Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De Ruimtevaart

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 5877 woorden
  • 19 april 2005
  • 112 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
112 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding Mijn werkstuk gaat over de Ruimtevaart in de 20e eeuw. Voor de 20e eeuw was er nog geen Ruimtevaart, en het onderwerp is vrij groot, dus er viel veel over te vertellen. Uiteraard kan ik niet alles verwoorden dat er is gebeurt in de Ruimtevaart, maar ik behandel vooral de hoogte- en dieptepunten. Ik heb dit onderwerp dus gekozen omdat er veel over te vertellen valt en het onderwerp sprak mij ook wel aan. Ik heb Ruimtevaart altijd een intrigerend onderwerp gevonden, maar mezelf er nooit zoveel in verdiept. De onderzoeksvraag die ik gebruik bij dit werkstuk is: “Hoe verliep de progressie in de Ruimtvaart in de 20e eeuw?” 1. Het prille begin Het idee om door de ruimte te reizen bestaat al eeuwen. Meestal bleef het bij vreemde, onuitvoerbare fantasieën. In de 1e eeuw begonnen de eerste ideeën al voor raketten. De vuurpijl of kruitraket wordt namelijk zeer waarschijnlijk voor het eerst in de geschiedenis, door de Chinezen gebruikt bij een veldslag tegen de Tartaren. Door de ontdekking van het buskruit komen vuurwapens tot ontwikkeling. Er wordt weinig aandacht besteed aan het raketprincipe. Het komt alleen voor in vuurwerk. Sir Isaac Newton, de ontdekker van de werking van de zwaartekracht, berekende in 1687 dat als een voorwerp een snelheid van 11,2 kilometer per seconde krijgt (40320 kilometer per uur), het aan de zwaartekracht van de aarde kan ontsnappen en dus de ruimte in kan vliegen. In 1865 schreef Jules Verne het boek “De la terre a la lune” (Reis naar de maan). Daarin beschreef hij een reis naar de maan in een 3-mans capsule dat wordt afgeschoten uit een enorm kanon. Hij gaf als snelheid om de aarde te verlaten 11 km/sec aan. De capsule zou landen in de Atlantische Oceaan in de buurt van Florida. Over het boek is op zich goed nagedacht, maar in werkelijk is het onuitvoerbaar. De meeste mensen lachten hem uit, maar in onze tijd zien we hem toch als een van de ‘vaders’ van de ruimtevaart. In 1903 bracht de Russische wiskundige Konstantin Eduardovich Tsiolkovski een boek uit, genaamd “Raketten in de kosmische ruimte” en zet daar berekening wat raketvoortstuwing betreft neer. Hij stelt voor om vloeibare stuwstoffen te gebruiken. In 1907 begon de Amerikaanse geleerde, dr. Robert Hutschings Goddard, met de eerste echte raketexperimenten. Hij bouwde de eerste raket die werkte op vloeibare brandstoffen. In 1923 bracht de Duitse geleerde dr. Herman Oberth een boek uit, waarin de de eerste wiskundige grondslag werd gelegd voor de huidige rakettechnologie. Diezelfde dr. Herman Oberth lanceerde in 1931 samen met dr. Winkler een eigen raket. Oberth zou later ook meewerken aan het Duitse V2 project. De eerste echte raketlancering in de geschiedenis vond echter plaats in 1926. Dr. Robert Hutschings Goddard, de Amerikaanse geleerde die al in 1907 met de eerste echte raketexperimenten begon, lanceerde 19 jaar later dus zijn eerste raket. De raket was gevuld met zuurstof en lampolie en ging 60 meter ver en bereikte een hoogte van 13 meter. De raket lanceringen met kleine raketten hierna bereikten uiteraard steeds grotere hoogtes. In 1933 werd in Rusland de eerste succesvolle lancering gedaan. Dr. Korolev had een raket ontwikkeld met een gewicht van 19 kg. De raket bereikte een hoogte van 400 meter. Op 3 oktober 1942 werd de eerste V2 raket gelanceerd in Peenemunde. De raket werd in de jaren 30 in Duitsland ontwikkeld onder leiding van de heren Von Opel, Dornberger en Von Braun. Tijdens de 2e Wereldoorlog, zijn er velen V2’s vanuit Nederland op Londen afgevuurd. De V2 heeft wel een versnelde ontwikkeling van de ruimtevaart mogelijk gemaakt. De werkelijke geschiedenis van de ruimtevaart begon echter pas op 4 oktober 1957, toen door Rusland de eerste satelliet in de geschiedenis werd gelanceerd.
