Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Vikingen

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 1e klas vwo | 3004 woorden
  • 21 mei 2004
  • 680 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
680 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoudsopgave Inleiding Wie waren de Vikingen? 1. Waar leefden de Vikingen? 2. Hoe leefden de Vikingen? 3. Hoe zagen de schepen eruit en hoe werden ze gebouwd? 4. Hoe ging een plundertocht en wat voor wapens werden er gebruikt? 5. Hoe zat het met de handel in de tijd van de Vikingen? 6. Welke goden hadden de Vikingen en hoe werden ze aanbeden? 7. Hoe is het schrift van de Vikingen ontstaan? Conclusie
Notenlijst

Internetsites en Boekenlijst
Logboek & Wíe heeft wát gedaan? Inleiding Wij hebben het onderwerp “De Vikingen” gekozen, niet zo zeer omdat het ons leuk leek, maar meer omdat er geen andere keuze was. We hadden eerst gekozen voor het onderwerp “Ridders en Kastelen” maar er was nog een ander groepje dat dat onderwerp wilde en het andere groepje kreeg het uiteindelijk. Wie waren de Vikingen? De Vikingen waren mensen die leefden rond ongeveer 800 tot 1050 na Christus in Scandinavië en IJsland (1). Ze trokken veel rond (ook plunderend) en legden daardoor nieuwe contacten. Ze kwamen zelfs tot aan de Middellandse Zee. Waar leefden de Vikingen? De Vikingen leefden op heel veel verschillende plaatsen. Dit kun je goed zien op het kaartje hieronder. De Vikingen kwamen oorspronkelijk uit het noorden, en omdat de mensen van wie zij plunderden wisten dat zij uit het noorden kwamen, werden ze ook wel Noormannen genoemd. Hoe leefden de Vikingen? Vikingen woonden in huizen. Het belangrijkste deel van het huis van een Viking was de grote rechthoekige hal. In die hal werkten, aten en sliepen de mensen. Er was ook nog een kleinere woonkamer met kasten. Langs de muren waren ruimtes waar melk en kaas bewaard werden. Er groeide in die tijd weinig bomen waar de Vikingen woonden, daarom werden de muren van de huizen van turf gemaakt. Alleen het schuine dak werd van houten balken gemaakt. Aan de buitenkant werd het met turf bedekt. Zo bleef het huis warm en droog. Binnen waren de muren met planken betimmerd. Daaroverheen hingen gekleurde doeken. Langs de muur stonden houten banken. Overdag werden ze gebruikt om op te zitten, maar ‘s nachts dienden ze als bed. Midden in de hal stond een grote haard met een heet vuur. Meestal stond er een grote pan met soep of iets anders op te pruttelen. De Vikingskinderen woonden meestal op een boerderij. Over het hele land verspreid lagen grote en kleine boerderijen. Er waren weinig steden en dorpen. In het koude klimaat kon tarwe niet altijd rijpen, daarom verbouwden ze ook gerst. In de lente zetten de boeren hun ossen voor de ploeg en kon het werk beginnen. ’s Zomers groeiden de gewassen snel, maar de opbrengst was niet genoeg om het hele jaar van te eten. Daarom moesten de Vikingen erop uit om in andere landen graan te kopen. De meeste boeren hadden veel dieren zoals geiten, varkens, kippen en ganzen. Die leverden vlees, melk, kaas en huiden. De Vikingen hadden ook schapen, die waren belangrijk voor de wol waarvan ruwe wollen stoffen werden gemaakt. Door het vele gras was er in de winter genoeg hooi. De dieren hoefden daarom in het najaar niet geslacht te worden. De IJslandse paarden waren niet veel groter dan pony's. Ze