Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Overerving

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas havo/vwo | 1952 woorden
  • 3 februari 2009
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Overerving

Genen met een geheugen

Hebben ingrijpende gebeurtenissen in een leven invloed op de genen van latere generaties? Zijn de levens van je voorouders bepalend voor het jouwe?

Afgelopen 23 april was er in Netwerk een documentaire te zien over een nieuw wetenschappelijk onderzoek naar de werking van de genen, die een geheugen lijken te hebben. Volgens de Britse geneticus Marcus Pembrey worden ingrijpende gebeurtenissen zoals een hongersnood of een andere ramp, opgeslagen in de genen en daardoor generaties lang meegedragen. In 2003 werd eindelijk het gehele menselijk genoom in kaart gebracht, met als doel om beter te begrijpen hoe de genen werken en hoe bepaalde ziektes kunnen ontstaan. Dat bleek ingewikkelder dan verwacht, omdat bij ziektes vaak meerdere genen een rol spelen en niet een gen in z’n eentje iets veroorzaakt. Ook maakt het verschil van wie je het gen hebt geerfd. Er is bijvoorbeeld een afwijking waarbij een deel van het 15e chromosoom mist, waardoor een syndroom onstaat. Maar als dit kapotte gen van de vader is geerfd, ontstaat het Prader-Willi syndroom, terwijl wanneer het van de moeder is geerfd het Angelman syndroom zich ontwikkelt.
Daarnaast is er ook nog ontdekt dat genen aan of uit kunnen staan, als schakelaartjes. Dit heet epigenese, en het wordt bepaald door de eigenschappen van de cel. Maar ontdekt is, dat ook ingrijpende gebeurtenissen de genen aan of uit kunnen zetten. Veel wetenschappers beschouwen dit idee als vloeken in de kerk. Volgens hen erf je je genen wel van je ouders, maar zijn de veranderingen in de epigenese niet erfelijk. Toch zijn er in het Zweedse stadje Overkalix door Pembry en zijn Zweedse collega Olov Bygren bewijzen gevonden dat omgevingsfactoren de genen van latere generaties beinvloeden.


Designerbaby’s

Bestaat er in de toekomst de mogelijkheid je eigen kind te ontwerpen, verslaan we Moeder Natuur en kunnen we perfectie creeeren?

Iedere ouder wil het beste voor zijn kind. Maar zou dit ook kunnen doorslaan in het kiezen van de beste genen? Op dit moment zijn genetische technieken alleen nog gebruikt om echt ernstige ziektes te voorkomen, maar er zijn dus wel manieren gevonden ons DNA te manipuleren. Daarom zou het misschien mogelijk kunnen worden dat ouders The Sims in real life gaan toepassen.
Philippa Handyside’s zoontje Ruidaridh is een genetisch geselecteerde baby, wat sommigen een designerbaby zouden noemen. Maar het was helemaal Philippa’s bedoeling niet om de perfecte baby te creeeren en er is helemaal niets ongewoons aan de genen van het kind. Genetische technologie was voor haar de enige manier om uberhaupt een baby te krijgen. Philippa had namelijk een probleem met haar DNA, dat erop neer kwam dat de meeste van haar eitjes niet alle genen bij zich droegen die er nodig waren voor een baby om te groeien. Daardoor kreeg ze alleen maar miskramen als ze zwanger probeerde te worden.
Dokters suggereerden haar dat ze de “preimplantation genetic diagnosis”-techniek kon proberen, PGD. Via deze techniek kunnen wetenschappers embryo’s onderzoeken, lang voordat ze baby’s beginnen te worden. Ze kunnen dan de embryos die gezonde genen dragen selecteren, en dus ervan verzekerd zijn dat de baby geen abnormale genen heeft. Ruiaridh is dus vanuit deze manier ontstaan, maar dat maakt hem niet echt een designerbaby. Zijn embryo was gewoon voortgekomen uit een van Philippa’s eitjes en het sperma van haar man, terwijl de genen niet zijn veranderd op wat voor manier dan ook. De dokters hebben enkel een embryo gekozen dat geen genetische afwijkingen vertoonde.
Een echte designerbaby te maken via PGD zou een heel stuk moeilijker worden. Op dit moment kan deze techniek namelijk alleen worden gebruikt om te kijken naar een of twee genen per keer. Terwijl de meeste persoonseigenschappen die mensen zouden willen kiezen worden beinvloed door een hele hoop genen, bijvoorbeeld lente of intelligentie. Bovendien is er geen manier om de genen binnen een emryo te veranderen. Als je niet de genen in je hebt om slim, sportief of knap te zijn, zullen je embryo’s dat ook niet hebben. Om een echte designerbaby te hebben moet er de mogelijkheid zijn om de genen te kiezen die je wilt en ze in je kinderen te planten.

