Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

De Europese grondwet moet (alsnog) ingevoerd worden

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas mbo | 4095 woorden
  • 24 februari 2007
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
27 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
De Europese grondwet moet (alsnog) ingevoerd worden

Inhoud

1 Inleiding
2 Europese grondwet: het begin tot heden
2.1 Europese conventie
2.2 Ondertekening
2.3 Referendum
3 Een grondwet voor Europa
3.1 Wat is een grondwet?
3.2 Opbouw van de Europese Grondwet
3.3 Waarom een Europese grondwet?
3.4 Wat verandert er door de Europese Grondwet?
3.5 Wat blijft hetzelfde onder de Grondwet?
3.6 Wat heeft de Nederlandse burger aan de Europese Grondwet?
3.7 Waarom is er een referendum?

3.8 Wat zou er gebeuren als we ja hadden gestemd?
3.9 Wat gebeurt er nu we “nee” hebben gestemd?
3.10 Welke partij is voor, welke is tegen.
3.11 Was de uitslag bindend?
4 Wat zijn de voordelen van het invoeren van de Europese grondwet
5 Wat zijn de nadelen van het invoeren van de Europese grondwet.
6 Slot
7 Bronnen

1 Inleiding

Ik heb gekozen om een rapport te schrijven over de Europese grondwet. Mijn stelling is: De Europese grondwet moet (alsnog) ingevoerd worden. Ik heb gekozen voor dit onderwerp omdat het actueel is. Het referendum is 1 juni 2005 gehouden. De Europese grondwet was onderwerp van veel discussies. Niet alleen binnen onze Nederlandse huishoudens maar ook binnen de Nederlandse politiek. De meningen over de grondwet waren verdeeld en het Nederlandse volk was hier niet voldoende over geïnformeerd. Ook al lijkt het alsof de gemoederen bedaart zijn over dit onderwerp, is het nog volop in ontwikkeling. De Nederlandse overheid wil alsnog de discussie aangaan over het wel of niet aannemen van de Europese grondwet. Er is een strijd bezig over wie deze discussie landelijk aan zal moeten gaan. Hieruit concludeer ik dat het er misschien op kan lijken dat de Europese grondwet verleden tijd is, maar onze politieke leiders zijn daar nog niet over uitgepraat!

In mijn rapportage leg ik precies uit wat een grondwet is. Ook vermeld ik hoe een grondwet is opgebouwd, wat de Europese grondwet nou precies is en wat deze voor veranderingen zou kunnen aanbrengen. Ik leg ook uit welke gevolgen onze “nee” heeft en hoe het gelopen zou zijn als wij “ja” hadden gestemd. Ik bespreek ook wat de voordelen en nadelen zijn van de Europese grondwet Dit is in grote lijnen wat u kunt lezen in mijn rapportage.


2 Europese grondwet: het begin tot heden

2.1 Europese conventie
In 2001 besloten de staats- en regeringshoofden van de lidstaten van de Europese Unie (vijftien op dat moment) in de Belgische stad Laken een Europese Conventie bijeen te roepen die een tekst moest voorbereiden ter vervanging van alle bestaande Europese verdragen.
Op 28 februari 2002 ging de Europese Conventie van start, onder voorzitterschap van Valéry Giscard d´Estaing. De Conventie bestond uit 105 leden. Deze leden vertegenwoordigen de regeringen van de lidstaten en de kandidaat-lidstaten, de nationale parlementen van deze staten, het Europees Parlement en de Commissie.
Na zestien maanden van intensieve werkzaamheden bereikte de Europese Conventie in juni/juli 2003 overeenstemming over een ontwerpverdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa. Dit ontwerp is vervolgens voorgelegd aan een Intergouvernementele Conferentie, samengesteld uit vertegenwoordigers van de regeringen van de huidige en toekomstige lidstaten. De staatshoofden en regeringsleiders hebben op 18 juni 2004 een akkoord bereikt.

2.2 Ondertekening
De Europese grondwet werd op 29 oktober 2004 in Rome ondertekend door de regeringsleiders en staatshoofden van de 25 EU-lidstaten. De ondertekening vond plaats in gebouw Campidoglio, Sala Degli Orazi en Curiazi, dezelfde zaal waar op 25 maart 1957 het oprichtingsverdrag van de Europese Gemeenschap (het EEG-verdrag) werd ondertekend door zes landen (Duitsland, België, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland).

2.3 Referendum
De geplande datum voor inwerkingtreding is 1 november 2006. Voordat het verdrag in werking kan treden, zal het door de lidstaten moeten worden geratificeerd. In een tiental lidstaten, waaronder Nederland, zal de bevolking zich in een referendum uit kunnen spreken over de grondwet. Spanje heeft op 20 februari als eerste 'ja' gezegd, de Fransen zeiden op 29 mei 'nee'.
In Nederland is het referendum gehouden op woensdag 1 juni. De precieze vraag luidde: "Bent u voor of tegen instemming door Nederland met het verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa?" Bij een opkomstpercentage van 63,3 % stemde 61,5 % tegen en 38,5 % voor.
De regering vindt dat het ratificatieproces in de andere landen gewoon door moet kunnen gaan. Daardoor wordt aan het eind van het proces duidelijk hoe elk land ervoor staat met het grondwettelijk verdrag.


3 Een grondwet voor Europa

3.1 Wat is een grondwet?
Een Grondwet omvat de grondbeginselen van een staat of een groep staten. Hierin worden verschillende kwesties behandeld.
• Hoe functioneren de instellingen?
• Hoe is de macht verdeeld?
• Welke middelen zijn er om beleid uit te voeren?
• Welke waarden willen we verdedigen?
• Welke grondrechten hebben burgers?
In feite is de Europese Grondwet zowel een verdrag waarop het internationale
recht van toepassing is als een Grondwet, omdat zij grondwettelijke karakteristieken vertoont.

3.2 Opbouw van de Europese Grondwet
Het verdrag over een grondwet voor Europa is verdeeld in een preambule, vier verdragsdelen en een aanhangsel met meerdere protocollen:
• De preambule gaat vooraf aan de eigenlijke verdragsbepalingen. In de preambule worden de redenen opgesomd voor de oprichting van de Europese Unie -- zowel de omstandigheden die leidden tot de oprichting als de doelstellingen van de Unie worden benoemd.
• Verdragsdeel I over Grondbeginselen. Het eerste verdragsdeel behandelt de grondbeginselen van de Europese Unie. Het verdrag begint in artikel 1 met het idee dat krachtens dit verdrag de Europese Unie door de verdragsluitende partijen in het leven wordt geroepen. Behalve definitie en doelstelling van de Unie beschrijft het ook de bevoegdheden, de organen en de financiering van de Unie. De precieze invulling van de hier genoemde bepalingen vindt plaats in de bepalingen van de overige verdragsdelen.

• Verdragsdeel II over het Charta van de Grondrechten. In dit onderdeel worden de Europese grondrechten opgesomd. Het is voor het eerst dat een Europees verdrag deze grondrechten noemt. Onder de grondrechten vallen uiteenlopende klassieke en sociale mensenrechten, zoals het recht op vrije meningsuiting en vereniging, het recht op vrije uitoefening van een beroep in de gehele unie, het hebben van inzage in overheidsdocumenten in de gehele unie, recht op eigendom, stakingsrecht, non-discriminatie-beginsel, rechten van het kind, bescherming tegen onredelijk ontslag, bescherming van persoonlijke gegegevens, toegang tot sociale zekerheid en gezondheidszorg en het recht op de eerbiediging van gewetensbezwaren (bij dienstweigering).
• Verdragsdeel III over de beleidsterreinen. Dit deel geeft de beleidsterreinen en de daarbij behorende besluitvormingsprocedures aan. Dit verdragsdeel is verreweg de grootste van alle delen.
• Verdragsdeel IV over de Overgangs- en Slotbepalingen. Deze bepalingen zorgen voor een correcte overgang wanneer de oude verdragen hun geldigheid verliezen en de grondwet in werking treedt. Het waarborgt de continuiteit van lopende procedures voor instellingen die van naam en soms ook inhoud veranderen, de geldigheid van de rechtspraak van het Europese Hof en de uitzondering van de geldigheid van grondwetsbepalingen voor sommige gebiedsdelen (kanaaleilanden, overzeese gebiedsdelen). Het regelt ook de procedure voor toekomstige grondwetswijzigingen, waarbij nationale parlementen een grotere rol krijgen dan nu het geval is. Het geeft 1 november 2006 als datum van inwerkingtreding.
• Annex met verscheidene Protocollen. In de annex bevinden zich 36 protocollen, die allen uitdrukkelijk deel uitmaken van de grondwet. Het betreft bijvoorbeeld de bijzondere positie van Denemarken inzake de voorbehouden die dat land maakte inzake verdere integratie, stemverhoudingen in de Raad, inspraak- en bezwaarprocedures voor nationale parlementen en de positie van het publieke omroepbestel in de unie. In een aantal bijlagen bevindt zich onder andere een gewijzigd Euratomverdrag en bepalingen voor geldigheid van de grondwet in overzeese gebiedsdelen.

