Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Spanningen tussen het westen en het Midden-Oosten

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 4336 woorden
  • 1 januari 2006
  • 38 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
38 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Voorwoord Toen we deze opdracht kregen, waren we eigenlijk meteen al enthousiast, omdat het terrorisme iets is, wat in deze tijd erg speelt. Na de aanslagen van 11 september 2001 is er bijna geen week meer geweest, waarin er niets over het dreigende terrorisme op de televisie te zien was. We zijn er tijdens dit onderzoek achtergekomen dat de geschiedenis, van soms wel 100 jaar gelden, nu nog de nieuwsberichten bepaald. Standplaatsgebondenheid is een begrip dat we veel hebben moeten gebruiken, omdat je het onderwerp van twee kanten bekijkt. Soms was het erg lastig om je in te leven in andere denkswijzen en culturen. Ook hebben we duidelijk gezien dat eigenlijk alle politieke activiteiten in de wereld om eigen belang gaan. Al met al vonden we het een interessant onderwerp, en een leuk werkstuk om te maken. Inleiding De eerste opdracht die we gaan uitvoeren voor dit onderzoek, is om de geschiedenis van de (eventuele) spanningen tussen het Westen en de islamitische wereld vanaf 1900 tot 1945 te beschrijven. Hierbij hebben wij de volgende deelvraag geformuleerd: Waren er ook al spanningen voor 1945? Hierna gaan we de aanslagen van 11 september 2001 bekijken vanuit twee visies: 1. De visie van Bush: De VS proberen de wereldvrede en de mensenrechten te garanderen en de democratie in de wereld te bevorderen. 2. De visie van de terroristen

De VS handelen alleen vanuit eigen belang en dat zij de islamitische wereld een westerse manier van leven proberen op te dringen. Hierbij hebben we de volgende deelvragen geformuleerd: Uit welke gebeurtenissen komt de visie van Bush tot uitdrukking? Uit welke gebeurtenissen komt de visie van de terroristen tot uitdrukking? Daarna zoeken we twee foto’s die de beide standpunten (dus door elke visie één foto) belichten. Hierbij hebben we de volgende deelvragen geformuleerd: Welke foto geeft goed het standpunt van Bush weer? Welke foto geeft goed het standpunt van de terroristen weer? Nadat we deze deelvragen hebben beantwoord kunnen we antwoord geven op de hoofdvraag: Wie dragen de verantwoordelijkheid voor de aanslagen van 11 september 2001? Spanningen tussen 1900 en 1945 Strijd tussen het christendom en de islam
Tussen het christendom en de islam is er altijd al een spanning geweest. Dat was al zo bij de kruistochten in de Middeleeuwen, en dat is nu nog steeds zo ook bij de jihad. Dit was (en is) dus ook een spanning tussen het Christelijke Westen en het Islamitische Midden-Oosten. De tijd na de olievondsten en het modern imperialisme (na 1900) Rond 1900 waren er veel olievondsten in het Midden-Oosten. Hierdoor werd het voor de Westerse landen interessanter om zich te gaan bemoeien met deze streek. De Engelsen, Fransen en Duitsers werden hierdoor verleid om de Arabische delen van het steeds minder sterk wordende Ottomaanse Rijk te penetreren. Hun bemoeienissen maakten een Arabisch nationaal gevoel wakker, en dit was dus gericht tegen het Westen. Engelse binnenval