werden gebruikt als rijpaarden. De dieren die op boerderijen gehouden werden, zagen er anders uit dan tegenwoordig. De varkens waren donkerder en hariger, de schapen en het rundvee hadden langere hoorns. De meeste Vikingen brachten het grootste deel van hun tijd werkend op het land door. Ze verbouwden genoeg voedsel om hun gezinnen van eten te kunnen voorzien. In het noorden van het land verbouwden de boeren haver, gerst en rogge en wat zuidelijker kon ook tarwe verbouwd worden. De Vikingen verbouwden ook groenten zoals uien, bonen, fruit, appels en kersen. Voor Vikingen die dicht bij rivieren of fjorden woonden was ook vissen belangrijk. Elke vis die niet meteen opgegeten werd, werd gerookt, gedroogd of gezouten en later opgegeten. De graangewassen die er toen waren gaven niet zoveel zaad als de planten van tegenwoordig. Dat kwam omdat de Vikingen alleen mest hadden om de bodem vruchtbaar te maken. De kans dat ongedierte aan planten ging eten was groter dan tegenwoordig, omdat ze minder (goede) bestrijdingsmiddelen waren. In het voorjaar werden de velden omgeploegd en werd er gezaaid. Daarna werd er mest over het land verspreid om het gras goed te laten groeien. In Noorwegen werden vee en schapen in de zomer meegenomen naar bergweiden. Daar bleven ze tot na de oogst. Op andere plaatsen graasden de dieren het hele jaar rond de boerderij. Sterke dieren werden de hele winter gehouden, de zwakste dieren geslacht. De Vikingen leefden in grote rechthoekige boerderijen, waaromheen hun land lag. Op hun land verbouwden ze gewassen en hielden ze dieren. Hoe zagen de schepen eruit en hoe werden ze gebouwd? De Vikingen hadden enorm sterke boten. De boten hadden een zeil en roeispanen. In de rest van Europa hadden de meeste boten nog geen zeil. Samen met de enge drakenkop op de voorkant Vikingen zagen de boten van de Vikingen eruit als zeemonsters. Er waren twee soorten boten die de Vikingen bouwden en gebruikten. De allerbekendste boot was de drakenboot. De drakenboot was smal en licht (voor een boot) en daardoor lag hij niet diep in het water. Zo konden de Vikingen het land op klimmen, de boot de kust op trekken, in een dorp zo veel mogelijk mensen vermoorden, en daarna snel weggaan voordat er soldaten kwamen. De Vikingen legden de planken zo neer dat ze elkaar een beetje overlapten, en spijkerden ze vervolgens vast. Zo werden de boten ijzersterk en konden ze zelfs een storm doorstaan. De gaten tussen de planken werden dichtgemaakt met dierenharen en pek. Dankzij deze sterke boten konden ze zelfs naar het Verre Oosten varen. Het tweede schip heette de “knorr”. Een knorr was een handelsboot. De handelsboot werd hetzelfde gebouwd als een drakenboot, maar het hout was veel zwaarder en het schip was ook veel breder, zodat er veel meer spullen in pasten dan in een drakenboot. Verder had een knorr een zeil voor lange afstanden, en riemen voor korte afstanden. Een schip werd niet alleen gebruikt voor vervoer, maar ook als graf. Als de baas (het stamhoofd) stierf, werd hij eerst begraven. Na tien dagen werd hij weer opgegraven en in een boot gelegd. Als dat was gebeurd, stak een familielid de boot aan en werd de boot afgeduwd. Er werd dan toegekeken hoe het schip langzaam verbrandde. Hiernaast staan een aantal gereedschappen die de Vikingen gebruikten bij het bouwen van een schip. 1. tang
2. avegaar (om mee te boren) 3. zaag

