en Heleen op bezoek bij Francien in Amerika, waar hij een lastige zaak voor haar zo goed had opgeknapt dat Francien wel een beetje verliefd op hem leek te worden. Ze had dan ook grappig gezegd, dat ze hem wel eens een keer wilde lenen. Haar moeder had haar toen gewaarschuwd voor Francien.
Maart (blz. 177-216)
(voorafgaande afbeelding: Zuster, ik ben mijn bellen kwijt: oude vrouw)
In dit hoofdstuk gaat Heleen nog een aantal zorginstellingen af en in één ervan zegt een demente vrouw dat ze haar bellen kwijt is.
Margriet wordt weer teruggebracht naar het verzorgingstehuis en moet daar weer gaan revalideren. Het liefst zou Heleen aan de dokter willen vragen haar moeder te laten inslapen, maar dat durft ze niet. Als ze op een dag vertrekt, ziet ze een mobiel op het parkeerterrein liggen. Het is exact hetzelfde mobieltje als ze zelf heeft en ze steekt het enigszins onnadenkend in haar handtas. Het levert een aantal vreemde situaties op, want ze gaat sms'jes en voicemailberichten van de eigenares Sabine afluisteren. Ze is eigenlijk onderweg om een beetje overspannen te raken en dat komt mede doordat ze weer een aantal verpleegtehuizen heeft bezocht, waardoor ze steeds met dementerende mensen in contact komt. Haar man betrapt haar als ze bezig is met het afluisteren van de voicemailberichten en eigenlijk heeft ze geen verklaring voor haar vreemde handelen. Samen fietsen ze daarna naar het asiel, waar Arend en Lizzy een protestdemonstratie organiseren tegen de sluiting. Peter vindt het allemaal prachtig wat Lizzy doet, maar Heleen blijft nare gevoelens tegen Arend houden. Op de terugweg gaan ze met zijn drieën pannenkoeken eten en dan wordt Heleen op de mobiel van Sabine gebeld. Dat is natuurlijk heel vreemd dat er dan in het display een naam van een man verschijnt en Peter lijkt enige argwaan te gaan koesteren tegen Heleen. Immers, seks is er al bijna een jaar niet meer bij vanwege de dr.v van Heleen.
Weer op bezoek in het tehuis, ziet ze dat de dochter van mevrouw Van Dam haar moeder een banaantje komt brengen en tegelijkertijd het breiwerk van Mevrouw Van Dam weer uithaalt, omdat het anders veel te veel wol zou kosten. Terug op de snelweg gaat weer de telefoon van Sabine en Heleen bestelt op die telefoon een aantal pizza’s. Het lijkt inderdaad alsof ze overspannen raakt en ze zet haar auto op een parkeerterrein langs de weg. Ze valt in slaap en uren later wordt ze wakker. Als ze thuiskomt, helpt Peter Lizzy met een werkstuk op internet. Hij vindt het maar verdacht dat ze zo laat komt en hij suggereert opnieuw dat ze misschien een verhouding heeft.
Op dit moment wordt weer een flashback ingebouwd, namelijk over het feit dat Margriet vroeger zo’n hekel aan koken had dat ze op een bepaald moment begonnen was "anderlands" te koken. Maar dat was ook al snel gaan vervelen.
April (blz. 219- 260)
(voorafgaande afbeelding: kruipende schildpad)
Heleen gaat met haar bedrijfsleider op een beurs staan op zondag. Maar er is voor hen eigenlijk maar weinig klandizie. Ze hebben spijt ervan dat ze er naar toe zijn gegaan. De volgende dag begint diezelfde werknemer over de schildpad Bingo te praten. Hij zou dood zijn: ze doen een test in een emmer water en het lijkt er op dat het dier inderdaad dood is. Ze gooien het lijk in de vuilcontainer van het bedrijf.
Haar moeder is weer hersteld van de heupoperatie en heeft nu een ontzettende drang om te bewegen. Dat is in haar situatie echter niet zo verstandig. Er zou nog een operatie aan de spataderen moeten volgen, maar het wordt nu toch zo langzamerhand ook zaak om beslissingen te nemen waar ze naar toe moet. Heleen gaat op een dag de flat van haar moeder ontruimen en ze treft o.a. een boek over schildpadden aan. Van de buurvrouw die even komt kijken, hoort ze dat de schildpad Dick heette: ze had hem naar Heleens vader genoemd. Een wat rustige man met wie Heleen heel goed kon opschieten: samen hadden ze het geheim van de wandeling en de kroket die ze dan altijd nuttigden. Ook treft ze een fotoalbum aan.
In april is Lizzy jarig en Heleen heeft allerlei kennissen uitgenodigd om er toch nog een leuk feestje van te maken. Maar het zijn allemaal mensen die ouder zijn. Ook Lizzy heeft iemand uitgenodigd, maar die lijkt eerst niet te komen. Dat stemt haar erg verdrietig en Heleen troost haar een beetje. Dan blijkt Arend (de asieleigenaar) toch te komen en Lizzy is meteen erg vrolijk. Heleen haalt zich nu van alles in haar hoofd: het zal toch niet zo zijn dat die oude man een verhouding met haar dochter heeft. Ze pakt een pan met dipsaus en wil die naar Arend werpen, maar er staan nogal wat mensen tussen.
