Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Paragraaf 17, 18 en 19

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 1798 woorden
  • 20 december 2004
  • 46 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
46 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
$ 17 de aarde: een kwetsbaar ruimteschip Onze planeet is de enige in ons zonnestelsel waar leven mogelijk is. Dit is te danken aan twee dingen→ 1. De atmosfeer: een soort schil van lucht met een dikte van ongeveer 70 km die de hele aarde omsluit met ideale samenstellingen. 2. Voldoende water: Dit water vormt een hydrosfeer, omsluit niet de hele aarde maar 71 %. Onze buurplaneten Venus= te warm voor leven (450 graden) En mars =te koud (-53). De aarde wordt vergeleken met ruimteschip, omdat de planeet net zo kwetsbaar is en dat we ook heel voorzichtig met de hulpbronnen om moeten gaan die we aan boord hebben. Milieuschade onder te verdelen in twee soorten: 1.Lokale schade: beperkte werking, alleen de organismes in een bepaald gebied hebben er last van. 2.Totaalschade: betreft alle “passagiers”. Dampkring meest schadegevoelig, omdat lucht zich niet beperkt tot een bepaald gebied (stroomt met snelheid van 500 km per uur rond). Lucht wordt vervuild door: Rook die we de lucht in blazen en gassen→vb van deze verbrandingsgassen zijn rook van een schoorsteen,gassen van auto’s, maar ook C02. Luchtvervuiling bedreigt de aarde door: 1.Uitlaatgassen, deze zijn giftig→slecht voor gezondheid. Maar ze verwaaien wel voor een groot deel, hierdoor worden de gassen uitgedund →minder schadelijk. 2.Die (verwaaide) gassen kunnen terecht komen in regendruppels hierdoor krijgen we zure regen→ slecht voor bomen en dieren→gevolg dat bv de vissen doodgaan. 3.CO2 is een verbrandingsgas waar planten niet zonder kunnen leven. CO2 lijkt heel onschuldig, Maar zorgt voor het versterkte broeikaseffect. Natuurlijke broeikaseffect: doordat er zich CO2 in de atmosfeer bevindt, wordt warmte vastgehouden, zonder dat zou de temperatuur 33 graden lager zijn. Versterkt broeikaseffect: de mens brengt extra veel CO2 in de lucht, waardoor extra veel warmte wordt vastgehouden ( halve graad in de 20ste eeuw is gestegen). → Gevolg
1.Door de warmte gaat ijs smelten van Noordpool→ waardoor het kouder kan worden door middel van zeestromen. 2.Stijgende zeespiegel. 3.Uitbreidende woestijnen. 4.Verschuivende vegetatiezones. 4 oorzaken van temperatuurverandering: 1.Meteorieteninslag. 2.Uitbarsting van vulkaan. 3.Afstand van Noordpool naar Zuidpool wordt steeds schuiner (baan van de aarde rondom de zon komt dichterbij en gaat verderaf). 4. Broeikaseffect. De mens heeft verschillende meningen over de temperatuurstijging. Sommige zeggen dat het de schuld van de mens is andere zeggen weer dat het komt door natuurlijke veranderingen.
Basisboek B17 Nut van de dampkring 1.Organisme moeten ademen; dieren, mensen→ O2, planten →CO2 (koolzuurgas). 2.Ook vormt de lucht een beschermde laag tegen meteorieten (deze invallende stenen worden verbrand in damkring door de wrijvingshitten met de luchtdeeltjes) en tegen ultraviolette straling (ozonlaag dient als filtratie) 3.De zon verwarmt de aarde, maar de dampkring regelt de temperatuur. dmv van de bepaalde samenstellingen van lucht. Het is in staat om grote hitten tegen te houden en warmte vast te houden (broeikaseffect →hierdoor aarde bewoonbaar). Basisboek B18 Broeikaseffect Stralen hebben een golflengte. Hoe warmer de bron hoe korter de golflengte. En hoe kouder de bron hoe langer de golfstralen. De zon (warm) zendt korte golven uit. De zonnestralen geven hun warmte af aan het aardoppervlak. Deze aardse warmtestralen zijn niet zo heet en hebben een lange golflengte. Maar deze aardse warmtestralen gaan niet door damkring heen,maar geven hun warmte af aan de CO2 en H moleculen af die maar in kleine hoeveelheden voorkomen in de lucht.Door de damkring kan de warmte er wel in en door aanwezigheid van CO2 en waterstof kan de warmte er niet meer uit, dit hele verschijnsel heet broeikaseffect. Het broeikaseffect wordt verstrekt: 1.Doordat de mens extra CO2 in de lucht brengt. 2.Door de wolken →zonder wolken verdwijnt de aardse warmtestraling de wereldruimte in. Vandaar dat onbewolkte nacht vaak een koude nacht is. Basisboek B19 Ozonlaag De zon zendt onzichtbare stralen uit zoals infrarood en UV. UV is slecht voor je → 1.Eerder rimpels
