Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Julius Caesar

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 5e klas vwo | 7317 woorden
  • 18 mei 2010
  • 36 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
36 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Scriptie Geschiedenis

Hoofdvraag: Wat is de invloed van Caesar op het Romeinse rijk tijdens zijn regeringsperiode (59 v. Chr.- 44 v. Chr)

Deelvragen:
- Wie was Caesar?
- Hoe heeft Caesar het Romeinse rijk uitgebreid?
- Wat is Caesars invloed op het maatschappelijk leven?
- conclusie

Plaatsing in de tijd
In de achtste eeuw voor christus werd Latium (nu Lazio) bewoond door Latijnen. Dit waren Indo-Europeanen of mensen uit de Apennijnen beschaving. Van beide zijn graven gevonden. Er waren stammen zoals de Sabijnen en de Samnieten.
De Latijnen leefden verspreid over dorpen en waren een primitief volk, bestaande uit herders en landbouwers. Een van de dorpen was (het latere) Rome. Deze was gunstig gelegen, naast de rivier de Tiber, de twee na grootste rivier in Italië. Deze zorgde ervoor dat Rome zich altijd al onderscheiden heeft van de rest van de dorpen. Rome ligt in het midden van Italië, aan de westkust. Rome was vruchtbaar en heuvelrijk; Rome en zijn omgeving bestond uit zeven heuvels, ten oosten van de Tiber: Aventijn, Quirinaal, Vinimaal, Esquilijn, Celio, Capitolijn en Palatijn. Deze laatste twee waren het belangrijkst.

Het zuiden van Italië zou later (rond 750 v. Chr.) bewoond worden door de Grieken. Het noorden werd bewoond door de Etrusken. Over de oorsprong van dit volk zijn verschillende hypothesen: de wat meer antieke schrijvers denken dat de Etrusken uit Lydië, klein-Azië afkomstig zijn. Ze zouden onder leiding van de zoon van de Lydische koning uit Smyrna vertrokken zijn en rond de dertiende eeuw v ch in Italië aangekomen zijn. Een andere hypothese is dat ze altijd al in Italië gewoon hebben. Hier zijn echter geen vondsten van gedaan. Weer anderen zeggen dat de Etrusken uit het Noorden afkomstig zijn. Een feit is dat de Etrusken al de negende eeuw v. Chr. Italië bewoonden en dat ze –in vergelijking met de andere volken- machtig en beschaafd waren.
De manier waarop Rome is ontstaan is niet zeker. De geschiedschrijver Livius verzamelde in 29 v. Chr. Mythen en sagen. Deze zeggen dat de Stad Rome door Romulus, zoon van de God Mars en de dochter van een koning gesticht is in 753 v. Chr. Op 23 april. Volgens de overlevering heeft Romulus toen ook de senex, de voorloper van de senaat, opgericht. Dit was een raad van oude mannen. Toen Romeinse mannen vrouwen roofden bij een buurvolk, de Sabijnen ontstond er een conflict. Deze werd opgelost en de Sabijnen mochten in Rome komen wonen. Wel werd er een verdrag gesloten waarin stond dat het koningschap afwisselend door een Sabijn en een Latijn bekleed moest worden. Romulus wordt de eerste koning genoemd. De periode van koningschap is als volgt verdeeld:
753 - 716 v. Chr. Romulus (Latijn)
716 - 673 v. Chr. Numa Pompilius (Sabijn), deze heeft geen echte bijzondere dingen gedaan.
673 - 641 v. Chr. Tullus Hostilius (Latijn), deze voerde een kleine oorlog met het rivaliserende dorp Alba Longa. Dit was een belangrijke Latijnse stad negentien kilometer ten zuidoosten van Rome verwijderd.
641 - 616 v. Chr. Ancus Marcius (Sabijn), Hij versloeg de plunderende Latijnen. Om de Tiber beter te beheersen lijfde hij de janiculeinse heuvel in. Ook stichtte hij een (toen nog) kleine haven die later zou uitgroeien tot Ostia. Zo kregen de Romeinen toegang tot de zee. Tevens was hij de eerste die een brug bouwde, over de Tiber.
616 - 578 v. Chr. Tarquinius Priscus (Etrusk), de Etrusken werden steeds invloedrijker in Rome. De bloeiperiode van de Etrusken lag dan ook tussen de 5e en 7e eeuw v. Chr. Ze hebben heel lang vooropgelopen in de ontwikkelingen. Zij waren het die het alfabet overgenomen hadden van de Grieken en het doorgaven aan de Romeinen. Onder invloed van de Etrusken is de bouw, het handeldrijven en schrijven tot grote bloei gekomen.
Priscus was eigenlijk de adviseur van Ancus, maar omdat deze geen opvolger had, werd hij koning. Hij heeft veel bouwprojecten uitgevoerd zodat Rome een echte stad werd. Onder zijn leiding bijvoorbeeld kreeg Rome het eerste riool van de wereld.
578 - 534 v. Chr. Servius Tullius (Etrusk), hij verbeterde het bestuur en bouwde de eerste stadsmuur. Na Tullius werd Rome verdeeld in drie tribus gebaseerd op religie de Tities, de Ramnes en de Luceres. Ook werden de burgers ingedeeld. In de tijd onder leiding van de drie Etruskische koningen, is het volk verdeeld geraakt in twee groepen, de patriciërs en de plebejers. De patriciërs waren lid van een adellijke familie, waarvan het hoofd (vader) in de senaat zat. De rest van het volk viel onder de plebejers. Deze kregen nu ook politieke rechten. Dit, omdat burgers nu ingedeeld werden naar vermogen en niet naar afkomst.
534 - 509 v. Chr. Tarquinius Superbus (Etrusk), onder zijn bewind werd de stad van een agrarische gemeente in een zaken- en handelscentrum. De koning was min of meer superieur, maar gaf twee organen ook een zekere mate van macht. Dit was de senaat en de ‘comitia curiata’, de algemene vergadering van burgers. Deze waren verdeeld in dertig curiae, de tribus bestonden uit 10 curiae. Hoewel dit allemaal positief is, was Superbus niet geliefd onder het volk. (HOR, blz. 24)

