Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Japan Religie

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 2338 woorden
  • 15 juni 2005
  • 40 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
40 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
*JAPAN* Tot het einde van de negentiende eeuw was Japan een klein, afgelegen eilandenrijk in de luwte van het Aziatische vasteland, waarvoor niemand veel belangstelling had en waarvan men in de rest van de wereld niets tot weinig wist. Het is echter uitgegroeid tot één van de meest welvarende en moderne landen van de wereld. Ondanks dit heeft het zijn cultuur kunnen behouden, waaronder ook de religie valt. In dit werkstuk worden de belangrijkste godsdiensten beschreven en uitgelegd. Ook wordt er aandacht besteed aan de organisatiestructuur en de kenmerken van het geloof in de samenleving. In Japan heerst een door de grondwet gegarandeerde vrijheid van godsdienst. De belangrijkste godsdienst is het shintoïsme, dat ongeveer 130 sekten telt en sterk beïnvloed is door het boeddhisme. De meeste shintoїsten zijn ook aanhangers van het boeddhisme. Verder staan er meer dan 180.000 religieuze organisaties geregistreerd. Daarbij zitten nieuwe "religies" die gebaseerd kunnen zijn op het boeddhisme, maar ook op sciencefiction of zelfs stripverhalen. Ze lijken in veel gevallen op gewone ondernemingen die soms miljarden euro's omzetten. Zo heeft de boeddhistische religie/onderneming Soko-Gakkai 16 miljoen aanhangers en beheert o.a. scholen, musea en ziekenhuizen. Een klein deel van de bevolking is christen, waarvan de meeste protestant of rooms-katholiek zijn. Daarnaast zijn het taoïsme, het confucianisme en het zenboeddhisme ook belangrijke godsdiensten. *SHINTOISME* Shintoïsme is de belangrijkste godsdienst van Japan. Shintoïsme betekent letterlijk ‘de weg der Goden’. In Shintoïsme worden zogeheten ‘kami’ oftewel natuurgeesten aanbeden. Sommige kami zijn plaatselijk, dat wil zeggen de geesten die bij een bepaalde plek horen, terwijl anderen vergeleken worden met grotere objecten en verschijnselen in de natuur. De bekendste natuurgod is Amaterasu; de Zonnegodin. Het shintoïsme is aan de ene kant een sterk ontwikkelde natuurgodsdienst (animisme), die grote invloed heeft in de Japanse maatschappij. Maar het is ook een ideologie die nog niet zo lang geleden gebruikt werd om het vroegere Japanse militair regime te rechtvaardigen. Vanaf 1868 tot vlak na de Tweede Wereldoorlog was shintoïsme de staatsgodsdienst. Tevens heeft het shintoisme ook een sterke invloed op de zogeheten "Nieuwe religies" in Japan. Ten slotte is er altijd veel wederzijdse beïnvloeding geweest tussen het shintoïsme en het Boeddhisme. Het hoofdkenmerk van het shintoïsme is de grote liefde en eerbied voor de natuur. Een waterval, de maan of slechts een apart gevormde steen kunnen voor een natuurgeest gehouden worden. Hetzelfde geldt voor vriendelijke personen, groei en vruchtbaarheid. Geleidelijk aan werden de oorspronkelijk natuurgodsdienstige aspecten van het shintoïsme minder duidelijk en namen de natuurgeesten meer menselijke vormen aan, waaraan veel mythen gekoppeld werden. De natuurgeesten wonen echter niet in een bovenaardse plaats, zoals de hemel, maar zij wonen op aarde. Natuurgeesten worden vooral vereerd in openbare heiligdommen, maar ook wel in kleine privé heiligdommen, die soms slechts bestaan uit een hoge plank met enkele rituele objecten. In vergelijking tot bijvoorbeeld het christendom met zijn imposante kathedralen, met dure materialen, zijn de heiligdommen vaak erg eenvoudige houten gebouwen. Het gaat ook niet zozeer om het gebouw, dat eigenlijk vooral een bepaalde plaats aangeeft. Heiligdommen zijn meestal gebouwd op een verhoging en sommige zijn dan ook niet erg eenvoudig te bereiken. Meestal wordt de toegang tot het terrein gemarkeerd door een typische Japanse "torii"-poort, die bestaat uit twee palen met daarbovenop twee dwarsbalken. Het geheel is vaak rood geschilderd. Er zijn meer dan 100000 van deze heiligdommen in gebruik, elk onder het gezag van enkele priesters. Kenmerken van het shintoisme in de samenleving

