Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Crisis in Zuid-Amerika

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas havo | 3915 woorden
  • 17 januari 2003
  • 73 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
73 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding Dit werkstuk gaat over de economische crisis in Zuid-Amerika. In dit werkstuk gaan we het hebben over de landen die het meest zijn getroffen en dat zijn Argentinië, Uruguay en Brazilië. Laatste tijd is Zuid-Amerika vaak op het nieuws denk maar aan de stakingen in Venezuela die voornamelijk in de oliesector en in de publieke sector voorkomen. Dit is natuurlijk niet goed voor economie van het land. De reden van de staking is dat veel mensen vinden dat president Chavez de oorzaak is van de slechte economische situatie in het land en eisen zijn aftreden. Er zijn de afgelopen jaar vele situaties geweest in Zuid-Amerikaanse landen waarin het volk zich massaal tegen de politieke leiders en zijn beslissingen keert met wantoestanden als gevolg, zoals het vernielen en plunderen van winkels. Deze politieke instabiliteit zorgt ervoor dat investeerders wel drie keer nadenken voor dat ze investeren in zo een land. Het supermarktconcern Ahold is een van de Nederlandse investeerders die zijn vingers heeft gebrand in Zuid-Amerika. Afgelopen jaar heeft Ahold maar liefst 1 miljard euro zien afschrijven op zijn bezittingen in de Zuid-Amerikaanse landen en heeft daardoor 500 a 1000 banen moeten schrappen. Terwijl de politiek in Europa naar rechts verschuift is er in Zuid-Amerika een opkomst van linkse en populistische bewegingen. Waarom deze bewegingen momenteel in Zuid-Amerika zo populair zijn komt doordat er sinds de markt opengegooid is er een grote kloof tussen rijk en arm is ontstaan. Zo geloofde volgens het onderzoek “Latinobarometer” in Zuid-Amerika 10 jaar geleden de meerderheid dat het opengooien van de markt tot meer welvaart zou lijden. Nu gelooft de meerderheid dat het tot meer armoede heeft geleid. Aangezien er in veel landen van Zuid-Amerika er een kleine groep corrupte politici uit de elite heerste. Heeft de arme meerderheid er genoeg van en kiest voor zogenaamde “mannen van het volk” zoals bijvoorbeeld Brazilië een land van de oude slavenelites heeft nu LuLa ( voormalig schoenpoetser, metaalarbeider en vakbondleider) tot president verkozen met maar liefst 61,5 procent van de stemmen. De hoofdvraag is: Hoe is de crisis in Zuid-Amerika ontstaan? Ook wordt er in elk hoofdstuk bekeken wat de rol van de economische politiek was in het land. Het begrip economische politiek staat voor alle maatregelen die de overheid neemt om het economische leven te beïnvloeden. Hiervan komt de deelvraag: Wat was de rol van de economische politiek? Daarnaast heeft elk hoofdstuk een deelvraag. Met deze deelvragen komen we uiteindelijk tot het beantwoorden van de hoofdvraag Hoofdstuk1
Argentinië Hoe is de crisis ontstaan in Argentinië ?
