Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

(WW2) De slag om Arnhem

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 1e klas vwo | 3232 woorden
  • 21 juni 2008
  • 231 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
231 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1: de tweede wereldoorlog Hitler aan de macht In het jaar 1933 kwam de Duitse politicus Adolf Hitler aan de macht. Hij was de leider van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP, naziepartij). Hij werd in 1938 ook opperbevelhebber van de Deutsche Wehrmacht (het Duitse leger). Er werd veel geweld gebruikt om mensen de mond te snoeren. Later werden er ook mensen vermoord. Hitler gaf de communisten, socialisten, republikeinen en Joden er de schuld van Duitsland de eerste wereldoorlog had verloren. Na de eerste wereldoorlog ging het financieel heel slecht met Duitsland; er was een economische crisis. Adolf Hitler werkte doelbewust aan een oorlog. Hij sloot een bondgenootschap met de Italiaanse dictator Benito Mussolini. Hij sloot in 1939 een niet-aanvalsverdrag met de Sovjet Unie. De andere landen in Europa merkten dat er een oorlog aan kwam. Engeland, Frankrijk en ook Nederland verhoogde hun uitgaven aan de defensie. De Tweede Wereldoorlog begint Op 1 september 1939 begon Nazi-Duitsland de aanval op Polen. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk verklaarden twee dagen later Duitsland de oorlog. Later viel ook de Sovjet Unie Polen aan en bezweek het Poolse leger. Hierna werden Denemarken en Noorwegen ook door Duitsland veroverd. Later, op 30 november 1939, viel de Sovjet Unie Finland aan in de verwachting dat ze het land binnen 30 dagen konden veroveren, maar de Russen stuitten op een felle Finse tegenstand. Later kwam er een staakt-het-vuren op voorwaarde dat Finland 10% van hun land zou afstaan aan de Russen. Aan de westkant van Europa werd eerst nog weinig gevochten. Totdat de Duitsers op 10 mei 1940 Nederland, België en Luxemburg binnenvielen. Nederland verzette zich in eerste instantie tegen deze invasie. Maar vier dagen later, op 14 mei, bombardeerden de Duitse heinkels (bommenwerpers) Rotterdam. Het Duitse leger bleek veel te sterk voor de Nederlanders te zijn en op 15 mei gaf Nederland zich over. De Duitsers veroverden daarna nog vele landen, zoals Frankrijk en een aantal landen in Afrika. De volgende vier jaar heerste Duitsland in een groot deel van Europa.
Landing in Normandië In 1944 kwamen een aantal landen gezamenlijk in actie om Europa te bevrijden. Engeland vormde samen met Australië, Canada, Frankrijk en Verenigde Staten een bondgenootschap. Dit waren de geallieerden. Op 6 juni 1944 kwamen staken bijna drie miljoen geallieerden vanuit Engeland het kanaal over en kwamen aan bij de kust van Normandië. Deze dag wordt ook wel D-day (Decision day = Beslissingsdag) genoemd. Er volgden landgevechten en Parijs werd veroverd. De geallieerden trokken vervolgens verder naar het noorden op weg naar België en Nederland. Hoofdstuk 2: Operation Market Garden Market Garden was de codenaam voor een geallieerde aanval in september 1944. De bedoeling was om vanaf de Nederlandse zuidgrens meteen op te rukken naar Arnhem. De operatie bestond voornamelijk uit luchtlandingen (Market), maar ook uit een grondleger vanuit België (Garden). De Britse veldmaarschalk Montgomery kreeg de leiding. Het plan was simpel: werp parachutisten naar beneden bij de bruggen over de drie grote rivieren (de Maas, Waal en Rijn). Deze parachutisten moesten de bruggen veroveren zodat het leger snel vanuit het zuiden kon oprukken richting