2. De Spoetniks De eerste Spoetnik De Russen waren er in geslaagd om een raket, de R7 te ontwerpen. Deze was oorspronkelijk bedoeld om kernwapens te vervoeren, wat ook gebeurd is. Later werd de R7 omgebouwd om een kleine lichte satelliet de ruimte in te brengen.Op 4 oktober 1957 werd voor het eerst, door de Russen, de eerste kunstmatige satelliet (kunstmaan) in de geschiedenis gelanceerd. Zijn naam was de Spoetnik ("Спутник", Russisch voor metgezel). De Spoetnik-1 was een bol met een doorsnede van 58 cm en een gewicht van 83,6 kilogram. In Amerika kon men niet geloven dat de Spoetnik-1 ruim 83 kilogram woog, omdat men daar aan de lancering van een kleine satelliet bezig was, die nog geen 1,5 kilogram zou wegen. De Amerikanen gingen er dus van uit dat de Spoetnik-1 8,36 kilogram woog en dat er een fout was gemaakt bij het doorgeven van het gewicht. De Spoetnik-1 had 4 antennes. Door middel van een ingebouwde zender met een vermogen van slechts 1 Watt, werd er een regelmatig pieptoontje uitgezonden. Dat toontje (te beluisteren op http://www.clan-th.com/spoetnik.wav ) werd later symbolisch voor het begin van de ruimtevaart. De Spoetnik-1 heeft 21 dagen dagen gewerkt en daarna waren de batterijen op. De Spoetnik-1 bleef nog tot 4 januari 1958 in een baan om de aarde draaien en daarna is hij verbrand in de brandkring. Voor de Amerikanen was de lancering van de Spoetnik-1 een grote schok, want zij gingen er vanuit dat de Verenigde Staten op alle gebieden van de wetenschap en techniek superieur waren. De tweede Spoetnik Terwijl Amerika hard werkte om ook een satelliet te lanceren, kwam Rusland opnieuw met verpletterend nieuws. Op 3 november 1957 werd de Spoetnik-2 gelanceerd. Het gewicht van deze satelliet was 508 kilogram en hij werd met dezelfde R7 raket gelanceerd. In de Spoetnik-2 zat tevens een hond, deze hond heette Laika, de hond overleefde de lancering wel, maar ging echter na een paar dagen in de ruimte dood door zuurstof gebrek. Maar hierdoor leverden de Russen wel het bewijs dat levende wezens het in de ruimte kunnen uithouden. De Spoetnik-2 draaide in een baan om de aarde met 225 km als laagste en 1670 km als hoogste punt. De VS probeerde iets terug te doen door de Vanguard te lanceren. Dit mislukte echter. De raket ontplofte bij de lancering. Omdat de Russen dus voorlagen op de Amerikanen, kreeg de regering Eisenhower veel kritiek op zich. Een voorbeeld van die kritiek werd geuit in dit gedicht: Oh little Sputnik, flying high
With made-in-Moscow beep
You tell the world it's Commie sky
and Uncle Sam's asleep
You say on fairway and on rough
The Kremlin knows it all
We hope our golfer knows enough
To get us on the ball
De oorzaak dat de Russen voorlagen op de Amerikanen was waarschijnlijk dat de verschillende overheidstakken niet samen werkten. Het leger, de luchtmacht, de marine werkten allemaal onafhankelijk aan een eigen draagraket. Zouden ze samengewerkt hebben, dan hadden ze misschien een betere draagraket ontwikkeld en waarschijnlijk ook een stuk sneller. Ook had de Amerikaanse regering dus voorrang gegeven aan het Vanguard project, omdat dat puur Amerikaans was, terwijl de voorstellen van dr. Werner von Braun waarschijnlijk beter waren, maar omdat hij een Duitser was, hebben ze het Vanguard project voorrang gegeven, en later bleek dat dus een grote flop. De Russen noemden het zelfs de “Flopnik”. Na deze flop werd dus toch de hulp in geroepen van Von Braun. De derde Spoetnik De lancering op 3 februari 1958 van de eerste versie van Spoetnik-3 mislukte, de raket kwam niet hoger dan een kilometer of 12, door een raket motor fout. Er was een zoektocht voor de Spoetnik-3, en de mensen die er naar zochten, wisten eigenlijk niet eens waar ze naar zochten. Er was ze vertelt om te zoeken naar ongewone dingen. Uiteindelijk hadden ze iets gevonden dat op een satelliet leek. Sommige apparatuur werkte nog. De lancering op 15 mei 1958 van de tweede versie was wel succesvol. De Spoetnik-3 zat vol wetenschappelijke instrumenten en deed metingen onder andere aan de buitenste atmosfeer, kosmische straling, micro-meteorieten en dergelijke. De recorder die de meetgegevens op moest nemen deed het echter niet. Daarom moest men het doen met de meetgegevens die men via de zender rechtstreeks van de satelliet ontving. Nadat de Spoetnik-3 gelanceerd was, wilden de Amerikanen alles op alles zetten om de Russen in te halen met hun ruimtewedstrijd. Meneer Lyndon Johnson, de senaat meerderheids leider toen der tijd, wilde dat er onmiddellijk aan een hele goede raket motor werd gewerkt. Ook wilde hij dat er meer moeite werd gestoken in de ontwikkeling van bemande satellieten. En dat onderzoeken sneller en op grotere schaal gebeuren en dat er meer geld voor uitgetrokken werd. De Spoetnik-3 was dus eigenlijk alleen voor wetenschappelijke doeleinden, maar een bijeffect was dus dat het de Amerikanen prikkelde om ook meer aan de ruimtevaart te doen. Door de eerder genoemde kapotte recorder, zijn de Russen een grote ontdekking misgelopen. De zogenaamde Van Allen Gordel. Deze gordel gaf een sterke straling af en werd later wel ontdekt door de Amerikaanse Explorer-1. Wanneer de recorder het wel had gedaan, hadden de russen deze ontdekking zelf gedaan en hoefden ze zich minder te schamen. Bij de test van de Spoetnik-3 waren ze er ook al achter gekomen dat de recorder het niet deed, maar de ontwerper van de recorder, Alexei Bogomolov, beweerde dat het door de straling van de andere tests was, dat de recorder het niet deed en dat hij het in de ruimte gewoon zou doen. Het tegendeel werd dus later bewezen en de Russen liepen deze ontdekking mis. Sommige mensen wilden de lancering van de Spoetnik-3 wel uitstellen, maar Alexei Bogolomov stond erop dat hij gewoon op tijd zou worden gelanceerd.