Natuurgeesten worden betrokken bij belangrijke gebeurtenissen zoals huwelijken, toelating tot de universiteit en het neerzetten van gebouwen. Er wordt vaak gebeden om aardse zaken, zoals een kind, een promotie of een gelukkiger leven. Tijdens begrafenissen zijn daarentegen vooral de meer Boeddhistische aspecten van het shintoïsme belangrijk. De aanbidding van de natuurgeesten word gevierd gedurende de vele Shinto-festivals. De meest aanbeden natuurgeest is de zonnegodin Amaterasu. Haar belangrijkste heiligdom staat in Ise. In deze en de vele andere aan haar gewijde heiligdommen wordt ze vaak gesymboliseerd door een spiegel, maar het binnenste van het heiligdom kan ook leeg zijn. Tot vlak na de Tweede Wereldoorlog geloofde men dat de keizer afstamde van Amaterasu, en daarom zelf een natuurgeest was, namelijk een ikigami; een "levende natuurgeest". Militaire leiders (Shogun) hadden weliswaar vaak een groot deel van de macht in handen, maar de keizer werd altijd als de echte heerser gezien, al was het alleen maar in naam. Keizer Hirohito deed in 1946 onder druk van de Amerikanen afstand van deze goddelijke status, maar desondanks blijft de keizerlijke familie sterk betrokken bij de Shinto-rituelen die de eenheid van Japan symboliseren. Reinigingsrituelen vormen een belangrijk onderdeel van het shintoisme. Deze dienen bijvoorbeeld om natuurgeesten gunstiger te stemmen als hun heiligdom verplaatst moet worden. Een meer persoonlijk reinigingsritueel is het waterritueel, dat bijvoorbeeld gehouden wordt onder een waterval of in zee. Een andere vorm van reiniging is het taboe. Zo mochten vrouwen tot 1868 de berg Fuji niet beklimmen. Deze vorm van reiniging is geleidelijk minder belangrijk geworden, maar nog steeds gaat een religieuze Japanner die kort geleden iemand verloren heeft niet naar een bruiloft. Door veel Japanners wordt het shintoisme niet of niet alleen gezien als een religie, maar als iets wat bij de Japanse manier van leven en tradities hoort. De invloed van het shintoïsme op de Japanse cultuur is dus erg groot. De natuuraanbidding komt terug bij onder andere het bloemschikken, de origami, de Japanse architectuur en tuinontwerpen. Bij het sumo-worstelen is de invloed nog duidelijker: voor een gevecht moeten vele rituelen uitgevoerd worden, waaronder het strooien van zout om de arena te reinigen van kwade natuurgeesten. *BOEDDHISME* Het oorspronkelijke boeddhisme is ontstaan in de 5e eeuw voor Christus in India. De grondlegger was de koningszoon Siddhartha Gautama die door de Japanners Amida Butsu wordt genoemd. Uitgangspunt van het boeddhisme is dat het leven lijden is, waar ziekte, ouderdom en dood onlosmakelijk mee verbonden zijn. Het hechten aan het leven en begeerte zijn de oorzaken van het lijden. De enige manier om aan de kringloop van het lijden te ontsnappen is jezelf volkomen losmaken van begeertes. Hiermee wordt het ‘Nirvana’; het heilige niets, bereikt. In de 6e eeuw kwam het boeddhisme via China en Korea naar Japan. Door deze lange reis was er onder invloed van onder andere het hindoeïsme, het taoïsme en het confucianisme, van de oorspronkelijke leer niet zoveel meer overgebleven. De nieuwe boeddhistische leer sloot goed aan bij het shintoïsme. Er vond dan ook een soort versmelting plaats tussen het shintoïsme en het boeddhisme. In de 7e eeuw werd het boeddhisme tot staatsgodsdienst verheven en werden er vele tempels opgericht. Bij Nara werd in 607 de Horyu-ji gebouwd, het oudste nog in gebruik zijnde religieuze bouwwerk en tevens het oudste houten gebouw ter wereld. De boeddhistische leer breidde zich in die tijd uit tot alle lagen van de bevolking, Meer dan 80 miljoen Japanners gaf bij de laatste volkstelling aan tot een boeddhistische sekte te behoren. Tevens rekenden meer dan 83 miljoen Japanners zich tot aanhangers van het shintoïsme. Hieruit blijkt dat het merendeel van de bevolking zowel shintoïst als boeddhist is. *zenboeddhisme* Het zenboeddhisme is een boeddhistische stroming en komt voort uit het Mahayana-boeddhisme dat in China ontbloeide in 525 na Christus. Het werd vervolgens in Japan geïntroduceerd door twee monniken, Eisai en Dogen. Het zenboeddhisme heeft in de loop der eeuwen een grote invloed op het geestelijk leven van de Japanner uitgeoefend. Het is geen echte godsdienst want de vraag of er wel of geen god bestaat wordt niet gesteld. Door het zenboeddhisme te beoefenen verdwijnt de scheiding tussen wie men denkt te zijn en wie men werkelijk is. Lichamelijke en geestelijke discipline wordt verkregen door meditatie. De belangrijkste zen scholen zijn op dit moment Rinzai en Sōtō; beiden oorspronkelijk uit China. Hoewel er weinig verschil is tussen de twee scholen legt de Rinzai school meer de nadruk legt op het "zazen" wat zittend mediteren is, en de Sōtō school legt meer de nadruk op "kōan" wat raadsels zijn. Een beroemd zen boeddhistisch raadsel is