Arnhem. Als het plan zou slagen, zouden ze vervolgens vanuit Arnhem snel in Duitsland kunnen zijn. In dat geval zou de oorlog nog voor Kerstmis 1944 afgelopen zijn. Voor operatie Market werden drie luchtlandingsdivisies en één parachutistenbrigade ingezet. De Amerikaanse 101e divisie had de taak om de bruggen over de Waal bij Grave, Nijmegen en Wijchen te veroveren. De 1ste Britse luchtlandingsdivisie en het 1ste Poolse parachutistenbrigade moesten de Rijnbrug bij Arnhem bezetten. Het 30e Britse legerkorps zou zo snel mogelijk vanuit de Belgische stad Lommel oprukken naar het noorden. De bedoeling was dat het legerkorps dan binnen 48 uur via de veroverde bruggen in Arnhem zou kunnen zijn. Hoofdstuk 3: de slag om Arnhem Hier volgt een beschrijving van dag tot dag van de slag om Arnhem. De getallen tussen haakjes verwijzen naar de plattegrond op bladzijde 6. 17 september De poging om de brug over de Rijn bij Arnhem te veroveren verliep als volgt. Voordat de landingen plaats konden vinden, werd Duits luchtafweergeschut gebombardeerd door de geallieerden. Hierbij werden meer dan 80 burgers gedood. Die middag landden bijna 5200 man van de Eerste Britse Luchtlandingbrigade, deels per parachutes, en deels in zweefvliegtuigen. In sommige zweefvliegtuigen werden jeeps en antitankgeschut aangevoerd. De troepen landden in gemarkeerde heidegebieden (1) vlak bij Wolfheze, ongeveer 10 kilometer van Arnhem vandaan. Deze 1st Airborne, onder bevel van Generaal Urquhart, bestond uit de 1st Parachute Brigade, 4th Parachute Brigade, 1st Airlanding Brigade en ook de 1st Polish Independent Parachute Brigade. Het was noodzakelijk om hier op de hei te landen omdat de andere gebieden te zachte grond of te weinig ruimte hadden. Ook was men bang voor afweergeschut in Arnhem. Tijdens de landing ging alles goed en was er vrijwel geen verzet vanaf de kant van de Duitsers. De troepen organiseerden zich opmerkelijk snel en drie bataljons gingen samen met hun legertje 6-ponder antitankgeschut op weg naar Arnhem. Helaas waren toevallig onverwacht veel Duitse SS-pantser divisies aanwezig in Arnhem. Onderweg van Wolfheze naar Arnhem stuitten de geallieerden al snel op Duitse troepen. Dit gaf veel oponthoud en zij waren eind van de middag niet verder gekomen dan het dorp Oosterbeek Hier vestigden zij hun hoofdkwartier in Hotel Hartenstein (2). De enthousiaste begroeting door de Oosterbeekse bevolking zorgde voor extra oponthoud. Toen zij eindelijk bij de spoorbrug over de Rijn (3) waren, werd deze net opgeblazen door de Duitsers. De geallieerden rukten vervolgens verder op richting Arnhem, maar leden onderweg zware verliezen. Die avond deden zij een poging om de brug over te steken, maar die mislukte helaas. ’s Nachts probeerden zij het opnieuw nadat ze antitankgeschut geplaatst hadden. Bij deze tweede poging werd een vlammenwerper gebruikt en waarmee een Duits munitiedepot in de brand gestoken werd. Een Duits konvooi dat net op dit moment de brug over stak werd hierdoor vernietigd. Het lukte de Geallieerden echter niet om de brug in handen te krijgen. Slechts een gedeelte van hun opdracht is op deze eerste dag gelukt. Op de avond van deze 17 september waren de geallieerden in Zuid-Nederland gevorderd tot tien kilometer ten zuiden van Eindhoven. Hun doel van die dag was echter om al in Eindhoven aangekomen te zijn. 18 september Op de ochtend van 18 september waren 740 Britse soldaten onder leiding van luitenant-kolonel John Frost aanwezig bij de brug in Arnhem. Verscheidene huizen langs de oprit van de brug waren door hen bezet. Zij wachtten daar op