Het rode kruis

Er was eens een man genaamd Henry Dunant en hij zat in zijn koets.

Hij was op weg naar Solferino maar er was een slag bij Solferino, en hij stapte uit zijn koets en zag alle slachtoffers en gewonden liggen. Hij maakte een noodziekenhuiskamp voor alle gewonden en in 1859 richtte hij het rode kruis op. Henry Dunant behandelde alle mensen gelijk en neutraal daarom is het rode kruis zo bekend. Allemaal jaren later ging het heel goed met het rode kruis en er kwamen steeds meer mensen bij het rode kruis. Er zijn nu ook allemaal regels bij het rode kruis.

De regels:

1. Wie niet meevecht in het conflict moet altijd worden beschermd en menswaardig worden behandeld.
2. Een vijandige soldaat die zich overgeeft of is ontwapend mag niet worden gedood of verwond.
3. De oorlogvoerende partijen moeten de gewonden en zieken samenbrengen, verzorgen en beschermen.
4. Soldaten en burgers die gevangen zijn genomen moeten menswaardig worden behandeld.
5. Iedereen die voor de rechter moeten verschijnen heeft recht op een eerlijk proces.
6. De burgerbevolking moet zoveel mogelijk worden gespaard. Daarom moeten de strijdende partijen altijd een goed onderscheid maken tussen burgers en militairen.
7. Wapens en manieren van oorlogvoering die onnodig lijden veroorzaken zijn verboden.

Het HOR (Humanitair Oorlogsrecht) heeft geen toezicht op de partijen die de regels overtreden dus geven ze overal in Nederland en in de conflictlanden voorlichting over het HOR, dus als een partij de regels overtreden en dat wordt opgemerkt dan krijgt de partij een rechtszaak en wordt veroordeeld.

Het HOR heeft ook verschillende taken waar ze rekening mee moeten houden.

De taken:

1. Neutrale bemiddelaar, dat houdt in dat het rode kruis iedereen gelijk en met respect behandeld zoals ze bij elk mens doen.
2. Gevangenen bezoeken, dat doen het rode kruis omdat ze willen kijken hoe het met de mensen in de gevangenis gaat en als het niet goed is eventuele verbetering toepassen.
3. Medische hulp en Noodhulp verlenen, dit doet het rode kruis bij elke partij geen enkele uitgezonderd. Zo kunnen ze iedereen helpen.
4. Vermisten opsporen en families herenigen, dit doet het rode kruis omdat ze zo families kunnen informeren over hun familielid. Bijvoorbeeld een familielid kan even een telefoontje plegen dat hij veilig is etc.

Wat heel belangrijk is voor het rode kruis is dat ze de kennis van het HOR verspreiden, zo kunnen alle landen hier rekening mee houden. Er zijn ook een paar grondbeginselen:

1. Menslievendheid, rekening houden met elk persoon en dus ook elk persoon menselijk kan behandelen.
2. Onpartijdigheid, geen partij kiezen die je gaat helpen maar elke partij of ieder persoon ga je helpen.
3. Neutraliteit, niemand veroordelen maar elkaar als iedereen behandelen.

Ik heb niet zoveel aan deze gastles gehad want ik wil zelf niks met het rode kruis, maar ik heb er wel dingen geleerd. Wat het meeste is blijven hangen is dat je bij heel veel gelegenheden niet mag schieten. Er zijn ook heel veel regels waar je je aan moet houden als je in een conflict zit.

Ik vond deze gastles wel leuk want het was beter dan de normale les, en ik zou het wel leuk vinden als er nog meer gastlessen waren zodat we meer weten wat er in de buitenwereld gebeurt, dus ik zou het wel vaker willen. Ik vond wel aan de gastles dat de dia’s heel snel gingen.

Deze les had heel veel met maatschappijleer te maken, want het rode kruis is in Nederland in de maatschappijleer bezig en ook in andere landen. Het had voor de rest ook heel veel met maatschappijleer te maken omdat het rode kruis heel veel doet met de Normen en Waarden van een ander.