Economie lesbrief consument en producent
Hoofdstuk 1 · marktaandeel gemeten in de afzet= afzet(coca cola)/totale afzet (cola) · marktaandeel gemeten in de omzet= omzet (coca cola)/totale omzet (cola) · consumenten hebben bepaalde behoefte en in die behoefte hebben ze een bepaalde voorkeur (preferentie) ze hebben liever coca cola dan pepsi cola. · Individuele reclame=als een bedrijf reclame maakt voor z’n eigen merk · Collectieve reclame=reclame maken voor een bepaald product bijv. van je groentespecialist moet je het hebben. · Vraagbepalende factoren: - behoefte en voorkeur van de consument - inkomen van de consument - prijzen van het merk - prijzen van de concurrenten - aantal vragers · de vraag is het verband tussen prijs en gevraagde hoeveelheid
als je dit in een grafiek zet (prijs verticaal, gevraagde hoeveelheid horizontaal) dan is de lijn een prijsvraaglijn · verschuiving van de prijsvraaglijn komt omdat de mensen meer kopen ongeacht de hoogte van de prijs · verschuiving langst de prijsvraaglijn komt omdat de mensen meer van het product kopen maar niet ongeacht aan de hoogte van de prijs · elasticiteit=%∆ van het gevolg / %∆ verandering van de oorzaak · 3 soorten elasticiteiten: - prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid: geeft aan wat er met de gevraagde hoeveelheid gebeurt als de prijs verandert - inkomenselasticiteit van de vraag: geeft aan wat er met de gevraagde hoeveelheid gebeurt als et inkomen verandert - prijselasticiteit van het aanbod: geeft aan wat er met de aangeboden hoeveelheid gebeurt als de prijs verandert · verkoop meten in: aantal, stuks, kilo’s, liters enz · consumenten kunnen op 2 manieren reageren op een prijs verhoging: - ze kopen nauwelijks meer of minder (ze reageren dus bijna niet) - ze kopen veel minder van dat product (ze reageren dus heel sterk) · als het inelastisch dan reageren de consumenten nauwelijks (het is tussen 1 en –1 in) · elastisch is het als de consument er sterk op reageert (het is grote dan 1 en –1) · bij de prijzen word rekening gehouden met het reële inkomen. · Reële inkomen=het inkomen gemeten in goederen · Als het reële inkomen stijgt wordt er de meeste producten verkocht (de inkomenselasticiteit van de vraag is positief) · Eco-keurmerk=het keurmerk dat aangeeft dat het op een milieuvriendelijke manier is gemaakt
Hoofdstuk 1 · marktaandeel gemeten in de afzet= afzet(coca cola)/totale afzet (cola) · marktaandeel gemeten in de omzet= omzet (coca cola)/totale omzet (cola) · consumenten hebben bepaalde behoefte en in die behoefte hebben ze een bepaalde voorkeur (preferentie) ze hebben liever coca cola dan pepsi cola. · Individuele reclame=als een bedrijf reclame maakt voor z’n eigen merk · Collectieve reclame=reclame maken voor een bepaald product bijv. van je groentespecialist moet je het hebben. · Vraagbepalende factoren: - behoefte en voorkeur van de consument - inkomen van de consument - prijzen van het merk - prijzen van de concurrenten - aantal vragers · de vraag is het verband tussen prijs en gevraagde hoeveelheid
als je dit in een grafiek zet (prijs verticaal, gevraagde hoeveelheid horizontaal) dan is de lijn een prijsvraaglijn · verschuiving van de prijsvraaglijn komt omdat de mensen meer kopen ongeacht de hoogte van de prijs · verschuiving langst de prijsvraaglijn komt omdat de mensen meer van het product kopen maar niet ongeacht aan de hoogte van de prijs · elasticiteit=%∆ van het gevolg / %∆ verandering van de oorzaak · 3 soorten elasticiteiten: - prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid: geeft aan wat er met de gevraagde hoeveelheid gebeurt als de prijs verandert - inkomenselasticiteit van de vraag: geeft aan wat er met de gevraagde hoeveelheid gebeurt als et inkomen verandert - prijselasticiteit van het aanbod: geeft aan wat er met de aangeboden hoeveelheid gebeurt als de prijs verandert · verkoop meten in: aantal, stuks, kilo’s, liters enz · consumenten kunnen op 2 manieren reageren op een prijs verhoging: - ze kopen nauwelijks meer of minder (ze reageren dus bijna niet) - ze kopen veel minder van dat product (ze reageren dus heel sterk) · als het inelastisch dan reageren de consumenten nauwelijks (het is tussen 1 en –1 in) · elastisch is het als de consument er sterk op reageert (het is grote dan 1 en –1) · bij de prijzen word rekening gehouden met het reële inkomen. · Reële inkomen=het inkomen gemeten in goederen · Als het reële inkomen stijgt wordt er de meeste producten verkocht (de inkomenselasticiteit van de vraag is positief) · Eco-keurmerk=het keurmerk dat aangeeft dat het op een milieuvriendelijke manier is gemaakt
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden