Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

H2 Rechtsstaat

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 2499 woorden
  • 22 oktober 2015
  • 49 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
49 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

P1: Recht en rechtvaardigheid.
Regels en wetten
Maatschappelijke normen: ongeschreven regels, dingen die wij normaal vinden die voortkomen uit het geloof, tradities en gewoonten. 
Rechtsnormen: gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd. Ze zorgen ervoor dat het maatschappelijke leven geordend verloopt. Ze komen voort uit de normen en waarden die in de samenleving gedeeld worden. 

Ontstaan van de rechtsstaat

Absolute monarchie: regeringsvorm waarbij een koning alle macht heeft.
Rechtsstaat: staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik door de overheid.
Grondwet: daarin staat wat de grondrechten zijn en hoe een land geregeerd moet worden.
Sociale rechtsstaat: rechtstaat met sociale grondrechten. Komt op voor de burgers.

Rechten en plichten.
Een paar voorbeelden van plichten zijn:
-    Belastingplicht: plicht om belasting te betalen.
-    Leerplicht: doorleren tot je 18de.
-    Identificatieplicht: plicht om je te identificeren.
-    DNA-plicht: criminelen moeten DNA afstaan aan justitie.

Rechtsgebieden

  • Publiekrecht:Regelt de inrichting van de staat en de relatie tussen burgers en de overheid. Er zijn drie publiekrechten:

•    Staatsrecht: regels voor de inrichting van de Nederlandse staat.
•    Bestuursrecht: de verhouding tussen burger en overheid centraal.
•    Strafrecht: alle wettelijke strafbepalingen.

  • Privaatrecht:Regelt de betrekkingen tussen burgers onderling. Er zijn drie privaatrechten

•    Personen- en familierecht: sluiten van een huwelijk, echtscheiding, geboorte, overlijden en adopteren.
•    Ondernemingsrecht: regelt de voorwaarden waaronder je een stichting, vereniging of een bv kan oprichten.
•    Vermogensrecht: regelt alle zaken die te maken hebben met iemands vermogen en in geld zijn uit te drukken.

 

 


P2: Grondbeginselen van de rechtsstaat.
Uitgangspunten
Het doel van de rechtsstaat:

  • Veiligheid van de burgers -> bescherming tegen de macht van de overheid.
  • De burgers gelijk worden behandeld.
  • Dat de burgers in vrijheid kunnen leven

De uitgangspunten zijn als volgt uitgewerkt:
•    Er is sprake van en machtenscheiding.
•    De rechters zijn neutraal en onafhankelijk.
•    Grondrechten zijn wettelijk vastgelegd. 
•    De wet bepaalt wanneer je strafbaar bent. (legaliteitsbeginsel: de overheid is gebonden aan de wet)

Machtenscheiding
In Nederland geldt de volgende machtenscheiding (trias politica):
•    Wetgevende macht: regering en parlement. Stelt wetten vast waar iedereen zich aan moet houden. 
•    Uitvoerende macht: regering en zijn ministers. Uitvoeren van wetten.
•    Rechterlijke macht: onafhankelijke rechters. Beoordeelt of er wetten zijn overtreden en doet uitspraak in conflicten.
Checks and balances: de drie machten houden elkaar in evenwicht door elkaar te controleren.
Onafhankelijke rechters het feit dat rechtsers neutraal en onafhankelijk zijn zorgt voor bescherming:

1.    De mogelijkheid om je recht te halen als je benadeeld wordt door burgers en instanties.
2.    Bescherming tegen ongeoorloofd overheidsoptreden. (politie die te ver gaat)
3.    Mensen gaan niet zelf rechter spelen. 

Grondrechten en grondwet
Er zijn verschillende soorten grondrechten:
•    Vrijheidsrechten: vrijheid van godsdienst, meningsuiting enz.
•    Gelijkheidsrechten: discriminatieverbod.
•    Politieke rechten: kiesrecht, geheime verkiezingen.

Al die rechten kun je indelen in twee verschillende soorten rechten:

  • Klassieke grondrechten: rechten die de overheid ook echt moet garanderen. Als iemand een klassiek grondrecht van je schendt kun je naar de rechter stappen (bijv. vrijheid van meningsuiting)
  • Sociale grondrechten: bij deze rechten geldt een zorgplicht van de overheid. De overheid doet zijn best iedereen een baan te geven maar je kan niet naar de rechter stappen en eisen op een baan.

Nederland heeft het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) getekend. Zo kan Nederlands niet ineens de doodstraf invoeren.

Legaliteitsbeginsel (overheid is gebonden aan de wet)

Er staan een aantal strafbaarheden in het Wetboek van Strafrecht:
•    Legaliteitsbeginsel: iets is alleen strafbaar als het in de wet staat.
•    Strafmaat: je mag niet meer straf krijgen dan de maximale straf.
•    Ne bis in idem regel: na een uitspraak van een rechter kun je niet voor de tweede keer vervolgd worden voor dezelfde zaak.
 

 


P3: Strafrecht: de opsporing.
Rechtshandhaving en rechtsbescherming
Rechtsbescherming: burgers worden beschermt tegen andere burgers en tegen de overheid.
Rechtshandhaving: de overheid heeft meer macht dan wij.
Geweldsmonopolie: de overheid mag als enige geweld gebruiken.

Misdrijven en overtredingen
Misdrijf: ernstige strafbare feiten. (diefstal, mishandeling, moord en ook rijden onder invloed)
Overtreding: minder ernstige strafbare feiten. (door het rood rijden, te snel rijden)

Belangrijkste verschillen tussen overtredingen en misdrijven:
•    De mogelijke straffen zijn hoger bij misdrijven, omdat het als een ernstiger strafbaar feit wordt beschouwd. Overtredingen zijn minder ernstig.
•    Overtredingen en misdrijven kunnen beide geregistreerd staan bij justitie (strafblad)  
- Overtreding: strafblad als er minimaal een bedrag van 100 euro boete of een (voorwaardelijke) vrijheidsstraf is opgelegd.
- Misdrijf: verdachte bent in een zaak.

  • Poging tot overtreding is niet strafbaar, poging tot misdrijf wel.

Criminaliteit: alle misdrijven die in de wet staan omschreven.
 

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

De procedure in vogelvlucht

De regels van het strafproces staan in het Wetboek van Strafvordering. De procedure voor een strafproces verloopt op de volgende manier:
1.    De politie verzamelt gegevens. Verhoort de verdachte en getuigen. Schrijft het op in een proces-verbaal. Officier van Justitie heeft leiding en houdt in de gaten of alles zorgvuldig en eerlijk verloopt.
2.    Officier van Justitie bepaalt met hulp van het proces-verbaal of er een rechtszaak moet komen. Zo ja -> Dossier van de Officier van Justitie wordt doorgestuurd naar de rechter
3. De rechter stelt tijdens de rechtszaak vast of de verdachte schuldig is of niet. Zo ja -> rechter legt de verdachte een straf op.
 

Wat?

Opsporing en aanhouding

Vervolging

Rechtszaak

Wie?

Politie + Officier van Justitie

Officier van Justitie

Rechter


Opsporingsbevoegdheden politie
Je bent een verdachte als er een redelijk vermoeden van schuld is.
Een politie heeft een aantal dwangmiddelen (bevoegdheden.) Je hebt voor een aantal zaken toestemming nodig van de rechter-commissaris.

Zonder toestemming:
•    Staande houden: iemand laten stilstaan om hem te vragen om zich te identificeren. (naam adres geboortedatum)
•    Aanhouden of arresteren: je moet dan mee naar het politiebureau. (tegenwerking is niet toegestaan, je moet mee) (6 uur op het bureau houden, verlening vergt toestemming)
•    Fouilleren: je kleren en lichaam onderzoeken.
•    In beslag nemen: bewijsmateriaal mag in beslag genomen worden.


Met toestemming.
•    Machtiging tot binnentreding: toestemming om een verdachte in een woning aan te houden. Hier voor heeft de politie een huiszoekingsbevel: de politie mag dan in de woning zoeken naar bewijzen. nodig.
•    Speciale persoonsgegevens: opvragen van privé zaken. (bankrekeningen, gebruikte telefoonnummers enz.)
•    Preventief fouilleren: fouilleren zonder dat er sprake is van verdenking. 
•    Infiltratie: undercover in een misdaadorganisatie.

Officier van Justitie (openbare aanklager: namens de samenleving bewijzen zoekt tegen de verdacht en een straf tegen hem eist)
Openbaar Ministerie (OM): alle officieren van justitie samen.
Als de officier en de politie klaar zijn met het opsporingsonderzoek, heeft de officier 3 mogelijkheden:
Seponeren: een zaak stop zetten en afzien van verdere rechtsvervolging. (boete, schadevergoeding of taakstraf)
Vervolgen: Rechtszaak te beginnen d.m.v. het dossier op te sturen naar de rechter.

 

 

P4: Strafrecht: de rechter
Strafvervolging: een zaak bij de rechtbank leggen. 
Politie rechter: een zaak waar een politieman in zijn eentje rechtspreekt. Meestal kleine misdrijven.
Meervoudige kamer: rechtbank bestaande uit drie rechters. Meestal zwaardere misdrijven.

De terechtzitting
Terechtzitting: behandeling door de rechter van een strafbaar feit.
Een rechtszaak bestaat uit zeven stappen:
1.    Opening: de rechter controleert de persoonsgegevens en legt een eed af met de verdachte.
2.    Tenlastelegging of aanklacht: de officier leest de aanklacht voor.
3.    Onderzoek: de rechter ondervraagt de verdachte en kijkt naar de persoonlijke omstandigheden. De verdachte is niet verplicht om de waarheid te spreken. Getuigen zijn dat wel. 
4.    Requisitoir: De officier brengt een verhaal waar hij probeert aan te tonen dat de verdachte schuldig is. 
5.    Pleidooi: De advocaat verdedigt de verdachte met argumenten.
6.    Laatste woord: De verdachte krijgt het laatste woord door middel van bijv. spijtbetuiging.
7.    Vonnis: uitspraak van de rechter. 

Straffen
Ons land kent vier soorten straffen:
•    Vrijheidstraf: straffen waarbij je in hechtenis wordt geplaatst. Je komt dan na een tijd weer vrij.
•    Taakstraf: de dader moet nuttig werk gaan doen voor de samenleving.
•    Geldboete: spreekt voor zich.
•    Bijkomende straffen: straffen in combinatie met de bovenstaande straffen.

Voorwaardelijke straffen: de dader krijgt de straf niet, tenzij hij binnen de proeftijd een soortgelijk misdrijf uitvoert.

Strafrechtelijke maatregelen.
•    Terbeschikkingstelling (tbs): de dader wordt dan behandeld na zijn straf in een psychiatrische kliniek omdat hij tijdens zijn misdrijf in de war was of niet toerekeningsvatbaar was.
•    Onttrekking aan het verkeer: goederen die in beslag genomen zijn krijgt de dader niet meer terug.
•    Ontneming wederrechtelijk in (strijd met de wet) voordeel: de veroordeelde zijn winst afnemen die hij met zijn misdrijven heeft verdient.
•    Schadevergoeding aan het slachtoffer.

Hoger beroep
Gerechtshof: hogere rechtbank, hier kan je naar toe gaan als de officier of de verdachte het niet eens is met het vonnis van de rechter.
Hoge Raad: daarna is er de mogelijkheid om in cassatie te gaan bijde Hoger Raad die gaat na of het recht juist is toegepast.

Strafrecht voor minderjarige
Kinderen tussen de 12 en 18 hebben jeugdstrafrecht. Lichte misdrijven (diefstal) krijgen taakstraf bij bureau HALT. Grotere misdrijven krijgen jeugddetentie (gevangenis max. 2 jaar). In de jeugdgevangenis wordt gewerkt aan:
Resocialisatie: heropvoeding, waarbij de gedetineerde nieuwe normen en waarden aanleert.

 

 

P5 Burgerlijk recht

Naar de rechter
Geschil: conflict
Veel mensen denken dat rechtszaken altijd over misdrijven gaat maar dat is niet zo. De meeste zaken gaan over privaatrechte of burgerlijk recht, waarbij burgers een geschil met een andere partij (burger/instantie) voorleggen aan de rechter.
Eiser: degene die de zaak aan de rechter voorlegt.
Gedaagde: de persoon van wie iets wordt geëist en daarom voor de rechter wordt gedaagd (gevraagd).

Verloop burgerlijke rechtszaak

  • Dagvaarding: een schriftelijke mededeling aan een persoon dat hij voor de rechter moet verschijnen. Dagvaarding bevat:
    - naam eiser
    - de eis
    - motivatie van de eis (waarom)
    - tijdstip van de rechtszaak
  • Procureur: iemand (meestal een advocaat) die alle regels kent
    Verweer: reactie van de gedaagde.
  • Als je het niet eens kunt worden (de eiser en gedaagde) dan moet de rechter een vonnis uitspreken, dus maakt hij de beslissing.

Naar de rechter
Geschil: conflict
Veel mensen denken dat rechtszaken altijd over misdrijven gaat maar dat is niet zo. De meeste zaken gaan over privaatrechte of burgerlijk recht, waarbij burgers een geschil met een andere partij (burger/instantie) voorleggen aan de rechter.
Eiser: degene die de zaak aan de rechter voorlegt.
Gedaagde: de persoon van wie iets wordt geëist en daarom voor de rechter wordt gedaagd (gevraagd).

Verloop burgerlijke rechtszaak

  • Dagvaarding: een schriftelijke mededeling aan een persoon dat hij voor de rechter moet verschijnen. Dagvaarding bevat:
    - naam eiser
    - de eis
    - motivatie van de eis (waarom)
    - tijdstip van de rechtszaak
  • Procureur: iemand (meestal een advocaat) die alle regels kent
    Verweer: reactie van de gedaagde.
  • Als je het niet eens kunt worden (de eiser en gedaagde) dan moet de rechter een vonnis uitspreken, dus maakt hij de beslissing.


Uitspraak
Als de rechter beslist dat de verliezende partij een schadevergoeding moet betalen kan hij ook onmiddellijk loonbeslag laten leggen. Elke maand wordt er een bepaald wordt er een bepaald bedrag van de verliezende partij betaald aan de winnende partij. Dit kan ookop spullen gedaan worden.
Als de rechter geen geldsom eist maar een afspraak. (bijv. geen harde muziek meer draaien omdat de buren er last van hebben) Als de buren deze afspraak overtreden moeten ze een bedrag betalen dwangsom. Word deze niet betaalt, kan de deurwaarder beslag leggen op de goederen en deze verkopen om zo aan het bedrag te komen.

Schadevergoeding
Er zijn twee soorten schadevergoeding:

  • Vergoeding van vermogensschade: vergoeding voor gemaakte kosten, geleden verlies en misgelopen winst. (bijv. als je bij iemand een ruit hebt ingegooid, moet je een nieuwe ruit vergoeden. Of als je iemand hebt aangereden waardoor hij/zij 2 weken niet kan werken moet jij zijn loon betalen.
  •  Vergoeding van immateriële schade: ‘ander nadeel dan vermogensschade. Als een jongen een arm breekt door iemand anders schuld kan de rechter immateriële schade toewijzen. Dit kan als compensatie voor de pijn beschouwd worden. Ook kan de rechter zo’n vergoeding toewijzen bij het schrijven van leugens in een roddelblad.


Hoger beroep
Beide partijen kunnen in hoger beroep gaan: de zssk wordt voorgelegd aan het gerechtshof. Daarna ook nog in cassatie gaan bij de Hoge Raad.

Kort geding
Soms is het belangrijk om zo snel mogelijk een uitspraak te hebben (bijv. werkgever wilt staking tegen gaan). Dan kan er een kort geding worden aangespannen: versnelde vereenvoudigde procedure voor een spoedeisende zaak.
In een kortgedeing geeft de rechter altijd een voorlopig oordeel in afwachting van een defenitieve uitspraak in het bodemproces: normale burgerlijke proce.

 

P6 Nederland, de VS en China.
De drie landen vergelijken met verschillende factoren:

  1. Macht van het staatshoofd
  2. De onafhankelijkheid van de rechters
  3. De rechten van verdachten
  4. Klassenjustitie
  5. Straf


Macht van het staatshoofd
 

Land

Nederland

VS

China

Veto

Geen Veto

Veto

Veto

Baas over het leger

Nee

Ja

Ja

Controle over staatshoofd

Ja, goede controle

Wel controle maar niet super

Geen controle


Veto: Als de wetgevende macht een wet heeft gemaakt kan de leider van het land zeggen dat deze niet gaat gelden. Je spreekt dus een Veto uit over een wet.

De onafhankelijkheid van de rechters
 

Land

Nederland

Vs

China

Toestemming wetten

Geen toestemming

Toestemming

Geen toestemming

Hogere rechters keuze

Tweede kamer en regering

Gekozen door president of volk

Elke rechter in China is lid van de CCP (gekozen regering)

Jury

Geen jury

Jury

Jury

 

 

 

 


Jury: willekeurige mensen die een rechtszaak kunnen bijwonen en achteraf zeggen of de verdachte schuldig is of niet.
CCP: Communistische Partij

De rechten van de verdachten
 

Land

Nederland

VS

China

Uitlokking

Geen uitlokking

Uitlokking

uitlokking

Veiligheidsbevoegdheden

Minder ruim

Ruim

Ruim

Marteling

Absoluut verboden

Verboden

toegestaan


Uitlokking: politie die met voorstel komt dat illegaal is zonder dat jij dat door hebt. Als je ‘ja’ zegt word je gearresteerd.

Veiligheidsbevoegdheden: mensen in de gaten houden door bijv. mensen hun telefoongesprekken af te luisteren.

 

Klassenjustitie: mensen uit de hogere sociale klasse door de justitie worden bevoordeelt boven mensen uit de lagere sociale klasse.
 

Land

Nederland

VS

China

Klassenjustitie

Of je een baan hebt of niet (werkende wss geen straf, werklozende wel straf)

Rassenjustitie (arme, donkere mensen vaker in gevangenis dan blanken)

Sterk aanwezig. Corruptie (je vader baas van goed groot bedrijf, kom jij er vaak goed mee weg)


Witte boordencriminaliteit: misdrijven als fraude milieudelicten worden naar verhouding minder streng bestraft. De witte boorden verwijzen naar mensen met een goede baan, een pak en een wit overhemd.

Straf

Land

Nederland

VS

China

Straf

Mensen die vaak straffen krijgen kunnen wel steeds een zwaardere straf krijgen maar niet zo erg als VS en China.

  • Doodstraf
  •  Pleabargaining
  • Three Strikes and You’re Out Law

Doodstraf


Pleabargaining: de advocaat en de aanklager sluiten een deal op voorwaarde dat de verdachte bekent.
Three Strikes and Your’re Out Law: je wordt heel zwaar gestraft als je 3x de zelfde fout begaat.

REACTIES

M.

M.

echt geweldig!!

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.