Toen Superbus in 509 v. Chr. Terugkwam naar Rome na een veldslag werd hij daar niet meer toegelaten. Dit betekende het einde van het koningschap van Rome.
De Romeinen hadden toen genoeg van de ‘oppermacht’ van de koning. Ze dachten een nieuw systeem uit, Rome zou een republiek worden. Daarin zou de senaat de grootste rol spelen. Om te voorkomen dat een man de macht zou hebben, werden er twee consuls gekozen. Beide moesten het eens zijn om een besluit te nemen. De consuls werden elk jaar gekozen. Rome was sterk doordat het een behoorlijke legermacht had. Deze bestond voornamelijk uit plebejers. Toen deze in 494 v. Chr. In opstand kwamen, had Rome een behoorlijk probleem omdat deze een aantal vijanden had. Vanaf dat moment kregen de plebejers meer rechten en werd het verschil kleiner tussen de ‘plebs’ en de bovenlaag, de patriciërs. De plebejers kregen twee volksvertegenwoordigers om in de senaat de belangen van de plebejers te verdedigen. De religieuze taken die de koning eerst had, werd ook aan iemand anders gegeven. Hiervoor werd het ambt van Pontifex Maximus ingesteld, een soort hogepriester.
De volkstribunen waren eigenlijk net zo machtig als de consuls. Dit, omdat de volkstribunen bij een maatregel tegen de plebejers deze altijd konden verwerpen. De consuls waren zo eigenlijk voor het gebieden, de volkstribunen voor het verbieden. Dit betekende vanzelfsprekend een vooruitgang voor de plebejers. Toch konden ze natuurlijk niet alles verbieden, omdat ze toch ook afhankelijk van de patriciërs waren. Ook waren de rechten van de plebejers nog niet zeker omdat ze niet officieel vastgesteld waren. Dit was de volgende stap. In 451 v. Chr. Werd die eis ingewilligd. Op twaalf tafelen werd de basis van het Romeinse recht gevormd. Deze bleek zo goed te zijn dat vele Europese landen deze vroeg of laat overnamen. De twaalf tafelen waren behoorlijk nauwkeurig. Hoewel de originele tekst verloren is gegaan, hebben we nog wel citaten. Een bijzondere is de wet over het recht van de vader over het leven van zijn kinderen. Als deze een gebrek had bij de geboorte moest het voor de tiende dag gedood worden.
Sinds Rome een republiek werd, heeft het altijd te maken gehad met oorlog. Tot 390 v. Chr. Is Rome bezig geweest zich uit te breiden in het gebied Latium. Dit was voor een gedeelte noodzakelijk. Rome moest zich verdedigen, en daardoor aanvallen, tegen concurrerende stammen en volken. Ook was het uitbreiden van grondgebied noodzakelijk om de overbevolking terug te dringen. Die lag toen waarschijnlijk rond de 80.000 mensen. De naburige bevolking bestaande uit stammen als Aequi, Volski en Hernici werden in de loop van de jaren overwonnen. Verder waren er in het noorden nog de Etrusken. In de slag om Veii, de belangrijkste stad van de Etrusken, hebben de Romeinen er tien jaar over gedaan om deze te veroveren. Tijdens deze oorlog kwamen de Romeinen in contact met Keltische stammen, de Galliërs genoemd. Deze wisten zes jaar later, in 390 v. Chr. tot Rome door te dringen en het (voor een gedeelte) te veroveren. De Romeinen wisten de aanval af te slaan, maar moesten de Galliërs veel goud betalen eer ze weg gingen.
De Galliërs vertrokken maar lieten een verwoeste stad achter. Rome werd er echter niet slechter op, integendeel. In korte tijd wisten ze zich er weer op te werken tot een machtige stad. De meeste conflicten tussen de patriciërs en plebejers waren voorbij en vanuit die ‘interne rust’ kon er verder gekeken worden naar de landen om hen heen. Zoals gezegd werd eerst met de Etrusken afgerekend in het Noorden. Daarna volgden de Sabijnen in het noordoosten, de Latijnen in oosten en de Volsken (volski) in het zuidoosten. Het was niet zo dat alle volken die veroverd direct slaven werden. Vaak maakten ze van die volken een soort bondgenoten. Ze moesten dan alleen soldaten leveren. Verder hadden ze gewoon hun eigen bestuur enz. Dit bleek een goede zet te zijn. Toen de stad Capua, dichtbij Napels in 340 v. Chr. bedreigd werd door de Samnieten riep ze de hulp van Rome in. Capua was toen een grote stad, maar is in 841 verwoest door de Saracenen. De stad lag zo’n 230 kilometer ten zuiden van Rome. Er volgden drie ‘Samnitische oorlogen’. Na enkele nederlagen wisten ze de Samnieten toch in 290 v. Chr. te overmeesteren.
Tijdens deze oorlogen en daarvoor werd er een bondgenootschap gevormd tussen de Romeinen en de Latijnen. Het Romeinse schiereiland kwam zo grotendeels in handen van de Romeinen. Met de Grieken, die nog in het zuiden zaten, kwamen de Romeinen in deze periode in contact. Toen in 280 v. Chr. de Griekse stad Tarentum, in het zuiden van Italië, de Griekse koning Pyrrhus om hulp riep, kwam deze met een groot leger hen te hulp. Na enkele nederlagen waarin het Griekse leger toch ook grote verliezen leed, wisten de Romeinen uiteindelijk te winnen. De meeste Griekse steden sloten toen vrede met Rome. Vanaf ongeveer 250 v. Chr. Had Rome heel Italië in zijn bezit. Je kon Rome toen met recht een grootmacht noemen. Een andere grootmacht was Carthago. Dit was een stad gelegen aan de middellandse zee, de plek waar nu Tunis is. Het bezat een strook langs de Spaanse zuidkust, de kustgebieden van Corsica en Sardinië en het grootste deel van Sicilië, de rest was Grieks. Carthago was een grote handelsstad en was drie keer zo groot als Rome. Het importeerde veel dingen zoals goud, zilver en ivoor. Het was een machtige en rijke stad en had een grote legermacht. Toen Messana, een Griekse stad en dus bondgenoot van de Romeinen, bedreigd werd door de Carthagers moest Rome te hulp komen. Dit was in 264 v. Chr. En was de eerst Punische oorlog. Dit kwam van het Latijnse woord voor Carthagers, Poeni. De eerste oorlog duurde drieëntwintig jaar. Rome was nu wel verplicht om ook aan zeeschepen te