3. Op weg naar de maan Nadat we eindelijk een satelliet in de ruimte hebben gekregen en zelfs levende wezens, Laika (een hond) en Ham (een aap), mee hebben gestuurd, willen we verder. De Amerikanen lukt het eindelijk om een kunstmaan in de ruimte te krijgen op 1 februari 1958. De satelliet Explorer-1 weegt 8,3 kilogram, en ontdekt de Van Allen gordel (gordel elektrisch geladen deeltjes om de aarde), die de Spoetnik-3 vergeten was te ontdekken. Nadat de Amerikanen dus eindelijk succes hadden geboekt met de Explorer-1 konden zij ook weer verder met hun ontdekkingsreis in het heelal. Pioneer project Eveneens in 1958 starten de Amerikanen met het Pioneer project, waarvan het doel was om de maan te onderzoeken. Op 11 oktober 1958 word de Pioneer I gelanceerd met behulp van een Thor-Able raket. De minimum snelheid word niet gehaald en daardoor krijgt de satelliet een andere baan en is hij nu spoorloos verdwenen.Op 8 november dat zelfde jaar wordt ook de Pioneer II gelanceerd. Ook deze maanmissie flopt jammerlijk. Hij werd gelanceerd met een Thor-Able raket en doordat de 3e trap van deze raket niet werkte mislukte de missie. Op 6 december eveneens dat zelfde jaar wordt ook de Pioneer III gelanceerd. Dit keer hebben ze van hun fouten geleerd en wordt hij met een andere raket gelanceerd. Het is de Juno raket. Maar helaas, ook deze missie faalt omdat de raket te snel uitbrandt. Op 3 maart 1959 werd de laatste Pioneer raket gelanceerd, met de originele naam, Pioneer IV. Deze word met behulp van een Juno II rakete naar de maan gelanceerd, maar nadart de maan niet dichtbij genoeg en word een kunstmaan van de Aarde. Al met al kunnen we dus wel zeggen dat het gehele Pioneer project een grote flop was, omdat geen enkele Pioneer satelliet zijn missie heeft volbracht. Luna project Uiteraard zaten de Russen ook niet stil en lanceerden zij op 2 januari 1959 de eerste van een reeks Luna (maan) satellieten. De Luna I was het eerste projectiel dat voorbij de maan is gegaan en een kunstplaneet werd van de zon. Dat kwam omdat hij een grotere snelheid kreeg dan de ontsnapping snelheid (11,2 km/sec) die nodig is om aan de aantrekkingskracht van de Aarde te ontsnappen. Op 12 september 1959 stortte de Luna 2 neer op de maan. Het was het eerste projectiel dat op de maan was gekomen. Nu is er op de maan in de buurt van de ringberg Archimedes een krater van een diameter van ca. 15-30 meter. Op 4 oktober 1959 maakte de Luna 3 foto’s van de achterkant van de maan. Op 2 april 1963 werd de eerste van de 2e generatie Luna’s gelanceerd, deze Luna was de Luna 4. Het doel was waarschijnlijk om te landen op de maan, maar hij schoot er een paar duizend kilometer langs. De Luna 5 crashte op 9 mei 1965 op de maan. De Luna 6 zou op 8 juni 1965 ook op de maan landen, maar schoot er 159.612 kilometer langs. De Luna 7 crashte op 4 oktober 1965 op de maan en de Luna 8 op 3 december dat zelfde jaar. Op 31 januari 1966 landde de Luna 9 op de maan. Het was het eerste ruimtevoertuig dat een zachte landing op de maan maakte. Het doel was om metingen te doen en foto’s te maken van het maan oppervlak. Op 31 maart 1966 kwam de Luna 10 in een baan om de maan en op 24 augustus 1966 deed de Luna 11 hetzelfde. Op 22 oktober 1966 kwam ook de Luna 12 in een baan om de maan. Op 21 december 1966 lande de Luna 13 op de maan. Het voertuig heeft maar een paar dagen gewerkt en zond foto’s naar de aarde en deed metingen in de grond. Op 7 april 1968 kwam de laatste versie van de 2e generatie Luna’s in een baan om de maan. Deze Luna had de verrassende naam, Luna 14. De Luna deed weer verschillende metingen onder andere hoe de zwaartekracht op de maan in elkaar zat en hoe de maan bewoog. Op 13 juli 1969, kwam de Luna 15 in een baan om de maan. Na 52 keer om de maan heen gedraaid te zijn, stortte