In vijf jaar het vwo doen: in Ede kan het tegenwoordig. Eigenlijk duurt het vwo zes jaar, maar als eerste middelbare school in Nederland biedt het Pallas Athene College vwo-Sprint aan voor excellente leerlingen. De 14-jarige Dyoerdt Alkema zit in 3vwo-Sprint en legt uit wat er nou zo bijzonder is aan deze vorm van onderwijs. 

Vwo-Sprint is een innovatieve onderwijsrichting: je doet namelijk je vwo in vijf jaar en hebt daarbovenop in totaal één jaar aan stagetijd. "De eerste drie jaren van het gewone vwo doe je bij vwo-Sprint in twee jaar. In het vierde en vijfde jaar kun je een half jaar stagelopen, in Nederland of in het buitenland. Je kunt er ook voor kiezen om een aantal vakken aan de universiteit te volgen. In 4 vwo-Sprint ga ik zelf stagelopen op het Ministerie van Onderwijs", vertelt Dyoerdt.

Volgens de scholier doe je in het zesde jaar gewoon eindexamen. Eigenlijk zit je dus net als alle andere vwo'ers zes jaar op de middelbare school.

Projecten en profielen

Net als op het normale vwo heeft ook Sprint-vwo'er Dyoerdt een profiel moeten kiezen voor in de bovenbouw. Dyoerdt: "Op vwo-Sprint zijn de profielen gewoon hetzelfde als op andere scholen. Ik kan moeilijk kiezen, dus heb ik voor meerdere profielen in één gekozen. Als het tegen blijkt te vallen, kan ik volgend jaar alsnog vakken laten vallen of inwisselen."

Naast de profielvakken heeft vwo-Sprint ook nog een aantal extra vakken. Zo zijn er sprintlessen, waarin er sprintprojecten worden georganiseerd. Maar niet met alles wat ze op vwo-Sprint doen is Dyoerdt het eens: "Bij sprintprojecten doe je onderzoek voor een bepaald vak. Je bedenkt een hoofdvraag en deelvragen en uiteindelijk schrijf je er ook een verslag over en presenteer je je onderzoek. Soms zijn de sprintprojecten te voorgekauwd en zit er te weinig uitdaging in. Dat is jammer, maar daar hebben we met de docenten over gepraat en gelukkig luisteren ze daar ook naar."

Lastige stof

Hoewel vwo-Sprint in het leven is geroepen voor leerlingen die supergoed kunnen leren, vond Dyoerdt de onderbouw alsnog niet zo moeilijk. De bovenbouw is pittiger, zo geeft hij toe. "Eigenlijk vond ik de onderbouw nog steeds heel erg makkelijk. Zelfs met de extra uitdaging stond ik voor elk vak gemiddeld een acht. De bovenbouw is wel een hele omslag. De stof is veel lastiger en ook moeten we veel zelf plannen. Daar ben ik niet zo goed in."

Dyoerdt is blij dat hij voor vwo-Sprint heeft gekozen. Met een stage bij het Ministerie van Onderwijs in het vooruitzicht kijkt hij uit naar 4 vwo-Sprint. Maar dan moet hij natuurlijk wel zijn toetsen goed maken. De toetsweken op vwo-Sprint zijn opgedeeld in vier toetsweken. Aan het einde van elk blok heb je van elk vak een proefwerk. "Dat lijkt heel erg op hoe het in je examenjaar eruit gaat zien", vertelt Dyoerdt.

Grote stapels huiswerk en rasechte studiebollen vind je niet terug in Dyoerdts klas: "We zitten nu met dertien leerlingen in 3 vwo-Sprint. Ik hoop dat er in de toekomst meer leerlingen voor deze vorm van onderwijs zullen kiezen. Het is leuk, uitdagend en je krijgt er veel kansen mee!"