Argentinië was eens het rijkste land van Zuid-Amerika. Nu heeft het een staatsschuld van 141 miljard dollar. In 1870 tot 1930 behoorde Argentinië met zijn onuitputtelijke agrarische mogelijkheden tot de welvarendste landen in de wereld, er kwamen zelfs vele immigranten uit Europa om daar welvaart te vinden. Maar na jaren van politieke chaos liet in 1983 de dictator Videla het land achter met een staatsschuld van 25 miljard dollar. Doordat de Argentijnen en dan vooral de elite en de toen grote middenklasse meer uitgaven dan dat er binnenkwam, kwam het land in problemen. De import kon niet worden betaald uit de opbrengsten van de export. Dit heeft als gevolg dat er een passieve betalingsbalans ontstaat. Dit houdt in dat een land armer wordt, de monetaire reserves ( goud en buitenlandsgeld / deviezen) bij de Argentijnse centrale bank neemt af. Het ontbrekende bedrag werd betaald door buitenlandse geldschieters waardoor de buitenlandse schulden stegen. Ook de overheid gaf meer uit dan wat uit belastingen binnen kwam. Doordat ze extra peso’s lieten drukken om de financiële tekorten te kunnen betalen, is er een hyperinflatie ( dit betekent dat de prijsstijgingen tientallen en soms honderden procenten per maand stijgt) gekomen van maar liefst 3000 procent. In 1991 kwam er een einde aan de hyperinflatie toen er werd besloten in 1990 om in de wet op te nemen dat de Argentijnse peso zou worden gekoppeld aan de Amerikaanse dollar in de verhouding 1 op 1 (currency board ). De banken garandeerden dus dat je de peso kon inwisselen voor een dollar. Wat betekent dat de banken voor elke peso een dollar in voorraad moet hebben. De centrale bank moet deze koers handhaven doormiddel van interventie(zie later in dit hoofdstuk) Nu kon de regering niet meer via geldsschepping zijn tekorten aanvullen en stijgt de inflatie dus minder snel dan in de jaren daarvoor. Argentijnse peso was nu stabiel. Het nadeel was dat de dollar steeds sterker werd. Wat betekende dat de Argentijnse exportproducten steeds duurder werden. Daarnaast had Brazilië zijn munt ook gekoppeld aan de Amerikaanse dollar maar Brazilië had niet een vaste koppeling zoals Argentinië maar een kruipende koppeling. Dit noemen ze een crawling peg, wat betekent dat de werkelijke koers met een bepaald percentage mag afwijken van de werkelijke koers. Dreigt de afwijking groter te worden dan dit percentage dan grijpt de centrale bank in om de afgesproken koers te handhaven. Dit noemen ze interventie, de centrale bank kan de koers handhaven door valuta te kopen of verkopen en door rente te verlagen of verhogen. Brazilië had afgesproken dat de real maandelijks met 0,6 % mocht devalueren, als de centrale bank een lagere koers voor zijn eigen munt na streeft noemen ze dat devaluatie (dit is in tegenstelling van depreciatie niet door het vrije spel van vraag en aanbod. Toen Brazilië deze koppeling in 1998 los liet was de Braziliaanse real met 40% in waarde gedaald tegenover de dollar. Dit noemen ze depreciatie, dat betekent dat de wisselkoers is gedaald door het vrije spel van vraag en aanbod. Wat natuurlijk een ramp was voor Argentinië want Brazilië was het belangrijkste afzetgebied binnen de vrijhandelszone Mercosur dat 1991 was opgericht met als leden Brazilië, Argentinië, Uruguay, Paraguay, Chili en Bolivia. Door de depreciatie van de Braziliaanse real werd het niet alleen moeilijk om producten naar Brazilië te exporten, maar ook gingen bedrijven zich van Argentinië naar Brazilië verplaatsten omdat je van daaruit goedkoper kon exporteren. Naast dit probleem kwam ook een belangrijk exportproduct van Argentinië in de problemen door het begin van mond- en klauwzeer. Eind 2001 is Argentinië bankroet het land heeft een schuld van 132 miljard euro en het IMF weigert om Argentinië nog geld te lenen. Het Internationaal Monetair Fonds heeft drie doelstellingen: 1. Het bevorderen van internationale samenwerking op monetair gebied

2. Uitbreiding van de wereldhandel
3. Wisselkoersstabiliteit
