Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Indonesië

Beoordeling 3.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas havo | 1442 woorden
  • 30 november 2006
  • 26 keer beoordeeld
Cijfer 3.7
26 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding: Dit werkstuk gaat over Nederlands-Indië. De onafhankelijkheid ervan hoe het tot stand kwam en hoe de mensen toen leefden. Inhoudsopgave: pagina 1: voorblad
pagina 2: inleiding en inhoudsopgave
pagina 3: opdrachten 1en 2
pagina 4: opdrachten 3 en 4
pagina 5: opdrachten 5 en 6
pagina 6: opdrachten 7 en 8
pagina 7: opdrachten 9 en 10 opdracht 1 de vergelijkingen tussen Nederlanders uit Nederland en Nederlanders uit Nederlands-Indië tijdens de oorlog. A allebei waren ze voor de bezetting van Nederlands-Indië B allebei stonden ze onder druk Nederland door de Duitsers en Indonesië door
de Japanners. C allebei waren ze snel verslagen en meerdere jaren bezet. A. De Nederlanders in Nederland waren voor de bezetting omdat, ze er financieel beter van werden (de regering dan). De Nederlanders in Indonesië omdat, zij er goed voor betaald werden en ze een goede band met de lokale bevolking gemaakt kunnen hebben. B. De Nederlanders in Nederland stond onder grootte druk van de Duitsers ze wisten wel dat de Duitsers Nederland binnen zouden vallen maar, ze hadden niet zo'n groot leger als de Duitsers. De Nederlanders in Indonesië werden een beetje verrast maar wisten wel dat de Japanners bij de Duitsers hoorden en in Azië de macht wouden. C. Omdat in allebei de gevallen de Nederlanders met weinig mensen waren en binnen gevallen werden door grote legers van zowel de Japanners als de Duitsers. Indonesië was drie jaar bezet van 1942-1945. Nederland was vijf jaar lang bezet door de Duitsers van 1940-1945.
opdracht 2 500-1200 boeddhisme, dat werd gebracht omdat het op de chinees-indische handels route lag
1200-1800 islam, een keizer vond dat de islam moest heersen
1800-nu islam/christendom, Nederlanders en andere Europeanen bekeerden sommige mensen tot het christendom maar grotendeels bleef islamitisch. vanaf 1800 kwamen de eerste Europeanen, de Islam was er al vanaf 1200. de europeanen zetten factorijen op de Indonesische eilanden op, zij wilden het monopolie oftewel alleenrecht om met Indonesië te handelen. De Indonesiërs leerden wat democratie was en leiders kwamen voor zichzelf en hun land op. Dat noem je nationalisme. ergens in 1200 kwamen er mensen uit Arabische landen om te handelen die bekeerden ook veel mensen op de plekken waar zij kwamen tot de islam. In 1498 kwamen de eerste Europeanen in Azië dat waren de Portugezen met het schip Vasco da Gama
In 1596 kwamen de eerste Nederlandse schepen in Indonesië die de Portugezen verdrongen
in 1800 kwamen de eerste Europeanen na de Portugezen in Indonesië die velen bekeerden tot het christendom vooral de Molukken. in 1947/1948 waren er politionele acties dat kwam door Indonesiërs die in opstand kwamen en de Nederlandse regering wilde ze in toom houden
in 1949 werd Indonesië onafhankelijk van Nederland
in 2004 was de eerste president die was gekozen door de bevolking opdracht 3 A. Waarom wij historische gebeurtenissen herdenken: Wij herdenken die gebeurtenissen ter gedachtenis aan de slachtoffers die gevallen zijn (voor ons Vaderland.) De nabestaande van de slachtoffers weten dan dat je ze niet vergeten bent. B. ik ken er wel wat maar, ik herdenk er maar één van want, ik voel er niks bij en het interesseert mij ook niet. Alleen Kerstmis en Pasen. Die ik ken maar niet herdenk zijn bevrijdingsdag, dodenherdenking, WTC, bevrijdingen (ontzetten) van plaatsen, de dood en tot leven komen van Jezus. C. Ik vind gebeurtenissen herdenken voor de nabestaande wel belangrijk maar, voor mezelf vind ik het niet echt belangrijk omdat, ik er niks van heb mee gemaakt. Ik herdenk ook alleen maar Kerst omdat het gezellig is. Opdracht 4 Sumatra is met een oppervlakte van ongeveer 470.000 km2 en 21 miljoen inwoners de vijf na grootste eiland van Indonesië. Vanaf de 6e eeuw heerste een boeddhistische monarchie omdat ze op een Indiaas-Chinese handelsroute lagen. In de 13e eeuw heerste Samudra in ( nu Atjeh) en was bekeerd tot de Islam en bekeerde de bevolking ook tot de islam. Samudra werd toen opgevolgd door het toen machtige Atjeh-Sultanaat dat er tot de 20e eeuw was. Toen de Nederlanders kwamen kwam daar verandering in vele prinsen en dergelijke moesten naar de Nederlanders luisteren. Nederland had eind 19e eeuw met Engeland een verdrag afgesproken dat Engeland een deel van Afrika kreeg van Nederland en Nederland dan Atjeh. Atjeh was het niet met de Nederlanders eens en Nederland verklaarde oorlog (de atjeh-oorlog) die duurde van 1870 tot 1900. tijdens de tweede wereldoorlog kwamen de Japanners en maakte een eind aan de Nederlandse regering