hij neer op 21 juli 1969. De Luna 16 lande op 12 september 1970 op de maan en was de eerste Russische sonde die terug kwam met stenen van de maan. De Luna 17, ook wel bekend als de Lunokhod 1, lande op 15 november 1970 op de maan. Deed daar verschillende onderzoeken en stopte met werken op 4 oktober 1971, de verjaardag van de eerste Spoetnik. Op 2 september 1971 kwam de Luna 18 in een baan om de maan en na 54 rondjes om de maan crashte hij op het maan oppervlak. Op 28 september 1971 werd de Luna 19 naar de maan gestuurd. In een baan om de maan onderzocht deze verschillende dingen. Op 14 februari 1972 werd de Luna 20 in een baan om de maan gezet en op 21 februari landde hij op de maan. Daar verzamelde hij onder andere monsters van de maan. Op 25 februari landde de Luna 20 alweer in Rusland. Op 8 januari 1973 landde de Luna 21 op de maan. Dit voertuig was ook wel bekend als de Lunokhod 2 en deed daar verschillende wetenschappelijke onderzoeken wat het maan oppervlak betrof. Op 2 juni 1974 kwam de Luna 22 in een baan om de maan. Daar nam hij verschillende foto’s en deed ook wetenschappelijke onderzoeken in de atmosfeer van de maan. De Luna 23 landde op 28 oktober 1974 op de maan om monsters mee te nemen, maar hij raakte beschadigd dus kon zijn missie niet volbrengen. Op 9 augustus 1976 landde de laatste van de Luna series, de Luna 24. Deze volbracht de missie die de Luna 23 had wel en bracht op 22 augustus datzelfde jaar de monsters terug. Ranger project Het doel van het Ranger project was om wetenschappelijke informatie over de maan te verzamelen. De eerste Ranger, Ranger 1, werd op 23 augustus 1961 in een baan om de aarde gebracht om de functies van de Ranger 1 te testen voor maan missies in de toekomst. De Ranger 1 was een geslaagde missie, de functies werkten naar behoren, alleen was er niet veel data opgeslagen. Op 18 november 1961 werd de Ranger 2 gelanceerd, ook dit was een test vlucht en helaas mislukte deze, want hij kwam na een paar dagen alweer terug in de aardse atmosfeer. Op 26 januari 1962 werd er nog een poging gewaagd met de Ranger 3 om op de maan te geraken. De Ranger 3 miste de maan echter en vloog er ver voorbij. Door deze vlucht is er wel ervaring opgedaan. Op 23 april 1962 werd de Ranger 4 gelanceerd richting de maan. De controle over het vaartuig was onderweg echter verloren gegaan, maar het vaartuig raakte de maan wel. De Ranger 5 werd op 18 oktober 1962 gelanceerd. Ook over dit ruimtevaartuig ging de controle verloren. En deze miste de maan dus jammerlijk. De Ranger 6 lande succesvol op de maan op 30 januari 1964. Helaas was er een fout met de capsule en werden er geen beelden terug naar de aarde gestuurd. Op 31 juli 1964 bereikte de Ranger 7 de maan, ruim 4,308 foto’s waren verzonden naar de aarde voordat ook de Ranger 7 te pletter sloeg tegen het maan oppervlak. Op 20 februari 1965 bereikte ook de Ranger 8 de maan, nam daar vele duizenden foto’s en sloeg ook weer te pletter tegen het maan oppervlak. Op 24 maart 1965 bereikte de laatste Ranger, de Ranger 9, de maan. Daar nam hij foto’s en verzond ze naar de Aarde en die werden live op de televisie getoond. Dit was de laatste Ranger en het project heeft in totaal ruim $170 miljoen gekost. Zond project In deze serie zitten ook verkenners die niet naar de maan zijn gestuurd, namelijk de Zond-1, -2 en -4. De andere 5 hebben vluchten uitgevoerd rond de maan, waarna ze op aarde terugkeerden om geborgen te worden. Zo kon men de foto's op aarde ontwikkelen, wat een veel betere kwaliteit gaf. Het was voor de Russen ook een goede oefening om later met de Luna's bodemmonsters naar de aarde te halen. De Zond-4, -5 en -6 waren eigenlijk Sojoez capsules, mislukt project van de Russen om de eerste man op de maan te krijgen, die onder een schuilnaam werden gelanceerd.
