Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Nederlandse landschappen

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas vwo | 1201 woorden
  • 1 mei 2006
  • 43 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
43 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Nederlandse landschappen Inhoudsopgave Het zandlandschap
Het kleilandschap
Het rivierkleilandschap
Het hoogveenlandschap
Nawoord
Tijdschema Hfst. 1 het zandlandschap Dit landschap kun je eigenlijk in 2 groepen opdelen. Het stuwwallandschap en het dekzandlandschap. Het stuwwallandschap bestaat uit grof zand en grind. Die sedimenten zijn daar al gekomen tijdens het begin van het ijstijdvak (zie je op de achterkant van deze folder) door de grote rivieren. Die waren toen nog helemaal bevroren. Het ijs begon te bewegen en met een snelheid van 5 tot 10 kilometer per jaar ging het 200 meter Dikke ijs naar het zuiden. Door die snelheid en door het flinke gewicht kwamen Er dalen. Aan de zijkanten Kwamen er stuwwallen, dit zijn enorme Heuvels die door een gletsjer of Landijs vooruit geduwd zijn. Dit Landschap hoort echter wel bij het Dekzandlandschap. Doordat het ijs ging schuiven bleven er Dalen over waar fijn zand in zat dat door de Rivieren was meegenomen. Dit werd door De wind weggeblazen op de
stuwwallen. de wind blies meestal uit het noordwesten Waardoor er vooral aan de oostkant veel Dekzand ligt. Je vindt