versterking. Later probeerden de Duitsers opnieuw de brug over te steken richting het noorden. De geallieerden slaan deze aanval af. Ondertussen werd er in Oosterbeek ook gevochten. Wel probeerde één Bataljon, onder leiding van generaal Urquhart, vanuit Oosterbeek richting de brug te trekken. Zij kozen een route langs de rivier. Halverwege kwamen zij niet verder. Zij besloten om naar het noorden te trekken en kwamen aan in de wijk ten westen van het Sint Elisabeths Gasthuis (4). In de doolhof van smalle straatjes raakten een aantal bevelvoerders, waaronder generaal Urquhart elkaar kwijt. Vanwege de aanwezigheid van een Duits kanon verscholen zij zich in verschillende huizen. Later kwam een volgend Bataljon ook in deze wijk aan. Beide Bataljons werden samengevoegd. Het lukte die dag niet om nog verder te trekken. De geallieerden bij de brug wachtten tevergeefs op versterking. In Zuid-Nederland maakten de geallieerden weinig vorderingen. Eind van de middag bereikten ze Eindhoven waarna ze doortrokken naar Son waar ze de brug moesten repareren.
19 september Deze derde dag kwam er nog steeds geen versterking bij de brug in Arnhem. De Duitse aanvallen werden steeds heviger. Er was een vals bericht dat de brug was veroverd door de Geallieerden. Dit bericht bereikte de troepen die op weg waren naar de brug. Zij waren op dit moment nog een paar kilometer van de brug verwijderd. Hun bevelhebber besloot zijn troepen terug te trekken. Naderhand werd deze fout hersteld en rukten zij via twee verschillende routes weer op naar de brug. Ondertussen was generaal Urquhart gelukkig weer ontsnapt. Onderweg was er zoveel Duitse tegenstand dat niemand van deze groep de brug bereikten. De mannen die nog leefden keerden terug naar Oosterbeek. Aan het eind van de middag landde een aantal Poolse troepen in het gevechtsgebied. Deze landing was ernstig vertraagd door mist. De Poolse soldaten kwamen midden in de strijd, wisten niet wie wie was en werden soms zelf voor Duitser aangezien. Er was die dag nog een grote tegenslag. Van de voorraden die werden gedropt voor de geallieerden kwam het grootste deel in Duitse handen terecht. Volgens de oorspronkelijke plannen hadden de geallieerden vanuit het zuiden nu in Arnhem moeten zijn. Helaas waren zij nog niet verder gekomen dan Nijmegen waar het niet lukte om de bruggen over de Waal in handen te krijgen. 20 september Deze dag werd er bij de brug in Arnhem weer heftig gevochten. Aan het eind van de middag konden de Duitsers ongehinderd de brug oversteken. Er werd een tijdelijk bestand afgesproken om de vele gewonden en doden af te voeren. Veel huizen bij de brug stonden die nacht in brand. Er bleven slechts nog een paar geallieerden achter, zonder hoop op hulp. De geallieerden in Oosterbeek bevonden zich in een gebied van ongeveer 1 bij 2 kilometer. Dit was de zogenaamde perimeter (betekent omtrek). In deze perimeter waren de geallieerden in feite geïsoleerd. Belangrijke locaties waren het hoofdkwartier in Hotel Hartenstein en de Oude Kerk vlak bij de Rijn (5) waar een groot deel van de geallieerden zich verzamelde. Ook deze dag kwam de gedropte bevoorrading amper in geallieerde handen. Deze droppings mislukten doordat de droppingzones te klein waren om goed te kunnen mikken. Bij Nijmegen werd de strijd weer hervat. Aan het eind van de dag kwam de brug over de Waal in geallieerde handen. ’s Avonds kwamen ze in Lent aan waar zij de nacht doorbrachten. 