werken. Door een gelukje konden ze een vastgelopen schip van de Carthagers als voorbeeld gebruiken. De strijd op zee werd in die tijd bepaald door de ram vooraan het schip. Wie het eerst deze in het andere schip wist te boren, was de winnaar. Om die reden waren er dan ook weinig soldaten aan boord. De Romeinen, die goed waren in landgevechten maakten dan ook een soort enterbrug. Op die manier konden ze hun gevechtstechnieken gebruiken. Deze techniek bleek succes te hebben, want ze kwamen als winnaar uit de strijd en wisten veel schepen te veroveren. Tijdens deze eerste oorlog veroverden de Romeinen Sicilië, en later ook Sardinië en Corsica. In 218 v. Chr. startte Hannibal, de legeraanvoerder van Carthago de tweede Punische oorlog. Hij was niet van plan om af te wachten tot Rome Carthago zouden aanvallen en ging in de aanval. Met een groot leger trok hij over de Alpen (op zee was Rome de baas). Met meer dan 50.000 manschappen en zevenendertig olifanten ging hij weg en met slechts 26.000 man kwam hij aan op de Povlakte. Ondanks het uitgeputte leger wisten ze een paar indrukwekkende overwinningen te halen. Het plan van Hannibal was om niet Rome binnen te vallen, maar om het te omsingelen door de omliggende volken tot bondgenoten te maken. Deze bleven echter trouw aan Rome en dat ging dus niet door. Toen Rome een aanval op Hannibals leger deed met 50.000 man liep dit volledig uit de hand. Ze werden bijna allemaal vermoord. Rome bedacht een ander plan wat fataal voor Carthago zou zijn. Ze stuurden een leger naar Spanje waar ze de Carthagers versloegen. Spanje, dat rijk was aan goud en zilver was erg belangrijk voor de Carthagers en dus ging Hannibal snel terug naar Carthago want het Romeinse leger was inmiddels Noord- Afrika ingetrokken. Bij Zama (Tunesië) werd het leger van Hannibal in 202 v. Chr. verslagen. Rome bezat zo Spanje. Verder naar boven zou Frankrijk in de loop van de tijd veroverd worden. Het oostelijke deel van het gebied rond de middellandse zee bleef in handen van Macedonië, Syrië en Egypte. Carthago gaf het echter nog niet op en Rome ging in 149 v. Chr. de strijd aan, de derde Punische oorlog. Na drie jaar belegering gaf de stad zich over en werd totaal verwoest. Intussen werd de rest van het middellandse zeegebied steeds meer eigendom van het grote Romeinse rijk. In 168 v. Chr. werd Macedonië overwonnen en Corinthe in 146 v. Chr. Met deze laatste werd Griekenland overgenomen. Eerder al, in 190 v. Chr. , was Rome Azië binnengedrongen en won ze de slag bij Magnesia.
Het beleid van de Romeinen veranderde. Van een tolerant volk, dat hun overwonnen volken veel vrijheid gaven, werden ze een wreed en arrogant volk. Ze maakten misbruik van hun vijanden door ze uit te buiten en zichzelf daarmee te verrijken. Dit zou, samen met andere dingen, aanleiding zijn tot enkele burgeroorlogen.
Vroeger waren de soldaten vaak boeren. Ze bezaten een boerderij die ze bewerkten als ze thuis waren. Sommigen bleven echter zolang weg dat hun boerderij in verval raakte. Eigenaren van grote landerijen kochten deze dan op en de boer zat vervolgens zonder werk. Om dit te voorkomen lieten boeren slaven op de boerderij werken. Omdat sommige boeren daarvoor het geld niet hadden of omdat het onheil al geschiedt was, waren er veel werkloze boeren. Daartegenover stonden de mensen die al die grond opgekocht hadden en waar soms duizenden slaven op werkten, de grootgrondbezitters. Deze waren vaak senatoren. Tiberius Gracchus besefte dit onderscheid en werd in 133 v. Chr. tot volkstribuun gekozen. Hij had het plan de grootte van de landerijen te beperken en het overschot te verdelen onder de werkloze boeren. Het plan zou doorgaan als de senaat niet een van de tribunen ( de volksvergadering bestond uit tien tribune) had overgehaald om het plan te verwerpen. Tiberius kreeg toch zijn zin door die tribuun weg te stemmen. Bij de volgende verkiezing tot volkstribuun in werd hij vermoord. Zijn broer, Gaius Gracchus volgde hem in 124 v. Chr. op als volkstribuun. Hij zette de hervormingen van zijn broer voort op het gebied van landbouw. Ook pleitte hij voor meer macht voor de volkstribunen. Ook hij werd in vermoord, in 121 v. Chr. De twee broers hadden het verschil tussen de patriciërs en plebejers, rijk en arm weer duidelijk gemaakt. Het volk kwam daarna in een kleine opstand. De senaat stelde altijd de opperbevelhebber aan. Nu deed het volk dat. Gaius Marius, een eenvoudige boerenzoon werd tot opperbevelhebber gekozen. Deze won tussen 118 en 105 v. Chr. de oorlog tegen Jugurta, een Afrikaanse koning.
Marius reorganiseerde het leger, met succes. Onder hem ontstonden de legioenen, bestaande uit beroepssoldaten. Marius was meer een man van het volk. De andere consul was Sulla. Deze was conservatiever en meer voor de patriciërs en de senaat. In 91 v. Chr. deed de tribuun Marcus Livius Drusus een wetsvoorstel waarin alle burgers van de Italiaanse steden het burgerrecht zou krijgen. Het wetsvoorstel werd verworpen, maar onder de Italiaanse bongenoten ging het balletje rollen. Tot 88 v. Chr. was er de zogenaamde bondgenotenoorlog waarin beide partijen zo’n 300.000 doden hadden. Intussen werd de koning van Mithridates, Turkije opstandig en Sulla werd erheen gestuurd. Toch werd op het laatste moment Marius als bevelhebber aangesteld. Sulla keerde met zijn leger naar Rome en Marius moest vluchten. Toen Sulla naar Mithridates ging veroverde Marius de stad. Hij vermoordde honderden medestanders van Sulla. Toen Sulla terugkwam veroverde hij op zijn beurt de stad weer. Marius stierf in 86 v. Chr en Sulla maakte in 82 v. Chr van zichzelf een alleenheerser. De rust in het rijk keerde terug en in 78 v. Chr. stierf hij. Twee mensen volgden hem op en bundelden hun krachten samen, Pompejus en Crassus.



