Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 629 woorden
  • 15 februari 2009
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 5
2 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Aanbod van arbeid: bestaat uit alle mensen tussen de 15 en 65 die willen, kunnen en mogen werken. Deze mensen beiden hun arbeidskracht aan op de arbeidsmarkt. Een ander woord voor het aanbod van arbeid is de beroepsbevolking. Als je wilt werken, je bent hiertoe ook in staat en het is wettelijk toegestaan dat je werkt dan hoor je dus bij de beroepsbevolking. Het aanbod van arbeid omvat niet alleen mensen die op zoek zijn naar een baan, dus de werklozen voor zover zij officieel staan geregisreerd, maar ook de mensen die al een baan hebben: Werknemers, de mensen met een eigen bedrijf, de zelfstandigen. Bij die zelfstandigen rekent men ook de meewerkende gezinsleden.
Aanzuigeffect: De beroepsbevolking groeit omdat de kans op een baan groter is.

Abstracte markt: Een abstracte markt omva het geheel vn vraaf en aanbod zonder dat er een plaats is waar de vragers (kopers) en aanbieders (verkopers) elkaar ook echt ontmoeten. Een abstracte markt is in tegenstelling tot een conrete markt niet zichtbaar.
Arbeidsjaren: Met een arbeidsjaar wordt een volledige baan bedoeld. Op dit ogenblik zijn de meeste volledige banen 38 uur per week. Het aantal werknemers en zelfstandigen is in person groter dan dit aantal in arbeidsjaren.
Arbeidsmarkt: Markt voor vragers en aanbieders van werk.
Beroepsbevolking: Als je wilt werken, je bent hiertoe ook in staat en het is wettelijk toegestaan dat je werkt dan hoor je dus bij de beroepsbevolking. Word onderverdeeld in werkzame beroepsbevolking (zelfstandigen en werknemers) en werkloze beroepsbevolking (geregistreerde werklozen)
Beroepsgeschikte bevolking: Als je de beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking bij elkaar optelt krijg je de beroepsgeschikte bevolking, ook wel potentiële beroepsbevolking genoemd.
Centrum voor werk en inkomen (CWI): Een instelling van de overheid die de mensen helpt een baan te vinden.
Concrete markt: Met een concret markt duiden we aan dat het gaat om een plek waar vragers naar en aanbieders van een bepaald product elkaar ontmoeten.
Deelnemingspercentage: Geeft aan hoeveel procent van de beroepsgeschikte bevolking tot de beroepsbevolking hoort
Demografische factoren:Factoren waarom de beroepsbevolking elk jaar groeit (zoals bevolkingssamenstelling)
Deeltijdwerk: Mensen die niet een volle baan hebben en dus maar bijvoorbeeld 2 dagen werken in een week.
Krappe arbeidsmarkt: Als de vraag naar arbeid groter is dan het aanbod dan spreken we van een krappe arbeidsmarkt. Het loon zal dan stijgen.
Niet-beroepsbevolking: Mensen die niet willen, mogen en kunnen werken.

Ontmoedigingsefect: De beroepsbevolking daalt omdat de kans op een baan kleiner is.
Organisatie van het arbeidsproces: Door beter kinderopvang en betere mogelijkheden voor deeltijdwerk, is de opvoeding van kinderen beter te combineren met betaald werk.
Participatiegraad: Geeft aan hoeveel procent van de beroepsgeschikte bevolking tot de beroepsbevolking hoort
Potentiële beroepsbevolking: Als je de beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking bij elkaar optelt krijg je de beroepsgeschikte bevolking, ook wel potentiële beroepsbevolking genoemd.
Ruime arbeidsmarkt: Wanneer de vraag kleiner is dan het aanbod spreken we juist van een ruime arbeidsmarkt. Het loon zal dan dalen.
Vacatures: Het aanbieden van banen.
Vraag naar arbeid: De vraag naar arbeid wordt uitgeoefend door bedrijven en de overheid, de werkgevers. Werkgevers hebben arbeidskracht nodig: zij vragen werknemers. Daarnaast horen bij de vraag naar arbeid ook de zelfstandigen en de openstaande vacatures. De totale vraag naar arbeid bestaat dus uit de vraag naar werknemers, de vraag naar arbeidskracht van zelfstandigen en openstaande vacatures.
Werkgelegenheid: Op arbeidsmarkt komen vraag naar arbeid en aanbod van arbeid samen, Hierdoor wordt bepaald hoeveel mensen daadwerkelijk arbeid verrichten. Dit aantal wordt de werkgelegenheid genoemd. De werkgelegenheid bestaat uit alle werknemers en zelfstandigen bij elkaar opgeteld.
Werkloze beroepsbevolking: Je bent pas officieel werkloos, wanneer je staat ingeschreven bij een centrum voor werk en inkomen (CWI), een instelling van de overheid.
Werkzame beroepsbevolking: Dat zijn zelstandigen en werknemers.

Werknemers: Mensen die al een baan hebben.
Zelfstandigen: Mensen met een eigen bedrijf.

Berekening deelnemingspercentage: Beroepsbevolking/ Beroepsgeschikte bevolking *100%

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.