Overige Amerikaanse projecten De Surveyor-serie
De 7 Surveyors waren bedoeld om te landen op de maan. Ze moesten daar ondermeer bodemonderzoek uitvoeren om te kijken of een bemande landing mogelijk zou zijn. De Lunar Orbiters
Deze sondes moesten in een baan om de maan draaien en die in kaart brengen. Als de filmrol op was, liet men ze te pletter storten, om de omgeving van de maan vrij te houden van objecten die hinderlijk konden zijn voor het Apollo-project. De sondes waren enorm betrouwbaar, elk van de vijf vluchten slaagde. 4. Russische bemande ruimtevaart Op 12 april 1961 om 09.07 uur begon de bemande ruimtevaart met de vlucht van Joeri Gagarin in de Wostok-1. Hij maakte één omwenteling om de aarde, en bleef anderhalf uur in de ruimte. Vergeleken met de eerste Amerikaanse ruimtesprongetjes met de Mercury later dat jaar, was dit een enorme prestatie. De landing verliep opmerkelijk: Gagarin moest zich op zeven kilometer hoogte met zijn schietstoel uit de bolvormige capsule verwijderen. De capsule kwam namelijk nogal hard neer in die tijd, iets dat later met remraketjes zou opgelost worden. In 1963 zaten de Russen met een probleem. De Amerikanen zouden in 1965 de tweepersoons Gemini-capsule lanceren, terwijl hun eigen driepersoons Sojoez-capsule pas ten vroegste in 1967 zou klaar zijn. Ze wilden nog voor de Amerikanen een meerpersoonscapsule lanceren. Sergej Koroljov, de Russische hoofdingenieur, besloot de oude Wostok dan maar een beetje aan te passen. De schietstoel werd geschrapt, de capsule zou in het vervolg mét bemanning neerkomen. Hiervoor werden er hulpraketjes toegevoegd. Omdat de capsule zelfs zonder schietstoel nog vrij krap was, konden de kosmonauten ook geen ruimtepak aandoen. Ondanks dit lapwerk werd de capsule op 6 oktober 1964 onbemand getest onder de naam Kosmos-47. De vlucht duurde 1 dag. Op 12 oktober 1964 gingen drie kosmonauten op weg met de Woschod-1. De vlucht duurde maar een dag, veel langer konden Vladimir Komarov, Boris Jegorov en Konstantin Feoktistov het niet uithouden in de krappe capsule. Het was ook de eerste keer dat er een wetenschapper (Feoktistov) en een dokter (Jegorov) meegingen. De Amerikanen waren natuurlijk verbaasd, ze wisten immers niet dat het schip maar een opgelapte Wostok was. Meer dan twee jaar na de Woschod-2 hadden de Russen eindelijk hun nieuwe ruimteschip, de Sojoez. De Amerikanen wisten niet goed waarvoor de Sojoez diende, en ze vreesden dat de Russen het zouden gebruiken voor een vlucht om de maan. De Amerikanen hadden in de voorbije twee jaar hun hele Gemini-programma afgewerkt, en de Russen waren inderdaad van plan om als eerste op de maan te staan. Waarom dit uiteindelijk niet lukte, is een ingewikkeld verhaal. Op 19 april 1971 werd 's werelds eerste ruimtestation gelanceerd, de Saljoet-1. De eerste bemanning van dit station kwam echter om het leven toen de Sojoez-11 bij terugkeer in de atmosfeer lucht begon te lekken. Na dit ongeluk duurde het drie jaar alvorens het volgende ruimtestation werd gelanceerd, de Saljoet-3 op 25 juni 1974 (Saljoet-2 was mislukt in 1973). Dit station was een militair station: er werden gedetailleerde foto's genomen, en het station was uitgerust met raketafweer en een snelvuurkanon om vijandig satellieten neer te halen. Hier werd gelukkig nooit gebruik van gemaakt. Op 26 december 1974 werd de Saljoet-4 gelanceerd. De Saljoets verbrandden na een tijd in de atmosfeer, waardoor er telkens een nieuwe moest gelanceerd worden. Bij de Mir werd dit opgelost door het station om de zoveel tijd naar een hogere baan op te stuwen. De Saljoet-4 had een civiele functie en werd door drie bemanningen bezocht. De Saljoet-5 was wederom een militair station. Het werd maar één keer bemand, de koppeling van een tweede Sojoez met de volgende bemanning mislukte. Na de Saljoet-5 werd het militaire programma grotendeels opgegeven. 5. Amerikaanse bemande ruimtevaart Het Mercury-project begon op 31 januari 1961, toen de chimpansee Ham een korte vlucht maakte. Op 5 mei was het de beurt aan een mens, Alan Shepard, met de capsule Freedom-7. De vlucht van Shepard was eigenlijk maar een kort sprongetje vergeleken met de vlucht van Gagarin in de Wostok, eerder dat jaar. Gagarin maakte een volledige omwenteling, Shepard volgde een paraboolbaan tot 160 km hoogte. Hij was zelfs maar vijf minuten gewichtsloos. Op 21 juli was Virgil 'Guss' Grissom dan aan de beurt met de Liberty Bell-7. Deze vlucht liep bijna slecht af, toen de capsule water begon te maken na de landing. Grissom werd gered, de capsule zonk. De eerste echte ruimtevlucht, na de twee sprongetjes, werd gemaakt door John Glenn met de Friendship-7 op 20 februari 1962. Hij maakte drie omlopen rond de aarde, en kwam na 4,5 uur in de Atlantische Oceaan terecht. Even werd er gevreesd voor een ramp, omdat er een probleem bleek te zijn met het hitteschild. Als dit faalde, zou Glenn verbranden bij de terugkeer. Na afloop van de vlucht bleek dat het maar een vals alarm was geweest. Op 24 mei was het de beurt aan