4. mes
5. schraapijzer
6. beitel
7. houweel
8. bijlen
9. hamer met ijzeren kop
10. houten hamer
Dankzij de goede scheepsbouw en sterke bemanning konden de Vikingen zelfs van IJsland naar Groenland. De reden om naar Groenland uit te varen was simpel: IJsland zat vol met mensen. Op een dag voer een verbannen Viking naar het westen uit. Hij vond uiteindelijk een land, dat hij “Groenland” noemde, omdat er veel gras en groen scheen te zijn. De verbannen Viking woonde er eerst drie jaar alleen, toen pas voer hij weer terug. Hij vertelde sterke verhalen. Veel Vikingen wilden naar de “groene landen”. Ze voeren uit met 29 schepen, maar ondanks de sterke schepen, zonken veel schepen door stormen en ijsschotsen. Ze overleefden de reis met 14 schepen. Toen ze in Groenland kwamen, was het niet zo groen. Er was vooral veel ijs en vulkanische bergen. Er woonde zelfs al een ander volk: de Eskimo’s. De Vikingen waren nog steeds niet ontmoedigd, dus ze bouwden boerderijen. Daardoor werd Groenland opeens heel bekend bij de Vikingen. Hoe ging een plundertocht en wat voor wapens werden er gebruikt? Iedereen weet wel dat de Vikingen plunderden, maar wat wij willen weten is waarom, en wat voor wapens gebruikten ze? Dit leg ik in de volgende stukken tekst uitgebreider uit.
Waarom plunderden de Vikingen? De Vikingen waren niet zo heel erg rijk, en toen ze hoorden dat de Christenen in Europa wel rijk waren, dachten ze: “Als we ze plunderen, worden we ook rijk!”. Er werd in het begin al wel wat geplunderd, maar na een tijdje gingen steeds meer Vikingen plunderen. De meeste dorpen die werden geplunderd waren dorpjes met een kerk of klooster, omdat de Vikingen wisten dat juist daar veel goud en zilver te vinden was. Bovendien werden dorpen meestal heel slecht verdedigd. Steden werden niet geplunderd, omdat de Vikingen met meestal met te weinig mannen op plundertocht gingen om te kunnen winnen van de verdedigers van de stad. Als er plannen voor een plundertocht waren, waren er regels als je mee wilde. Je moest meedogenloos en trouw zijn, en iemand doden als hij je smeekte om hem niet te doden, als je laf was werd je je hele leven lang uitgelachen. Dus: de Vikingen plunderden omdat ze geld en andere waardevolle spullen wilden hebben. Hoe plunderden de Vikingen? De Vikingen hadden de meeste kans op slagen als ze een verrassingsaanval konden uitvoeren. Zo’n aanval ging zo: - richting kust varen - een kustdorp zoeken - snel uit de boot en zoveel mogelijk buit meenemen. - iedereen neemt zijn eigen uitrusting mee: zwaard, schild, speer, strijdbijl en een helm. Paarden werden in de buurt gezocht en gevangen om slaven bijeen te brengen en buit te dragen. Natuurlijk ging het niet zo makkelijk als het hierboven staat, maar dit is het principe. Als zo’n plundertocht gelukt was zetten ze soms een basis op om snel een plundering op touw te zetten. Meestal waren die basissen in Frankische en Angelsaksische gebieden (Frankrijk en Engeland). Ze konden zo grote stukken land inpikken waar Vikingboeren zich konden vestigen, om vervolgens weer makkelijker een groot rijk te onderhouden. Wat voor wapens gebruikten de Vikingen? De speer, de bijl, het schild en het zwaard waren de meest gebruikte Viking wapens. Viking schilden waren meestal van hout, met een leren rand eromheen om het te verstevigen, en met een ijzeren knop in het midden van het schild om de hand van de krijger te beschermen. De speer werd meestal gebruikt als stootwapen, met en zonder schild. Je had ook nog een andere, lichtere uitvoering van de speer, de werpspies, die heel dun was. De T-vormige bijl werd meestal voor het kappen van hout gebruikt, maar sommige hadden zo veel versieringen dat het wel een wapen moest zijn, omdat Vikingen bijna altijd hun wapens versierden. Hoe zat het met de handel in de tijd van de Vikingen? Zo rond het jaar 800 kwam de handel van de Vikingen op gang. Een van de eerste handelssteden was Helgö, op een eiland in het Zweedse Mälarmeer. Ze handelden vooral in luxe goederen, zoals wijn uit Frankrijk en zijde en zilveren munten uit het oosten. Deze goederen ruilden ze voor walrustanden, pelsen, ijzeren gereed-schappen en slaven. Rond 830 kwamen er ook markten, waar ambachtslieden hun spullen verkochten. Maar er waren ook Vikingen die daar hun geroofde spullen verkochten. Vikingen gingen steeds verder reizen om handel te drijven. Sommigen gingen zelfs naar Rusland. Zij werden Rus (= vreemdeling) genoemd. Voor handelaren moet deze reis vol gevaren geweest zijn, want de Vikingen die zich daar gevestigd hadden, waren barbaren en woestelingen geworden. Sommige Vikingen gingen zelfs handelen in Constantinopel en andere steden langs de Zwarte Zee. Dat is wel tot meer dan 2000 kilometer van Scandinavië vandaan. Gelukkig was je bijna nooit alleen. De handelaren werkten samen. Dit deden ze ter vereenvoudig-ing van het beroep en voor de geldbesparing. Als je het als handelaar ver wou schoppen dan kon je het beste naar een van deze belangrijke handelsplaatsen gaan: Birka (Zweden): Handel van goederen uit het oosten. Nadat Helgö minder