21 september De laatste geallieerden bij de brug in Arnhem gaven om 5 uur ’s ochtends de strijd op. Nu konden de Duitsers al hun aandacht richten op Oosterbeek. De geallieerden in Oosterbeek kregen gelukkig eindelijk contact met de troepen die vanuit Nijmegen naar het noorden oprukten. Bovendien landden de Polen bij Driel, ten zuiden van de Rijn (6). Door het slechte weer werd hun landing dagenlang uitgesteld. Helaas was de veerpont ter plaatse uitgeschakeld. Bovendien werden zij vanaf de Oosterbeekse kant hevig beschoten door de Duitsers. Zij konden deze dag dan ook niet de Rijn naar Oosterbeek oversteken. Met de geallieerde troepen die vanuit het zuiden op weg waren naar de brug in Arnhem ging het slecht. Ze leden zware verliezen. Ze konden geen radiocontact krijgen met hun gevechtsvliegtuigen en konden daardoor geen luchtondersteuning krijgen. 22 september Vanwege de aanwezigheid van de Poolse parachutisten bij Driel werden een aantal Duitse eenheden naar het zuiden van de rivier gestuurd. Hierdoor werd de druk op de geallieerden in Oosterbeek wat minder. Toch vielen er nog veel doden. Men zocht een huis om de gewonde geallieerde soldaten te verzorgen. Mevrouw Kate ter Horst stelde haar huis naast de Oude Kerk open voor hen en verzorgde de gewonden. Die nacht deden de Polen aan de zuidkant van de rivier een poging om bij de geallieerden in Oosterbeek te komen. Dit was een riskante operatie en slechts 52 Polen bereikten de overkant. Van de overige geallieerde troepen die vanuit het zuiden op weg waren naar de Rijn bereikte deze dag niemand de noordzijde. 23 september De Duitsers stopten niet met het aanvallen van Oosterbeek. Er kwamen steeds meer gewonden. De nieuwe bevoorradingen kwamen opnieuw grotendeels in Duitse handen. Die nacht probeerde men opnieuw de Poolse geallieerden vanuit Driel naar Oosterbeek te laten oversteken. Helaas waren de boten kleiner dan verwacht, waardoor de Polen zich opnieuw in groepjes moesten verdelen. Ondertussen werd er door de Duitsers op hen geschoten vanaf een heuvel ten westen van Oosterbeek. Verder kwamen de boten te laat en de mannen wisten niet hoe ze dezen moesten bedienen. Slechts 153 Polen bereikten Oosterbeek. Vanuit het zuiden kwamen de troepen aan bij Elst, halverwege Nijmegen en Arnhem. Helaas hadden de zuidelijke troepen niet door hoe ernstig de situatie in Oosterbeek was.
24 september In de gebieden rond Oosterbeek waren de gewonden er steeds slechter aan toe. Er werd opnieuw een wapenstilstand geregeld om gewonden te evacueren. Er werd besloten nog een keer een poging te wagen om een aantal geallieerden vanuit Driel naar Oosterbeek over te laten steken. De Poolse troepen hier hadden inmiddels versterking gekregen van de Britse geallieerden die vanuit het zouden oprukten. Alles wat fout kon lopen ging fout. In de eerste plaats kwamen de boten veel te laat. Bovendien waren er te weinig en er waren geen peddels. 25 september Uiteindelijk kon maar een deel van de groep oversteken. Aan de overkant werden zij door de Duitsers onder vuur genomen. Van de 300 man die de overkant bereikten kwamen er slechts weinig in de perimeter aan. Er werd ook geprobeerd grote voorraden naar de overkant te brengen. Ook dit mislukte grotendeels. In de perimeter van Oosterbeek werden inmiddels plannen voor een evacuatie gemaakt. Men wist niet dat de oversteek van de troepen vanuit het zuiden mislukt was. De Duitsers bleven aanvallen. Hoofdstuk 4: het einde In de nacht van 25 op 26 september vond de evacuatie plaats. Via een smal, modderig pad liepen de geallieerden vanaf de kerk naar de Rijn toe. Eén voor één werden de mannen in een snelle motorboot naar de overkant geëvacueerd. Ook probeerden er een aantal mannen met roeiboten over te steken. Door het