Scott Carpenter met de Aurora-7. Hij drukte bij de terugkeer 3 seconden te laat op de knop van de remraketten, en kwam 400 km van het landingsgebied terecht. Tijdens de vlucht had hij zich ook al lichtjes misdragen en dit werd dus zijn eerste en laatste vlucht. Op 3 september deed Walter Schirra het beter met zijn capsule Sigma-7. Hij maakte 6 rondjes en landde op amper 9 kilometer van het vliegdekschip dat hem uit zee moest vissen. De laatste vlucht was voor Gordon Cooper met de Faith-7 op 15 en 16 mei 1963. Hij bleef meer dan 34 uur in de ruimte. Toen zijn capsule over de Himalaya vloog, beweerde hij daar een trein te zien rijden. Eerst geloofde men hem niet, maar na nader onderzoek bleek Cooper over uitzonderlijk goede ogen te beschikken. Het Gemini-project was vooral bedoeld al leerschool voor het latere Apollo-project. Er was bijvoorbeeld plaats voor twee astronauten, en er zouden ruimtewandelingen en een rendez-vous tussen twee capsules uitgevoerd worden. De eerste twee Gemini's waren onbemande capsules die gelanceerd werden voor systeemtests. De latere tien Gemini’s waren wel bemand. Na het Gemini-project waren de Amerikanen klaar voor hun grote uitdaging: een man op de maan zetten, en liefst vóór de Russen. President Kennedy had op 25 mei 1961 beloofd dat er nog dat decennium een Amerikaan op de maan zou staan. Om dit doel te bereiken hadden de Amerikanen het Apollo-project. De bekendste Apollo was de Apollo 11, met de piloten Neil Armstrong, Michael Collins en Edwin Aldrin. Na een kleine rustperiode kropen Armstrong en Aldrin in een kleinere capsule, genaamd Eagle en vertrokken richting het maan oppervlak. Op 20 juli landde de Eagle in de Mare Tranquilitatis, de Zee van Rust. De landing was niet zonder problemen verlopen, het landingsterrein lag namelijk bezaaid met rotsblokken. De astronauten moesten verder vliegen, en toen de brandstof bijna op was, vonden ze toch een geschikte plaats om de Eagle neer te zetten. Na de landing aten ze nog wat en besloten toen om een beetje vroeger dan voorzien naar buiten te gaan. Toen Neil Armstrong daar stond zei hij de legandarische woorden “Het is een kleine stap voor een mens, maar een grote sprong voor de mensheid.” De op een na bekendste Apollo is de Apollo 13. Bij deze Apollo ontplofte er een zuurstof tank en 4 dagen later kwam de Apollo 13 in de Stille Oceaan terecht. De bemanning was moe en ziek, maar ze hadden het overleeft. De gigantische Saturn-V raket, die de Apollo’s lanceerde, werd na de Apollo-maanvluchten nog maar één keer gebruikt. De laatste trap van de raket werd omgebouwd tot een vliegend laboratorium, het Skylab. Het was het eerste Amerikaans ruimtestation. Na het Apollo-project begonnen de Amerikanen met de bouw van de Space Shuttle. Het moest een vervoermiddel worden dat meerdere malen kon herbruikt worden om de kosten te drukken. Het moest ook snel na de landing terug klaargemaakt kunnen worden voor de volgende vlucht. Het idee bestond om met een kleine vloot bijna elke week een lancering te doen. Uiteindelijk bleek dit dus niet te kunnen, er moest teveel onderhoud gedaan worden en dat was te duur. De Space Shuttle’s zijn alleen handig voor onderhoud en reparatie’s aan grotere projecten, zoals de Hubble telescoop en de bouw van de ISS. 6. Na de maan, op naar Mars Mars is vooral door de Amerikanen onderzocht. De Russen hebben echter ook een aantal, vaak minder succesvolle vluchten uitgevoerd.
De Mars-sondes De Russen ondernamen de eerste poging met de Mars-1, gelanceerd op 2 november 1962. Enkele maanden later ging het radiocontact verloren, vóór Mars bereikt was. In 1971 probeerden ze het nog eens met Mars-2 en -3. Deze hadden ook landers bij. De moedervaartuigen geraakten veilig in een baan op Mars, de landers gingen verloren. Eén kwam waarschijnlijk te hard neer, de andere stopte met uitzenden na 110 seconden. De Russen hadden ook pech dat er juist een zandstorm woedde op Mars. De foto's van de orbiters toonden alleen zandwolken. In 1973 was het weer prijs met Mars-4 t.e.m. -7. De Mars-4 miste de planeet op 2200 km, de Mars-7 kwam tot op 1300 km. De lander van de Mars-6 stopte met uitzenden voordat de bodem was geraakt, waarschijnlijk vanwege een explosie. De Mars-5 was wel ietwat succesvol. Ze zat niet helemaal in de juiste baan, maar kon toch gegevens doorsturen. De Mariners Deze serie omvat ook enkele andere verkenners, zoals de Mariner-10, die naar Mercurius werd gestuurd. De eerste die naar Mars ging, was de Mariner-3. De lancering liep mis op 5 november 1964. De mariner-4 was wel succesvol. Er werden wel maar 21 foto's gemaakt. De Mariner-6 en -7, die bijna gelijktijdig werden gelanceerd, fotografeerden bijna 10% van het oppervlak, waaronder de poolgebieden. De Mariner-8 en -9 werden in 1971 gelanceerd, ongeveer gelijktijdig met de Mars-2 en -3. De Mariner-8 ging verloren bij de lancering, de Mariner-9 kwam ten tijde van de grote zandstorm aan. De Mariner-9 was echter flexibeler dan de Russische collega's en men wachtte tot de zandstorm voorbij was. Tijdens deze vlucht werd ondermeer de enorme kloof op Mars ontdekt, die sindsdien de Marinervallei heet. De Vikings In 1975 werden de Viking-1 en -2 gelanceerd, beide bestaande uit een orbiter en een lander. Eén van de hoofddoelen van de missie was om de mogelijkheid van leven op Mars te onderzoeken. Hiervoor beschikten de landers over een uitgebreid arsenaal aan instumenten voor bodem- en atmosfeeronderzoek. Verdere Russische vluchten Zond-2