zandlandschap vooral in het westen van het land. Het stuwwallandschap is niet geschikt voor akkerbouw omdat het regenwater er veel te diep in wegzakt. Op het dekzandlandschap kun je wel aan akkerbouw doen. Stuwwallen liggen vooral in de buurt van
Apeldoorn en Arnhem (de Veluwe dus) En het dekzand vind je onder andere in de
Buurt van Deventer, Zwolle, ‘s-Hertogenbosch, Amersfoort, Emmen en Heerenveen Hfst. 2 het zeekleilandschap Dit landschap ontstond door de zee. 2 keer per dag was het eb en vloed. Elke keer als de zee na vloed weer terugstroomde liet hij een heel dun kleilaagje achter op het wad. Dit laagje werd steeds hoger tot het bij een gewone vloed niet meer onderliep. Ongeveer 3000 jaar geleden gingen er Mensen op wonen, vee grazen en planten groeien. Zo’n stuk land werd een kwelder genoemd. Dit gebied overstroomde vaak. Elke keer als de vloed hoger was dan de kleilaag gebeurde het opnieuw. Het werd noodzakelijk dat de mensen zich gingen beschermen tegen de kracht van het water. Ze bouwden hun huizen op terpen (woonheuvels)die ook wel werden of warden genoemd werden. Ongeveer 1000 jaar geleden zijn de mensen zich nog extra gaan beschermen tegen het water. Ze bouwden zeedijken om de terpen heen. Dit noem je polders. Polders zijn gebieden die helemaal door dijken omringt zijn. Polders ontstonden doordat droogmakerijen het water eruit haalden. Deze terpen vind je vooral in de buurt van de waddeneilanden en langs de kust. De droogmakerijen (polders) komen veel voor in de buurt van noord- en zuid Holland en Flevoland is zelfs helemaal een polder Hfst. 3 rivierkleilandschap Dit landschap bestaat net als het zeekleilandschap ook uit laagjes. In de ijstijd stroomden door de bergen beekjes, deze beekjes waren sterk en stroomden snel genoeg om zich een weg te banen door de bergen en afbrokkelend gesteente mee te nemen. Dit nam het beekje mee naar het laagland (onder andere Nederland dus) waar de beekjes geleidelijk in rivieren veranderden. Het zware gesteente zonk naar de bodem waar zandbanken ontstonden. Het lichtere gesteente werd verder meegenomen. Toen de laatste ijstijd voorbij was (zie schema) gingen de wilde rivieren meanderen. Een meander is een bocht in de rivier. De rivieren werden rustiger. Normaal gesproken stroomde het water gewoon door de riviergeul maar als er veel water kwam (bijvoorbeeld door regen) kwam de rivier buiten de geul. Buiten de geul verloor het water de stroomsnelheid. Klei is lichter dan zand waardoor de klei veel lager kwam te liggen dan het zand. Elke keer dat de rivier overstroomde kwam er weer een laagje bij. Zo maakte de rivier eigenlijk haar eigen dijken. Achter die dijken liggen de kleikommen, dit gebied loopt bijna nooit meer onder en is een beetje moerasachtig. Tegenwoordig worden er geen oeverwallen meer gevormd in Nederland. Dit vind je vooral bij de Rijn en de Waal in de buurt van Arnhem en Nijmegen Hfst. 4 het hoogveenlandschap In het glaciaal was het landijs tot Nederland gekomen en nam grote zwerfstenen mee. Een deel van deze keien bleef heel, een ander deel werd onder het ijs fijn gemaald. Dit werd keileem. De naam zegt het al. Een mengsel van keien, grind, zand en leem wat ook weer bestaat uit verschillende soorten gesteenten. Dit keileem laat bijna geen water door. Als het dus regende bleef die regen op het keileem staan en na een tijdje ontstond er een waterplas. Die regenplas groeide dichtdoor zegge en riet. Deze planten stierven in de loop van de jaren af zo bleef een moerasachtig gebied over waarop onder andere veenmos ging groeien. Die plant kan 40 keer zijn eigen gewicht in water dragen. Als onderaan het veenmos afstierf kon het niet verteren omdat in water geen zuurstof zit. Daardoor kwam er vanzelf weer een laag veenmos op. de dode planten zaten vol met voedingsstoffen. Dit groeide met ongeveer 1 cm. Per jaar, je hebt hoogveen dat 1000 jaar oud is, dit komt soms wel 10 meter boven het landschap uit. Mensen die dicht bij hoogveen woonden ontdekten dat als je hoogveen droog liet worden en het afgroef je het heel goed kon gebruiken als brandstof. Turf. Toen dit eenmaal ontdekt werd, werd het vaak gebruikt door de mensen en werden er greppels aangelegd en kanalen afgesloten om het veen te laten drogen. De turf werd naar Groningen gebracht via de kanalen. De stad Groningen zorgde ervoor dat de bovenste laag veen met dekzand (zie zandlandschap) werd gemengd waardoor de grond ook gebruikt kon worden voor landbouw. Dit landschap vind je vooral in het noorden van Nederland waardoor het hoogveen wordt genoemd. Nawoord. Toen ik hoorde dat we dit verslag moesten maken dacht ik dat het me makkelijk zou lukken, 4 landschappen maar en zeeën van tijd. Dit viel tegen. Andere dingen moesten ook gedaan worden. Ik begon wel op tijd maar niet extra vroeg. Bovendien moest het fotoverslag ook nog gemaakt worden. Ik vond dit verslag wel leuk om te maken, alleen best wel moeilijk. Elk landschap moest je apart doen en je moest heel erg oppassen dat je niet alles ging overschrijven. Ik heb geprobeerd alles goed uit te leggen (voorzover ik het zelf snapte) en heb bij elk landschap behalve bij het hoogveenlandschap een tekeningetje gemaakt. Bij het hoogveenlandschap vond ik het heel moeilijk om alles te tekenen omdat er dan wel erg veel verschillende plaatjes bij gemaakt moesten worden. Die tekeningetjes waren wel makkelijk want zo wist ik ook van mijzelf of ik het snapte of niet. De sites die ik onder andere als bronnen heb gebruikt staan hieronder. Het tijdschema staat op de volgende bladzij.
Bronnen www.scholieren.com
http://intranet.grundel.nl/grassroots/aardrijkskunde/het__rivierkleilandschap.htm
www.google.nl
http://www.natuurinformatie.nl/asp/page.asp?alias=nnm.dossiers&id=i001094&view=natuurdatabase.nl
http://intranet.grundel.nl/grassroots/aardrijkskunde/het_hoogveenlandschap.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Leem Tijdschema naam Vanaf, tot… klimaat Ontstaan van… holoceen 10.000 tot
nu zeeklimaat Zeeklei,- veen,- duinlandschap
weichselien 70.000 tot
10.000 toendra Dekzand, löss
Saalien 180.000 tot
100.000 landijs Stuwwallen
keileem
Elsterien 300.000 tot
220.000 landijs keileem
Oudere ijstijden 2.500.000 tot
300.000 toendra Zand, grind van Rijn en Maas
Krijt 130.000.000 tot
65.000.000 tropisch Koralen
kalksteen
Jura/Trias 230.000.000 tot
130.000.000

Perm 320.000.000 tot
230.000.000 woestijn Zout, zandsteen
aardgas
Carboon 380.000.000 tot
320.000.000 tropisch steenkool
Ontstaan aarde 4.600.000.000

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.