slechte weer en het Britse spervuur zagen de Duitsers niet dat ze probeerden te evacueren. De evacuatie kostte veel tijd. Tegen de ochtend was nog niet iedereen aan de overkant en zwommen nog aan aantal overgebleven mannen naar de overkant. Ze werden neergeschoten of zij verdronken. Helaas bleven er nog zo’n 300 mannen aan de noordkant achter. Met deze evacuatie was de Market Garden mislukt. Het was de geallieerden niet gelukt om de brug over de Rijn in handen te krijgen. Nog geen 2.500 man van de oorspronkelijke 10.000 bereikte de zuidelijke oever. Ruim 1.500 mannen waren gesneuveld. De overigen, velen van hen waren gewond, werden door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt. Een klein aantal zag kans om zich schuil te houden en kon met behulp van Nederlandse verzetsmensen weer aansluiten bij de geallieerde troepen. Na operatie Market Garden volgde een zware winter voor Noord-Nederland. In deze winter was de Rijn de noordelijkste positie van de geallieerden. In Arnhem, Oosterbeek en aangrenzende dorpen moesten burgers hun huizen verlaten. De Duitsers plunderden deze huizen en de buit werd naar Duitsland gestuurd. In deze winter was er in Noord-Nederland veel honger. Deze winter werd de hongerwinter genoemd. Hierdoor overleden nog heel veel Nederlanders. Pas in mei 1945 kon men de bevrijding van Nederland vieren. Hoofdstuk 5: wat ging er mis? Hier volgt een lijst met gebeurtenissen die bijgedragen hebben aan de mislukking van de slag om Arnhem. 17 september: - De parachutisten die de brug bij Arnhem moesten bezetten, moesten helemaal bij Wolfheze landen, ongeveer 10 km van Arnhem vandaan. - De parachutisten in Arnhem werden opgehouden door de Oosterbeekse bevolking. - De spoorbrug in Arnhem werd opgeblazen door de Duitsers. - Op de eerste dag mislukte een poging om de brug over de Rijn te veroveren. - In Zuid-Nederland liepen de geallieerden al na één dag 10 kilometer achter op schema. 18 september: - Op de tweede dag leden ze zware verliezen, omdat er meer Duitse troepen waren dan verwacht. - Een aantal bevelvoerders raakten elkaar kwijt en konden die dag niet meer verder trekken. - In Zuid-Nederland moesten ze een brug repareren om verder op te kunnen rukken.
19 september: - Er deed een vals bericht de ronde dat de brug in Arnhem was veroverd door de geallieerden. Hierdoor besloten de geallieerden om de troepen dichtbij de brug terug te trekken. - De Poolse troepen die midden in de strijd in Arnhem aankwamen, wisten niet wie wie was en werden soms zelfs voor Duitsers aangezien. - De voorraden kwamen grotendeels in Duitse handen. - De oprukkende geallieerden in het zuiden hadden 19 september al bij de Rijn moeten zijn, maar ze waren nog maar bij Nijmegen. 20 september: - De geallieerden ten noorden van de Rijn moesten terugtrekken naar Oosterbeek. - Opnieuw kwam de bevoorrading nauwelijks in geallieerde handen. 21 september: - De geallieerden in Arnhem moesten de strijd opgeven. - De Polen die vandaag bij Driel waren geland konden nog niet de Rijn naar het noorden oversteken. - In het zuiden konden de geallieerden geen radiocontact krijgen met de gevechtsvliegtuigen dus kregen ze geen luchtondersteuning. Ook leden ze zware verliezen. 22 september: - De Polen waagden de oversteek naar Oosterbeek, maar er kwamen maar 52 mannen aan de overkant. - Er vielen steeds meer gewonden, waardoor steeds minder mannen konden vechten. 23 september: - De Polen probeerden opnieuw hun mannen naar Oosterbeek te laten oversteken. Deze keer kwamen er maar 153 aan. - De geallieerden in het zuiden hadden niet door hoe erg de situatie in Oosterbeek was. 24 september: - Ze probeerden nog een keer Britse en Poolse geallieerden vanuit Driel naar Oosterbeek te krijgen. Alles wat fout kon lopen ging fout. De boten waren te laat en er waren geen peddels. Uiteindelijk kwamen er maar 300 geallieerden in Oosterbeek aan.
