Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Hoofdstuk 2.1 en 2.2 Migratie & Vervoer

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 438 woorden
  • 29 mei 2006
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
4 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Samenvatting hfd 2 Migratie => Is de verplaatsing van personen waarbij een administratieve grens wordt overschreden en men wil daar blijvend wonen
Buitenlandse migratie => Migratie over de landsgrenzen (naar het buitenland) Omvang op 2 manieren worden aangegeven: 1 Absolute getallen, totale aantal immigranten of emigranten
2. Relatieve getallen, aantal immigranten of emigranten per 1000 inwoners
Migratiesaldo => Krijg je als je de emigranten en immigranten van elkaar aftrekt
Emigratieoverschot – negatief migratiesaldo Immigratieoverschot – Positief migratiesaldo

Mobiliteitsindex => Het aantal mensen dat het gebied verlaat en het aantal mensen dat zich er vestigt bij elkaar opgeteld en uitgedrukt per 1000 inwoners
Binnenlandse migratie => verhuizen binnen de grenzen van een land
Verhuizen => binnen dezelfde gemeente zich vestigen
Interregionale migratie => verplaatsing tussen regio’s
Interregionale migratie => verplaatsing binnen een regio
VERPLAATSING VAN MENSEN
3 VOORWAARDEN
1. Complementariteit
Mensen verhuizen omdat ze denken in het ene gebied iets te vinden dat ze in hun eigen gebied niet hebben
2. Intervening opportunity
Men kiest een ander gebied dat dichterbij is (tussenliggende mogelijkheid) 3. Transferability
De absolute en relatieve afstand tussen 2 gebieden
Absoluut: wordt gemeten in KM
Relatief: gemeten in tijd, kosten en moeite
PUSH-PULL-MODEL
3 Factoren
Kenmerken van het vertrekgebied en van het vestigingsgebied - Er zijn factoren die een gebied aantrekkelijk maken en factoren die juist het omgekeerde doen. Zijn die zogenoemde pushfactoren meer positief vind er migratieplaats. Tussenliggende hindernissen - Zaken die de migratie eventueel bemoeilijkheden, denkend aan afstand, kosten, familieleden
Persoonlijke kenmerken - Hebben te maken met degenen die de beslissing nemen. Welke perceptie of wel beeld heeft deze persoon van dat gebied, SOORTEN MIGRANTEN

Economische motieven: 1 Arbeidsmigranten – voor werk
2 Bedrijfsgebonden migranten: ze gaan voor hun werk daarheen
3 Migrerende ondernemers: Ze willen hun bedrijf in het immigratiegebied opzetten
4 Studenten: Studeren daar of lopen daar stage
5 Renteniers: niet meer economisch actief en in dat gebied hun laatste jaren doorbrengen
Politieke motieven
1 Politieke vluchtelingen: Ze vluchten door politieke redenen (oorlog bv) Sociale motieven
1 Gezinsherenigers: ze willen zich vestigen bij gezinsleden
2 Gezinsvormers: Die trouwen of willen trouwen met een bewoner uit dat immigratiegebied
3 Retourmigranten: migranten die terug gaan naar hun geboorteland
4 Woonmigranten: ze willen in dat immigratiegebied een betere woning of woonomgeving Par. 2 OOST WEST, THUIS BEST Urbanisatie (tot 1960) Migratie van platte land naar de stad
Hoofdoorzaak: verschuiving van de hoeveelheid werk in de verschillende beroepssectoren
Suburbanisatie (1960 – 1975) Migratie van de stad naar het platteland rond de stad

De woonfactor was het belangrijkste motief. – woningen in de stad waren smerig en klein
Er ontstonden randgemeentes die aan de steden waren vastgegroeid, zogenoemde agglomeraties
Desurbanisatie (1975 – 1980) Steeds verder van de stad
Reurbanisatie (na 1980) Desurbanisatie zette niet door oorzaken: slechtere economische omstandigheden, hogere hypotheekrente, hogere huisprijzen, stijging benzineprijs etc. Daarom weer urbanisatie men wil gebruik maken van de voorzieningen in de stad

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.