daar, Indonesië zag toen het moment voor onafhankelijkheid en werd in 1949 onafhankelijk. De eerste leider was Soekarno die regeerde tot 1967. tot nu toe heeft Indonesië vanaf de onafhankelijkheid zes presidenten gehad. Soekarno van 1949-1967, Soeharto 1967-1998, Bacharuddin Jusuf Habibie 1998-1999, Abdurrahman Wahid 1999-2001, Megawati Soekarnoputri 2001-2004 en nu regeert vanaf 2004 Susilo Bambang Yudhoyono. Yudhoyono was de eerste president gekozen door de Indonesische bevolking. In 2004 kwam Indonesië ook wereldwijd op het nieuws door de tsunamie en een jaar later door een aardbeving van kracht 6,5 schaal op Richter. Site waar ik heb gezocht is:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Atjeh opdracht 5 A. Na de Tweede Wereldoorlog werd Indonesië onafhankelijk en Nederland werd als het ware gedwongen door de VS om uit Indonesië te vertrekken en de Indische Nederlanders moesten wel weer naar Nederland. B. Er werd anders op ze neer gekeken en alle gewoonten en prijzen waren veranderd. Dus ze hadden het best moeilijk om weer aan te passen. Sommige konden niet eens een huis kopen en moesten in speciale centra opgevangen worden. In verhouding waren ze er alleen maar armer op geworden. Opdracht 6 Deelvraag 1: Welke bevolkingsgroepen zijn er in Suriname en hoe zijn zij daar terechtgekomen? In Suriname wonen Surinamers, Nederlanders, Javanen en andere Zuid-Amerikanen (immigranten). De Nederlanders kwamen daar terecht omdat Suriname een kolonie was van Nederland. De Javanen kwamen daar omdat Suriname en Indonesië allebei kolonies waren van Nederland, daardoor gingen zij daar wonen. De andere Zuid-Amerikanen kwamen daar om een beter bestaan op te bouwen (voor werk bijv.) Deelvraag 2: Welke positie hadden de verschillende bevolkingsgroepen voor en op het moment van de onafhankelijkheid? Nederlanders en Surinamers zaten in het bestuur van Suriname. De andere bevolkingsgroepen zaten misschien alleen individueel in het bestuur. Nederland had dus veel macht maar na de verkiezingen hadden de Surinamers de meeste macht en zij wilden onafhankelijkheid. Het grotendeels van de Nederlanders ging weer terug naar Nederland. Deelvraag 3: Hoe reageerden de verschillende bevolkingsgroepen op de onafhankelijkheid? De Surinamers voelden zich vrij en waren blij dat zij onafhankelijk waren. De Javanen waren er tegen omdat zij in Nederland ook in de minderheid waren en hadden een beter bestaan in Suriname. De Nederlanders voelden zich verdrongen uit het land. Opdracht 7 Vergelijkingen tussen onafhankelijkheid van Suriname en Indonesië De vergelijkingen: ze hadden allebei een grote leider die voor onafhankelijkheid was
de Surinamers onder leiding van Arron en de Indonesiërs onder leiding van Soekarno, streefden allebei naar onafhankelijkheid en allebei met succes. Beide landen waren koloniën van Nederland. In Suriname kwamen ze voor de koffie en thee
in Indonesië kwamen ze voor de specerijen zoals foelie, nootmuskaat en pepers. Bij beide landen kreeg Nederland hulp van andere groepen volkeren. Tegen Indonesië waren dat de Molukken en tegen Suriname waren dat de Javanen en de Chinezen. Opdracht 8 5 mei herdenken wij de bevrijding van de geallieerden. Het verschilt per plaats welke dag zij bevrijd zijn. Wij vieren het 5 mei maar mensen in Leiden vieren het ook 1 oktober. 5 mei is als nationale dag gekozen als bevrijdingsdag. Voor veel mensen is het een feest dat met geen pen te beschrijven valt maar 5 mei is niet voor iedereen een feest. Veel mensen kwamen er op die dag achter dat familieleden van hen vergast waren. De meisjes die met Duitsers waren gegaan werden op die dag kaalgeschoren en met pek overgoten maar ook de NSB’ers werden die dag gestraft. Hier onder president Soekarno
opdracht 9 A. in de periode na de tweede wereldoorlog kwamen veel politionele acties voor. Dat waren gewelddadige acties om de in opstand gekomen Indonesiërs in toom te houden. Indonesië wou namelijk onafhankelijk worden en Nederland wou dat natuurlijk niet. B. hoe zij deze periode beleefde: Indonesiërs: positieve vorderingen voor de onafhankelijkheid
Nederlanders: onder druk gezet door al het geweld en onrust van de Indonesiërs. Opdracht 10 De taakverdeling was vrij makkelijk we hadden de eerste les al verdeeld wat ieder zou doen en we hebben ons eraan gehouden. De planning was ook goed aan het begin deden we alleen iets minder waardoor we aan het eind na school moesten afspreken om verder te werken en we hadden nog alles op tijd af. De samenwerking was goed we waren altijd bereikbaar als er vragen waren en er was goede communicatie over wat ieder moest doen. We vonden het best interessant maar, het was wel een heel groot werkstuk samen met paragraaf 6 erbij zonder par. 6 was die ook veel werk maar beter te doen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.