Ik en mijn anderhalve wenkbrauw
Soms heb ik wenkbrauwen. Soms heb ik helemaal geen wenkbrauwen. Meestal loop ik rond met een halve wenkbrauw, waarvan de ene helft nog moet uitgroeien. De reden achter deze wenkbrauwloosheid is geen hogere wiskunde. Ik kan het zelfs voor jullie samenvatten in een zestienletterwoord: trichotillomanie (TTM).
Trichotillomanie-watte? Trichotillomanie-datte:
τριχός + τίλλω + μανία
Trichotillomanie komt voort uit de Griekse woorden trichos (haar), tillo (ik trek) en manos (ziekte). Oftewel: haar + ik trek + ziekte. Voor de officiële definitie raadpleeg ik de DSM-5. Dat boek is voor psychologen een soort heilig boek der boeken waarin psychische aandoeningen staan onderverdeeld.
Het is, volgens de heilige DSM-5, een psychische dwangstoornis die ervoor zorgt dat iemand herhaaldelijk haren uitrekt, resulterend in haaruitval en/of kale plekken. Eén op de vijftig mensen lijdt pakweg aan trichotillomanie. Misschien ken je iemand die dit heeft. Of bén je iemand die dit heeft. High five! Welkom bij de club.
Stress
Hold your horses, trichotillomanie is niet besmettelijk, dus je hoeft je niet bang te zijn als ik ooit in je bijzijn nies of jou een knuffel geef. Deze stoornis is genetisch aangelegd. Hoewel er niemand in mijn directe familie het heeft, neem ik aan dat ik het vast heb overgeërfd van mijn achterachterachterneef van mijn overgrootmoeder haar kleindochter. Maar dat is slechts mijn hypothese.
Meestal wordt TTM in de puberteit aangewakkerd door stresshormonen. Bij mij speelt het al iets langer. Toen ik in groep 3 zat, had ik voor geen expliciete reden mijn hele rechterooglid kaal geplukt. Geen enkele wimper ontsnapte aan mijn vingernagels, waarmee ik iedere wimper genadeloos wegbonjourde. Later stopte ik grotendeels met wimpers plukken, en zodoende werden mijn wenkbrauwen slachtoffer. Ik pluk nu vooral mijn wenkbrauwen, maar geen hoofdharen. Vooral wanneer ik een partijtje stress heb, krijg ik de drang om haren eruit te trekken. Het is een terugkerend motief, ie-de-re proefwerkweek.
Waarom
Och, wist ik het maar precies waarom ik het doe. Het lucht voor mij quasi op (?) om haren eruit te trekken, maar ik schaam me uiterst wanneer ik die allesbehalve esthetische kale plekken zie. Enorm tegenstrijdig is mijn gedrag dan.
Het uittrekken doet niet echt veel pijn. Soms heb ik wel dat ik een wimper eruit trek en het een partijtje pijnlijk is. Ik ben geen masochist (iemand die opzettelijk zichzelf pijn doet), dus mezelf dit aan doen geeft me absoluut geen goed gevoel. Tijdens het leren zit ik vaak onbewust aan mijn wenkbrauwen en kan ik uren doorgaan zonder dat ik het doorheb. Het helpt ook niet echt als mijn omgeving gefrustreerd zegt: stop er gewoon mee! Goh, nóóit aan gedacht.
Wat helpt dan wel?
Trichotillomanie kan een irritante bitch zijn, want ik zou mooi liegen als ik zou beweren dat het mijn zelfbeeld nooit heeft aantast. Toch ben je niet hopeloos en is er ook in dit geval licht aan het einde van de tunnel. Voor dwangstoornissen als deze is er cognitieve gedragstherapie. Dat wil zeggen: therapie om je denkpatronen te veranderen. Je probeert jezelf ervan bewust te maken van hoe je denkt, en dus jezelf te stoppen voordat je haren trekt. Dit zou je bijvoorbeeld met een therapeut of praktijkondersteuner van de huisarts kunnen aanpakken. Ik probeer nu mijn stress te uiten via andere dingen, zoals een stressbal of van die vette plastic macaroni-dingen. En anders is daar mijn redder in nood: wenkbrauwpotlood. Hoera!
Normaal praat ik niet echt over mijn wenkbrauwsituatie. Nu ik dit artikel typ, lucht het op. En realiseer ik me hoe apart het woord 'wenkbrauw' klinkt. Maar goed, nu ben je hopelijk iets wijzer en kun je anderen tijdens het avondeten vertellen dat je vandaag hebt geleerd over ✨trichotillomanie✨.
Lieve groetjes van mij en mijn anderhalve wenkbrauw.
1 seconde geleden