Wie was Caesar en hoe kwam hij aan de macht?
Gaius Julius Caesar is geboren op dertien Juli, in 100 v. Chr. als zoon van Gaius Julius Caesar. Hij is geboren en opgegroeid in Subura een wijk in het oude Rome. Hierdoor kon hij omgaan met alle soorten mensen uit alle rangen en standen. Doordat hij van goede stand was en zijn familie veel met politiek te maken had, kreeg Caesar al op tienjarige leeftijd les in Grieks en Latijn en andere zaken. Hij verloor zijn vader op vijftienjarige leeftijd en op zijn zestiende trouwde hij met Cornelia, de dochter van Cinna, die vier keer consul geweest was. Op diezelfde leeftijd kreeg hij het ambt als priesterambt. Twee jaar later, in 82 v. Chr. werd zijn ambt als priester het ontnomen door Sulla. De reden daarvan was omdat hij weigerde van zijn vrouw te scheiden, toen Sulla hem en anderen die een band hadden met Cinna en Marius, tegenstanders van Sulla, dat bevol. Volgens de film heeft Pompeus toen Sulla overgehaald om het te laten gaan. Het boek keizers van Rome zegt dat vrienden zoals Mamercus Aemilius en Aurelius Cotta Sulla overgehaald hebben. Misschien omdat ze toch wel bang waren voor verdere gevolgen voor deze daad. Caesar was vrij, maar was toch genoodzaakt even uit Rome te vluchten, omdat Sulla hem nog wilde terugpakken. Hij ging naar Bithynië in klein Azië voor diplomatieke redenen. Na Bithynië ging hij nog voor korte tijd naar Sicilië. Tijdens deze reizen deed hij ervaring op en behaalde enkele successen (hij had al dienstplicht).
Na even naar Rome te zijn geweest (Sulla was inmiddels dood) vertrok hij naar Rhodos, een Grieks eiland ging om zijn welsprekendheid (waar hij talent voor bleek te hebben) te verbeteren, werd hij overvallen door piraten. Hij zou sterven als hij geen losgeld had aangeboden. Zij mannen deden er bijna veertig dagen over om met het geld terug te komen. Toen hij weer vrij was, kocht hij zo snel mogelijk schepen en huurden soldaten. Hij spoorde de piraten op liet hen kruisigen. Dat was zijn eerste grote daad en deze gaf een deel van zijn karakter weer, namelijk de vastberadenheid en wilskracht die zo tekenend voor hem was. Als hij zich ergens voor inzette, of hij werd vernederd zoals deze keer rustte hij niet voordat hij zich gewroken had. Deze karaktereigenschap zou hem later goed van pas komen.
In 69 v. Chr. was hij weer in Rome terug toen zijn vrouw Cornelia overleed. Hij behoorde tot de Popularis, de volkspartij van Marius en was vastberaden om hoog in de politiek te komen. Bij de toespraak bij de begrafenis was het gebruikelijk een toespraak te houden. Hij greep zijn kans en introduceerde hij zich bij het volk. Onder Sulla’s bewind was de positie van het volk weer verslechterd. Caesar gaf dit aan en zorgde er, met de hulp van het volk voor dat tegenstanders, en dus vrienden van Caesar, weer terug naar Rome konden komen. Hij maakte zich bij het volk populair door bijvoorbeeld gladiatorgevechten te houden. Hij kwam daarbij soms in financiële problemen, maar vaak was er dan Crassus, een rijke vriend die hem van zijn problemen afhielp.
Caesar heeft bijzonder veel ambten gehad. Hij was inmiddels quaestor, degene die toezicht houdt op de staatskas. Zo iemand kon vanaf zijn zevenentwintigste dit ambt bekleden. Hij werd naar Zuid-Spanje gestuurd, maar nam ontslag omdat hij meer wilde. In Rome was hij in 67 v. Chr. curator, een ambtenaar die toezicht hield op de wegen. Ook trouwde hij met Pompeia Sulla, de kleindochter van Sulla. Later scheidde hij weer van haar omdat ze overspel met Publius Clodius zou hebben gehad. Toen werd hij in 65 v. Chr. Aediel, opzichter van o.a. de hygiëne, het onderhoud en de spelen. Hij heeft toen op cultureel een aantal dingen verbetert die hem weer een beetje populairder bij het volk maakte. Toen hij probeerde Egypte als arbeidsterrein te krijgen om daar de opstandige bevolking te corrigeren, mislukte dat door toedoen van de conservatieve partij, de patriciërs.
Een jaar later werd hij aangesteld als idux quaestorius, rechter. Hij gebruikte dit ambt voor een gedeelte om zichzelf er beter van te maken. Zo liet hij mensen veroordelen die het niet gunstig uitkwamen. Of dingen zoals deze ervoor gezorgd hebben dat hij al snel dit ambt weer moest neerleggen weet ik niet, maar een feit was dat hij In 63 v.Chr., het jaar dat Marcus Tullius Cicero consul was, werd Caesar tot pontifex maximus, hogepriester gekozen. Hij zou dit ambt verkregen hebben door vele steekpenningen uit te geven.
Zijn macht werd via het volk nu steeds groter en zijn tegenstanders probeerden door een samenzwering hem neer te halen. Dit lukte niet, maar niet zonder geld en moeite. Zijn schulden waren inmiddels opgelopen tot wel 870 talenten, een enorm bedrag voor die tijd.
Cicero was in 63 v. Chr. Consul geworden en wist van een samenzwering af, onder leiding Catalina. Deze wilde Rome binnenvallen met een leger die hij aan het samenstellen was in (het huidige) Florence. Catalina wist die mensen op te pakken, en legde de kwestie bij de senaat neer. Veel mensen waren voor de doodstraf, maar Caesar nam het op voor de misdadigers. Cato wist het oordeel toch door te zetten, maar Caesar had zich –nu ook in de senaat- laten horen. In 61 v. Chr, zijn schulden waren weer opgelopen, ging hij nu weer als propreator, dit was een soort verlenging van het ambt van praetor, naar Spanje. Hij wist verschillende gebieden aan het Romeinse rijk toe te voegen en wist daarmee veel rijkdommen te bemachtigen. Hij doelde nog altijd op het consulschap en keerde terug naar Rome.
Zoals gezegd werd het regeringsschap na Sulla’s dood verdeeld tussen Pompeius en Crassus.