In 1998 bracht Dr. French Anderson iets radicaals. Hij dacht dat hij snel de mogelijkheid zou hebben om nieuwe genen bij baby’s in de baarmoeder in te brengen. Het doel daarvan was ziekten te voorkomen die veroorzaakt worden door een enkel gen. Dit ene gen zou dan vervangen kunnen worden door een ander, gezond gen in de cellen van de foetus.
French Anderson had deze techniek, gentherapie genoemd, al eerder gebruikt bij kinderen met slechte witte bloedcellen, en met redelijk succes. Maar de cellen met gezonden genen zouden eventueel kunnen sterven dus moesten de patienten de procedure weer helemaal opnieuw ondergaan.
Nu wilde French Anderson de gentherapie proberen toe te passen in de baarmoeder, want dan kon hij de gezonde genen plaatsen in de stamcellen. Vanuit de stamcellen groeien alle bloedcellen in het lichaam. Als het gezonde gen dus in de stamcellen gebracht zou kunnen worden, zou het lichaam nieuwe witte bloedcellen met gezonde genen zelf produceren. Dus zou de patient genezen zijn.
Maar, deze techniek is nooit toegepast op mensenbaby’s in de baarmoeder. Er bleken problemen te zijn met gentherapie. In 1999 stierf een 18-jarige tijdens een poging, en er zijn een heleboel kinderen die leukemie ontwikkelden na een gentherapie behandeling. In ieder geval is het testen op baby’s in de baarmoeder veel te riskant op dit moment.


Maar misschien is er nog een andere manier om genen in te brengen bij een embryo, klonen. Geen enkele wetenschappelijke ontdekking heeft zoveel hysterie veroorzaakt als het klonen van Dolly het schaap. Zij was het eerste zoogdier dat gekloond werd vanuit het DNA van een moedercel. Dit proces bracht menselijke klonen weer een stap dichterbij. Vlak na Dolly werd Polly geboren. Polly was niet zomaar een kloon, bij haar was een menselijk gen ingeplant, vr0eg in het kloonproces. Zij was dus eigenlijk een echt, genetisch gemanipuleerd, design schaap.

Sindsdien zijn er veel speculaties rond het idee dat mensen gekloond zijn of dat snel zullen kunnen, maar niemand heeft nog het bewijs geleverd voor een echte menselijke kloon. De meeste serieuze wetenschappers zullen deze gedachte niet eens overwegen, de procedure is erg ingewikkeld. Minder dan tien procent van de niet-menselijke klonen slagen. Veel zwangerschappen stranden in miskramen. Deze techniek is gewoon erg gevaarlijk voor een mensenbaby.

Maar kloontechnieken zijn nu gebruikt op menselijke eitjes. Wetenschappers van de Newcastle Universiteit en de Newcastle Fertility Centre gebruiken kloontechnieken om stamcellen te creeeren! Dit onderzoek is pas begonnen, maar het ultieme doel zou natuurlijk zijn om gekloonde stamcellen te creeeren bij mensen met een genetische ziekte. De verkeerde cellen kunnen dan worden veranderd in cellen die nodig zijn om het lichaam goed te laten werken. Ooit, zou dit kunnen leiden tot een medicijn tegen diabetes, Alzheimer of hart aandoeningen.

Het risico dat dit soort technieken gebruikt zullen worden om designkinderen te maken, is natuurlijk aanwezig. Maar

Oertrekjes..

Bezitten wij als mensen in de 21e eeuw nog eigenschappen die leiden naar het begin van de mensheid? De geschiedenis van de mens...

De evolutietheorie is de wetenschappelijke verklaring voor de waarneming dat organismen evolueren, ofwel de “verandering van de frequentie van allelen binnen een populatie”, wat er dus op neerkomt: nakomelingen verschillen van hun ouders. De evolutietheorie verklaart dit. Het zegt dat levende wezens veel meer nakomelingen krijgen dan dat er blijven leven, en dat er dan een proces plaatsvindt dat natuurlijke selectie wordt genoemd. Een deel van de eigenschappen van deze nakomelingen bepaalt de overlevingskans van het organisme, en zo sterven de organismen met onhandige genen uit. Na verloop van tijd kan een soort dan gesplitst worden en kunnen de verschillende groepen zo van elkaar gaan verschillen dat ze zich niet meer samen kunnen voortplanten (vaak gaan hier duizenden, miljoenen jaren overheen). Aangenomen dat deze theorie waar is, wat hebben wij nu overgeerfd van de mensen die miljoenen jaren geleden leefden? Of van wezens nog vroeger, waar we dus feitelijk ook van afstammen.