2.Meer kans op huidkanker (ook voor planten en dieren) 3.Sneller veroudert
4.Staar van kunt krijgen
In de dampkring bevindt zich een soort UV-schild. Dat is de ozonlaag. Ozon (O3) is een gas dat zich op 25/30 km hoogte in de stratosfeer bevindt, maar het is heel erg verdund. Daar (in de stratosfeer)zijn er ook nog sporen van O2 en N2. dus de ozonlaag beschermd ons tegen UV-aanvallen. Ozonlaag bevindt zich overal (niet op zuidpool, Antarctica, hier wordt ozongat steeds groter).Ozondeeltjes worden gemaakt door UV-stralen , daarna treedt ozon in werking en absorbeert de Uv-stralen. Ozon wordt afgebroken door: 1.Grotendeels een natuurlijk proces→ vanaf de aarde stijgen gassen op, na paar jaar zijn deze de atmosfeer binnengedrongen en breken het ozon dan af. 2.De nieuwe ozonkiller→ kustmatig gas dat bestaat uit Chloor, Fluor en Koolstof →CFK $ 18 de energie raakt op Het energiegebruik is gegroeid. De beschikbare voorraden worden in een hoog tempo aangesproken en dat gaat maar door. De sterk gestegen energieconsumptie heeft twee hoofdoorzaken: 1.Gestegen bevolkingsgroei, die ook nog welvarender is geworden en daardoor veeleisender→ In de rijken landen zijn de mensen ook mobieler geworden, deze massamotorisering vreet veel energie. 2.De vraag naar materiele goederen is gestegen. De goederen kosten energie om ze te produceren, te vervoeren en ze te laten functioneren. Conclusie→ als de groei van energiegebruik zo doorgaat, komen we fors in de problemen. 1.De energievoorraden raken ooit een keer uitgeput. Dan blijft er weinig over van onze mobiliteit, klimaatregeling en elektrische apparaten. 2.Het huidige energieverbruik belast het milieu al zwaar. Milieuproblemen worden alsmaar groter als het energieverbruik nog meer zal toenemen. De inwoners van de rijke landen gebruiken de meeste energie vergeleken met de ontwikkelinglanden, maar door de Aziatische `tijgers` zal de energievraag enorm toenemen. Energiebronnen kunnen we onderscheiden in twee soorten: 1.Onuitputbare bronnen: bronnen die menselijkerwijs nooit op zullen raken. Zolang de zon schijnt, blijft de wind waaien en zal het water zijn vaste kringloop hebben. (vb de zon, lucht, water).De energie van wind (zeilschepen, windmolens) en water (watermolens) werd al langer gebruikt. Maar dankzij de moderne technologie bestaan er nu ook windmolenparen, waterkrachtcentrales. En er zijn tegenwoordig ook zonnecollectoren die zonlicht omzetten in energie. Er zijn ook onuitputbare bronnen opgeslagen in de levende natuur. ♦ Als je op een duurzame manier (als je kapt, daarvoor ook iets nieuws plant) met hout omgaat, is het een onuitputbare bron. ♦ Geothermische energie: is beschikbaar in vulkanische gebieden (Vb IJsland) deze maakt gebruikt van de warmte van de aarde→pompen ze op en gebruikt men dan als verwarming. 2. De uitputbare energie. Hier gaat het om brandstoffen zoals steenkool, aardgas, bruinkool, aardolie, veen. Deze brandstoffen bewaren de zonne-energie van miljoenen jaren geleden. Het zijn fossiele resten van bomen, dieren en micro-organisme in de zee. De vorming van nieuwe fossiele brandstoffen duurt miljoenen jaren. Er is moeilijk antwoordt te geven hoe lang de voorraad van fossiele brandstoffen nog strekt, omdat we niet weten hoeveel geld we er voor over hebben, hoe snel de vraag zal stijgen en welke reserves we aan “boord” hebben. Dat laatste onderscheiden we in drieën: 1.Bewezen reserve: dat is de hoeveelheid fossiele brandstof waarvan we weten waar ze te vinden zijn, en waarvan we weten dat ze bij de huidige stand van de techniek tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden gewonnen. 