Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 5, Nederlands-Indië

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo/vwo | 784 woorden
  • 30 augustus 2006
  • 51 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
51 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
HOOFDSTUK 5 - DEKOLONISATIE VAN NEDERLANDS-INDIË 1900-1950: tijd van wereldoorlogen
vanaf 1950: tijd van tv en computer
19e eeuw: land telde pas mee als er koloniën zijn, zover mogelijk weg
20e eeuw: veel mensen twijfelen aan de rechtvaardigheid van imperialisme, landen voelden hoe onderdrukking voelde. Na tweede wereld oorlog: tijd van dekolonisatie
In Nederland is Indonesischs eten helemaal ingeburgerd. Nederland+ Nederlands-Indië waren lange tijd verbonden-> thee, koffie enz zijn normaal in Nederland. Sommige woorden ook. Bahasma is het Nederlands-Indië taal. Voor 1600: elk volk wordt in Nederlands-Indië geregeerd door z’n eigen vorst
Na 1600: Nederland werd stukje bij beetje de baas in Nederlands-Indië 20e eeuw: Nederlands-Indië is staat van Nederland

3 ½ eeuw: verbondenheid Nederland- Nederlands-Indië: Nederland profiteerde: Indiërs moesten werken, Nederland kreeg de winsten
1600: Nederland gaat naar Nederlands-Indië, handelaren konden daar veel verdienen (specerijen, koffie, thee). De VOC wou het monopolie (het alleen-recht om te handelen). Dus gaven zij de Indiërs contracten: de Indiërs mochten aan geen ander land dan Nederland de specerijen verkopen. Anders kregen de Indiërs straffen. In de 19e eeuw vond men dat je je kolonie mocht gebruiken om er zelf beter van de worden: Nederland kocht producten voor lage prijzen. Er waren controles of de boeren wel hard genoeg werkten-> Indiërs waren heel arm. 1900: Mensen die tegen deze vorm van regeren kwamen aan de macht in Nederland: de ethische politiek (tegen het koloniale beleid in Nederlands-Indië). Ethische politiek: dit komt door gebrek aan ontwikkeling van de Indiërs -> Nederland moest zorgen dat de Indiërs naar school konden en dat de winst voor de Indiërs was. Gevolg: de winsten gingen i.p.v. naar de staat naar de handelaren. Plantages, fabrieken werden eigendom van de staat. De ethische politiek vond dat de regering wel in handen van Nederland moest blijven, de Indiërs waren hier wel te dom voor. Doordat er jonge Indiërs dingen leerden op de scholen vonden ze dat de onderdrukking moest ophouden: 1927: PNI (partai Nasional Indonesia) o.l.v. Achmed Soekarno is opgericht. De Nederlandse regering onderdrukt de PNI
1942: Japan verovert Nederlands-Indië. De Indiërs vonden het eerst goed, misschien was de onderdrukking nu voorbij, maar nee: de Japanners wilden 1 groot, Japans rijk. De Indiërs moesten hard werken voor de Japanners. Aug. 1945: Amerika verwoest Japan (met atoombommen op Hiroshima en Nagasaki)-> Japanse bezetting op Nederlands-Indië stopt-> nationalisten aan de macht. 17 aug: Soekarno verklaard Nederlands-Indië tot onafhankelijke republiek Indonesië. Hij riep het land op om waakzaam te zijn, de Nederlanders of de Engelsen, Amerikanen zouden kunnen komen om de macht terug te willen. Er ontstonden strijdgroepen. Nederlanders, Nederlandse soldaten en Nederlandse Indiërs vreesden voor hun leven. September: Engelse soldaten op Java, even later de Nederlanders. De Nederlanders gingen onderhandelen. Eind 1946: er komt een akkoord tussen Indonesië en Nederland: de Indiërs kregen een zelfbestuur, Nederland zou verenigd zijn met Indonesië in een unie, de Nederlandse koningin was de baas. Dit akkoord werd al snel geschonden. In tussen ging het vechten van de strijdploegen door -> Nederland stuurden soldaten. 1947+1948: Nederlandse leger komt in actie: ‘politionele acties’: de acties van het leger waren eigenlijk politie werk. De Nederlanders deden het voor zowel het stoppen van het geweld als voor het terug krijgen van de Republiek (Soekarno werd gevangen). De acties hadden succes, alleen streden de groepen verder uit hun schuilplaatsen. De Nederlanders in Nederland dachten dat er maar een paar nationalisten aan het vechten waren. De Amerikanen begrepen de situatie van de Indiërs: ze dreigen Nederland met het stop zetten van de Marshallhulp. 27 december 1949: Nederland gaf de macht over aan Soekarno
Soekarno wilde regeren vanuit Jakarta, maar dit is erg moeilijk: omdat Indonesië zo groot is zijn er veel volkeren, zij zien de mensen uit Jakarta als onderdrukkers. Er ontstonden vrijheidsstrijden (Doeral Islam riep een islamitisch deel van Java uit). Het Indonesische leger kon de stijd maar moeilijk onderdrukken. De burgers in Indonesië kregen het niet beter, alleen de regering. Indonesië vond Nederland hooghartig, de politionele acties, veel bedrijven waren nog Nederlands, Nederlandse scholen, Nederlandse taal. In Nederland waren er grapjes over Indonesië omdat het daar zo slecht ging. Soekarno zei dat Nederland de schuld was van alle ellende. 1960: Soekarno verbreekt alle Nederlandse betrekkingen. Hij vond verder dan Nieuw- Guinea (nu nog Nederlands) een deel is van Indonesië. 1962: dreiging van Oorlog tussen Nederland en Indonesië (over Nieuw-Guinea). Amerika en Australië zetten Nederland onder druk en in 1963 hoort Nieuw-Guinea bij Indonesië. Nederlanders, Indo- Europeanen (mensen met Nederlandse en Indonesische ouders) en Indiërs voor Nederland kwamen in Indonesië in de problemen-> van de Nederlandse regering mochten ze naar Nederland komen. Tempo doeloe (tijd van vroeger) = het gevoel dat de rijke Nederlanders hadden nadat ze hun rijke leventje in Nederlands-Indië moesten opzeggen in 1949.

REACTIES

M.

M.

Echt handig bedankt!

13 jaar geleden

M.

M.

Echt handig bedankt!

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.