3.3 Waarom een Europese grondwet?
Onderwerpen als criminaliteit, asiel en illegale immigratie vragen om nauwe samenwerking in Europa. Bovendien moeten burgers meer invloed in Europa krijgen. Uw rechten als burger verdienen een belangrijke plaats. Tenslotte zijn de oude verdragen niet gemaakt voor samenwerking van 25 of meer lidstaten. Om Europa ook met 25 landen bestuurbaar te houden, is de Europese grondwet nodig.
De Europese Grondwet vervangt niet de nationale grondwetten van de
Europese landen, maar is een aanvulling daarop en heeft haar eigen bestaansrecht en autonomie. In de Europese Grondwet wordt het kader gedefinieerd waarbinnen de Europese Unie kan optreden. Europa heeft ook een eigen institutioneel stelsel (Europees Parlement, Raad van Ministers, Europese
Commissie, Hof van Justitie van de Europese Unie). De Grondwet is van toepassing in de hele Europese Unie.

3.4 Wat verandert er door de Europese Grondwet?

Hier een paar hoofdzaken:

• De EU krijgt een Minister van Buitenlandse Zaken, die de lidstaten op één lijn moet zien te krijgen.
• De stemmenweging in de Europese Raad en de Raad van Ministers wordt gewijzigd.
• De EU krijgt rechtspersoonlijkheid en kan daardoor zelf toetreden tot verdragen.
• Voor het eerst staat zwart op wit welke bevoegdheden de EU wel en niet heeft.
• De EU krijgt meer bevoegdheden en taken, met name op het terrein van justitie en binnenlandse zaken.
• Binnen de EU wordt besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid de norm, het Europees Parlement wordt medewetgever, het nationale veto verdwijnt.
• De bijeenkomsten van de Raad van Ministers zijn openbaar als wetgeving op de agenda staat.
• Er komt een Europees Burgerinitiatief, waardoor 1 miljoen burgers uit een minimum aantal landen aan de Europese Commissie kan verzoeken om een wetsvoorstel in te dienen, voorzover het verenigbaar is met de Grondwet.
• Het Handvest van Grondrechten is in de Grondwet opgenomen en wordt bindend.

3.5 Wat blijft hetzelfde onder de Grondwet?

Hier een paar hoofdzaken:
• De belangrijkste instellingen van de Europese Unie – Raad, Commissie, Parlement, Hof en Bank – en hun basale taken blijven ongewijzigd.
• De EU blijft een mengeling tussen een intergouvernementele samenwerking en een supranationale staat (hoewel de supranationale elementen door de Grondwet versterkt worden).

• De vergaderingen van de Europese Raad (waarin de regeringsleiders besluiten nemen over o.a. de meerjarenbegroting, defensie, toetreding van nieuwe lidstaten enz.) blijven geheim.
• Het Europees Parlement krijgt geen initiatiefrecht. De Europese Commissie mag als enige wetsvoorstellen indienen. Ook mag het Europees Parlement niet beslissen over de meerjarenbegroting.
• Het Europese landbouwbeleid, dat bijna de helft van de jaarlijkse begroting van 100 miljard euro opslokt, wordt door de Grondwet niet gewijzigd.
• Er zijn geen bevoegdheden teruggegeven aan de lidstaten.
• Het ‘acquis communautaire’, het ruim 100.000 pagina’s tellende geheel van de Europese wetgeving, blijft ongewijzigd.

