Hoofdstuk 4: muziek

Muziek 4.1 Muziek heeft een emotionele werking op ons. Muziek heeft alles met klanken te maken. Het zo ordenen van de klanken om zo gevoelens en gedachten onder woorden te brengen. 4.2 Voordat een componist of artiest een muziekstuk of compositie maakt, moet hij een idee hebben hoe hij de muziek gaat ordenen (muziekontwerp). Je kunt dit doen door noten op te schrijven maar ook door het spelend en improviserend te bedenken en onthouden. De componist heeft bij het componeren verschillende muzikale middelen tot zijn beschikking: · De melodie · Het ritme · De dynamiek · Het timbre (klankkleur) · Het tempo 4.3 Door schilderijen van vroeger krijg je een beeld hoe de mensen toen leefden. Je kan echter niet weten wat voor muziek ze maakten. De instrumenten kun je zien, en het notenschrift lezen. Maar je weet niet welke klank ze speelden. Omdat het handig was op te schrijven wat een componist bedoelde, is er een soort gebarentaal gekomen. Later is hieruit het notenschrift zoals wij het kennen ontstaan. Alleen een notenschrift was echter niet meer voldoende. Het ritme, tempo enz. moest ook vermeld worden. Dit noem je een partituur. In de middeleeuwen konden alleen vakmuzikanten noten lezen. Ander mensen speelden en zongen muziek op hun gehoor. In sommige muziekstijlen is dit nog steeds zo. In de popmuziek is het niet belangrijk noten te kunnen lezen. Rappers bijvoorbeeld. DJ’s mixen eigen ritmepatronen, deze ritmepatronen en de teksten van de rapper vormen de basis van hiphopmuziek en rap.
4.4 In symfonieorkesten spelen soms meer dan honderd muzikanten samen. Binnen Europa zijn er ook enkele grote orkesten: · Het gamelorkest (Indonesië) · Het orkest van de Chinese Peking-opera · Het gagaku-orkest (Japan) · De bigband (Amerika) · Naar het idee van de Turken zijn er in Europa harmonieorkesten en fanfareorkesten ontstaan. · De brassband (Amerikaanse fanfare) Doordat er nu zoveel goede apparatuur is, is het niet meer nodig alleen maar met een groot orkest veel geluid te produceren. Tegenwoordig kun je in de housemuziek in je eentje complete muziekstukken in elkaar zetten en uitvoeren. 4.5 Eeuwenlang was het notenschrift het enige middel om muziek te noteren en te registreren. Dankzij Edison is dit veranderd. Hij vond de grammofoon uit, deze kon met behulp van wasrollen geluid registreren en weergeven. Na de Tweede Wereldoorlog kwam daar de taperecorder bij. Tegenwoordig is het allemaal veel makkelijker. Met behulp van de computer en internet kun je muziekfiles beluisteren,maken,opslaan,bewerken,kopiëren en verspreiden. 4.6 Eeuwenlang was het heel normaal dat muziek van een ander werd gebruikt en gekopieerd. Nu is er een auteurswet. Deze wet beschermt de muziek van een auteur. Je kunt je laten registreren en hierdoor laten aantonen dat die muziek van jou. Als je bewust zonder toestemming muzikale ideeën van iemand anders gebruik is dat plagiaat. De componist kan dan naar de rechter stappen en (een deel van) de auteursrechten opeisen. Als iemand bewust een stukje bestaande muziek van iemand gebruikt omdat hij dat zo mooi vindt is er spraken van een citaat. Dit is een soort eerbetoon aan de oorspronkelijke componist. 4.7 Tegenwoordig is het erg moeilijk om met muziek maken je brood te verdienen. Je bent namelijk erg afhankelijk van de platenmaatschappijen en radio/tv-zenders.