Tongen, muilen of bekken: onsmakelijke benamingen voor dezelfde activiteit: zoenen. Iedereen lijkt er dol op te zijn zijn tong in iemand anders' mond te steken, maar waarom eigenlijk? In deze blog zal ik antwoord geven op de vraag waarom wij zo graag zoenen, maar ook waarom zoenen heel goed voor je is!

In Nederland zijn jongeren gemiddeld 14 jaar wanneer ze voor het eerst aan het tongworstelen slaan. Maar maak je niet druk als je niet aan dit gemiddelde voldoet: waar de ene op zijn 10e al losgaat, is de ander er op zijn 17e pas aan toe.

Mocht je nog een 'groentje' zijn en niet durven zoenen, omdat je bang bent dat je het niet kan: maak je niet druk!! Zoiets als 'niet kunnen zoenen' bestaat namelijk niet. Iedereen heeft zijn eigen voorkeuren en maniertjes en een 'slechte zoen' komt voort uit het niet aansluiten van deze voorkeuren. Zoenen doe je niet in je eentje; goed samenspel is vereist. Wanneer je vaker met dezelfde persoon zoent zul je merken dat het steeds fijner wordt omdat je op elkaar ingespeeld raakt. 

De eerste keer

Hoewel een slechte zoen dus niet bestaat, kan (de eerste keer) zoenen flink wat stress met zich meebrengen. Naast de activiteit zelf, vinden veel jongeren de omstandigheden eromheen ook erg spannend. Je laat namelijk iemand op een intieme manier dichtbij komen, met ook aanrakingen en oogcontact.

Wanneer ik een feestje heb gehad, wordt de volgende dag met mijn vriendinnen de avond geëvalueerd. Een van de kernvragen die dan gesteld wordt is of er nog gezoend is, totdat een vriendin van mij laatst ineens vroeg: 'Maar waarom zoenen mensen eigenlijk?' Ik raakte ook erg benieuwd en besloot het te vragen aan Evelien van Spek van Sense, een website met informatie over seks. 

Mama bird

Ik stelde Van Spek de vraag waar in godsnaam het idee vandaan komt om met je tong in iemand anders' mond te gaan. Zij vertelde dat er een theorie rondgaat dat zoenen een connectie heeft met het door ouders voorkauwen van voedsel voor het kind. Vogels voederen hun jongen door voorgekauwd voedsel in het bekje van de babyvogel te lozen. "De band tussen moeder en babyvogel is liefde- en vertrouwensvol", vertelt Van Spek. "Deze zelfde gevoelens komen naar voren tijdens het zoenen." Probeer dit onsmakelijke voedsel-overbreng-verhaal maar te vergeten de volgende keer dat je gaat zoenen, maar de gedachte erachter klinkt logisch. 

Partnertest

Maar naast een geëvolueerde vorm van voederen, dient zoenen ook als een keuringssysteem. Tijdens het zoenen worden er een hoop bacteriën uitgewisseld, die een hoop chemische informatie kunnen overbrengen. Die informatie gaat bijvoorbeeld over de gezondheid of het testosterongehalte van de ander. Door te zoenen kan je als het ware keuren in hoeverre iemand geschikt is als partner, het dient naast genot dus ook als test. 

Happy hormonen

Tenslotte vertelde Van Spek dat wetenschappelijk is aangetoond dat zoenen ons gelukkig maakt en een ontstressend effect heeft. Tijdens het zoenen komen onder andere de hormonen oxitocine en cortisol vrij. Oxitocine wordt ook wel het 'verbindingshormoon' genoemd, omdat het ervoor zorgt dat de band tussen jou en je partner versterkt wordt. Daarnaast stimuleert het een vreugdige, blije mood. Corisol is een stressverminderd hormoon; na een potje zoenen voel je je vaak ontspannen.

Zoenen dient dus als partnertest en versterkt de vertrouwensband. Daarnaast werkt het stressverminderd en maakt het je gelukkiger. Waar wacht je dus nog op? Pak die knapperd op zijn of haar bek en laat de hormonen hun werk doen.