in Irak (1914) Irak is rijk aan een grote hoeveelheid aardolie. Voor de westerse wereld, met name de Verenigde Staten, was dit erg interessant. In 1914 viel Engeland Irak binnen en bezette in 1917 Bagdad, en in 1918 Mosoel. Engeland had een week voor deze verovering een verdrag met Turkije gesloten. In dit verdrag stond dat ze Irak niet verder zouden veroveren, maar toch ging Engeland door. Ook bezette Enge land alle oliebronnen in het zuiden van Irak. De Engelsen kregen uiteindelijk het mandaad over Irak van de volkenbond en hier was de westerse wereld erg blij mee. In dit besluit van de volkenbond speelde de Verenigde Staten een belangrijke rol. De Verenigde Staten wou heel graag dat Irak in westerse handen kwam, zodat ze goedkoper olie konden krijgen van Irak. Feisal werd door Engeland aangesteld als koning over Irak in 1921, want Engeland ondervond erg veel tegenstand van de Irakese bevolking. Feisal had zelf een afspraak gemaakt met Engeland. Hij zou een klein deel van de winst van de oliehandel krijgen. Dit bedrag kwam uiteindelijk neer op 40.000 pond. Ook werd Feisal door Engeland ervan verzekerd dat hij een onafhankelijke Pan-Arabische staat mocht stichten. In 1932 werd Irak weer onafhankelijk, en in 1933 stierf Feisal. 1916: het Verdrag van Sykes-Picot
Dit was een verdrag tussen Frankrijk en Groot-Brittannië (met medeweten van Rusland), hierin stond dat de Arabische landen van Turkije werden gescheiden, en dat de Arabische landen, en gedeelten van het Turkse Klein-Azië, nu of later onder controle van Groot-Brittannië en Frankrijk kwamen. Palestina zou tot internationaal gebied worden verklaard. De verklaringen in dit verdrag zijn nooit uitgevoerd, maar de Arabieren gebruikten het als bewijs dat ze door de geallieerden waren bedrogen, omdat het verdrag zich niet hield aan de Arabische verlangens en eerdere afspraken. Op bron 2 zie je het Grote Arabische Rijk, dat beloofd werd in 1915 in de MacMahon-brief. In bron 3 zie je de kaart van Sykes en Picot. Je ziet duidelijk dat er niets over is van het beloofde Grote Arabische Rijk, het is onderverdeeld in veel verschillende landen, zoals Iran, Irak en Syrië. 1917: de Balfour-verklaring
De Balfour-verklaring (bron 5) is de in 1917 opgestelde brief van de Britse minister van Buitenlandse zaken, Arthur Balfour (bron 4). Deze brief was gericht aan de zionistische federatie in Groot-Brittannië. Dat was een groep die streefde naar de terugkeer van de Joden in Palestina. Balfour schreef in deze brief dat de Britse regering steun zou verlenen aan de stichting van een nationaal tehuis voor het joodse volk. Wel vond Balfour dat de niet-joodse bevolkingsgroepen van Palestina zijn rechten moesten behouden. Voor veel Europese joden is de Balfour-verklaring het begin voor het stichten van een eigen staat. De Arabieren waren hier natuurlijk niet blij mee, want hun Palestina moesten ze nu delen met het joodse volk. De verklaring en de joodse immigratie riepen dan ook veel verzet op onder de Arabieren in Palestina. In 1920, 1921 en 1929 vonden bloedige opstanden plaats, waarbij onder andere joodse wijken in Jeruzalem en de joodse gemeenschap in Hebron door woedende Arabieren werden aangevallen. De Arabieren zagen het Westen als de veroorzaker van dit probleem. 1919 – 1921: Derde Anglo-Afghaanse oorlog