Pompeius werd in 106 v. Chr. geboren. Zijn carrière op politiek en militair gebied begon al op jonge leeftijd. Hij sloot zich met zijn legioenen aan bij Sulla. Hij vervolgde de aanhangers van Marius in Afrika en herstelde de orde in Spanje. Toen Piraten ervoor zorgde dat de schepen Rome niet meer konden bereikten, werd Pompeius gestuurd om deze op te lossen. Volgens de film haalde Caesar de senaat over om deze taak aan Pompeius over te laten. Pompeius zegevierde en werd de grote held van Rome. In 66 v. Chr. nam hij het commando over van de Romeinse generaal en behaalde ook overwinningen op Pontus (Turkije). Ook voegde hij in de loop van de jaren Syrië en Judea toe aan het Romeinse rijk.
De andere machthebber was Marcus Licinius Crassus. Hij werd in 115 v. Chr. geboren en is bekend geworden om zijn rijkdom, dat ook de reden is geweest dat hij een belangrijk politicus werd. Volgens wikipedia is hij zo rijk geworden door de slavenhandel, zilvermijnen en vastgoed. Volgens het boek Het Romeinse Rijk kwam dat door zijn idee om de brandweer op te richten. Deze wijkt wel af van wat wij nu als brandweer kennen. Crassus zou hoofd van een aantal brandweerlieden geweest zijn. Het brandgevaar in Rome was erg hoog door de nauwe, volle straten en als er brand was, ging hij daar zo snel mogelijk heen. Hij bood de eigenaar een bedrag aan dat iets hoger was dan als het huis zou afbranden. Als de eigenaar hierop inging, probeerden ze het huis te blussen. Later renoveerde hij het huis en verkocht het met een behoorlijke winst. Als de eigenaar van het huis niet op het bod inging liet hij het huis afbranden. Crassus heeft minder gepresteerd dan Pompeius en heeft maar een keer de held kunnen spelen, in 73 v. Chr. Zoals gezegd had Rome ontzettend veel slaven. De helft van de bevolking bestond op een gegeven moment uit slaven. Sommigen daarvan werden opgeleid tot gladiator. Een opleidingsschool van de gladiatoren was gelegen in Capua. Daar wisten zeventig slaven zich te bevrijden en gingen naar het centrum waar in een winkel mensen te koop waren. Ze bevrijdden hen en trokken het land door om andere slaven te bevrijden. Dit alles ging onder de leiding van een man die zich als aanvoerder opriep. Ze wisten uit te groeien tot een leger van 70.000 man. Crassus werd als leider van een Romeins leger aangesteld en ging tegen de opstandelingen vechten. Hij werd tot twee keer toe verslagen, maar de derde keer versloeg hij hen met een leger van 40.000 man in een veldslag bij Apulië, Zuid-Italië. 6000 mensen zouden zijn gevangen genomen en gekruisigd langs de weg van Capua naar Rome.
In Rome was ondertussen een nieuwe politieke klasse ontstaan. Naast de traditionele patricische families werden ook steeds meer rijke plebeïsche families toegelaten tot de Romeinse Senaat. De nieuwe senatoren vormden de populares (zij wilden meer hervormingen ten gunste van de armeren) terwijl de oudere patricische families zich verenigden in de optimates (degenen, die alles bij het oude wilden laten).
Bij zijn terugkomst in Rome wilde Caesar een triomftocht houden. Hij kreeg daar toestemming voor, maar moest dan buiten de stad blijven wachten. De verkiezingen waren inmiddels ook in zicht en dus was Caesar genoodzaakt te kiezen. Zijn tegenstanders, vooral de adelspartij hoopte dat hij voor de triomftocht zou kiezen, maar hij koos voor het consulschap.
Twee mensen deden mee in de strijd naar het consulschap; Lucius Lucceius en Marcus Bibulus. Caesar verkoos Lucius om zijn geld. Ook was deze minder populair en dat kwam Caesar niet verkeerd uit. De senaat stak hier een stokje voor door Bibulus aan te stellen. Deze zat minder op een lijn met Caesar en ze wilde zo veel mogelijk de macht van Caesar beperken. Dit zie je eigenlijk heel zijn leven door. Doordat het bestuur in Rome behoorlijk democratisch is (zeker in vergelijking met andere landen in die tijd) is er betrekkelijk weinig ruimte voor ‘openlijke corruptie’. Je ziet dan dat er altijd via omkoperij of iets anders geprobeerd word om het doel te bereiken. De senaat was bang dat de macht –die tot nu toe goed verdeeld was- alleen bij Caesar zou komen te liggen. Ze probeerden hem zoveel mogelijk dwars te liggen en dus ging Caesar op zoek naar hulp. Deze vond hij bij zijn vriend Pompeius. Deze had een slechte verhouding met Crassus en Caesar greep zijn kans. Hij wist de twee mannen tot vrienden te maken en sloot met hen een verbond, het triumviraat. Dit was een verbond om de senaat aan te kunnen. Door zijn consulschap kon Caesar bijvoorbeeld voor gebieden zorgen voor de oorlogsveteranen van Pompeius. Caesar stelde een aantal oude gebruiken opnieuw in en Babilus werd steeds minder nuttig. Op een gegeven moment kwam deze in protest tegen Caesars daden, maar hij kreeg weinig steun. Aanhangers van Caesar zorgde ervoor dat het maar beter voor hem was zich van zijn ambt te onttrekken.
In 59 v. Chr. trouwt Caesar met Calpurnia. Zijn dochter Julia geeft hij Pompeius ten vrouw. Dit verbeterde de band en Caesar maakte daar gebruik van. In ruil voor het land, zijn dochter en andere dingen wilde Caesar troepen. Na zijn consulschap vraagt hij of hij gouverneur van de provincies Gallia Cisalpina (Noord-Italie), Illyrie (ex-Joegoslavie) en later ook Gallia Narbonensis (Zuid-Frankrijk) mag worden. Dat was in die tijd heel gebruikelijk en de senaat stemde hiermee in. Als hij ver weg zou zijn, zou zijn populariteit bij het volk ook wel afnemen, zo dachten ze. Het was gebruikelijk dat zoiets een jaar duurde. Caesar drong aan op een periode van vijf jaar. Hij kreeg deze om dezelfde reden als hiervoor genoemd.
Caesar vertrok naar Gallie met vier veteranenlegioenen. Een legioen bestond uit tien cohorten, die waren verdeeld in zes centuriën van ongeveer tachtig man. In totaal bestond een legioen dus uit bijna 5000 mensen. Van zijn eigen geld kocht hij nog huursoldaten. Gallië werd door zo’n honderd stammen bewoond, die allemaal overwonnen en beschaafd moesten worden, zo vond Caesar. Sommige van die stammen bestonden wel uit 200.000 mensen. Het zou dus een behoorlijke klus worden.