3.6 Wat heeft de Nederlandse burger aan de Europese Grondwet?

• De garantie dat bepaalde gemeenschappelijke waarden en het Europese maatschappijmodel gerespecteerd worden. Eerbiediging van de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en mensenrechten. Een samenleving gebaseerd op pluralisme, non-discriminatie, tolerantie, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Alleen staten die deze waarden onderschrijven, kunnen toetreden tot de Europese Unie. En als een lidstaat in strijd met deze waarden handelt, kunnen maatregelen tegen dit land getroffen worden.
• Fundamentele vrijheden. Vrij verkeer van personen, goederen, diensten, kapitaal en vrijheid van vestiging. Geen discriminatie op grond van nationaliteit.
• Europees burgerschap. Het burgerschap van de Unie komt bovenop, maar niet in de plaats van het nationale burgerschap. Europese burgers hebben de volgende rechten: het recht zich vrij op het grondgebied van de Unie te verplaatsen en er te verblijven, actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, en bij de gemeenteraadsverkiezingen in de lidstaat waarin zij wonen, bescherming van diplomatieke en consulaire instanties in derde landen, het recht om verzoekschriften te richten tot het Europees Parlement en om zich tot de Europese ombudsman alsook tot de instellingen en adviesorganen van de Unie te wenden in zijn eigen taal en in die taal antwoord te krijgen.
• Handvest van de grondrechten. Het handvest garandeert de eerbiediging van de menselijke waardigheid, het recht op leven, het verbod op foltering en onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen, het recht op vrijheid en veiligheid, de eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, de vrijheid van meningsuiting en informatie, het recht op onderwijs, de vrijheid van ondernemerschap, het recht op eigendom, gelijkheid voor de wet, de eerbiediging van verscheidenheid van cultuur, godsdienst en taal, de gelijkheid van mannen en vrouwen, de integratie van personen met een handicap, het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, het vermoeden van onschuld en rechten van de verdediging, enz. Het handvest maakt integraal deel uit van de Grondwet. Het geldt voor de Europese instellingen en de lidstaten wanneer zij het Europees recht toepassen. Het handvest heeft niet alleen betrekking op de burgerrechten en politieke rechten die in het Europees Verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens uit 1950 zijn opgenomen, maar ook op aanvullende terreinen zoals sociale rechten van werknemers, de bescherming van het milieu of het recht op behoorlijk bestuur.


• Meer solidariteit. Als een lidstaat het slachtoffer wordt van een terreuraanslag, een natuurramp of een door menselijk optreden veroorzaakte ramp, treden de Europese Unie en haar lidstaten solidair tezamen op, in voorkomend geval met militaire middelen, om deze lidstaat te helpen.

• Verbetering van het democratisch bestel van de Unie. De Grondwet legt de Europese instellingen nieuwe verplichtingen op inzake overleg met het maatschappelijk middenveld, transparantie en openheid van het besluitvormingsproces en het recht van inzage in documenten.

• Gemeenschappelijke doelstellingen. Vrede en welzijn. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid. Een grote interne markt en vrije mededinging. Duurzame ontwikkeling, waarin economische en sociale ontwikkeling en milieu hand in hand gaan. Wetenschappelijke en technische innovatie. Sociale rechtvaardigheid en sociale bescherming. Bescherming van de rechten van het kind. Economische, sociale en territoriale samenhang en solidariteit tussen de lidstaten. Culturele en linguïstische diversiteit. Bescherming en ontwikkeling van het Europees cultureel erfgoed.

3.7 Waarom is er een referendum?
Toen in juli 2003 de concept-Europese Grondwet werd gepresenteerd, besloten een aantal organisaties en politieke partijen om tijdig voor een referendum te zorgen. Hun motivatie was vooral dat de Europese Grondwet zo belangrijk was dat deze direct aan de kiezers moest worden voorgelegd. Zonder referendum zou er weer geen publiek debat rond een nieuwe stap in de Europese integratie komen. PvdA-woordvoerder Timmermans stelde dat er veel weerstand tegen “Europa” was onder de Nederlandse kiezers en dat hier niet zomaar aan voorbij gegaan kon worden. PvdA, GroenLinks en D66 hebben een wetsvoorstel in de Tweede Kamer ingediend. Naast de bestaande voorstanders – SP en LPF – kregen zij verrassend ook de VVD mee. Daardoor ontstond een Kamermeerderheid voor het referendum. De regering zei dat ze niet voor een referendum was, maar de wens van de Kamer zou uitvoeren.