Na de moord op de Afghaanse Amir, Habiboellah Khan. Werd het leiderschap overgedragen aan de derde zoon van Habiboellah Khan: Amanullah Khan (bron 6). Hij werd verdacht van betrokkenheid op de moord op zijn vader en het uitroepen van de Jihad. Hierdoor braken er ongeregeldheden uit in India en Afghanistan, die door de Engelsen grof werden onderdrukt. Dit tot een groot ongenoegen van de bevolking van India, dat een gebiedsdeel was van Engeland. De speculatie van Amanullah Khan dat de Indische bevolking in opstand zou komen tegen een Brits optreden was correct. De Britten konden geen opstand riskeren in Afghanistan én India vanwege het feit, dat een groot deel van de Britse troepen in Europa was gestationeerd. Als vervanging van de troepen, die nog uitgeput waren van de Eerste Wereldoorlog, bestond het Britse leger voornamelijk uit autochtonen. Na hulp van de Amir, die een deel van het Punjab (een staat van India) weer onder zijn controle had gebracht werd op 8 augustus 1919 Engeland gedwongen om het verdrag van Rawalpindi te sluiten door het tekort aan soldaten. In dit verdrag stond dat Engeland de Afghaanse soevereiniteit erkende en Engeland ook stopte met de activiteiten in India. Dit was dus een spanningspunt tussen aan de ene kant het Westen (Engeland) en het Midden-Oosten (Afghanistan en India). 1921: Verdrag tussen Afghanistan en Sovjet-Unie
Nadat de Sovjet-Unie in 1917 communistisch werd, ontstond er een vijandigheid, enerzijds de communistische Sovjet-Unie, anderzijds de kapitalistische Verenigde Staten. In 1921 sloot Afghanistan een vriendschapsverdrag met de Sovjet-Unie. Hierin stond dat de Sovjets tot 1924 jaarlijks hulp ter waarde van 500.000 dollar zouden verlenen aan Afghanistan. De Verenigde Staten waren natuurlijk niet blij met dit verdrag, omdat de communistische Sovjet-Unie er nu bondgenoten bij kreeg. 1936: Arabische terreurgolf
Doordat de Arabieren het oneens waren met de Joodse bevolking in “hun land”, komen er bij een Arabische terreurgolf in de periode april-augustus meer dan 80 joden en 33 Britten om het leven. Ook werden er veel Joodse boerderijen in brand gestoken. Er vielen ook slachtoffers aan de Arabische kant: De Britse veiligheidstroepen schoten 138 Arabieren dood. 1938: Amerikaanse invloed in Saoedi-Arabië De woestijnvorst Ibn Saoed (zie bron 7) versloeg op het Arabisch schiereiland, zuidelijk van de mandaatgebieden, al zijn vijanden en vestigde in er 1927 Saoedi-Arabië. Na 1938 bleek dat land over ’s werelds grootste oliereserves te beschikken. Hiervan maakten de Amerikanen gretig gebruik. Ze betaalden Ibn Saoed en zijn opvolgers veel geld, om ze op politiek en economisch gebied te vriend te houden. Zo kregen de Amerikanen invloed in het Midden-Oosten. Veel Arabieren waren hier natuurlijk niet blij mee. De deelvraag beantwoord: Waren er ook al spanningen voor 1945? Er is dus duidelijk te zien dat er niet alleen spanningen tussen het Midden-Oosten en het Westen zijn na de Tweede Wereldoorlog, maar voor de Tweede Wereldoorlog waren er zeker ook al spanningen. De spanningen voor 1945 lopen erg uiteen: kwesties om geloof, verdragen, oorlogen en terroristische aanslagen zijn allerlei verschillende punten van spanning.