Verloor radiocontact op weg naar Mars. Phobos-1 en -2
Werden gelanceerd in 1988. De Phobos-1 werd per ongeluk uitgeschakeld onderweg, en kon niet meer gestart worden. De Phobos-2, met landers aan boord die de Marsmaan Phobos moesten onderzoeken, kwam wel goed aan. Spijtig genoeg viel het contact uit na een paar dagen. Mars 96
In 1996 werd de Mars 96 gelanceerd, waaraan verscheidene andere landen hadden meegewerkt. Een paar uur na de lancering verdween de sonde in de Atlantische oceaan. Verdere Amerikaanse vluchten Mars Observer

Werd in 1992 gelanceerd. Kort voor de aankomst bij Mars, verloor men het contact, waarschijnlijk als gevolg van een ontploffing aan boord. Pathfinder
Gelanceerd in 1996. Maakte de eerste zachte landing sinds de vikings. De lander had een rijdend robotje aan boord, de Sojourner. Mars Global Surveyor
Eveneens in 1996 gelanceerd. De sonde bestudeerde het oppervlak, en ontdekte mogelijke sporen van water. De sonde had in het begin enkele problemen toen ze in een verkeerde baan rond Mars kwam. Door van de wrijving van de dunne atmosfeer gebruik te maken, kon het tuig in de juiste baan gebracht worden. Mars Climate Orbiter
Gelanceerd in 1998. Had als doel het klimaat op Mars te observeren, maar viel onderweg uit. Mars Polar Lander
Gelanceerd in 1999. Moest op de zuidpool van Mars landen, maar sloeg blijkbaar te pletter. 7. Venus De verkenning van Venus was, in tegenstelling tot Mars, in het begin vooral een Russische zaak. Ze hebben bijna dubbel zo veel verkenners gestuurd als de Amerikanen. De Venera-sondes De Venus-1 (pas vanaf nummer 4 gebruikte men de naam Venera) werd in 1961 gelanceerd, maar miste de planeet op een afstand van 100000 km. De Venus-2 vloog in 1966 op 24000 km langst de planeet, de Venus-3 stortte te pletter op de planeet. De Venera-4 moest in 1967 een zachte landing uitvoeren, maar viel uit tijdens de afdaling na 94 minuten. De Venera-5 en -6 waren de volgende pogingen om te landen, maar mislukten eveneens. Samen met de Venera-4 werd ook een reservesonde meegestuurd, de Kosmos-167, maar die verbrandde in de aardatmosfeer. Het is mogelijk dat de Venera-6 de reservesonde was voor de Venera-5. Met de Venera-7 werd nog eens gepoogd een zachte landing te maken. Ditmaal werd er een kleinere parachute gebruikt, omdat men dacht dat de vorige sondes kapot waren gegaan door de lange tocht door de barre atmosfeer. De sonde bereikte dit maal inderdaad de oppervlakte, maar de klap kwam nogal hard aan. De sonde zond nog 23 minuten verstoorde signalen uit. Voor de Venera-8 werd daarom voor een iets lagere snelheid gekozen. Deze sonde bereikte de oppervlakte onbeschadigd, maar zond nog maar 13 minuten, omdat de tocht door de woeste Venusatmosfeer langer had geduurd. De Venera-9 en -10 uit 1975 waren meer succesvolle sondes. Ze bereikten allebei de oppervlakte, en konden gedurende ongeveer een uur blijven uitzenden. Ze namen ondermeer de eerste foto's van het oppervlak van Venus. De Venera-11 en -12 werden in 1978 gelanceerd. Ze hadden beide ondermeer Franse apparatuur aan boord. De afdaalsondes konden echter geen foto's doorsturen. De Venera-13 en -14 stuurden weer wel foto's door, in kleur ditmaal. Er werd ook getest hoe hard de Venusbodem was door een stalen pin in de bodem te drijven. Dit mislukte echter omdat de pin op de lenskap van de camera terechtkwam. De Venera-15 en -16 hadden geen landers aan boord, maar brachten in 1983 het oppervlak in kaart m.b.v. radar. In 1984 werden de Vega-1 en -2 gelanceerd. Zij moesten ook de komeet van Halley onderzoeken onderweg. Vandaar ook de naam: een samentrekking van Venera en Galea (Halley). Er werd uit elk van de moedervaartuigen een lander en een ballon met instrumenten neergelaten, waarna ze verder koers zetten naar de komeet. Amerikaanse sondes In 1962 passeerde de Mariner-2 Venus op 35000 km. De Mariner-5 vloog op 4000 km voorbij Venus, de Mariner-10 op 5760 km. Enkel de Mariner-10 heeft foto's doorgestuurd. In 1978 werden de Pioneer-Venus-1 en -2 gelanceerd. Het eerste toestel had een radar aan boord, het tweede had enkele kleine afdaalsondes bij, die echter niet gemaakt waren om het oppervlak te bereiken. In 1990 kwam de Magellan in een baan om Venus. Dit vaartuigje heeft bijna de ganse oppervlakte in kaart gebracht met zijn radar, met een betere resolutie dan ooit tevoren. Nadat de radar uitviel, heeft men uit de schommelingen van de sonde nog veel kunnen afleiden over de zwaartekracht van de planeet. Op 11 oktober 1994 heeft men het tuig laten opbranden in de dichte Venusatmosfeer.
