Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

H8 2e helft Omnibus

Beoordeling 4.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 681 woorden
  • 22 augustus 2005
  • 51 keer beoordeeld
Cijfer 4.4
51 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
la distance = de afstand
la combinaison = de combinatie
commencer = beginnen
partout = overal
chaque = iedere, elke
le joueur = de speler
le pays = het land
mon passe-temps préféré = mijn hobby
essayer = proberen
j’ai peur = ik ben bang
la montagne = de berg
rire = lachen
le monde = de wereld
l’étranger = het buitenland
avoir lieu = plaats hebben
espérer = hopen
demain = morgen
une équipe = een team, een elftal
capable de = in staat om

plusieurs = verscheidene
un avantage = een voordeel
le meilleur = de beste
battre = verslaan
l’expérience = de ervaring
fêter = vieren
l’enfant = het kind
le rêve = de droom
la liberté = de vrijheid
avoir besoin = nodig hebben
le natation = het zwemmen
le spectateur = de toeschouwer
crier = schreeuwen
le bruit = het lawaai
fatigué = moe
les autres = de anderen
le geste = het gebaar
le bras = de arm
la jambe = het been
le genou = de knie
payer = betalen
dur = zwaar, moeilijk
le meilleur = de beste
les muscles = de spieren
ensmble = samen
court = kort
pouvoir =kunnen
sans = zonder

disparaître = verdwijnen
demander = vragen
l’avenir = de toekomst
choisir = kiezen
il y a plusieurs distances = er zijn verschillende afstanden
c’est une combinaison de trois sports = het is een combinatie van 3 sporten
on peut commencer à huit ans = je kunt beginnen op 8 jarige leeftijd
le volley de plage est partout = het beach-volleybal zie je overal
chaque été il y a cinq millions de joueurs = iedere zomer zijn er 5 milioen spelers. on joue dans tous les pays = men speelt in alle landen
mon passe-temps préféré, c’est le triathlon = mijn hobby is te triatlon
je voudrais essayer ce sport = ik zou die sport willen proberen
je n’ai pas peur = ik ben niet bang
il y a beaucoup de montagnes en France = er zijn veel bergen in Frankrijk ça fait rire les copains = dat maakt mijn vrienden aan het lachen
les meilleurs joueurs du monde jouent à l’étranger. = de beste spelers ter wereld spelen in het buitenland. La Coupe du Monde a lieu en France = her wereldkampioenschap vind in Frankrijk plaats. J’espère qu’une petite équipe va gagner demain = ik hoop dat een klein elftal morgen gaat winnen. C’est une équipe formidable = het is een geweldig elftal

La France est capable de gagner = Frankrijk is in staat om te winnen
Ils ont gagné plusieurs fois. = ze hebben verscheidene keren gewonnen
C’est un grand avantage = dat is een groot voordeel
Jacquet et le meilleur entraîneur = Jacquet is de beste trainer
La France a battu le Brésil = Frankrijk heeft Brazillie gewonnen
Les joueurs allemands ont beaucoup d’expérience = de duitse spelers hebben veel ervaring. La France a fête le succès = frankrijk heeft het succes gevierd
Allons enfants de la Patrie ! = vooruit kinderen van het vaderland ! C’est un beau rêve = het is een mooie droom
Liberté, égalité, fraternité = vrijheid, gelijkheid, broederschap. On n’en a pas besoin = we hebben het niet nodig
Ma sœur fait de la natation = mijn zus doet aan zwemmen
Les spectateurs hurlent et crient = de toeschouwers brullen en schreeuwen Ça fait un bruit énorme = dat maakt een enorm lawaai
Je suis fatigué, les autres aussi = ik ben moe, de andere ook. Je fais des gestes avec les bras et les jambes. = ik maak gebaren met armen en benen. J’ai mail au genou = ik heb pijn in mijn knie. On paye beaucoup les footballeurs = men betaalt voetballers veel. C’es dur d’être le meilleur = het is moeilijk de beste te zijn. On utilise les muscles = je gebruikt de spieren
Ces sports ne vont pas ensemble = die sporten gaan niet samen

Il y a un triathlon court = er is een korte triatlon. Beaucoup de personnes peuvent participer sans problèmes. = veel mensen kunnen zonder problemen meedoen. Les grands triathlons disparaissent = de grote triatlons verdwijnen Ça demende une organisation énorme = dat vraagt een enorme organisatie. Je suis toujours libre = ik ben altijd vrij. Dans l’avenir je serai un grand footballeur. = in de toekomst zal ik een grote voetballer worden. Un professionnel ne peut plus choisir = een beroepsspeler kan niet meer kiezen.

REACTIES

M.

M.

Dag Carolien,
Er zitten spelfouten in de woordjes...
Groetjes!

16 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.