De visie van de terroristen De volgende gebeurtenissen zijn goede argumenten voor de terroristen, om hun visie te verdedigen: “De VS handelen alleen vanuit eigen belang en dat zij de islamitische wereld een westerse manier van leven proberen op te dringen.” Amerikaanse hulp aan de IDF (vanaf 1948) De taak voor de defensie van Israël ligt uitsluitend bij het Israëlisch Defensieleger (Israel Defense Forces – IDF). Dit leger is actief op de grond, in de lucht en op zee. De IDF is één van de sterkste en meest uitgebreide legermachten in het Midden-Oosten. De wapensystemen en technologieën die de IDF gebruikt werden ontwikkeld door westerse landen, voornamelijk de Verenigde Staten. Voorbeelden van wapensystemen die de Amerikanen aan de IDF leverden zijn: o M4a1 (zie bron 1), dit is een geweer dat door zijn hoge handelbaarheid wordt gebruikt door voertuigbemanning en andere soldaten die niet in de vuurlinie komen. o F-15 Eagle (zie bron 2), dit is een straaljager die voor alle weersomstandigheden geschikt is. Er zijn verschillende types, afhankelijk hiervan bestaat de bemanning uit 1 of 2 personen. o F-16 (zie bron 3), dit is een militair jachtvliegtuig voor 1 of 2 personen. Ook de Koninklijk Nederlandse Luchtmacht beschikt sinds 1979 over verschillende F-16’s. o AH-64 Apache (zie bron 4), dit is een aanvalshelikopter. Het is ook de belangrijkste aanvalshelikopter van het Amerikaanse leger. De Apache is ontworpen voor omstandigheden aan het gevechtsfront. De helikopter heeft een informatiesysteem, waarbij de informatie op het vizier van de vliegerhelm wordt afgebeeld. Hierdoor kan de helikopter overdag, ’s nachts en onder slechte weersomstandigheden gebruikt worden. De Israëliërs betaalden de Amerikanen een onbekend bedrag voor de wapensystemen en technologieën. Wel is bekend dat een groot deel voor rekening kwam van de Verenigde Staten zelf. Al vanaf het begin van de IDF hielp Amerika met het opbouwen van het defensieleger. In de Arabische wereld werd kwaad gereageerd na de bekendmaking van de hulp. De Arabieren hebben namelijk altijd vijandig tegenover de staat Israël gestaan, en ze zagen dit als sterke vriendjespolitiek tussen de Verenigde Staten en Israël. Door deze gebeurtenis groeide dus niet alleen hun haat tegen Israël, maar ook tegen het westen. Ook op dit moment helpen De Verenigde Staten Israël met hun defensie. Israël het enige land met een rakettenafweerschild, en werkt samen met de Verenigde Staten om een hoogenergetische laser tegen te ontwikkelen. Deze laser is voor de defensie tegen middellange-afstandsraketten. Waarom is dit een goed argument voor de visie van de terroristen? Achter de Amerikaanse hulp aan de IDF zit duidelijk een eigen belang. De Verenigde Staten helpen de IDF, en dus Israël, en het kost de Amerikanen erg veel geld. Dit doen ze dus niet zomaar. Aan de steun aan Israël heeft de VS de volgende voordelen: o In de 19e eeuw komt in de VS het idee van de American Dream op, dit is het idee dat iedereen rijk kan worden, ongeacht je geboorte. Een bekende uitspraak hierover is “van krantenjongen tot krantenmagnaat”. Veel Europeanen zien die American Dream wel zitten, en gaan naar de Verenigde Staten. Dit waren voornamelijk twee groepen: - Zuid-Italianen - Oost-Europeanen, hieronder waren veel Joden
