Ongemakkelijke begroetingen op straat
Het begroeten van een vage kennis op straat is pure horror. Je komt iemand tegen op de Kerklaan, in de Dorpsstraat, of weet ik veel waar. Je kent diegene wel een beetje, maar lang niet zo goed dat je vol blijdschap gillend op elkaar afrent.
Nu ben je door een speling van het lot, gewoon toevallig, op dezelfde plek beland. Nou ja, jij staat hier, de ander honderd meter verderop. Klinkt als een best simpele situatie, maar ik vrees dat ik er niet sociaal genoeg voor ben.
Als ik mensen zie op straat die ik ken, ontstaat er bij mij altijd een soort twijfel. Je loopt op elkaar af, maar je bent er nog lang niet. Wat doe je dan? Moet je vanuit de verte al begroeten? De straat heeft nog nooit zo lang geleken als nu. Truus met haar hondje/een hippe gozer/een Belangrijk Persoon komt dichterbij met mierenstapjes.
Jij probeert overal te kijken, als het maar niet recht voor je uit is - alles om oogcontact te vermijden. Gut, wat is je telefoon toch interessant met z'n tienduizend plotsklaps ontvangen berichtjes. Wat zit er eigenlijk veel kauwgom op straat! Wat bloeien de bomen mooi.
Eindeloze laan
Maar ach - wat is de straat nog steeds lang. De persoon tegenover je lijkt niet dichterbij te komen. Geen stap. Nog maar even overal en nergens kijken dus. Het enige probleempje: superasociaal voelt het wel.
En komt de passant dan eindelijk dichterbij, ja, loopt hij of zij langs je, dan roep je natuurlijk een heel spontaan en enthousiast goh-ik-heb-je-totaal-niet-aan-zien-komen "HALLO!" Dag zonnestraaltje van me! (of dat laatste laat je even weg, misschien.)
Of je hebt wel meteen gedag geschreeuwd zodra je de persoon in kwestie zag, toen-'ie nog honderd meter verderop was. Wel eerlijk. Wel sociaal. Maar dan sta je daar. Nou ja, je loopt. Je loopt al die meters op elkaar af, met een soort ongemakkelijke blik van 'ja gut nu hebben we al hoi gezegd'. Ja. Gut. Ook niet echt ideaal. Even serieus: ik heb echt geen idee wat ik moet doen in deze situatie.
Zwaaiproblemen
Of neem deze situatie: wat als iemand vol blijdschap zwaait en je niet zeker weet of het voor jou is bedoeld? Twee opties: jippie, iemand zwaait naar je, wat leuk! Enthousiast zwaai je terug, je begint al met roepen tot - oh. De persoon stopt met zwaaien en kijkt je raar aan. Hee, misschien was het toch voor de oude man achter je bedoeld.
Wat ook kan: je kijkt achterom. Staat toevallig iemand heel enthousiast terug te zwaaien? Dan weet je dat jij dat níet hoeft te doen. Zo ja, dan is dit een veilige optie. Maar als nou blijkt dat je de persoon in kwestie wél kent (of nou ja, hij kent jou), dan is het best ongemakkuluk als duidelijk blijkt dat jij hem niet herkende.
Begroetingen op straat zijn niets voor mij. Een fout schuilt in iedere hoek. En die hoek van de straat lijkt geen stap dichterbij, dat is nog wel het ergste. Lopen over de stoep is moeilijker dan je denkt. Voorlopig neem ik wel weer de fiets.
REACTIES
1 seconde geleden
S.
S.
Dit probleem had ik een tijdje geleden, met iemand die ik leuk vond. Heel ongemakkelijk :)
12 jaar geleden
Antwoorden