Hoe de eerste cel op aarde is ontstaan, daar is nog geen antwoord op. Wel op de vraag hoe die ene cel tot alle diversiteit hier op aarde kon leiden. De meeste wetenschappers gaan ervanuit dat er een lange periode van pre-biologische evolutie (abiogenesis) was waarbij uiteindelijke primitieve cellen konden ontstaan uit levenloze, maar ingewikkelde, organische moleculen. Er zijn ook theorieeen die zeggen dat de eerste cellen vanuit de ruimte hier op aarde neerdaalden, maar dat verplaatst alleen het antwoord van de vraag van de aarde naar het heelal.

De geschiedenis van de mens is vergeleken met die van andere diersoorten nog behoorlijk kort. Ongeveer 40.000 jaar geleden kwam de Cro-Magonmens naar Europa, maar bestond al langer in Afrika. Deze “Afrikanen” worden wel gezien als de voorlopers van de Neanderthaler en de Cro-Magonmens. In 1967 werden er bij de Omo-rivier twee schedels gevonden die deze theorie onderbouwden. Wetenschappers besloten dat deze twee schedels ongeveer 130.00 jaar oud moesten zijn. Nieuw onderzoek toont weer aan dat twee schedels van de Homo sapiens misschien nog veel ouder zijn (195.000 jaar).


De mens en de chimpansee hebben voor 98 procent hetzelfde DNA, maar toch stamt de mensen niet van hem af. Wel toont deze overeenkomst aan, dat we een gemeenschappelijke voorouder hadden. Namelijk een aapachtige boombewoner die tussen de zeven en vijf miljoen jaar geleden in Afrika leefde.

Het idee dat mensen eigenschappen hebben overgeeerfd van miljoenen jaren geleden kun je aantonen als je ons vergelijkt met andere dieren. De overeenkomsten zijn zo groot, dat er haast wel een gemeenschappelijke voorouder moet zijn. Wanneer je bijvoorbeeld de embryo’s van een kip en van een mens vergelijkt (zie afbeelding), kun je zien dat er vooral in het vroegste stadium veel overeenkomst is. Daarna loopt het steeds meer uiteen. Wat trouwens precies weergeeft hoe dat in het groot is gegaan, op het begin was er maar 1 soort, maar 1 cel, vele vele vele miljoenen jaren geleden, en later begonnen de soorten steeds meer te verschillen. Er is ook een theorie (de recapitulatiehypothese) die zegt dat tijdens de embryonale ontwikkeling van een dier alle stadia uit de evolutie worden herhaald, maar vele zijn dan wel sterk verkort of gewijzigd. Bij mensen ontwikkelen zich eerst namelijk een soort kieuwen, die later veranderen in een ander deel van het gehoor.
Embryonale overeenkomsten zijn nog lang niet alles, er zijn ook anatomische overeenkomsten. Dat wil zeggen dat de organen van verschillende organismen vaak uit hetzelfde bouwpakket lijken te komen, al zijn de functies niet altijd hetzelfde (zie afbeelding). Deze vier lichaamsdelen zijn homologe organen, ze vertonen veel overeenkomsten in de bouw en ontstaan op dezelfde manier als embryo. Waarschijnlijk zijn de bijbehorende organismen dus verwant aan elkaar.
Nog steeds niet klaar, want er zijn ook biochemische overeenkomsten. Dat wil zeggen dat er parallellen bestaan tussen de chemische processen bij bijna alle organismen en dat ze uit dezelfde stoffen zijn opgebouwd. Het DNA en de enzymen van verschillende dieren en planten komt voor grote delen overeen, net als bij de mens en de chimpansee.

De evoluthietheorie kan niet niet verklaren waarom de mens zo een voorsprong heeft op alle andere dieren, hij is namelijk verreweg het intelligentste dier. Dat betekent dat de mens weinig vijanden heeft, maar omdat dan de wet van “het overleven van de sterkste” niet meer opgaat, evolueert de soort ook niet verder.

Het kan zijn dat God de wereld schiep in zeven dagen en dat alle soorten volledig losstaan van elkaar. Maar dit spreekt de waarnemingen tegen. In de wereld die we kunnen waarnemen, stammen we allemaal af van dezelfde, zijn alle wezens een en gebeurt in het klein hetzelfde als in het groot. Krijgen die heksen toch nog een keer gelijk ;)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.