Hierdoor kwamen er dus veel Joden te wonen in Amerika. Ook in de Hitlertijd vluchtten veel Joden naar de Verenigde Staten toe, en hierdoor komt het aantal joden in de VS op maarliefst 6 miljoen. Deze Joden hebben bij de verkiezingen vaak een doorslaggevende rol. De Amerikaanse regering wil deze Joden dus graag te vriend houden, en daarom steunen ze de staat Israël. o Na de Eerste Wereldoorlog zochten de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie beide naar bondgenoten. Elke bondgenoot was gunstig voor de beide landen. Amerika was dus blij met Israël als bondgenoot. o Amerika had, en heeft oliebelangen in het Midden-Oosten. Je zou kunnen zeggen dat de volledige Westerse economie hierop draait Als ze die oliebelangen in het Midden-Oosten dus zouden verliezen, dan zou heel de economie instorten. In Israël zijn dan wel geen oliebronnen, maar er lopen wel pijpleidingen door het land heen, waardoor olie van de Arabische landen naar zee stroomt. o Er zit ook een machtsspel achter. De Verenigde Staten willen graag overal in de wereld een vinger in de pap hebben, om zo te laten zien dat zij de sterkste macht in deze wereld zijn. Door een bondgenootschap met Israël kreeg Amerika ook invloed in het Midden-Oosten. o De staat Israël werd na de Tweede Wereldoorlog door de Verenigde Naties uitgeroepen. In een ongeschreven wet staat, dat de Verenigde Staten in de VN de grootste rol hebben. Amerika wou daarom Israël steunen, omdat een val van die staat een vernedering zou zijn voor de Verenigde Naties, en dus ook voor de Verenigde Staten. Aan een bondgenootschap moeten natuurlijk beide partijen voordelen hebben. Voor Israël was dit voordeel, dat zij nu een machtige vriend hadden in Amerika. Zo stonden zij sterker tegenover de rest van de wereld, en vooral tegenover de Arabische wereld. De eerste golfoorlog (1991) De golfoorlog brak uit op 17 januari 1991. De oorlog ontstond, doordat Irak, onder leiding van Saddam Hoessein, geen einde wilde maken aan de bezetting van Koeweit. Op 2 augustus 1990 bezette Irak het buurland Koeweit. De reden hiervan waren: o Irak had grote schulden aan Koeweit, door de leningen voor de Iran-Irak oorlog
o De Irakezen dachten dat de oliepolitiek van Koeweit slecht zou zijn voor de Iraakse economie. Dit doordat Koeweit te veel olie produceerde, hierdoor daalde de prijs, en liep Irak inkomsten mis. o Irak beschuldigde Koeweit van het jarenlang stelen van olie uit het Roemajla-olieveld, dit olieveld ligt tussen beide landen. De Irakezen zeiden dat de Koeweiti’s militaire installaties, en oliebronnen op hun gebied installeerden. o Irak was al lang ontevreden, omdat het geen toegang had tot de zee. o Irak vond dat Koeweit een deel was van hun land. Door deze bezetting ontstond de Golfcrisis. Saddam Hoessein riep Koeweit uit tot een provincie van Irak, dit was ook al zo in het Ottomaanse Rijk. De Verenigde Naties wilden dat Irak zich direct terugtrok uit Koeweit. Een aantal dagen later besloten de Verenigde Staten dat er geen handel meer gedreven mocht worden met Irak, en het bezette Koeweit. Bijna alle landen in de VN waren het met elkaar eens: Irak had niet het recht om Koeweit binnen te vallen. Er Irak werd verteld dat deze bezetting voor 15 januari 1991 moest stoppen. Een aantal dagen na de inval maakte de VS en Groot-Brittannië bekend dat ze beide marineschepen zouden sturen. Op 7 augustus deelde de Amerikaanse minister van defensie ook mede dat er lucht- en landstrijdkrachten naar het gebied gestuurd zouden worden. Het aantal manschappen werd snel uitgebreid, in totaal werden er door 34 landen manschappen geleverd. Dit zorgde voor 600.000 manschappen in het gebied. Er waren ook Nederlandse soldaten bij. De soldaten waren er ook, omdat er een aanval van Irak op Saoedi-Arabië zou kunnen komen. De sancties tegen Irak werden steeds scherper. Sadam Hoessein (bron 5) dreigde dat als Irak nog verder economisch gewurgd werd, het dan de westerse belangen, Israël en de aardolievoorzieningen aan