Hoe heeft Caesar het Romeinse rijk uitgebreid?
De aanleiding tot de Gallische Oorlog, zoals deze nu genoemd wordt, was Orgetorix, een edelman van de Keltische Helvetiërs. Deze had het plan om samen met de leiders van nog twee andere stammen vanuit het huidige Zwitserland naar Santones, een groot gebied aan de westkust van Frankrijk. Samen zouden ze de macht grijpen en over heel Gallië. Door Romeins grondgebied konden ze niet trekken dus trokken ze door Gallisch gebied. Zoals Caesar al had gehoopt, kwamen de Galliërs hem nu om hulp vragen. Hij versperde de Helvetiërs met een sterk leger de weg en versloeg ze volkomen. Een groot deel van het volk werd afgeslacht. De overlevenden moesten naar hun oude gebied terug keren.
Nog in hetzelfde jaar kreeg Caesar een verzoek van het Gallische volk Aedui om hen te helpen tegen hun buren, de Sequani, die samen met Germaanse volken een bedreiging voor hen vormden. Ook zij werden verslagen en uiteraard nam Caesar die gebieden gelijk in beslag. Zo deed Caesar zich voor als een beschermheer, maar intussen veroverde hij steeds meer gebieden. Zelf zei hij dat hij dat deed ter bescherming van Rome. Veel stammen waren genoodzaakt een bondgenootschap aan te gaan. Door de veroveringen had Caesar België en noordwest Frankrijk al onder zijn hoede.

In 56 v. Chr. bezet Caesar Aquitania, het zuidelijke deel van Frankrijk. Dit ging vooraf aan een anti-Romeinse beweging van onder andere Veniti. Rome eiste zoals altijd onderwerping en vroeg daarbij om mensen. Toen Veniti Romeinse officieren gijzelde om die te ruilen voor hun mannen haalden ze daarmee de woede van de Romeinen op. De stam had een groot aantal schepen waar ze mee konden vluchten. Caesar liet schepen bouwen en vernietigde de stam. De mensen werden allemaal slaven. Dit voorbeeld zorgde ervoor dat het veroveren van andere stammen niet moeilijk was. Caesar ging toen ook nog even naar Rome, om er zeker van te zijn dat hij zijn macht daar niet verloor. Hij had zoveel mogelijk ambten aan vrienden gegeven zodat hij zo min mogelijk tegenstand zou hebben als hij weg was. Toch was er een bedreiging, Lucius Domitus. Deze stond kandidaat voor het consulschap en liet duidelijk merken dat hij het niet eens was met Caesars daden. Als deze man aan de macht kwam, zou Caesar zijn troepen kwijt zijn en dus zorgde het triumviraat ervoor dat zij ook mee deden aan de verkiezingen voor het consulschap.
Caesar verlengde zijn verbond met Pompeius en Crassus en zorgde ervoor dat hij nog vijf jaar in Gallië kon blijven. In 55 v. Chr. begon Caesar met een tocht tegen de Germanen, die nog niet verslagen bleken te zijn. De Germanen trokken zich terug in de wouden toen de Romeinen over de Rijn trokken en Caesar staakte de tocht. Hij liet wachttorens bouwen langs de rijn en zo werd dat de grens van het grote rijk. Omdat de stammen in Gallië contact hielden met de Keltische stammen in Brittannië organiseerde Caesar een aanval op Brittannië. Dit is wel een van de duidelijkste bewijzen dat Caesar het voor een groot gedeelte toch ook voor de macht deed. Er was helemaal geen sprake van een ernstige bedreiging. Met een leger van tachtig schepen en 80.000 man trok hij het kanaal over. De aanval op de barbaren werd gewonnen maar er werd bijna niks mee gewonnen. Hij keerde terug naar Gallie, maar probeerde het nog een keer. In plaats van 80 schepen had hij nu 800 schepen. Hij behaalde meer succes. Cassivellaunus, een aanvoerder probeerde de Romeinen te bestrijden, maar moest het onderspit delven. Brittanië werd verplicht belasting te betalen en mannen te leveren.
In 54 v. Chr. keerde hij terug naar Gallië nadat zijn vloot zware schade had opgelopen tijdens een storm. Daar hoorde hij dat zijn dochter Julia gestorven was tijdens haar zwangerschap.
In de winter van 54 v. Chr. was het verzet gegroeid. Ambriox, een stamleider in België berichtte naar de bevelhebbers van een garnizoen dat voor de winter ergens gestationeerd was, dat ‘alle Galliërs’ tegen de Romeinen in opstand waren gekomen. Hij was bereid de Romeinse troepen ongehinderd uit zijn stamgebied te laten terugtrekken. De Romeinse bevelhebbers lieten zich misleiden en voerden hun troepen uit het beveiligde kamp, recht in een hinderlaag, waar het hele leger door de Galliërs werd vernietigd. Andere legioenen kwam hen te hulp en vochten tegen deze stammen. Later arriveerde ook Caesar en die rustte niet totdat alle boosdoeners waren uitgeroeid. Toch was dit niet afschrikwekkend genoeg. Meer stammen gingen zich verzetten tegen het machtige, onderdrukkende Rome. De leider van de opstandige stammen was Vercingetorix. Hij had door dat het Romeinse leger zo sterk was door zijn discipline. Hij verzon een nieuwe tactiek waarmee hij de Romeinen beter kon bestrijden. Hij probeerde het de Romeinen lastig te maken door de aanvoerwegen van de Romeinen te blokkeren. Ook ging hij vaak de echte botsingen met de legers uit de weg en gebruikte hij meer verrassingsaanvallen. Dit werkte goed en Caesar was vastbesloten om ook deze opstand neer te slaan. Toen Vercingetorix zich verschuilde in de stad Gergovia wist Caesar deze niet te veroveren. Toen Vercingetorix zich toen in Alesia schuilhield, belegerde Caesar de stad met 50.000 man. Vercingetorix had 80.000 mannen binnen. Omdat de andere stammen opgeroepen waren om Vercingetorix te helpen, had Caesar een wal opgeworpen om deze tegen te houden. Toen de Bondgenoten niet op tijd kwamen kwam Vercingetorix in de problemen. Hij had nog maar voor een paar dagen voedsel. Om de mannen krachtig te houden besluit hij het volgende; alle vrouwen en kinderen moesten de stad uit. Ze zouden bij de Romeinen moeten aankloppen en hen smeken voor overgave. De Romeinen zouden hen dan te eten moeten geven en zo werden zij zwakker en de Galliërs konden op hun Bondgenoten wachten. Caesar was onverbiddelijk. ‘ik laat mijn eigen mannen geen honger lijden, om anderen te helpen’.
De vrouwen en kinderen lagen inmiddels dood op de grond toen de bondgenoten kwamen. Het is niet zeker hoeveel dat er waren maar er wordt aan 250.000 gedacht. Na een zware strijd van vier dagen wisten de Romeinen toch weer te winnen. De twee legers zagen geen kans zich samen te voegen. Na de strijd gaf Vercingetorix zich over en nu was heel Gallië aan Rome onderworpen. De jaren die volgden, was vrijwel zonder strijd. Caesar begon al met het romaniseren van Gallië. In 53 v. Chr. komt Crassus om bij de slag van Caarhae tegen Parthia.
Pompeius was jaloers op Caesar en zijn overwinningen. Het triumviraat was opgeheven en de band tussen hem en Caesar werd slechter. Ook hij vreesde nu de machtswellust van Caesar en sloot zich aan bij de senaat, bij Cicero en Cato, de twee mensen die tegen Caesar waren.
De senaat begon nu echt bang te worden voor de macht en successen van Caesar en beval hem, zonder leger, terug te komen naar Rome. Dit was een dilemma voor Caesar. Hij stond bij de Rubicon, een rivier die Italië scheidde van Gallië. Als hij deze zou oversteken zou er een burgeroorlog ontstaan, omdat er dan binnen Italië om de macht gestreden werd, met legers. Als hij zonder leger zou gaan zou hij ongetwijfeld (voorlopig) aan banden worden gelegd door de senaat. Wel kon hij dan weer meedoen aan het consulschap. Inmiddels was Pompeius Consul. Hij was dit alleen voor ongeveer zes maanden en toen werd Metellus Scipio de tweede consul. Caesar koos er uiteindelijk voor om met zijn leger te gaan. Pompeius, die troepen liet komen voor het geval Caesar toch met zijn troepen door zou dringen tot Rome, moest vluchten toen Caesar eerder in Rome was dan zijn troepen. Hij ging samen met een deel van de senaat naar Griekenland om daar een aanval voor te bereiden.
Caesar kon in 49 v. Chr. ongestoord Rome binnentrekken. Hij werd tijdelijk alleenheerser totdat ‘de rust weer was teruggekeerd in het Romeinse rijk. Pompeius had officieren en troepen in Spanje achtergelaten om de provincies te besturen. Caesar ging hier naar toe en maakte korte metten met de aanhangers van Pompeius. Ook stapten veel aanhangers van Pompeius over als Caesar in de buurt kwam. Toen hij weer terugkwam in Rome werd hij tot consul gekozen. Pompeius vormde nog een bedreiging en Caesar verzamelde zijn troepen. Pompeius had hem verraden en hij wilde dat rechtzetten. Met een deel van het leger vertrok hij naar Griekenland en wachtte daar op de rest van het leger, onder leiding van Marcus Antonius. Na enkele maanden kwam deze en de legers troffen elkaar bij Pharsalus. Dit was in 48 v. Chr. Pompeius verloor de slag en week uit naar Egypte. Daar waren een jongen van dertien, Ptolemaeus de twaalfde en Cleopatra, achttien jaar oud om de troon aan het vechten. De kroonraad nam intussen voor hen de beslissingen en toen Pompeius wilde landen in Egypte werd hij vermoord. Caesar, die hem natuurlijk achterna kwam was daar helemaal niet blij mee. Omdat hel leger dat zich tegen hem verzamelde in Egypte te groot was, ging hij verder naar Voor-Azie om de aanhangers van Pompeius te straffen. In Rome teruggekeerd, werd Caesar in 45 v. Chr. dictator en kreeg alle belangrijke posities. Aan het einde van het jaar trok hij er al weer op uit om tegen andere vijanden op te trekken. Hij ging naar Afrika waar Cato aanvoerder was van het republikeinse leger met de hulp van de Numidische koning Juba. Hij versloeg ze en de aanvoerders pleegden zelfmoord. Numidie werd een Romeinse provincie en Caesar keerde weer als overwinnaar terug naar Rome.
Caesar was dan wel een alleenheerser, het volk had hem inmiddels tot consul voor tien jaar uitgeroepen, hij buitte die positie niet uit. Zijn tegenstanders, aanhangers van Pompeius, Cato enz. gaf hij behoorlijke posities en hij strafte ze niet. Toch bleef hij tegenstanders houden. Ze verdachten hem ervan koning te willen worden. Dit had een heel negatief effect bij de Romeinen achtergelaten en mensen werden tegen hem opgestookt. Dit kwam ook omdat zijn aanhangers hem groot wilde maken. Echte tegenstanders en mensen die dachten dat het rijk niet onder een iemand geregeerd kon worden voegden zich uiteindelijk samen. Tijdens een belangrijke vergadering voor de senaat komen leden op hem af en steken hem met hun dolken neer. Op vijftien maart in 44. V. Chr. sterft Caesar.


