Vogelgriep

1. Waar komt onze kennis over vogelgriep vandaan?
Onze kennis stamt al uit een ver verleden. In 1918 was er de Spaanse griep. Dit was een H1N1-virus, dat nu niet meer voorkomt in de natuur. In 2003 was er in Nederland een vogelgriepepidemie met het virus H7N7. Hierna is dit virus niet meer waargenomen. Er hebben drie griepepidemieën plaatsgevonden in de 20e eeuw. De kennis die opgedaan werd over deze griepsoorten en vele andere griepsoorten, wordt nu nog steeds gebruikt en verder uitgebreid.

2. Hoe heeft deze kennis zich ontwikkeld?
Doordat er griepepidemieën voorkwamen deden de mensen kennis op over deze griepsoorten. Door onderzoeken is deze kennis ontwikkeld. Momenteel wordt er ook labonderzoek gedaan waaruit weer meer kennis tot stand kwam. Ook wordt er gekeken naar vogels die dit griepvirus hebben. Deze dieren worden nauwlettend in de gaten gehouden. Ook hierdoor leren we meer over de vogelgriep.


3. Waaraan moet onderzoek/kennis voldoen voordat we het wetenschap noemen?
Kennis en onderzoek moeten wetenschappelijk getest worden, bijvoorbeeld door een dubbelblind onderzoek. Als het onderzoekt positief is, behoort deze kennis tot de wetenschap. De kennis moet nuttig zijn voor de maatschappij en het moet nieuwe kennis zijn, zodat het iets toevoegt aan de kennis die er al is.

4. Wat kunnen we met deze wetenschappelijke kennis?
Met de kennis over het vogelgriepvirus H5N1 kunnen we dit virus bestrijden en tegengaan. Door bijvoorbeeld inentingen te ontwikkelen en te onderzoeken kunnen we het virus remmen.

5. Wat is de invloed van deze wetenschappelijke kennis op onze maatschappij?
Door deze kennis worden er virusremmers en andere inentingen ontwikkeld. Hierdoor wordt onze maatschappij beschermt voor een nieuwe en grote epidemie. Als dit lang geleden gebeurt zou zijn en we hadden deze kennis nog niet, dan was dit virus uitgelopen op een grote epidemie. Met deze kennis voorkomen we dit. In onze maatschappij zijn er mensen bezig met het onderzoeken en ontwikkelen van kennis over dit virus.

6. Op welke manier mogen we deze wetenschappelijke kennisgebruiken?
We mogen de kennis gebruiken om bijvoorbeeld virusremmers te maken. De kennis wordt hier gebruikt om het virus te remmen en dit is dus ten gunste voor de maatschappij. Er worden onderzoeken gedaan om de kennis steeds meer uit te breiden.

a. De kern van dit bericht:
Het H5N1 virus is een griepvirus waaraan mensen en vogels kunnen overlijden. De slachtoffers worden besmet met het virus via de luchtwegen, maar het is nog niet bekend of het virus ook overdraagbaar is van mens tot mens. De EU aarzelt over het inenten van pluimvee met virusremmers, omdat wel en niet ingeënte dieren niet meer te onderscheiden zijn en de ingeënte dieren het virus nog wel kunnen overdragen.

b. Achtergrond van het onderwerp.
I. Waar komt het vogelgriepvirus vandaan en hoe verspreid het zich?