zou vallente vallen. Irak sloot in augustus 1990 een vredesverdrag met Iran, hierdoor kon Irak manschappen van het oostfront naar het westen brengen. Op 9 november nam George Bush de beslissing om de Amerikaanse troepen in de Golf te verdubbelen. Ook de VN gaf alle lidstaten op 29 november toestemming om alle noodzakelijke middelen te gebruiken om Koeweit te ontruimen. Irak maakte gebruik van menselijke schilden, dit waren vooral buitenlanders. Hij bracht de mensen naar strategische plaatsen, zodat het erg moeilijk voor de geallieerden werd om hier aan te vallen. Intussen probeerde Irak een marionettenregering op te zetten in Koeweit, maar dat had onvoldoende resultaat, daarom benoemde Saddam Hoessein zijn neef Ali Hassan al-Majid (“Ali Chemicali”) (bron 6) tot militair gouverneur van Koeweit. Op 16 januari (dus 1 dag nadat Irak Koeweit had moeten verlaten), begon de coalitie een luchtoffensief, genaamd Operatie Desert Storm. Deze operatie werd het grootste luchtoffensief uit de geschiedenis, en het grootste grondoffensief sinds de Tweede Wereldoorlog. De Irakezen hadden een groter leger dan de geallieerden, maar het leger van de Irakezen bestond vooral uit dienstplichtigen, terwijl de geallieerden voor het grootste deel een beroepsleger hadden. Als snel werd duidelijk dat de geallieerden het luchtruim beheersten. Ze vernietigden eerst de radarstations. Hierdoor moest de Irakese luchtmacht blind verder. De luchtmacht van de geallieerden bombardeerden vooral de volgende doelen: 1. Bagdad, vanwege de bestuurlijke centra daar. 2. West-Irak, omdat vanuit daar Scuds op Israël konden worden afgeschoten. 3. Zuid-Irak, omdat daar een grote militaire kracht was. Scuds (bron 7) zijn afstandraketten. Een aantal dagen na het begin van Operatie Desert Storm worden er tien van deze raketten op Tel Aviv en Haifa afgeschoten, in een poging van Irak om Israël in de strijd te betrekken. De raketten haalden Israël niet, maar toch wou Israël terugslaan. De Amerikanen wisten de Israëlische regering te overtuigen om dit niet te doen. Na 7 weken van bombardementen, en dus verzwakte Irakese troepen, begon Operatie Desert Sable: De grondaanval. De Irakezen boden weinig weerstand, en de coalitie won op vele vlakken. Op 27 februari trokken de geallieerde tropen Koeweit-Stad binnen. De helft van het Irakese leger was uitgeschakeld en ’s avonds liet Irak weten dat zij zich zou terugtrekken uit Koeweit. President Bush riep hierna een staakt-het vuren uit, “aangezien Koeweit bevrijd en Irak verslagen is”. De oorlog heeft in totaal slechts 43 dagen geduurd. Waarom is dit een goed argument voor de visie van de terroristen? In de eerste golfoorlog waren driekwart van de soldaten Amerikaans, en hier zat een duidelijke eigen wil achter. Het was evenals bij de hulp aan Israël een machtsspel: de Verenigde Staten wouden laten zien wie er de sterkste waren in de wereld. Nog sterker dan bij de hulp aan Israël hadden de Amerikanen hier eigen belang bij de olie. Koeweit beschikt namelijk over enorme oliebronnen, en als deze in de handen kwamen van Saddam Hoessein, dan kon dit wel eens fout aflopen voor de Amerikanen. Als de Verenigde Staten Koeweit te vriend zouden houden, dan kon dit ook wel eens gunstig uitpakken voor de Amerikanen. De visie van Bush De volgende gebeurtenissen zijn goede argumenten voor Bush, om zijn visie te verdedigen: “De VS proberen de wereldvrede en de mensenrechten te garanderen en de democratie in de wereld te bevorderen.” De oktoberoorlog en de Camp-David-akkoorden (1973 en 1978) De oktoberoorlog staat ook wel bekend als de Jom Kippoeroorlog of de Ramadanoorlog. De oorlog begon