wat het geluid is van één hand die klapt. De monniken moeten zich concentreren op hun eigen kōan. Het oplossen van een kōan wordt satori genoemd. Vaak wordt dit als een geweldige ervaring beschreven. Bij het Zenboeddhisme gaat het erom "de dingen te zien zoals ze zijn". Zen boeddhisten proberen het ego niet alleen weg te cijferen door meditatie, maar ook door bijvoorbeeld het beoefenen van karate andere activiteiten waarbij uiterste concentratie vereist wordt. Na jarenlange training kan het lichaam de karatetechnieken zonder tussenkomst van het bewustzijn uitvoeren. Als de tegenstander aanvalt, reageert de ander hierop zonder angst of boosheid die de bewegingen verkeerd zouden kunnen beïnvloeden. *CONFUCIANISME* Het confucianisme is niet echt een godsdienst of religie, maar heeft tot op de dag van vandaag wel zeer invloed op de Japanners. Het confucianisme is ontstaan in China, rond 500 voor Christus en werd ontwikkeld door de leraar Confucius, die leefde van 551-479 voor Christus. Belangrijke onderdelen van het Confucianisme zijn de loyaliteitsprincipes zoals de houding van een kind tegenover een ouder of een knecht tegenover de heer. Deze principes pasten prima bij de shoguns en de samoerai, die gehoorzaamheid tegenover het gezag nastreef waardig vonden. Het confucianisme streeft naar stabiele maatschappelijke verhoudingen zowel binnen het gezin als binnen de staat. Respect en trouw zijn de belangrijkste waarden om deze relaties in stand te blijven houden. De voorouderverering is hier een goed voorbeeld van. Eén van de uitgangspunten van het confucianisme is dat aangenomen wordt dat deugden aan te leren zijn. Ieder wordt geacht het goede voorbeeld te geven en de onderdanen dit te volgen. De verplichtingen binnen de relaties waren wederzijds. Tenslotte hecht het confucianisme groot belang aan het in ere houden van traditionele omgangsvormen. De centrale waarden van het Confucianisme Liefde voor de familie Respect Hulpvaardigheid jegens vreemdelingen Trouw aan de staat *TAOISME* Het taoïsme is een filosofische stroming. De oorsprong ligt in de Chinese cultuur. Het thema van het taoïsme is de allesomvattende universele natuurwet, waaraan men zich als mens moet aanpassen. De natuur zou bestuurd worden door de kosmische krachten, namelijk Yin en Yang. Leven in eenheid met de natuur is een belangrijk ideaal. De door de mensen ingerichte maatschappij wordt als kunstmatig gezien. Het terugtrekken uit de ‘mensenwereld’ is één typisch taoïstisch fenomeen. Later heeft het taoïsme ook religieuze trekken aangenomen. Het taoïsme is van oorsprong een filosofie zonder specifieke goden, pas later heeft het zich ontwikkeld als een volksreligie met een hele massa goden, heiligen en andere schimmige wezens. Het werd het sterk beïnvloed door het boeddhisme. Het taoïsme heeft zich van oudsher beziggehouden met onsterfelijkheid en methoden om dit te bereiken. Er zijn vele pogingen gedaan om het hulp van magie en alchemie het benodigde levenselixer samen te stellen. Ook werd de alchemie beoefend om bijvoorbeeld goud te bereiden. Hierdoor waren het vooral taoïsten zich weiden aan de opbloeiende natuurwetenschappen in China. Nu blijkt dat het werk van de taoisten geen enkele rol heeft gespeeld voor de huidige natuurwetenschappelijke kennis. Doordat natuurwetenschappen lange tijd vereenzelvigd werden met mystiek en toverkracht werden ze veracht door de wereldlijke macht. Dit voorkwam mogelijk dat de natuurwetenschappen in de Chinese maatschappij eenzelfde baanbrekende rol gekregen hebben als in het Westen. Het belangrijkste boek van het taoïsme is de Daodejing; het boek over de Weg en de Deugd. Dit boek bevat elementen van de leer geschreven door de filosoof Laozi en bestaat uit een groot aantal mystieke spreuken in de geest van het taoïsme. De verhalen in het boek worden toegeschreven aan Li Er, die een tijdgenoot van Confucius geweest zou zijn. In de jaren 70 van de 20e eeuw kwam uit een graf uit de Han-dynastie een script van de Daodejing geschreven op bamboelatjes tevoorschijn. Het was in het bezit van de zoon van de markies van Dai, die in 186 v.Chr. gestorven en in het graf bijgezet was. Deze kopie van de Daodejing is de oudste versie van dit geschrift ooit gevonden
De bestuursvorm van de Japan is een Constitutionele Erfelijke Monarchie met de Keizer als Constitutioneel vorst en een grondwet. De keizer heeft echter weinig tot geen macht in de regering en voert alleen handelingen uit die in de grondwet zijn vastgelegd. Japan heeft deze bestuursvorm sinds 1989. In Japan zijn er vier verschillende standen. De samoerai staat boven alles. Vroeger waren de verschillen in standen veel groter als tegenwoordig. Zo mochten de hoogste standen paardrijden, vissen en jagen. De lagere standen moesten knielen voor mensen uit hogere standen. Tegenwoordig zijn de verschillen nauwelijks merkbaar. Eerste stand; De Samoerai