3.8 Wat zou er gebeuren als we ja hadden gestemd?
Dan zal een meerderheid van de Tweede Kamer (CDA, PvdA, VVD, GroenLinks, D66) voor de Europese Grondwet stemmen. Als de andere 24 lidstaten van de EU dat ook doen, is de Grondwet goedgekeurd. De geplande datum voor inwerkingtreding – als alle lidstaten hem tijdig ratificeren - is 1 november 2006.

3.9 Wat gebeurt er nu we “nee” hebben gestemd?
Als de opkomst hoog genoeg is zal een meerderheid van de Tweede Kamer niet instemming met de Europese Grondwet. En daarna is het onzeker wat er gebeurt. Officieel moeten alle 25 lidstaten de Europese Grondwet goedkeuren. Maar als één kleiner land tegenstemt, zal dit de Europese Grondwet waarschijnlijk niet tegenhouden. Dit zagen we ook bij het Verdrag van Nice (2001), toen Ierland als enige via een referendum tegenstemde, maar toen bepaalde garanties van de EU kreeg en een tweede referendum hield waarbij wel een ‘ja’ uit de bus kwam. Deze of een andere politieke oplossing is ook nog mogelijk bij enkele kleinere landen.

Het is ook mogelijk dat er bij een ‘nee’ van één of enkele landen een kopgroep van EU-staten komt die de Grondwet wel invoert. Echter, als een groot EU-land (en mede-EU-oprichter) als Frankrijk (dat een referendum houdt) tegenstemt, dan is de Europese Grondwet waarschijnlijk geheel van tafel. Dan moet de EU (voorlopig) verder met het oude Verdrag van Nice.


Groot-Brittannië houdt ook een referendum en daar zijn de kansen op een ‘nee’ zelfs aanzienlijk.

3.10 Welke partij is voor, welke is tegen.
Van de politieke partijen in de Tweede Kamer zijn CDA, PvdA, VVD, GroenLinks en D66 voor de Europese Grondwet. Samen hebben zij een Kamermeerderheid van 127 zetels. Tegen zijn SP, LPF, ChristenUnie, SGP en Groep Wilders. Van de Groep Lazrak is geen standpunt bekend.

3.11 Was de uitslag bindend?
Nee, het is een raadplegend (niet-bindend) referendum. De Nederlandse Grondwet laat geen bindende referenda toe. In feite is het referendum een advies van burgers aan de Tweede Kamer, die over de Europese Grondwet beslist. PvdA en CDA hebben gezegd dat zij de uitslag zullen respecteren als minimaal 30 procent van de kiezers komt stemmen – CDA voegde daaraan toe dat er ook een minimale uitslag van 60 procent voor of tegen de Grondwet moest zijn. Dat betekent dat de CDA-opstelling onduidelijk is bij een opkomst van 35 procent is en 55 procent tegen de Grondwet. Samen hebben zij een Kamermeerderheid van 86 zetels. GroenLinks, SP en D66 hebben gezegd dat zij de uitkomst altijd respecteren. VVD, ChristenUnie, SGP, LPF en Geert Wilders wilden (nog) niets zeggen wat zij met de uitslag doen.

4 Wat zijn de voordelen van het invoeren van de Europese grondwet

De Europese grondwet maakt de Europese Unie:
• Democratischer
o De gekozen Europese volksvertegenwoordigers krijgen meer invloed. Uw stem klinkt dus harder in Europa. Het Europees Parlement mag volledig meebeslissen over meer dan dertig nieuwe belangrijke onderwerpen.
o Ook het nationaal parlement krijgt meer invloed in Europa. Vindt een parlement dat een Europees wetsvoorstel eigenlijk gaat over een nationale kwestie, dan kan het een ‘gele kaart’ opsteken. Als negen parlementen dit doen, wordt het voorstel teruggestuurd.
• Eenvoudiger