op Jom Kippoer (de heiligste dag van de joodse kalender), 6 oktober 1973, en eindigde op 24 oktober van datzelfde jaar. De oorlog begon door een Egyptisch-Syrische aanval op Israël. Ook Algerije, Irak, Koeweit, Libië, Marokko, Saoedi-Arabië, Soedan en Tunesië stuurrden soldat, tanks en/of gevechtsvliegtuigen naar de strijd. Na de Zesdaagse Oorlog was de haat van de Arabische wereld tegen de Israëliërs alleen nog maar toegenomen. In de Zesdaagse Oorlog verloren de Arabieren veel land, dat door de Israëliërs veroverd werd. Israël veroverde twee gebieden: o De gazastrook en de Sinaïwoestijn op Egypte
o Het Arabische deel van Jeruzalem en de westelijke Jordaanoever op Jordanië o De hooglandvlakte van Golan op Syrië De oorlog had grote gevolgen voor de verliezers, vooral voor Egypte en Jordanië. Voor Egypte, omdat het Suezkanaal sinds die tijd gesloten bleef, en dit betekende een grote verliespost. Ook gingen de oliebronnen in de Sinaï verloren. Voor Jordanië, omdat dit arme land het grootste deel van zijn vruchtbare grond verloor. Op Jom Kippoer in 1973 probeerden de Arabische landen, door middel van een verrassingsaanvall de bezette gebieden terug te verroveren. Aanvankelijk had de aanval succes. Doordat het een verrassingsaanval was beschikten de Arabieren over een overmacht aan tanks en manschappen. Op de Golan hoogvlakte bijvoorbeeld, stonden 180 Israëlische tanks tegenover 1400 Syrische tanks, en langs het Suezkanaal stonden minder dan 500 Israëlische manschappen tegenover 80.000 Egyptenaren. De Egyptenaren drongen door dit overmacht een eind de Sinaï binnen, en de Syriërs kwamen heel ver in de hoogvlakte van Golan. Het normaal zo sterke Israëlische leger had het nu erg moeilijk, doordat de Arabieren SAM-afweerraketten ontvingen van de Russen. Uiteindelijk wordt het Suezkanaal overtrokken en de stad Suez wordt veroverd door de Israëliërs, maar ze konden toch niet komen tot een militaire overwinning, doordat de Verenigde Staten en de Sovjetunie een voorstel voor een staakt-het-vuren bij de Veiigheidsraad van de Verenigde Naties hadden ingediend. In totaalde sneuvelden 35.000 Arabieren en 2.688 Joden in de oorlog. Ook veel vliegtuigen gingen verloren. Hoewel het Israëlische leger uiteindelijk de overhand had, worden zij toch niet echt als de winnaar van deze oorlog beschouwd. Na de oorlog bleef er een grote vijandigheid tussen Egypte en Israël, maar op 19 november 1977 lijkt hier verandering in te komen. Op die dag reisde Sadat van Egypte naar Israël, en sprak daar de Knesseth toe. Hierachter zat een duidelijk eigen belang voor de Egyptenaren, maar de Israëliërs maakten van deze kans gretig gebruik. Ook de Verenigde Staten zagen hierin een kans om vrede te brengen in het Midden-Oosten. President Carter nodigde daarom Sadat en Begin uit op zijn buitenverblijf Camp David. Daar werd in september 1978 een akkoord gesloten (zie bron 1) Waarom is dit een goed argument voor de visie van Bush? In de oktoberoorlog kwam er onder druk van de Verenigde Staten een staakt-het-vuren. Zo probeerden de Amerikanen de wereldvrede te handhaven. Aan het eind van de oorlog had de Amerikaanse bondgenoot Israël sterk de overhand, maar toch vroegen de Amerikanen om een staakt-het-vuren, om de oorlog te stoppen. Bij de Camp-David-akkoorden zorgden de Amerikanen ervoor dat er vrede kwam tussen twee landen. Er heerste al een lange tijd een vijandigheid tussen de twee landen, en de Amerikanen zorgden ervoor dat dit werd opgelost. Door deze twee gebeurtenissen zorgden de Amerikanen er dus voor dat de wereldvrede gegarandeerd werd. De Oslo-akkoorden (1993) De hele wereld stond in augustus 