belangrijk werd, groeide Birka uit tot een van de belangrijkste handelssteden. Ribe (Jutland): Handel in vee naar Duitsland. Kaupung(Noorwegen): Handel in boerenproducten. Paviken (Gotland): Handel in scheepsbouw. Hedeby (Jutland): Handel van allerlei goederen. Hedeby werd gesticht door koning Godfred van Denemarken, die de machtige Karolingische keizer Karel de Grote uitdaagde. Godfred kon niet van Karel winnen, maar hij heeft wel het belangrijke handelscentrum Reric verwoest. Daarom trokken rond 808 de mensen naar Hedeby om zich daar te vestigen. De nieuwe stad lag in het zuiden van het schiereiland Jutland. Dat was een goede ligging omdat daar de handelsroutes van de Noordzee, de Oostzee en West-Europa samen kwamen. Mede door die goede ligging, groeide Hedeby al snel uit tot de grootste stad van Scandinavië. In Hedeby zijn ook een van de eerste munten die de Vikingen gebruikten gemaakt. Omdat daar zoveel belangrijke mensen woonden, is het logisch dat juist daar de eerste munten vandaan kwamen. De munten leken op die van het Karolingische Rijk. De munten hadden voornamelijk afbeeldingen van schepen, maar er waren ook munten met afbeeldingen van dieren of gebouwen. De ongeveer 10.000 inwoners kwamen uit alle delen van de wereld. De mensen in Hedeby lijken vooral geleefd te hebben van de handel. Door deze goed lopende zaken was een goede bescherming van Hedeby noodzakelijk. Eerst werd Hedeby slechts beschermd door een paar houten gevalletjes. Later werd een grote aarden wal gemaakt, met poorten in het noorden, zuiden en westen. Maar in het jaar 1066 bij de slag om Hastings ging het mis. Hedeby werd aangevallen door een Slavisch leger. Na de aanval was de stad nooit helemaal op zijn oude niveau teruggekomen. Daarom zijn de meeste mensen en handelaren gaan wonen in het vlakbij gelegen Sleeswijk. Het komt er dus op neer dat de Vikingen goede handelaren waren en dat ze veel belangrijke handelssteden hadden. Als het niet zo goed ging in de ene stad, dan was er altijd een andere stad waar ze op terug konden vallen. Door verder te reizen dan andere handelaren, konden ze veel nieuwe producten invoeren. En omdat ze die producten als enige in hun bezit hadden konden ze er veel voor vragen. De Vikingen waren dus echt niet dom. Welke goden hadden de Vikingen en hoe werden ze aanbeden? Walhalla werd ook wel “hal de gevallenen” genoemd en was de hemel voor de Vikingen. Het was het huis van Odin, de oppergod. Volgens de Vikingen werden de moedigste krijgers uitgekozen door de Walkuren, dat letterlijk betekent: ”Zij die de gevallenen selecteren”. De goden hadden ook vijanden, zoals de trollen, maar ook een slang die de goden bedreigde. Hij heette Jormungand. Odin was de oppergod en de god van kennis en oorlog. Tijdens zijn zoektocht naar kennis verloor hij één oog. Volgens de Vikingen werd Odin ook geholpen door twee raven die Hugin en Munin heetten. De namen “Hugin en Munin” betekenen letterlijk: ”Kennis en herinnering”. De twee raven vlogen elke dag naar de wereld toe, om te kijken hoe het daar allemaal ging. Na gekeken te hebben, gingen ze weer terug naar Odin en fluisterden ze wat ze hadden gezien, in Odins oor. Odin was getrouwd met Frigg. De naam van de dag “Vrijdag” komt van de naam Frigg. Thor was de zoon van Odin. Het woord Thor betekende voor de Vikingen “donder”. Thor reed met zijn wagen, die werd getrokken door twee geiten, door de hemel. Hij had altijd zijn hamer bij zich. De hamer symboliseerde namelijk bliksem. Vikingen geloofden dat Thor hun beschermde tegen pestepidemieën, hongersnoden en reuzen. Freya was de god van de liefde en schoonheid. Zij droeg sieraden die “brisingamen” heetten. Freya reed door de lucht met haar wagen, die getrokken werd door katachtige beesten. De Vikingen hadden hele andere rituelen dan de mensen tegenwoordig. Vikingen offerden dieren, en soms zelfs mensen. Volgens de Duitse bisschop en historicus Adam van Bremen, werden er alleen in speciale gevallen mensen of dieren geofferd; bijvoorbeeld aan Thor tijdens hongersnood, aan Odin in tijden van oorlog en aan Freya als er een huwelijk gesloten werd. Als een Viking aan een god offerde, werd het bloed van een mannelijk dier op een steen gedruppeld. Als een mens werd geofferd ging dat anders: het mens werd gedood en in een boom opgehangen. Hoe is het schrift van de Vikingen ontstaan? De Vikingen geloofden dat het ontstaan van hun schrift te maken had met een mythe. Ze dachten namelijk dat de god Odin aan de “Yggdrasil” hing. De Yggdrasil was een levensboom. Na zeven dagen aan de levensboom gehangen te hebben, had hij zoveel geleden, dat hij eraf viel en de “Futhark”ontving. De Futhark was dus het schrift. Tegenwoordig noemt men dit schrift de Runen. Het valt op dat sommige runen lijken op symbolen die we tegenwoordig ook gebruiken. Een voorbeeld daarvaan is de pijl. Een pijl in het Runen schrift betekent Discipline, zelfoffering en rechtvaardigheid. In het verkeer betekent diezelfde pijl “rechtdoor”. Rune Naam Letter Trad. Betekenis Betekenis
Nauthiz N nood (behoefte) noodzaak, frictie, weerstand