2.Mogelijke reserves: dat zijn fossiele brandstoffen waarvan we de vindplaats kennen en een goede indruk hebben van de omvang van de hoeveelheid, maar die niet worden ontgonnen; omdat de kostprijs nu hoger is als de opbrengst, of omdat de techniek om die special vorm te ontginnen nog onvoldoende is ontwikkeld. (zeer diep liggende steenkoollagen in NL) 3.De verborgen rijkdommen: dat er ooit ongetwijfeld nog wel het een en ander gevonden zal worden. (bv dat er sedimentebekken =een gebied waar zich miljoenen jaren lang sedimenten hebben afgezet, deze bevatten olie en kolen, zich ergens bevinden). Vier manieren om elektriciteit te produceren: 1.Thermocentrale; energie door verbranding van fossiele brandstoffen als steenkool en aardgas. 2.Hydrocentrale (waterkrachtcentrale): energie uit de kracht van vallende of snelstromende water (zogeheten witte steenkool) 3.Kerncentrale: energie door splitsing van atomen

4.Windmolens: energie uit windkracht § 19 Gevecht om het water 2 stoffen zijn essentieel voor het leven op aarde; lucht (=overal) en water (=niet gelijk verdeeld). Het Midden-Oosten is een droog gebied, slechts enkel gebieden laten een ‘gewone’ cultuurgrond zien. Het Midden-Oosten is dus droog; het heeft grotendeels een steppe- en woestijnklimaat. Weinig regen→ook nog ongelijk verdeeld over de seizoenen + er is weinig bewolking, dus veel zon →temperaturen hoog en de verdamping gaat door. Overleven in een droog gebied; 3 manieren om aan zoet water te komen→ ♦ Aanvoer water van elders (via rivier, kanalen. Pijpleidingen) . ♦ Water uit de grond. ♦ Het zeewater omzetten in zoetwater (alleen mogelijk in rijke landen, zoals enkel Golfstaten). Verdeling van water levert problemen op. 2 factoren spelen een belangrijke rol; 1. Veranderende behoefte→ ♦ Door toenemende vraag; de gestegen bevolkingsgroei (→door betere gezondheidszorg en toenemende welvaart + stijgende immigratie) ging men ook in de droge gebieden wonen.(Voorheen niet, omdat daar geen landbouw mogelijk was). ♦ Door het stijgende ontwikkelingspeil; er kwam behalve landbouw ook industrie. Mét het ontwikkelingspeil steeg de welvaart→ watergebruik (spoeltoilet,douche etc) in de huishoudens steeg. Waterbehoefte voor landbouw, huishoudens en industrie is meer dan is meer dan de neerslag en de aanvoer vd Jordaans rivier, dit is mogelijk door → ♦ Op ondergrondse watervoorraden te teren ♦ Teveel water te halen uit oppervlaktewater (het waterpeil gaat van bv meren zakken). Sinds kort een daling van het watergebruik in de landbouw door; ♦ Zuinigere irrigatietechnieken ♦ Intensieve gewassen minder te verbouwen (bv katoen,citrus) ♦ Dat men afvalwater gebruikt. 2.Verdeling van water is ook politiek gezien een gevoelig onderwerp. (Vooral als de aanvoer uit een ander land is) Israël (benedenloop ten opzichte vd rivier) is sterk afhankelijk is van het rivierwater uit de Jordaans, de buurlanden zijn Libanon, Syrië, Jordanië, deze 3 staan aan de ‘hoofdkraan’ van het water (bovenloop). Israël heeft geen goede verhoudingen met buurlanden, omdat → ♦ Joodse staat tussen de Islamitische wereld. (veel politieke onrust) ♦ Deze politiek onrust leidde zelfs tot een oorlog→ in 1967 de Zesdaagse oorlog, Israël veroverde op Jordanië de westelijke jordaanoever en in Syrië de Golanhoogte. Belangrijke verovering; meer dan de helft van het water dat in Israël gebruikt wordt komt uit deze 2 gebieden. De Natuur draagt in Israël ook een handje mee met watervoorzieningen. De Jordaan stroomt Israël in het noorden binnen via een slenk. Daar vlakbij is een diep gedeelte (→ het Meer van Tiberias= Meer van Kinnerret). Voorr de oorlog liep het water via Israël weer naar Jordanië om te eindigde in de Dode zee (een zoutmeer). Maar de Israëliërs hebben National Water Carrier aangelegd om zo water naar kusvlakte en Negevwoestijn te laten stromen. De plannen vd buurlanden waren→ aftapping van bovenloop vd belangrijke zijrivier de Jarmuk en de rivier in zijn geheel voor irrigatie en voor eigen gebruik. Dit is nooit uitgevoerd dor verhindering vd Oorlog. Problemen met verdeling van water niet alleen met buitenland, ook in één land zelf, vooral in bewoonde gebieden. In Israël wonen Joden en Palestijnen, de Joden staan (bijna) geen watergebruik aan de Palestijnen toe.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.