Een van de manieren om die doelstellingen te bereiken is het lenen van vreemde valuta aan landen met betalingsbalansproblemen. In het geval van Argentinië dus Amerikaanse dollars. Maar het IMF wil niet meer geld uitlenen omdat het vind dat het in een bodemloze put verdwijnt en eist een ander economisch beleid als voorwaarde voor een nieuwe lening. Om te voorkomen dat het land volledig financieel instort heeft de regering besloten dat de Argentijnen nog maar 250 dollar per week in contanten van hun bankrekeningen mogen opnemen en niet meer dan 1000 dollar per maand mogen overboeken naar het buitenland. Deze maatregel is gezet als gevolg van de kapitaalvlucht door de bevolking naar andere landen vanaf januari 2001 tot en met november 2001 is er meer dan 14,5 miljard aan spaartegoeden opgenomen, dit is 17% van het totaal. Argentinië is bankroet het kan zijn schulden niet meer betalen er heerst grote armoede en onrust met als gevolg een golf van plundering in december 2001 die iedereen zich vast nog wel kan herinneren (op de foto zie je hoe supermarkten werden leeggeroofd ). Maar liefst 50% van de bevolking leeft onder de armoedegrens en 20% van de bevolking is werkeloos. Daarnaast is er een grote kloof tussen rijk en arm. Waar in 1974 de rijkste 10% van de bevolking 12,3 keer meer inkomen kregen dan de armste 10% is dat verschil opgelopen tot 26,1 keer zoveel meer inkomen voor de rijkste 10% in 2001. Er is hier sprake van een behoorlijke inkomensdenivellering. Dit betekent dat de inkomensverschillen groter worden. De Lorenz-curve (dit is de gebogen lijn in een grafiek waarin de personele inkomensverdeling wordt weergegeven)van dit is land erg gebogen. Het land verkeert in een depressie. Het gevolg hiervan is een lagere bezettingsgraad ( het benutten van de aanwezige productiecapaciteit) van de productiecapaciteit en werkeloosheid. De bevolking gelooft niet meer in de politiek en heeft in een maand tijd 2 presidenten naar huis gestuurd. Op 7 januari 2002 besluit de regering de vaste koppeling van de Argentijnse peso met de Amerikaanse dollar los te laten. De peso is meteen met 29% gedeprecieerd en 1 peso is nu dus 0.71 dollar waard. De regering hoopt hiermee de politieke en economische chaos te verbeteren. Om de bevolking een beetje te compenseren beloofde de regering dat de huren die in dollars waren vastgesteld in peso’s mogen worden betaald en dat spaarrekeningen (tot maximum 100.000 dollar) in dollars in dollars zullen blijven . Ook zullen de schulden die eerst in dollars waren worden omgezet in de gedeprecieerde peso. De banken zijn boos, zij zullen hierdoor een verlies van 10 miljard dollar leiden (ruim de helft van hun totale vermogen). Behalve dat de koopkracht van de Argentijnen hierdoor daalt hebben ook multinationals met vestigingen in Argentinië de koersen van hun aandelen zien dalen. Enkele voorbeelden hiervan zijn Ahold en ING, maar vooral bij bedrijven met grote belangen in Argentinië worden zwaar getroffen zoals bijvoorbeeld Telefonica (het grootste beursfonds van Spanje) die zag zijn bedrijf 3,3 miljard euro in waarde dalen. Een maand na de belofte van de regering om de Amerikaanse dollars van de bevolking in dollars te laten is inmiddels verbroken en worden de 44,8 miljard dollars op de spaartegoeden toch omgezet in peso’s. Ook is de peso inmiddels verder gedeprecieerd en is inmiddels 2,10 peso’s voor 1 Amerikaanse dollar en is de schuld opgelopen tot 141 miljard dollar. De bevolking voelt zich belazerd en beroofd door haar eigen regering. De armoede neemt nog steeds toe tot de dag van vandaag. Er was veel internationale verontwaardiging toen er beelden op televisie te zien waren van zwaar ondervoedde kinderen in de stad Tucaman waar in de week van 20 november 2002 acht kinderen door de gevolg van honger zijn gestorven, de regering zal volgende week beginnen met een noodprogramma. Argentinië heeft eerder dit jaar verzaakt met het terugbetalen van de schuld aan de IMF en heeft afgesproken dat op 22 november er 12 miljard zou worden betaald. Nu eenmaal zover kan Argentinië weer niet betalen. Het IMF erkende de economische en sociale problemen in het land en heeft besloten het 1 jaar op te schorten. Volgend jaar moet Argentinië tenminste 12 miljard dollar terugbetalen. Ongeveer een jaar later (2 december 2002 ) na het bevriezen van het spaargeld van de Argentijnen door de overheid mag er weer onbeperkt geld opgenomen worden bij de banken. De maatregel is opgeheven na dat boze