Isa I ijs statisch, blokkade, concentratie
Jera J jaar geleidelijke verandering, oogst
Eihwaz Ei taxus (wereldboom) verbinding met boven, beneden en alles daar tussen. Perthro P bron (geboorte) lot (wyrd), collectief onderbewustzijn
Algiz Z (-R) eland bescherming, contact met de goden
Sowulo S zon zegen, zonnekracht, levensdoel
Tiwaz T de god Tyr rechtvaardigheid, discipline, zelf-opoffering Conclusie Wij vonden dit vaak een leuk onderwerp om te doen, maar soms ook niet. Het was moeilijk om goede informatie te vinden. Op een gegeven moment hadden een paar van ons niets te doen omdat we niet in de Mediatheek mochten werken. We hadden toen nog niet voldoende informatie om een hoofdstuk mee te maken. Dit was wel een probleem. Verder was het moeilijk om alles op tijd af te krijgen, dat merkten we op de laatste dag maar al te goed. We weten nu wel veel meer over de Vikingen en dat is ook wel weer leuk. We hebben veel dingen ontdekt, zoals hoe de schepen gebouwd werden, hoe de Vikingen woonden, waar ze leefden en waarvan, wat voor godsdienst ze hadden en hoe hun schrift is ontstaan. Het is best grappig om op deze manier zo veel te weten te komen over een volk dat allang is “uitgestorven”. Ons antwoord op de hoofdvraag “Wie waren de Vikingen?” is, dat het een volk was die tussen 800 en 1050 na Christus leefden in Scandinavië en IJsland. Ze werden vooral heel berucht door de Plundertochten en hun meedogenloosheid tegenover de mensen die in die gebieden woonden.

REACTIES

I.

I.

de vikingen waren niet zo erg vechtlustig want ze gingen vaak ook op ontdekking uit en handelen

16 jaar geleden

F.

F.

kontenbonken deden ze ook

7 jaar geleden

L.

L.

Er staat geen voedsel bij maar verder is het een goed werkstuk

7 jaar geleden

K.

K.

wat is dit handig... (NOT)

7 jaar geleden

I.

I.

Misschien had het ook over spelletjes die de kinderen deden kunnen gaan.

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.