Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Kastelen

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • Klas onbekend | 996 woorden
  • 7 januari 2003
  • 273 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
273 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
DE EERSTE KASTELEN De eerste kastelen werden tussen 800 en 1000 na Christus gebouwd. In die tijd maakten de Noormannen de kusten van Europa onveilig: ze plunderden dorpen en boerderijen. De mensen waren bang en probeerden hun woning en hun land tegen de indringers te beschermen. Sommigen bouwden een wal of muur om hun huis. Die beschermde de huizen. Dat waren eigenlijk de eerste kastelen. Het eenvoudigste kasteel bestond uit een houten toren met daar omheen een wal en een gracht. Op de wal stond meestal een palissade. Dat zijn palen die om het gebouw staan met scherpe punten. De toren in het midden wordt een donjon genoemd. Daarin wonen de kasteelbewoners. VAN ROND TOT VIERKANT De eerste kastelen waren meestal rond. Vanaf ongeveer 1400 ging men vierkante kastelen bouwen. Die waren prettiger om in te wonen. Ze waren ook beter te verdedigen, want de verdedigers hadden vanaf een rechte muur een beter uitzicht over de omgeving dan vanaf een ronde muur. Deze vierkante kastelen hadden hoge muren van soms wel twee meter dik. In die muren zaten smalle schietgaten. Er was 1 grote poort met een valhek. Bij de poort was ook een ophaalbrug over de gracht. Eerst stak de donjon als belangrijkste woontoren overal boven uit, maar later werden alle torens even hoog. En in het hele kasteel kwamen kamers om in te wonen. De voorburcht. Het erf binnen de muren van het kasteel werd uitgebreid. Er werden stallen, schuren,koetshuizen, werkplaatsen en bediendenwoningen gebouwd. Soms bouwden ze zelfs hele boerderijen! Soms leek een kasteel een klein dorp.
OORLOG OM HET KASTEEL De heer van een kasteel was bijna altijd rijk en machtig man. Hij bezat vaak een groot stuk land waarop boeren voor hem werkten. Vanuit het kasteel regeerde hij over zijn gebied. Soms probeerde een andere heer of een koning zijn gebied in te pikken. Dat lukte alleen als ze het kasteel konden veroveren. De kasteelheer probeerde daarom zijn kasteel zo sterk mogelijk te maken. Toch slaagde de vijand er vaak in een kasteel te veroveren. DE AANVAL De vijand kon het kasteel bijvoorbeeld omsingelen. Het kasteel werd dan belegerd. De mensen in het kasteel verhongerden meestal, omdat er niemand meer naar buiten kon om voedsel te halen. Een belegering lukte niet altijd,omdat de bewoners soms via ondergrondse gangen naar buiten konden om eten te halen. In dat geval gingen de aanvallers over tot ondermijning. Ze groeven van buitenaf tunnels onder de muren zodat deze instortten. Om dit te voorkomen zetten de verdedigers in de kastelen schalen water op de grond. Aan de trillingen in het water konden ze zien waar er werd gegraven. Zo konden ze op tijd maatregelingen nemen. De aanvallers konden ook proberen de muur te vernietigen met grote kattepulten of een stormram. Dat is een rijbaar toestel waarin een zware balk aan hing waarmee tegen de deur werd geramd net zolang tot deze openbrak. Verdedigers lieten haken zakken vanaf de kasteelmuur om de stormram weg te trekken. Of ze gooiden matrassen naar beneden om de klappen op te vangen. Om de muren te beklimmen gebruikten de vijand stormladders. Dit was erg gevaarlijk. Er vielen meestal veel doden omdat de verdedigers de trappen met scherpe stoken weg duwden. Of ze bekogelden de aanvallers met kokend water, hete teer of stenen. Soms gooiden ze zelfs met eten om te laten zien dat ze in het kasteel niet aan het verhongeren