rekeninghouders met steeds meer succes juridische stappen had ondernomen. Het Hooggerechtshof stond op het punt om de maatregelen ongrondwettig te verklaren. De autoriteiten vreesden als gevolg hiervan een stormloop op de banken. Maar nadat de koers was opgeheven was er in de wisselkoers van de peso tegenover de dollarkoers nauwelijks verschil dan voor de opheffing. Het massaal opnemen van spaartegoeden bleef uit. Op 2 december 2002 betaal je 3,66 peso’s voor 1 Amerikaanse dollar. Analisten verwachten geen herstel van de pesokoers voordat het een akkoord sluit met het Internationaal Monetair Fonds over nieuwe financiële hulp. Financiële hulp van het IMF zit er voorlopig niet in, het eist een acceptabel economisch hervormingsprogramma. Argentinië en het IMF zijn al 11 maanden aan het onderhandelen over nieuwe financiële hulp, maar die onderhandelingen lopen steeds vast. Het IMF eist onder andere dat ze de prijzen voor gas, elektriciteit en de telefoon met 30% laten stijgen. Iets wat niet kan volgens de huidige president Duhalde nu zijn land in de diepste economische crisis ooit zit. Volgens de president blijft het IMF op punten hameren die niet uitvoerbaar zijn. De toekomst van Argentinië ziet er niet rooskleurig uit nu dat ook het IMF geen lening wil verstrekken. Maar deze “Tango –crisis” houdt niet op bij grens het heeft ook invloed gehad op zijn buurland Uruguay, dit lezen we in het volgende hoofdstuk. Hoofdstuk 2
Uruguay
Heeft de crisis in Argentinië effect gehad op Uruguay ?
Uruguay werd het Zwitserland van Zuid-Amerika genoemd. Maar de economie van Uruguay is al vier jaar in recessie. Dit betekent dat de economische groei al vier jaar aan het dalen is. Bovendien heeft het land ook te lijden onder van wat ze de “Tango-crisis” noemen. In de krantartikelen staan teksten als “Uruguay nu ook besmet met het virus” met andere woorden het land begint dezelfde symptomen als Argentinië te krijgen. Ruim een half jaar later dan in Argentinië (augustus) worden nu ook hier de winkels geplunderd en protesteert het volk tegen het economisch beleid. Net als in Argentinië heeft ook hier het volk geen vertrouwen meer in de politiek. Deze oorzaak van de crisis hier komt omdat in de tijden dat de Argentijnse overheid de spaartegoeden bevroor de Argentijnse bevolking massaal geld van hun spaarrekening haalden van het buitenland. Waarvan veel geld in Uruguay, aangezien het maar drie kwartier met de snelboot vanaf de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires ligt was het voor de Argentijnen een bestemming waar de voorkeur naar uitging om spaargeld weg te zetten. De Argentijnen hadden voor zo’n 29 miljard dollar aan spaartegoeden in het buitenland. Doordat er in relatief korte tijd veel geld van spaarrekeningen werd gehaald heeft de regering van Uruguay besloten net als toentertijd in Argentinië om de banktegoeden gedeeltelijk te bevriezen om tijd te winnen om aanvullende maatregelen te nemen. Door dit besluit begon ook in Uruguay de sociale onrust toe te nemen en werden winkels leeggeroofd en braken er rellen en stakingen uit. Het IMF en de Amerikaanse regering vinden Uruguay een onschuldig slachtoffer van Argentijnse crisis en krijgt daarom een versneld een lening van 1,5 miljard dollar van het IMF, de Internationale Amerikaanse Ontwikkelingsbank en de Wereldbank. Door het besluit van de IMF en de twee andere ontwikkelingsbanken zijn de deuren van de bank naar enkele dagen gesloten geweest te zijn weer open. Wel is een voorwaarde dat bepaalde deposito’s voor maximaal 3 jaar bevroren blijven maar van de spaarrekeningen en betaalrekeningen kan weer gebruik gemaakt worden. Door deze snelle reactie van de internationale financiële instellingen op de crisis verwacht het IMF dat het vertrouwen van spaarders en van het bedrijfsleven zal herstellen. Bovendien denkt het IMF dat door deze snelle manier van handelen Uruguay zijn kop boven water kan houden ondanks de slechte economische situatie in Argentinië en Brazilië. De drie landen die het zwaarst getroffen zijn door de “Tango-Crisis” zijn dus natuurlijk Argentinië zelf , Uruguay en Brazilië. Over dit laatste land gaan we het hebben in volgend hoofdstuk. Hoofdstuk 3
Brazilië Hoe staat met de economie van Brazilië ?
Brazilië telt 175 miljoen inwoners en is de grootste economie van Zuid-Amerika dat maar liefst 40% van het BNP van Zuid-Amerika voor haar rekening neemt. Het Bruto Nationaal Product staat voor de totale bruto toegevoegde waarden van een land van een jaar bij elkaar optellen. De bruto toegevoegde waarde bestaat uit beloningen voor de productiefactoren en afschrijvingen: 1. Afschrijvingen. 2. Loon ( als beloning van de productiefactor arbeid) 3. Rente (als beloning voor de productiefactor kapitaal) 4. Pacht / huur ( als beloning voor de productiefactor natuur) 5. Winst ( als beloning voor de productiefactor ondernemersactiviteit) Na de hulp van IMF aan Uruguay geeft het IMF een week later financiële hulp aan Brazilië. Het is een van de grootste hulppakketten dat het IMF ooit aan een land heeft verstrekt. Het IMF geeft financiële hulp voor 30 miljard dollar, dit meer dan iedereen verwacht had inclusief analisten. De voorwaarde dat het IMF gesteld heeft is dat het land in 2003 een begrotingsoverschot (exclusief rentelasten) moet hebben ter grootte van 3,75 procent van het BNP. Ook in 2004 en 2005 moet zo'n overschot worden bereikt. Het IMF verstrekt de lening om te voorkomen dat Brazilië in een schuldencrisis terecht komt en de rest van Zuid-Amerika daarin meesleurt. Door dit besluit zagen verschillende bedrijven hun koers stijgen waaronder de staalproducent Corus en Spaanse telecombedrijf Telefónica. Voor de hulp van de IMF dreigde Brazilië dezelfde kant op te gaan als Argentinië. De Braziliaanse real was in 3 maanden tijd met 20% gedaald. Hierdoor was het aflossen en aangaan van leningen steeds duurder geworden voor de overheid omdat ze nu voor aflossen van de schulden meer Braziliaanse realen moeten betalen. Ook de ondernemingen werden er de dupe van zij houden minder over omdat ze dus meer moeten betalen voor het aflossen van de schuld. Enkele dagen na het besluit van de IMF besloot ook de Internationale Amerikaanse Ontwikkelingsbank en de Wereldbank het land 3 miljard dollar extra te geven. Deze lening is verstrekt onder hetzelfde motto als bij Paraguay, namelijk de steun en het vertrouwen van de internationale gemeenschap is belangrijk voor het herstellen van de financiële markt en daarnaast helpt het mee aan de verbetering van de economische en sociale situatie. Brazilië heeft in augustus 2002 een staatsschuld van 250 miljard dollar. Een staatsschuld bestaat uit al het geld dat de overheid in de loop van de jaren heeft geleend, vermindert met de bedragen die daarvan al zijn afgelost. Ondanks de massale internationale steun staat de koers van de real en de beurskoersen na enkele dagen weer onder druk. Dit heeft niks te maken met de “Tango-crisis” maar meer met de aankomende verkiezingen in het land. In de peilingen staan de linkse partijen aan kop en investeerders zijn bang dat ze het economisch beleid van de huidige centrum regering niet zullen doorvoeren en zullen verzaken bij het aflossen van de staatsschuld. De huidige president Fernando Henrique Cardoso kondigde naar ongeveer anderhalve week (17 augustus) na de internationale financiële steun aan dat hij een pact wil sluiten met alle presidentskandidaten waarin ze zwart op wit beloven dat ze internationaal gemaakte afspraken zullen nakomen. Hiermee hoopt de president de investeerders gerust te stellen. Op 28 september is de koers van de real gezakt naar een nieuw diepte punt, de wisselkoers is nu 1 dollar tegen 3,88 real. Dit komt omdat de investeerders de linkse president Lula die aan kop loopt in de peilingen beschouwen als een gevaar. Zelfs de bank ABN-AMRO waarschuwt voor het gevaar als deze man president wordt. Op 28 oktober is dan zover Lula heeft de verkiezingen gewonnen met 61,8 procent van de stemmen. Voor de eerste keer heeft Brazilië een socialistische president waar eerst altijd de elite de macht had. President Lula staat voor verandering in het neo-liberalisme dat onder andere inhoud vrije marktregelingen en privatiseringen van nutsbedrijven( die eerst volledig staatseigendom waren). Hierbij heeft hij een gevoelige snaar geraakt bij het volk dat sinds de neo-liberalistisch model is ingevoerd de kloof tussen rijk en arm steeds groter heeft zien worden. President Lula wil een eerlijkere vorm van kapitalisme waarbij de verschillen tussen rijk en arm kleiner worden. Deze president staat dus voor een progressievere inkomensbeleid. Zijn doel is geen honger meer in Brazilië en toch zijn verplichting nakomen bij het IMF ( het halen van een begrotingsoverschot van 3,75 procent van het BNP). Omdat de financiële markt niet gelooft dat deze twee doelen samen kunnen gaan, zijn na het bekend worden dat president Lula de verkiezingen heeft gewonnen (28 oktober) de beurzen ingezakt en de koers van de real verder gedaald. Een maand later zijn de cijfers bekend gemaakt van het derde kwartaal. Het BNP is 0,98 % toegenomen ten opzichte van het tweede kwartaal en was 2,38 procent hoger dan vorig jaar. Dit heeft Brazilië met name te danken aan prijsstijgingen van grondstoffen zoals soja en koffie en aan dat de real in het derde kwartaal 33 % van zijn waarde verloren heeft, waardoor de exportproducten van Brazilië goedkoper werden en dus beter konden concurreren. President Bush wil over twee jaar de Amerikaanse vrijhandelszone FTAA rond hebben maar president Lula wil hiermee alleen akkoord gaan als het een verdrag van gelijkheid is. Zo wil Lula samen met andere Latijns-Amerikaanse landen een vuist maken tegen het handelsprotectionisme van de Verenigde Staten. Handelsprotectionisme is het opwerpen van handelsbelemmeringen om de eigen economie te beschermen. Twee voorbeelden van protectionistische maatregelen zijn invoerrechten heffen en een importquota /contingenten vaststellen, dit houdt in dat er in een bepaalde periode niet meer dan een vastgestelde hoeveelheid /waarde mag worden ingevoerd. Ondanks de verbetering van het BNP heeft Brazilië een hoge schuldenlast en een snel stijgende inflatie daarnaast is het afgelopen jaar de Braziliaanse real met 40% in waarde gedaald tegenover de dollar. President Lula maakte bekend dat het moeilijke tijden zullen worden en dat hij waarschijnlijk niet al zijn campagne beloften zal kunnen nakomen. Ook heeft hij aangekondigd dat hij gaat bezuinigen op defensie en op pensioenen van soldaten en ambtenaren. Hoe het Brazilië zal vergaan met haar nieuwe president en zijn sociale en economisch beleid zal de toekomst moeten uitwijzen. Conclusie We gaan nu antwoord geven op de hoofdvraag die luidt: Hoe is de crisis in Zuid-Amerika ontstaan? Het zal duidelijk zijn dat de crisis is begonnen in Argentinië. De opbrengsten van de export waren veel lager dan de uitgaven aan de import. Door dat ze de tekorten op de betalingsbalans financierden met geldscheppingen kwam er een hyperinflatie