8. De Mir De Mir is een ruimtestation van Rusland, waar Russische astronauten, ook wel kosmonauten genoemd soms wel meer dan een jaar wonen en werken. Af en toe komt er een ruimtecapsule of de space shuttle langs om nieuwe voorraad of personeel te brengen. Ook astronauten uit andere landen komen soms op bezoek om samen proeven te doen in de ruimte of om reparaties uit te voeren. De Mir zweeft op zo’n 350 km. boven het aardoppervlak. De Mir is een reusachtig ruimtevaartschip en het grootste deel ervan bestaat uit een besturingscentrum en een woongedeelte voor astronauten. De Mir is onder andere zo speciaal omdat het zes koppelingsplekken heeft waar verschillende andere soorten shuttles zich aan vast kunnen maken. Dit ruimtestation is uitstekend geschikt voor een langer verblijf door ruimtevaarders, de Rus Valeri Polijakov heeft het record in handen met een verblijf van 437 dagen aan boord van de Mir. In 2000 werd het verouderde ruimtestation dan uitgeschakeld, en liet men het verbranden in de atmosfeer. Nu het ISS (een beter ruimtestation) er aankomt, heeft de Russische ruimtevaart immers geen geld meer om (delen van) twee stations te onderhouden. 9. Wubbo Ockels Wubbo Ockels (Almelo 28 maart 1946) is een Nederlands wetenschappelijk ruimtevaarder, hij studeerde wiskunde en natuurwetenschappen in Groningen, waar hij in 1978 promoveerde. Tot die tijd verrichtte hij als wetenschappelijk medewerker aan het Kernfysisch Versnellers Instituut (KVI) te Groningen onderzoek naar onder andere het verval van gammastralen in nucleaire systemen. In 1978 werd Ockels door de European Space Agency (ESA) geselecteerd om mee te werken aan het Spacelab-ruimteprogramma, waarin ESA met de Amerikaanse NASA samenwerkte. In 1980 en 1981 volgde hij de astronautenopleiding in het Johnson Space Center in Texas. Bij de eerste Spacelab-vlucht in 1983 onderhield hij op aarde het contact tussen de bemanning en de wetenschappers in het vluchtleidingscentrum. Zelf maakte hij, als eerste Nederlander, zijn eerste ruimtevlucht tussen 31 oktober en 6 november 1985 met de Space Shuttle Challenger, waar hij de verantwoordelijkheid over de meetapparatuur van het Spacelab-D-1 droeg. Sinds 1986 werkt Wubbo Ockels bij het ruimtevaartcentrum ESTEC in Noordwijk. De Clementine-1 heeft in 1994 een vlucht naar de maan gemaakt, de eerste sinds 1976. Uit gegevens die de sonde doorstuurde, bleek er mogelijk ijs voor te komen op de zuidpool van de maan. In 1998 heeft de Lunar Prospector deze ontdekking bevestigd. Conclusie Het antwoord op mijn onderzoeksvraag, “Hoe verliep de progressie in de Ruimtvaart in de 20e eeuw?” is: Het begon met ideeën van geleerden zoals onder andere Isaac Newton en Jules Verne. Die ideeën werden eerst niet gebruikt, omdat ze in die tijd met de huidige technologie nog niet mogelijk waren. Later, in de 20e eeuw was dat wel mogelijk. Dus ging men experimenteren. De Russen begonnen met de Spoetniks. Kunstmanen die men buiten de aardse atmosfeer probeerden te krijgen. De Amerikanen volgden. Ook kwam de eerste mens buiten de aardse atmosfeer, Joeri Gagarin. Nadat het gelukt was om projectielen buiten de aardse atmosfeer te krijgen, wilde men de maan bereiken. Dat lukte. Er werd zelfs een man op de maan gezet, Neil Armstrong en zijn team. Vanaf 1970 begon men de grenzen te verleggen door nu ook Mars en Venus te onderzoeken. In het jaar 1985 ging de eerste Nederlander de ruimte in. De man heette Wubbo Ockels. In Nederland is hij nu een zeer bekend man daardoor. In 1986 begon men zelfs met de bouw van een heus ruimtestation waar mensen gedurende een lange tijd in de ruimte kon verblijven. Dat ruimtestation heette de MIR. In 1996 landde de Pathfinder op Mars. Via de Pathfinder kregen we de eerste kleuren foto’s van Mars. De progressie van de ruimtevaart is nog steeds in volle gang. Men is bezig aan een nieuw ruimtestation, de ISS, die de MIR vervangt. En er zullen nog vele nieuwe projecten komen. Ik denk persoonlijk dat men nooit klaar is met de Ruimtevaart, omdat het heelal oneindig groot is.

REACTIES

A.

A.

knap!!

18 jaar geleden

N.

N.

te lang

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.