Het is duidelijk dat ze overspannen is en de huisarts raadt haar een rustkuur aan. Als ze voor de spiegel staat, komt één van de belangrijkste flashbacks in de roman naar voren: Heleen is als kind door haar moeder (weliswaar per ongeluk) verbrand met een strijkbout, wat een ernstige brandplek op haar borst heeft veroorzaakt. Het was altijd een reden van verwijdering tussen haar en haar moeder geweest, want ze had de brandplek altijd in het bijzijn van haar moeder moeten bedekken. Dat had de afstand tussen haar moeder en haarzelf geschapen.
Bij een bezoek in het tehuis ontmoet Heleen ook Sabine, de eigenares van het mobieltje. Daarvoor had Peter het voorwerp al teruggebracht naar de receptie van het tehuis. Ze had zich voorstellingen gemaakt van een mooie, begerenswaardige vrouw, maar het blijkt een vrij tuttige vrouw op leeftijd te zijn.
Mei (blz. 263-303)
(voorafgaande afbeelding: witte roos op de doodskist) Tijdens de begrafenis van een vrouw uit het verzorgingstehuis worden witte rozen op de doodskist gelegd.
In mei neemt hun belangrijkste werknemer Adri ontslag omdat hij voor zichzelf wil beginnen. Heleen heeft intussen haar excuus aan Arend aangeboden voor haar gedrag en opnieuw is er een flashback over de brandplek, wanneer Francien vraagt of ze de plek nog eens mag zien. Haar moeder wordt een beetje hysterisch. Daardoor voelt Heleen weer de afstand die er tussen haar en haar moeder is gebleven.
De verzorgers in het tehuis bellen haar op met de mededeling dat haar moeder de crematie van Mevrouw Van Dam wil bezoeken. Heleen moet mee en het is eigenlijk best komisch: ze zijn door verkeersoponthoud te laat met de rolstoeltaxi en Margriet zet tijdens de crematie met haar onsamenhangende gepraat de plechtigheid op zijn kop. De zoon van Mevrouw Van Dam vraagt hun zelfs de plechtigheid voortijdig te verlaten. Het bezoek aan het crematorium brengt Heleen wel dichter bij de dood van haar moeder. Wanneer ze de papieren uit de flat van haar moeder nog een doorleest, ziet ze dat haar moeder een "zorgverklaring" heeft opgesteld, waaruit blijkt dat ze geen medische handelingen wil, wanneer ze bijvoorbeeld in een coma zou raken. Heleen denkt dat ze dit papier kan gebruiken om de dokter in het tehuis zover te krijgen dat ze euthanasie op haar moeder kan laten uitvoeren. Maar de arts haalt haar snel uit de droom. Dat kan helemaal niet, ook niet met zo’n verklaring. Dat is een bittere pil voor Heleen. Ze gaat weer naar huis en ze mist haar dochter Lizzy opnieuw. Ze gaat weer hysterisch naar haar op zoek: op het asiel is ze deze keer niet te vinden, wel in een dierenwinkel met Ben, een leuke zoon van Corinne, aan wie ze Lizzy wel zou willen koppelen. Als echter ook blijkt dat Arend in de winkel achter bezig is, krijgt ze weer een waas voor haar ogen en gooit opnieuw iets naar zijn hoofd: deze keer is het een grote glazen vissenkom.
Dan gaat het perspectief ineens over op een schrijvende Heleen: ze heeft nog enkele pagina’s in haar schrift over om de gebeurtenissen te beschrijven. Ze maakt met Peter een cruise waarbij ze de evenaar passeren: de liefhebbende echtgenoot heeft het allemaal geregeld voor haar. Ze heeft in die schrijffase het idee gekregen dat haar moeder haar gered heeft bij het gooien van de vissenkom: hij was namelijk mis gegooid en op de grond gevallen. Anders waren de gevolgen natuurlijk heel groot geweest. Maar uit een soort ziekelijke bescherming had ze Lizzy voor het onheil willen behoeden. Haar eigen moeder had dat immers niet voor de kleine Heleen in petto gehad.
Het dagboek dat ze aan het schrijven is, lijkt iets op dat van Bridget Jones. Maar dat is fictie en de liefde tussen haar en Peter is werkelijkheid: zij het met vallen en opstaan. Ze realiseert zich wel dat ze bij thuiskomst van de cruise een tehuis zal moeten zoeken voor haar moeder: Margriet is al geopereerd aan haar spataderen en wanneer er ergens bij de vier tehuizen waar ze staat ingeschreven een plaatsje vrijkomt, zal ze haar moeten verhuizen naar de nieuwe kamer.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden