Je mocht alleen een vak uitoefenen als je lid was van het gilde. De burgers van de stad hadden een vereniging opgericht voor mensen met hetzelfde beroep. Er waren allerlei regels voor de leden van het gilde. Bijvoorbeeld:
* Een vreemdeling mocht alleen op zaterdag gesmeed werk verkopen
* Als een gildebroeder sterft, kan zijn oudste zoon het gildenlidmaatschap erven
Je mocht niet je producten goedkoper aanbieden, of ’s avonds doorwerken. Ook waren er keurmeesters die ervoor zorgden dat je niet te goedkoop of slecht materiaal gebruikte voor je spullen. Ook waren er afspraken over de godsdienst, bijv. de beschermheilige van de timmerlieden: Sint-Jozef. Het gilde zorgde ook voor zieke en weduwen. Ook waren er afspraken over de verdediging van de stad. Ieder gilde beschermde een toren uit de stadsmuur. Als er oorlog was, was ieder gilde een stukje stadsleger. Als je bij het gilde wilde, ging je op je 11e of 12e leerling bij een gildenmeester. Als je goed in je vak was, kreeg je de rang gezel. Als je de meesterproef deed en die haalde, werd je gildenmeester. Na de middeleeuwen werd het moeilijk voor de mensen om nog bij het gilde te komen, behalve als je de zoon van een gildemeester was. De meesterproef werd daarom extra moeilijk gemaakt.
* Een vreemdeling mocht alleen op zaterdag gesmeed werk verkopen
* Als een gildebroeder sterft, kan zijn oudste zoon het gildenlidmaatschap erven
Je mocht niet je producten goedkoper aanbieden, of ’s avonds doorwerken. Ook waren er keurmeesters die ervoor zorgden dat je niet te goedkoop of slecht materiaal gebruikte voor je spullen. Ook waren er afspraken over de godsdienst, bijv. de beschermheilige van de timmerlieden: Sint-Jozef. Het gilde zorgde ook voor zieke en weduwen. Ook waren er afspraken over de verdediging van de stad. Ieder gilde beschermde een toren uit de stadsmuur. Als er oorlog was, was ieder gilde een stukje stadsleger. Als je bij het gilde wilde, ging je op je 11e of 12e leerling bij een gildenmeester. Als je goed in je vak was, kreeg je de rang gezel. Als je de meesterproef deed en die haalde, werd je gildenmeester. Na de middeleeuwen werd het moeilijk voor de mensen om nog bij het gilde te komen, behalve als je de zoon van een gildemeester was. De meesterproef werd daarom extra moeilijk gemaakt.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
T.
T.
titel?
7 jaar geleden
Antwoorden