Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

H3; Het protest van jongeren en vrouwen (Nederland en zijn gezagsdragers)

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 911 woorden
  • 2 december 2003
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
15 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 3: Het protest van jongeren en vrouwen §3.1 De protestgeneratie Amsterdam 1965
In 1965 voerde Robert Jasper Grootveld een anti-rokencampagne, omdat roken volgens hem het symbool was van de consumptiemaatschappij. Ook was hij het er niet mee eens dat voor roken wel reclame mocht worden gemaakt en dat marihuanagebruikers werden opgepakt. Hij kwam in contact met Roel van Duyn die een afkeer had van de burgerlijke welvaart en anders wilde zijn dan volwassenen. In mei 1965 richtten ze samen PROVO op, zij stonden voor vrijheid, gelijkheid en creativiteit tegenover de suffe burgerlijkheid. Hun doel was de maatschappij te provoceren, wat zeker lukte. De politie greep hard in. Wijdverbreid protest
Er volgden verschillende provocaties, waaronder het huwelijk van prinses Beatrix met Claus von Amsberg. Ook hierbij trad de politie hard op. Kort daarna escaleerde de situatie en werd PROVO opgeheven, het doel was bereikt. PROVO had echter nog steeds invloed: er ontstond massaal jongerenprotest gericht op scholen en universiteiten (ook in het buitenland). Ze demonstreerden tegen de conservatieve lesprogramma’s en autoritaire verhoudingen, de oorlog en Vietnam (e.a.). In 1970 keerde Van Duyn terug met de Kabouterbeweging, die de mens (net als de kabouter) in harmonie met de natuur wilde laten leven. Voor jongeren was actie voeren vanzelfsprekend geworden en het gezag moest gewantrouwd worden. Daarom kregen zij de naam “Protestgeneratie”. Begrippen: Provo: In mei 1965 door Roel van Duyn opgerichte beweging met als doel de autoriteiten te provoceren. Dit lukte ook. Kabouterbeweging: In 1970 door Roel van Duyn opgerichte beweging die de mensen net als kabouters in harmonie met de natuur wilden laten leven.
§3.2 Van confrontatie tot benadering Confrontatie
Eerst werd er, met steun van de autoriteiten, hard opgetreden tegen de PROVO’s. Er ontstond echter protest van intellectuelen en jonge professionelen (kunstenaars, wetenschappers enz.). Ook sommige politici hadden sympathie voor de provo’s. Harry Mulisch stelde thuis een brief op waarin hij protesteerde tegen de manier waarop omgegaan werd met afkerende meningen. In 1966 liepen de rellen uit de hand. Er werd een onderzoekscommissie benoemd die de schuld van de escalatie bij de autoritaire gezagsdragers en de politie legden. Toenadering
Vanaf die tijd werd gekozen voor een zachtere en flexibelere aanpak, zodat jongeren in de hang gehouden konden worden. Voortaan werd burgerlijke ongehoorzaamheid gedoogd (zolang er geen schade werd aangericht) en probeerden de autoriteiten conflicten met een compromis op te lossen. In de jaren ’70 was de positie van jongeren sterk veranderd. Jongeren werden serieus genomen; het kiesrecht werd verlaagd van 21 naar 18 jaar, er ontstonden wetswinkels en er was inspraak op scholen/universiteiten. In sommige gezinnen werden kinderen anti-autoritair opgevoed. Begrippen: Burgerlijke ongehoorzaamheid: Het overtreden van wettelijke regels met als doel een verandering tot stand te brengen. Medezeggenschap: Het recht om over iets mee te praten en invloed uit te oefenen op de besluitvorming. §3.3 Het protest van vrouwen Voltooide emancipatie? In het begin van de jaren ’60 was de vrouw principieel gelijkwaardig aan de man. Er was echter wel maatschappelijke ongelijkheid: mannen hadden een duidelijke relatie tot de maatschappij doordat ze een baan hadden, terwijl voor vrouwen een huwelijk niet alleen een incident was, maar ook een levenswijze. Daarom schreef Joke Kool-Smit in 1967 ‘Het onbehagen van de vrouw’. Vrouwen mochten werken maar konden niet werken omdat er geen kinderopvang was, en vrouwen werden nog steeds onderbetaald. De tweede feministische golf
In 1968 richtte Joke Smit met Hedy d’Ancona Man Vrouw Maatschappij (=MVM) op, een actiegroep die zich vooral op wettelijke verbeteringen richtte. In 1970 werd Dolle Mina opgericht, met ongeveer dezelfde doelstellingen maar vooral gericht op het recht op abortus: Baas in eigen buik. Ook was Dolle Mina veel rebelser dan MVM, wat zich meer op onderzoek richtte. In 1972 werd Dolle Mina weer opgeheven, maar de abortusgroep ging door. In de jaren ’70 werd er ook meer nadruk gelegd op vrouwenmishandeling. Dolle Mina & MVM maakten vrouwen bewust van hun onderdrukking en richtten ‘Blijf-van-mijn-lijfhuizen’ op. Begrippen: Tweede feministische golf: De beweging die omstreeks 1968 opkwam met als doel de achterstelling van vrouwen op alle terreinen ongedaan te maken. MVM: ManVrouwMaatschappij, opgericht in 1968, feministische vereinigin in 1968 opgericht met als doel de emancipatie van de vrouw te bevorderen. Dolle Mina: Actiegroep van radicale (vooral jonge) feministen. §3.4 Politieke idealen, stugge werkelijkheid De abortuskwestie
In de jaren ’70 was de samenleving verdeeld door de abortuskwestie: politieke partijen stonden wat dit onderwerp betreft, lijnrecht tegenover elkaar. Van Agt (min. van Justitie) pleitte voor een ethisch reveil en wilde abortuskliniek Bloemenhove laten sluiten. Dit ging echter niet door, er was sterk protest van vrouwen en de rechter besliste dat Bloemenhove open moest blijven. Het duurde nog jaren voordat er een compromis werd gesloten, pas in 1981 werd het recht op abortus geregeld: Abortus bleef strafbaar, behalve indien dit gebeurde in de eerste twaalf weken van de zwangerschap en indien de vrouw 5 dagen verplicht moest nadenken. Moeizame emancipatie
In 1974 werd echtscheiding mogelijk als één van de twee partners dit wilde. Dit was een gevolg van de individualisering. Dit ging hand in hand met de voortschrijdende emancipatie. In 1974 werd de Emancipatiecommissie (1981: Emancipatieraad) opgericht die tot doel had de gelijke behandeling van vrouwen op het werk en de sociale zekerheid te verbeteren. De politiek benoemde ook meer hoge vrouwelijke ambtenaren. Privé ging de emancipatie moeizaam: de traditionele taakverdeling bleef bestaan. Begrippen: Individualisering: Ontwikkeling in de samenleving waarbij het individu en zijn behoeften meer centraal komen te staan. Het individu wordt niet langer gezien als een deel van een geheel (gezin, arbeider) maar als een op zichzelf staand wezen. Emancipatiecommissie: Door de regering ingestelde commissie (1974) die adviezen moest geven over de emancipatie van de vrouw.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.