waren. Veel kastelen hadden smalle wenteltrappen. Die draaiden meestal rechts om. Een verdediger die boven aan stond had alle ruimte en kon gewoon met zijn zwaard in zijn rechterhand blijven vechten. De aanvaller die van onderaf kwam moest zijn zwaard in de linkerhand nemen. Anders stootte hij steeds tegen de trap. DE OPLEIDING TOT RIDDER Jongens die ridder moesten worden werden meestal rond hun zevende jaar naar het kasteel van een andere edelman een oom of een ander belangrijke heer gestuurd. Daar werd hen manieren bijgebracht en leerden ze paardrijden. Als ze een jaar of 14 waren werden ze schildknaap aan een ridder toe gewezen. Zo leerden ze hoe ze met wapens moeten omgaan. Ze verzorgden het harnas en de paarden van de heer en trokken soms mee ten strijde,om de ridder te helpen zijn harnas aan te trekken en hem bij te staan als hij gewond raakte of zijn paard. Ook leerden ze boogschieten. Als ze deze proeven hebben doorstaan werden ze als ze 21 waren tot ridder geslagen. KLAAR VOOR DE STRIJD De eerste wapenrustingen waren nog heel eenvoudig aan te trekken. De maliënkolder werd over het hoofd aangetrokken,terwijl een platenkolder op de rug,langs de zijden werd die vast gemaakt. Een harnas was minder eenvoudig,maar de schildknaap kon zijn ridder toch in een paar minuten in het harnas hijsen,of hem er uit helpen als het nodig was. DE KASTEELHEER Sommige ridders waren huursoldaten die gewoon voor geld vochten. Anderen vooral in de 13e eeuw,op kosten van hun heer als legeraanvoerder in zijn kasteel. Weer anderen kregen van hun leenheer een eigen stuk land. Zij werden leenman en leefden van de opbrengst van het land. Een leenman woonde in een versterkt huis,dat meestal van steen was gebouwd en gedeeltelijk als boerderij dienst deed. Zijn boeren en arbeiders werkten voor hem in ruil voor onderdak. Zij moesten hun brood in zijn oven bakken en daarvoor betalen. De kasteelheer kreeg een deel van hun goederen. DE EDELVROUWE In de middeleeuwen hadden vrouwen veel minder rechten dan vrouwen nu hebben. Meisjes gingen soms op hun 14de al trouwen,de familie regelde het huwelijk en het meisje kreeg een bruidschat mee voor haar echtgenoot. Na het huwelijk gingen haar erfrechten automatisch op haar echtgenoot over,daarom waren vaak ridders opzoek naar een rijke erfgename. Maar achter gesloten deuren was een vrouw de gelijke van haar man. Ze kon een belangrijke steun en een verantwoordelijkheid voor het kasteel over nemen als het kasteel van haar man was. Soms moest ze zelfs de verdediging leiden als het kasteel werd aangevallen door vijanden.

REACTIES

A.

A.

ik vind je werkstuk erg bruikbaar bij mijn opdracht over kastelen.
wat ik wil mis bij jouw opdracht is een bronvermelding hierbij zou ik je willen vragen welke boeken je hebt gebruikt.
ik ben zelf op zoek naar boeken die ik kan gebruiken.

ik ben je bij voorbaat al erg dankbaar als je me een aantal tips kunt geven over de boeken die ik kan gebruiken (het liefst boeken met leuke plaatjes).

groetjes assia.

20 jaar geleden

J.

J.

haaay bedankt voor de informatie

doei
josephine

20 jaar geleden

J.

J.

heyyy,

bedankt voor je werkstuk, ik kan hem zeker goed gebruiken!! hahaha, maarja

ik heb nog een vraag, heb je mischien nog info over ridders en gevechten met kastelen? en wat ik vooral nodig heb zijn veel plaatjes en de omschrijving daarvan? Ik hoop dat je me kunt helpen!! alvast bedankt heh

Later, groetjes Juriën

19 jaar geleden

M.

M.

stuur werkstuk

19 jaar geleden

I.

I.

haha skirr, maat toch bedankt voor de info

11 jaar geleden

G.

G.

wat een k*t werkstuk zeg !

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.