De vogelgriep brak eind jaren ’90 uit in Azië. Besmetting vind plaats via virushoudende aërosolen zoals minuscule druppeltjes die door de lucht zweven en ingeademd worden, maar ook contact met besmette uitwerpselen kan via de luchtweg gebeuren. Ook kan het verspreid worden via het spijsverteringskanaal. De besmetting leid tot een longontsteking en uiteindelijk gaan belangrijke organen het niet meer doen. Nu is er nog direct contact nodig om besmet te raken met het virus, bijvoorbeeld door het drinken van eendenbloed of het eten van niet goed doorbakken kippenvlees met het virus.
II. Wat zijn de gevolgen van een besmetting voor een vogel, voor een kippenboerderij en voor het land waar de besmetting is geconstateerd?
De gevolgen van een besmetting voor een vogel is dat hij waarschijnlijk dood gaat. Ook kan hij het virus verspreiden. Als hij ingeënt wordt heeft hij kans dat hij niet dood gaat.
Op de kippenboerderij wordt het virus snel verspreid omdat de kippen vaak in relatief kleine ruimtes bij elkaar zitten. Als de eigenaar er niet snel bij is kunnen alle kippen besmet raken en sterven ze of moeten ze afgemaakt worden. Als de eigenaar de kippen heeft ingeënt gaan ze waarschijnlijk niet dood, maar kunnen ze het virus wellicht nog wel verspreiden.
Het land waar de besmetting is geconstateerd gaat maatregelen nemen tegen het virus. Iedereen komt in oproer van dit virus en sommige mensen worden bang dat het virus ook voor hen besmettelijk wordt. De media staan vol met nieuws over dit virus en ook de mensen praten erover. Onderzoekers gaan virusremmers ontwikkelen en produceren. Het virus wordt in dit land zo goed mogelijk bestreden.
III. Bespreek de manieren waarop je de verspreiding van het vogelgriepvirus kunt beperken.
Door het inenten van pluimvee kan het virus geremd worden. Dit gebeurt met zogeheten virusremmers, zoals Tamiflu. Het neuraminidas wordt uitgeschakeld. Dit is een van de membraaneiwitten van het virus. Als dit geblokkeerd is kunnen virusdeeltjes de gastheercel niet meer uit en kunnen zich dus niet verder verspreiden.
Een andere manier om een epidemie te stoppen is ervan profiteren dat het virus dodelijk is. Besmette dieren sterven hierdoor meteen en dan blijft de verspreiding beperkt.
IV. Waarom zijn mensen bang voor het overspringen van het vogelgriepvirus naar de mens?
Bij eerdere griepepidemieën overleden grote aantallen mensen aan secundaire longontsteking. Die ontstaat omdat een patiënt met griep vatbaarder is geworden voor bacteriën dan een gezond persoon. Mensen zijn bang dat dit nu weer gebeurt. Volgens onderzoekers uit Californië hoeft het virus maar een paar kleine veranderingen te ondergaan om voor mensen gevaarlijk te worden. Rotterdamse onderzoekers denken echter dat mensen elkaar zelf dan niet zo gemakkelijk zullen besmetten, omdat het virus diep in de longen blijft. Omdat virussen zich makkelijk ontwikkelen, kan er een virus ontstaan waarmee mensen elkaar kunnen besmetten.
Er zijn wereldwijd ook al zo’n 90 mensen overleden aan het H5N1-virus. Het gaat hierbij om een besmetting via de luchtwegen. De symptomen lijken op een gewone griep maar de effecten zijn veel heftiger.

c. Eigen mening over het bestrijden van het vogelgriepvirus.
Ik ben voor het bestrijden van het vogelgriepvirus,maar wel in beperkte mate. Ik vind het niet terecht dat alle kippen bijvoorbeeld afgeslacht worden omdat er een virus is. Dan kunnen ze beter ingeënt worden. Maar het probleem bij enten is dat als je veel dieren inent, er resistentie van het virus kan ontstaan. Er moet dus zuinig worden omgegaan met het inenten van dieren. Maar ik vind wel dat er gebruik moet worden gemaakt van de kennis die we over deze vogelgriep hebben. We kunnen niet toekijken en niks doen. De overheid heeft ook al gedetailleerde draaiboeken klaarliggen voor als het virus een pandemie wordt. Hier in staat onder meer wie voorgang krijgt bij het verstreken van virusremmers. Maar ik vind niet dat dan alle dieren ingeënt moeten worden, want dan kan er dus resistentie optreden.