Wat is Caesars invloed geweest op het maatschappelijke leven?

Caesar kwam aan de macht in een onrustige tijd. Hoewel misschien niet genoemd, waren er steeds kleine burgeropstanden. Dit had nog alles te maken met het onderscheid tussen de bovenlaag en de onderlaag. Moest de onderlaag dit nou eenmaal accepteren of werd er onrecht aan hen gedaan? Caesar heeft er toch voor gezorgd dat er een duidelijke politiek werd bedreven en dat het Romeinse rijk doorgroeide. Hoewel er geen duidelijke voorbeelden zijn weten we wel dat de cultuur van Rome is gegroeid in de periode onder Caesar. Gallië bijvoorbeeld, een onbeschaafd gebied, is beschaafd geworden door de romanisering. Romeinse levensgewoonten en beschaving drongen in Gallië door. Er werden wegen aangelegd. Stevige huizen van steen in plaats van hout en leem, waterleidingen, badhuizen, bruggen, theaters en tempels werden gebouwd. Later kwamen er ook scholen en universiteiten. Je mag je gerust afvragen of Frankrijk zonder de invloed van Rome later wel zo’n grote rol had kunnen spelen op bijvoorbeeld politiek gebied. Waarschijnlijk hadden ze dan een veel grotere achterstand.
Die romanisering bij Gallië is hetzelfde als bij de andere veroverde gebieden werd gedaan. Rome probeerde daar helemaal de culturele plaats in te nemen van de oorspronkelijke cultuur.
Of Caesar zoveel had kunnen doen zonder de macht die Rome toen al had, is nog maar de vraag. Rome was ontzettend rijk door de belasting van de andere landen. De jaarinkomsten tijdens de periode van Caesar lagen in totaal op zo’n 3030.000.000 frank!
Bekend is dat Caesar veel gedaan het voor het vermaak. Dit deed hij vooral om aan populariteit bij het volk te winnen. Zo organiseerde hij gladiatorengevechten, toneelvoorstellingen, worstelwedstrijden en zeeslagen. Soms gaf hij feesten die wel meer dan zeven dagen duurden. Voedsel was dan in overvloed en er waren veel gevechten. Er werden veldslagen gehouden waar 500 voetknechten, 20 olifanten en 30 ruiters tegen elkaar werden gezet.
In zijn periode als dictatuur heeft Caesar nog een aantal goede dingen voor elkaar gekregen. Hij zag er op toe dat de provincies rechtvaardiger werden bestuurd. In het verleden kwam het voor dat een gouverneur alleen maar op verrijking van zichzelf uit was en daarmee het volk dupeerde. Alles in het bestuur waar twijfel of onenigheid over bestond werd aangepakt. Hij breidde het aantal ambten (Praetoren, aedilis enz.) uit. Ook de verkiezingen voor ambten werden beter geregeld en er werden regels daarvoor gemaakt.
Caesar nam het op voor de armen en probeerde hen werk te geven. Hij organiseerde daarom grote projecten zoals het droogleggen van de Polontijnse moerassen. Ook zorgde hij ervoor dat de grenzen van het rijk verbeterd werden. De financiële positie van Rome, die tijdens de onrust in het rijk beneden peil was, wist hij weer te verbeteren. De grote steden Carthago en Corinthe werden weer opgebouwd en hij liet arme gezinnen daarheen emigreren. Deze kregen nu de kans om een beter bestaan te krijgen en tegelijk was het goed voor de handel. Zo’n 80.000 mensen werden overgebracht naar overzeese kolonies.
Misschien is het belangrijkste wat Caesar gedaan heeft nog wel de invoering van de nieuwe kalender. Deze was ontregeld doordat andere mensen er zomaar schrikkeldagen invoegden. Dit zorgde er bijvoorbeeld voor dat oogstfeesten niet meer in de zomer waren. De nieuwe kalender baseerde hij op de baan rond de zon, die 365, 25 dagen duurde. Bijzonder is dat de mensen toen al zo nauwkeurig konden berekenen. Ook dit toont de gevorderdheid van de beschaving aan. Eens in de vier jaar liet hij een schrikkeldag invoeren zodat het ritme klopte. Deze kalender gebruiken wij nu nog steeds.

plaatje van de tiber in italie

http://nl.wikipedia.org/wiki/Tiber
De Wolvin is een Etruskisch werk uit het begin van de vijfde eeuw voor Christus. Romulus en Remus zijn veel later toegevoegd (Palazzo dei Conservatori).
http://www.kunstreis.com/landen/italie/Rome/Geschiedenis%20Rome.html

SPQR, dit was het teken van de senaat die het volk moest regeren
http://home.deds.nl/~lobert/_wp_generated/wp0ea8e498.png

de stad carthago in zijn bloeiperiode
http://home.scarlet.be/f.vanlil/Tunesie/images/Carthago.jpg

Romeinse rijk in 265 v. Chr.
http://www.lib.utexas.edu/maps/historical/shepherd/rome_carthage_218.jpg

buste van Caesar
http://www.geschiedenis.nl/art/uploads/personen/caesarbuste.jpg

buste van pompeius

http://www.bertsgeschiedenissite.nl/ijzertijd/eeuw1ac/pompeius.jpg

buste van crassus
http://antiquitatis.com/rome/biographies/images/crassus.jpg

verovering van gallie
http://www.angelfire.com/ak5/histo/veroveringgal.htm

vercingetorix geeft zich over

http://www.educima.com/thumbnails/750/10673.jpg

caesars veroveringen

http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/f/fe/Map_of_the_Ancient_Rome_at_Caesar_time_(with_conquests)-fr.svg/259px-Map_of_the_Ancient_Rome_at_Caesar_time_(with_conquests)-fr.svg.png

gladiatorengevechten
http://mediaprovider.kennisnet.nl/MediaProvider/img/11252874.jpeg

dood Caesar
http://members.home.nl/keesdebrouwer/images/romeinen/moord%20op%20julius%20caesar%2001.jpg

de belgen waren het dapperst, volgens julius caesar.
http://www.vincentariens.nl/wp-content/uploads/asterix-spqr-300x291.jpg



Bronnen:
- Anne Maria Liberati en Fabio Bourbon Het Oude Rome, de geschiedenis van een wereldomvattende beschaving, Lisse:Zuid Boekproducties, 2000
- Peter Ackroyd, Reizen door de Tijd,Het Oude Rome, Amsterdam:Memphis Belle, 2006
- ? Het Romeinse rijk, 7000 jaar wereldgeschiedenis, Rotterdam: Lekturama, 1977
- Reinaert, Systematische encyclopedie, Griekse oudheid, Brussel:Reinaert uitgaven, 1971

- Mary Macgregor, de geschiedenis van Rome, Bussum:Unieboek, 1977
- Suetonius, Keizers van Rome, Amsterdam: Polak & Van Gennep, 2002
- www.Wikipedia.org
- Ulrich Edel, Julius Caesar, een spectaculaire film over het leven van Julius Caesar in de stijl van gladiator

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.