van 3000 procent. Daarnaast leenden ze ook veel geld van de binnenlandse en buitenlandse kapitaalmarkt. Om een einde te maken aan de hyperinflatie besloten ze via een currency board de peso vaste te koppelen aan de dollar. Een grote fout want ze hebben nu de wisselkoers als instrument weggegeven. Je kunt nu je concurrentiepositie niet verbeteren door je munt te laten devalueren, je zit vast aan de dollar. De volgende factoren bepalen de wisselkoers van een valuta. De factoren die de vraag naar de valuta van een land bepalen, zijn de export van goederen en diensten en de buitenlandse investeringen en beleggingen in dat land. De factoren die het aanbod van de valuta van een land bepalen, zijn de import van goederen en diensten en beleggingen van dat land in het buitenland. Aangezien er een grote is verschil tussen de Argentijnse en Amerikaanse economie heeft dit grote gevolgen gehad. De Amerikaanse economie groeide hard en de munt apprecieerde ( stijging in waarde van de munt tegenover andere valuta door het vrije spel van vraag en aanbod) wat betekende dat de peso ook in waarde moest stijgen. Dit was zeer slecht voor de exportpositie van Argentinië want hun producten waren nu veel duurder op de buitenlandse markt. Daarnaast liet Brazilië, een belangrijk afzetgebied van Argentinië, de kruipende koppeling aan de dollar los waardoor de munt met 40% deprecieerde en begon mond –en klauwzeer op te komen wat een belangrijk exportproduct van Argentinië was. Wel kon Argentinië blijven lenen op de binnenlandse en buitenlandse kapitaalmarkt. Dit heeft geleid tot een enorme staatsschuld. Begin dit jaar heeft Argentinië zijn vaste koppeling met de dollar moeten loslaten en is het depreciëren van de munt begonnen. Door het snelle opnemen van de spaartegoeden heeft Argentinië de bankrekeningen van de burgers bevroren. Daardoor zijn de burgers massaal hun spaartegoeden in buurland Uruguay gaan opnemen waardoor dat land nog verder in de financiële problemen kwam, in december 2002 ( ongeveer een jaar later) werd de maatregel van Argentinië opgeheven en konden de mensen weer bij hun geld. Ook Brazilië die zijn kruipende koppeling met de dollar al in 1998 losliet is door de slechte economische toestand in de twee landen, dat belangrijke afzetgebieden zijn van Brazilië in de vrijhandelszone Mercosur, er verder op achteruit gegaan. Daarnaast heeft Brazilië te kampen met de angst van investeerders dat Brazilië de zelfde kant op zal gaan als Argentinië en het weinig vertrouwen van de financiële markt in het economisch beleid van de huidige socialistische president Lula. Brazilië en Uruguay hebben van het IMF en andere ontwikkelingsbanken forse financiële steun gekregen om te voorkomen dat de “Tangocrisis” zich verder over Zuid-Amerika verspreidt. Argentinië niet die heeft al twee keer verzaakt met het terugbetalen van de schuld en heeft zich hiermee zo goed als geen toegang meer tot de binnenlandse en buitenlandse kapitaalmarkt. Wat natuurlijk erg belangrijk is om je land weer op te bouwen.

REACTIES

E.

E.

He naamgenoot,wat een goed werkstuk!Ikzelf kom uit het Zuid-Amerikaanse land Colombia en heb met veel interesse jouw geschreven werkstuk over Crisis in Z-A.

Groeten Enrique

20 jaar geleden

R.

R.

He super werkstuk heb je nog meer werkstukken ofzo boekverslagen groet rob stuur me ut maar

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.