o De Europese grondwet bundelt alle verdragen die sinds 1957 tot stand zijn gekomen in één enkel verdrag.
o Voor het eerst wordt duidelijk vastgelegd welke bevoegdheden de Europese Unie heeft. In de grondwet staat duidelijker op welke terreinen de Europese Unie mag optreden, en op welke niet.
• Effectiever
o Om straks goed te kunnen werken met 25 of meer lidstaten, worden de zaken anders georganiseerd. De Europese Commissie wordt kleiner: roulerend en op basis van gelijkwaardigheid levert elke lidstaat tien van de vijftien jaar een Commissaris.
o Op het gebied van terrorisme, internationale criminaliteit, asielbeleid en buitenlands beleid krijgt Europa nieuwe bevoegdheden, waardoor landen effectiever kunnen samenwerken.
o Over veel onderwerpen wordt voortaan besloten met meerderheid van stemmen: de meeste stemmen gelden. Zo kan de Europese Unie sneller beslissen en dus krachtiger optreden.
• Transparanter
o Meer vergaderingen van de Raad van Ministers zijn openbaar. Documenten van Europese instellingen worden makkelijker toegankelijk.
o Als burger kunt u een klacht over de Europese Unie naar de Europese Ombudsman sturen.
• Brengt de Europese Unie dichterbij de burger
o Voor het eerst zijn de grondrechten opgenomen in het verdrag. De Europese instellingen en de lidstaten moeten zich hieraan houden.
o Als burger krijgt u gemakkelijker toegang tot de Europese rechter.
o Nieuw is het zogenaamde burgerinitiatief. Als een miljoen Europese burgers samen ergens achter staan, kunnen ze de Europese Commissie om een wetsvoorstel vragen.

• Intensievere samenwerking tegen terrorisme en internationale criminaliteit
o Om terrorisme en internationale criminaliteit effectief te bestrijden, veranderen de regels voor justitie.
o De samenwerking tussen politiecorpsen wordt beter en de internationale organisaties Europol en Eurojust krijgen meer taken.
o De Europese grondwet maakt het mogelijk om een Europees Openbaar Ministerie op te richten.
• Asiel- en migratiebeleid
o De Europese grondwet maakt asiel- en migratiestromen beter te beheersen. Zo legt de grondwet de basis voor een Europees asielsysteem.
o Ook staat er een aanzet in tot gezamenlijk beheer van de Europese buitengrenzen.
• Meer eenheid in buitenlands beleid van de Europese Unie
o Er komt een Europese minister van Buitenlandse Zaken, ondersteund door een Europese diplomatieke dienst. Hierdoor kan de Europese Unie effectiever optreden in de wereld.
• Samenwerking op sociaal beleid
o De Europese Unie streeft naar volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang. Daarom bevat de grondwet een zogenaamde sociale clausule. Daarin staat dat bij elk onderwerp de sociale kant in de gaten moet worden gehouden. De rol van sociale partners in onderhandelingen wordt expliciet erkend.
• Milieu en dierenwelzijn

o Volgens de Europese grondwet moet bij ontwikkeling van beleid rekening worden gehouden met het milieu en het welzijn van dieren.
• Uittredingsclausule
o Nieuw is dat lidstaten het lidmaatschap van de EU kunnen opzeggen.

5 Wat zijn de nadelen van het invoeren van de Europese grondwet.

• Verlies van zeggenschap over eigen land
o Nederland verliest de soevereiniteit. Kort en goed hebben we weinig meer te vertellen over ons eigen land na invoering van de grondwet.
• Onleesbare grondwet
o Een grondwet is de basis van de rechtsstaat, en moet dus door iedereen, ongeacht opleiding, gelezen én begrepen kunnen worden. Deze Europese grondwet voldoet totaal niet aan die criteria, en is dus niet geschikt om als grondwet te dienen.
• Meer machtsmisbruik
o Een grondwet hoort burgers te beschermen tegen machtsmisbruik door de overheid. De EU grondwet doet dit niet, deze vergroot juist de mogelijkheden voor politici om autoritair op te treden tegen burgers in naam van het "algemeen belang".
• Minder democratie

o De grondwet regelt dat er een Europese minister-president komt. Dit is echter géén gekozen president. Daarmee is de claim dat Europa democratischer wordt al weerlegd. Bovendien wordt uw stem aanzienlijk minder waard. Nu bent u één van de 15 miljoen die ergens over mogen stemmen, na invoering van de grondwet bent u één van de 440 miljoen.
• Geen vetorecht meer
o Nederland verliest op veel terreinen haar vetorecht. Dit maakt Nederland, en andere kleine landen, tot speelbal van de grote landen.
Op gebieden waar Nederland haar veto wil uitspreken kunnen Duitsland en Frankrijk eenvoudigweg dreigen met voor ons nadelige wetgeving op terreinen waar we geen vetorecht hebben.
• Meer bureaucratie
o De grondwet verplaatst macht van Den Haag naar Brussel. De introductie van deze extra bestuurslaag zorgt voor veel meer bureaucratie, meer vriendjespolitiek, meer nutteloze regelgeving, en minder democratische controle. Willen we die macht uit handen geven aan zo'n instituut, dat nog nooit een goedgekeurd financieel verslag heeft kunnen uitbrengen?
• Meer geld in bodemloze putten
o De grondwet introduceert een verzorgingsstaat voor heel Europa.
Terwijl zelfs in het rijke Nederland al blijkt dat een verzorgingsstaat onbetaalbaar is. Bovendien mogen wij, als rijk land, de verzorgingsstaat voor de arme deelnemers betalen. En wie moet straks de rekening betalen van ruim 45 jaar communistisch wanbeleid op gebied van infrastructuur, pensioenvoorzieningen, milieu en tal van andere terreinen?
• Meer terrorisme