1993 versteld toen bekend werd dat bij geheime onderhandelingen tussen Israëliërs en Palestijnen in de Noorse hoofdplaats Oslo een akkoord was bereikt. Op 20 augustus werd er een begin van de verklaring naar buiten gebracht. Bij het opstellen van deze verklaring hielpen ook de Verenigde Staten. In de afspraken stond dat de PLO-leider Arafat beloofde het bestaansrecht van Israël te erkennen, het terrorisme te stoppen, en het leven van de Israëliërs te respecteren. De Israëlische premier Rabin beloofde dat de PLO erkend zou worden als officiële vertegenwoordiger van het Palestijnse volk. Ook beloofde Rabin de PLO te accepteren als volwaardig onderhandelingspartner in het vredesproces. Op 13 september werd het akkoord ondertekend door Arafat en Rabin op het gazon van het Witte Huis in Washington , onder toeziend oog van president Clinton (bron 2). In het akkoord werd het vredesplan in twee fasen uitgestippeld: o In fase één moest Irak zich geleidelijk terugtrekken uit de Palestijnse gebieden en het bestuur daarvan overdragen aan de Palestijnse autoriteit. In ruil hiervoor zouden de Palestijnen het terrorisme helpen bestrijden. Deze fase zou 5 jaar duren. o In de tweede fase zouden de moeilijkste problemen worden opgelost, zoals de status van Jeruzalem, het vluchtelingenprobleem en de joodse nederzettingen. Deze moeilijke punten werden tot het laatst bewaard, omdat het vredesproces dan al op gang was. De Oslo-akkoorden liepen op niets uit. Het vredesproces is nooit voorbij fase één gekomen. Na de moord op Rabin en een golf van Palestijnse zelfmoordaanslagen veranderde de opinie van Israël. Waarom is dit een goed argument voor de visie van Bush? Er was al lang een heftig conflict tussen de Palestijnen en de Israëliërs, en na dit verdrag leek hier dan eindelijk een eind aan te komen. De Verenigde Staten hielpen bij het maken van de Oslo-akkoorden, en de officiële ceremonie was in en rond het Witte Huis in Washington. De Amerikanen hielpen zo dus mee aan de vrede tussen Israëliërs en de Palestijnen, en zo proberen zij de wereldvrede en de mensenrechten te garanderen. Conclusie Het is duidelijk dat spanningen tussen het Midden-Oosten en het westen al langer spelen, ook al voor 1945. De verantwoordelijke voor deze spanningen is erg lastig aan te wijzen, doordat het probleem vanuit twee perspectieven wordt bekeken. Je hebt dus te maken met een sterke vorm van standplaatsgebondenheid. Volgens de Amerikanen zorgen zij er voor dat de wereldvrede en de mensen gegarandeerd worden en de democratie in de wereld te boverderen. De terroristen zeggen daarentegen dat de Amerikanen alles uit eigen belang doen. Als buitenstaander zijn er nog wel andere oorzaken te bedenken, zoals het geloof. Voor beide visies zijn genoeg argumenten te verzinnen, zoals de Amerikaanse hulp aan de IDF en de golfoorlog voor de visie van de terroristen, en de oktoberoorlog en de Cam-David-akkoorden voor de visie van Bush. In de Arabische wereld zijn de mensen niet blij met de monopoliepositie van de Verenigde Staten, en vanuit hun oogpunt hebben de Verenigde Staten een arrogante rol tegenover de rest van de wereld. De Arabische staten zelf zijn niet sterk genoeg om zelf tegen Amerika vechten, en dat is één van de redenen van de terroristen om aanslagen te plegen: om toch nog iets te kunnen doen tegen de Verenigde Staten
En natuurlijk is het niet goed, om zoveel onschuldige burgers te doden als bij de aanslagen van 11 september 2001, maar door de grote Amerikahaat in het Midden-Oosten hoefden er maar een paar extremisten te zijn die hiertoe in staat waren.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.