25 september: - De situatie in Oosterbeek werd zo erg dat er besloten werd zo veel mogelijk mannen te evacueren. Conclusie Na het lezen van alle informatie over de slag om Arnhem ben ik tot de volgende conclusie gekomen. Operatie Market Garden was vanaf het begin af aan al een riskant plan. Er was een grote kans dat sommige dingen niet zouden lukken. Een van de belangrijkste redenen van de mislukking was dat de contacten via de radio erg slecht waren. Ook hadden ze meerdere keren het weer tegen. Ze hadden te weinig rekening gehouden met de Duitse troepen die (misschien) aanwezig zouden zijn. Vooral door toeval was een groot Duits legerkorps ook in Arnhem. Dit leidde tot grote verliezen bij de geallieerden in Arnhem. Het leger dat vanuit het zuiden oprukte richting de Rijn onderschatte de situatie in Arnhem. Zij kwamen uiteindelijk veel te laat bij de Rijnbrug aan. Ik vraag me echter af, of de mislukking van Market Garden de enige oorzaak is van het feit dat de oorlog in september 1944 nog niet afgelopen was. Ik heb uit alle informatie begrepen dat de bevoorrading van de geallieerde troepen vanuit de haven van Antwerpen een groot knelpunt was. Zonder een goede bevoorrading kan een leger, hoe sterk dan ook, niets bereiken. Samenvatting De Tweede Wereldoorlog in Europa ging tussen Duitsland en Italië tegen de rest van Europa en Australië, Canada en Amerika. De dictator in Duitsland was Adolf Hitler. Hij heeft de Naziepartij opgericht. Hitler veroverde vanaf 1939 veel landen in Europa en Afrika. Op 6 juni 1944 kwamen bijna drie miljoen geallieerden de veroverde landen bevrijden. Ze trokken van Normandië naar het noorden. Om via Arnhem in Duitsland te komen maakten de geallieerden plannen voor Operation Market Garden. Bij deze operatie zouden bij de bruggen over de grote rivieren parachutisten landen. Deze parachutisten moesten de bruggen bezetten zodat er een groot grondleger kon oprukken naar Arnhem. Op 17 september 1944 begon deze operatie. Terwijl het grondleger in de dagen na 17 september oprukte richting het noorden, probeerden landingstroepen de diverse bruggen in handen te krijgen. Op allerlei fronten hadden de geallieerden forse tegenslagen. Het lukte niet om de brug bij Arnhem in handen te krijgen. De troepen die deze brug hadden moeten veroveren moesten uiteindelijk geëvacueerd worden zonder dat zij hun doel bereikt hadden. Het lukte de geallieerden in dit najaar niet om Nederland ten noorden van de Rijn te bevrijden. Na operatie Market Garden volgde een zware winter voor Noord-Nederland. In mei 1945 kon men uiteindelijk pas de bevrijding van Nederland vieren.

REACTIES

J.

J.

ik vind het een goed werkstuk ik zou je een 8 geven. er staat veel in.

12 jaar geleden

H.

H.

ik vind dit echt een mooi werkstuk! klasse!

12 jaar geleden

T.

T.

dat er maar zo weinig voorraden in de handen van de gealieerden vielen hadden niets te maken met het feit dat de dropzone's zo klein waren maar met het feit dat die gebieden in handen waren van de duitser het is ookj namelijk algemeen bekend dat de duitser hebben gezegd dat ze een goedkope veldslag hadden geleverd door die voorraden van de gealieerden

12 jaar geleden

A.

A.

echt een cool werkstuk!!

10 jaar geleden

I.

I.

leuk hoor

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.