Migratie

Bij deze opdracht was het de bedoeling dat we onderzoek zouden doen naar de cultuurverschillen in onze eigen omgeving. Aan de hand van een onderzoekje, onderzoeken wij verschillende mensen uit verschillende culturen en verschillende generaties. De uitslag moet dan uitwijzen of je tot een groepsgerichte cultuur (hierin vind men de groep, bijv. volk, gezin of familie heel belangrijk. Het wordt hier ook niet erg op prijs gesteld als je afwijkt van de anderen. Belangrijke aspecten van een groepsgerichte cultuur zijn: op elkaar kunnen rekenen, eer, trouw, respect, zorgzaamheid en gebondenheid.) of tot een individu gerichte cultuur behoord (hierin staat het individu centraal. Je bent goed als je goed presteerd, een eigen persoonlijkheid hebt, een eigen mening hebt en opkomt voor je rechten. Belangrijke aspecten van een individu gerichte cultuur zijn: individualiteit, gelijkwaardigheid, doorzettingsvermogen, tolerantie, verscheidenheid en vrijheid.) Bij het onderzoekje hebben we gebruik gemaakt van 20 stellingen waar de ondervraagden het mee eens of oneens konden zijn. De stellingen waren de volgenden: 1. Wat ik vind van mijn vriend(in) is belangrijker dan wat anderen vinden. 2. Het is niet erg als ik de verjaardag van mijn oma mis. 3. Mannen kunnen net zo goed voor kinderen zorgen als vrouwen. 4. Als je het niet met de regels eens bent, mag je ze overtreden. 5. Ook als niemand eracher komt, mag je niet liegen. 6. Mijn ouders moeten zich niet bemoeien met wat ik met mijn leven doe. 7. Het is belangrijker om goede vrienden die problemen hebben te helpen dan een belangrijke repetitie te leren. 8. Het is belangrijk dat je een eigen mening hebt. 9. Het is niet goed je familie voor te trekken wanneer je iets te verdelen hebt. 10. Ik ga mijn kinderen anders opvoeden dan mijn ouders mij hebben opgevoed. 11. Als je het niet eens bent met je ouders, moet je dat meteen zeggen. 12. Ik vind het niet erg als mijn broer of zus homoseksueel is. 13. Als mijn familie iets ergs is aangedaan, mag ik geen geweld gebruiken om wraak te nemen. 14. Als mijn vrienden iets doen waar ik het niet mee eens ben, kan ik dat rustig zeggen. 15. Een grote fout maken is erger dan voor gek staan. 16. Het wordt door mijn vrienden geaccepteerd als ik me heel anders kleed dan zij. 17. Je kunt beter zeggen waar het op staat dan beleefd je mond te houden. 18. Het is niet erg als ik een vaste vriend(in) heb van een heel andere afkomst dan ik. 19. Jongeren zijn voor een land belangrijker dan ouderen. 20. Het is voor mij niet duidelijk wat normaal gedrag is. Voor ons onderzoek hebben we van de onderstaande mensen gebruik gemaakt. Achter de personen hebben we ook de behaalde score gezet: · Een Nederlandse vrouw van 82 jaar 6 · Een Nederlandse man van 46 jaar 17 · Een Marokkaanse vrouw van 35 jaar 5 · Een Nederlandse man van 15 jaar 16 · Een Amerikaanse vrouw van 40 jaar 16 · Een Braziliaanse man van 24 jaar 8 · Een Turkse man van 64 jaar 7 · Een Japanse vrouw van 16 jaar 5 · Een Duitse man van 42 jaar 14
Nadat we het onderzoekje bij de verschillende mensen hebben afgenomen tellen we het aantal keren dat er op een stelling eens is geantwoord op. Hoe dichter het aantal "eensjes" bij de 20 zit, hoe individueler gericht de persoon is. Aan de hand van de behaalde scores kunnen we de volgende conclusies trekken: · Mensen uit de westerse cultuur zijn veel individueler gericht. · Mensen uit de westerse cultuur die geboren zijn voor de Tweede wereld oorlog zijn meer groepsgericht dan mensen die na de Tweede wereld oorlog geboren zijn. · Over het algemeen zijn de mannen uit de westerse cultuur individueler gericht dan de vrouwen.