o Een oud gezegde luidt: "meerdere volken binnen een grens, en de boel vliegt in de hens." Waar volken verplicht worden om samen te leven zullen er altijd groepen opstaan die hun autonomie willen herwinnen, desnoods met geweld. Daar waar Europa heel misschien een vuist kan maken tegen Islamitisch terrorisme, zullen er intern groepen vrijheidsstrijders opstaan. We hebben in Joegoslavië van nabij kunnen zien waar dat toe leidt. En denk aan de nu al decennia durende ellende in Noord Ierland en Baskenland.
• Eén Europees leger
o De grondwet regelt dat er een Europees leger komt, dat indien gewenst ook buiten de grenzen van Europa mag optreden. Wat Amerika nu in Irak doet kan de EU dankzij de grondwet straks ook. Bovendien zorgt dit voor flinke en onnodige investeringen in militair machtsvertoon.
• Alle macht naar Frankrijk en Duitsland
o De grondwet geeft veel macht aan grote landen als Frankrijk en Duitsland, dit ten koste van kleine landen. Frankrijk en Duitsland hebben al vaak genoeg laten merken dat zij maling hebben aan de rest als hun eigen belang er mee gediend is. Denk aan de Euro en het stabiliteitspact.

6 Slot

De uitslag van het referendum over het verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa was: 38,5% voor en 61,5% tegen. De opkomst van het referendum was: 63,3%

De kiezer heeft duidelijk gesproken en nee gezegd tegen deze Europese Grondwet. Ondanks de dreigementen van de voorstanders, die geen middel onbeproefd hebben gelaten in hun pogingen om dit grondwetsvoorstel erdoor te drukken. Het ondemocratische en neoliberale Europa van de elite heeft verloren van de burgers.

Deze uitslag is ronduit gunstig voor de toekomst van Europa. De hoge opkomst en de vele discussies geven aan dat Europa leeft onder de bevolking, als de mensen er zelf maar werkelijk iets over te zeggen hebben. In twee van de drie landen waar een referendum is gehouden was er sprake van een hoge opkomst en een duidelijk afwijzen van de Grondwet. Dat geeft aan dat er een breed draagvlak is voor een democratisch en sociaal Europa. Op basis van dit draagvlak kunnen er voorstellen worden uitgewerkt om tot een democratisering van Europa te komen.

Hoe nu verder na het Nee van het referendum op 1 juni?

Het bijzondere van het referendum over de Europese Grondwet was, dat ook zij die hartstochtelijk voor een nee bij het referendum hebben gepleit, tevens aangaven zeker niet tegen Europa of Europese samenwerking te zijn.

Ook de problemen waar Nederland en Europa voor staan, zijn door dit nee natuurlijk niet opgelost. Welke stappen er nu gezet zouden moeten worden, is nog niet duidelijk.

Wel is duidelijk, dat de achtereenvolgende regeringen en de Nederlandse politici in het verleden te weinig actief zijn geweest bij het informeren van de Nederlandse bevolking over de ontwikkelingen in Europa én dat een groot deel van de Nederlandse bevolking de woorden van gezagsdragers niet meer voor zoete koek aanneemt of sterker nog: daar vaak openlijk zijn twijfels bij heeft.

Het herwinnen van het vertrouwen van de burger zal dan ook zeker één van de stappen moeten zijn.

7 Bronnen

http://www.minbuza.nl

http://www.grondwetnee.org

http://www.grondwethoezo.nl

http://www.betereuropa.nu

http://www.europeesreferendum.nl

http://europa.eu.int

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.