De hoogste stand wordt vertegenwoordigd door één tiende deel van de bevolking. Deze bestaat uit: het keizerlijk hof shoguns daimio militaire voetvolk ambtenaren van het bakoefoe geleerden artsen bepaalde kunstenaars
Tweede stand; De Boeren
De tweede stand van de bevolking wordt vertegenwoordigt door ongeveer 80 % van de bevolking. Ze hadden weinig aanzien. Ze waren verplicht om in hun geboorteland te blijven wonen. Ze konden dus geen baan uitoefenen in een ander land. De Samoerai bepaalden dat de boeren een dienende taak hadden. Zij moesten voor voedsel zorgen, en klusjes voor landeigenaren doen. Het leven van de boeren werd tot in detail voorgeschreven. Zo werd er vastgesteld welke producten er verbouwd moesten worden en op welke manier dat zou gebeuren. De boeren hielden net genoeg over om in leven te kunnen blijven. Hun hoofdtaak was het opbrengen van belastingen voor van de landheren, dat waren rijst en andere gewassen. De boerenbevolking had weinig tot geen vrije tijd. Als de boeren hun belastingen niet konden voldoen volgde vaak de verkoop van 1 of meerdere familieleden om deze te betalen. Derde en vierde stand: de Handelaren en de Ambachtslieden. De derde en vierde stand leefden in de steden en hadden het beter dan de boeren, want ze verdienden geld en mochten zelf beslissen over hun eigen zaak. Toch keek de bovenste stand op deze standen neer omdat de handelaren geld verdienden zonder echt iets te maken.

REACTIES

M.

M.

Ik vind dit niet leuk

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.