Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Fidel Castro

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 6e klas vwo | 5049 woorden
  • 14 februari 2006
  • 51 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
51 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Hoofdstuk 1: De geschiedenis van Cuba

Cuba is in 1492 ontdekt door Columbus, maar pas in 1511 veroverd door Diego Velásquez. Cuba werd een Spaanse kolonie in 1514. Vanaf het jaar 1500 werkten er veel slaven op de tabak en suikerriet plantages. De eerste onafhankelijkheidsoorlog tegen Spanje (1868–1878) brak uit in het oosten van het land, daar waren de plantages niet ontwikkeld en daar was slavernij van groot belang. In deze oorlog speelden ook kleurlingen en vrijgemaakte slaven een grote rol. Spanje wist uiteindelijk de opstand in bedwang te houden.

Figuur 1 Een kaart van Cuba

In 1886 werd de slavernij door de Spanjaarden afgeschaft. Cuba bleef wel een Spaanse kolonie, maar de slaven werden vervangen door loonarbeiders. Suiker en tabak werden de belangrijkste exportproducten, dit is tot op de dag van vandaag nog steeds het geval.

Het verzet tegen Spanje bleef. Onder leiding van de Cubaan José Martí (1853–1895) werd uiteindelijk een definitieve oorlog gevoerd (1895–1898). Spanje werd verslagen, maar de Cubaanse opstandelingen moesten de werkelijke overwinning aan de Verenigde Staten gunnen. In 1902 wordt Cuba een onafhankelijke republiek, maar Amerika had er nog wel het gezag.

Figuur 2Het wapen van Cuba Figuur 3 De vlag van Cuba

Van 1906 tot en met 1908 werd het eiland voor het eerst bezet door Amerika, dit als gevolg van onrust op het eiland. Deze onrust was veroorzaakt door het aftreden van de eerste president. In 1912 greep Amerika gewapend in. Van 1917 tot en met 1922 was de tweede Amerikaanse bezetting. Ondertussen wisselden de presidenten elkaar af. In 1920-1921stortten de suikerprijzen in, dit zorgde voor een economische crisis. Van 1926 tot 1933 was Gerardo Machado president. Hij pleegde nog al veel corruptie. Na overleg met de Amerikanen werd Céspedes president, hij werd na een maand verdreven door een opstand van het leger, geleid door de populaire sergeant Fulgencio Batista y Zaldivar. Deze benoemde Grau San Martín tot president. Batista wierp het regime van Grau San Martín een half jaar later omver. In het begin was Batista erg populair, hij introduceerde een van de meest progressieve grondwetten van Latijns-Amerika. Hij legaliseerde de vakbonden en de Communistische partij. Ook introduceerde hij de eerste sociale voorzieningen. Alles wat hij voorde Communisten had gedaan, zorgde er in 1940 voor dat hij de presidentsverkiezingen kon winnen. Dit kon hij in 1944 niet herhalen en verloor de verkiezingen van Ramón Grau, die werd weer opgevolgd door Carlos Prío. Batista trok zich terug in de Verenigde Staten. Onder Prío werd een antilinks beleid gevoerd. Leden van vakbonden en de Communistische partij hadden het zwaar te verduren. De corruptie in de politiek vierde hoogtij. Op het platteland was het allemaal armoede en ellende, terwijl in Havana ( de hoofdstad ), de welvaart schitterde.
Het Cubaanse volk vestigde hun hoop op Eduardo Chibás, hij was de leider van de Orthodoxe partij. Voor de verkiezingen van 1952 was hij een kansrijke kandidaat. Chibás leidde aan hevige depressies en schokte op 5 augustus 1951 het land, door zichzelf in een live radioprogramma door het hoofd te schieten. Zijn laatste woorden waren ‘Volk van Cuba, sta op en ga voorwaarts! Volk van Cuba, open uw ogen! ‘ De Cubanen keken vol afschuw naar de terugkeer van Batista op 10 maart 1952. Hij voerde de hardste dictatuur die het land ooit had gezien. Hij stelde de grondwet buiten werking, ontbond het parlement en onderdrukte meedogenloos de oppositie.
De jonge advocaat Fidel Castro en 125 mede militanten vielen op 26 juli 1953 de barakken van de Moncada-kazerne aan. De meeste aanvallers overleefden het niet. Fidel Castro bleef wel levend. Tijdens zijn proces hield hij zijn eerste grote toespraak. Het ging over de wedergeboorte van het eiland. Deze toespraak werd de basis voor de politieke standpunten voor een nieuwe beweging, de beweging van de 26e, genoemd naar de datum waarop de aanval op Moncada plaats vond.

Figuur 4 Fidel Castro
Ondanks een celstraf van 15 jaar, moest Batista in mei 1955 de straf kwijtschelden, onder druk van het volk.Fidel vertrok naar Mexico-Stad, omdat het voor hem verboden werd in het openbaar te spreken op Cuba. Hij verzamelde daar een groep revolutionairen, waaronder zijn broer Raúl en een jonge Argentijnse dokter genaamd Ernesto ‘che’Guevara.

Figuur 5 Che Guevara
In December 1956 ging Castro en 81 revolutionairen in een voor 6 personen, lek motorbootje van Mexico naar Cuba. Onderweg verloren ze hun hele uitrusting en slechts 13 man bereikten het woud rond de Turquino-piek in het Sierra Maesta-gebergte. De rebellen wisten in 6 maanden veel boeren in de omgeving voor zich te winnen. En binnen het jaar controleerde Fidel Castro en zijn mannen de Sierra Maesta.
Batista’s leger van 50000 man kon de rebellen niet op hun eigen terrein verslaan. De onrust die de beweging van de 26e juli en andere groepen creëerden in de steden was de reden voor Batista om in midden 1958 een grote aanval te lanceren op de rebellen. Castro reageerde met een aanval in augustus. Hij zond legereenheden naar Havana. De groep onderleiding van Che Guevara pleegde een overval op een leger terrein van Batista in Santa Clara in december 1958. Nu zou de dictator vallen.


Het leger keerde zich tegen Batista. Hij vluchtte op 1 januari 1959 naar de Dominicaanse Republiek. Er kwam een staking, die de enorme steun voor de rebellen liet zien. Toen het leger zich had overgegeven, trok Fidel Castro van Santiago naar Havana. Langs de weg stonden honderdduizenden Cubanen. Op 8 januari kwam hij er aan, maar de dag waarop de revolutie herdacht wordt is 1 januari, de Dag van de Bevrijding.
De rebellen werden onmiddellijk volkshelden en door Havana hingen spandoeken met de tekst : ‘Alle macht aan de mannen met de baarden’. Dit sloeg op de haargroei die veel van de rebellen hadden toen ze uit de bergen tevoorschijn kwamen. Veel mensen uit de regering van Batista werden veroordeeld tot het vuurpeloton. De rebellen hadden eigenlijk nog helemaal geen ervaring met het besturen van een land. Veel mensen dachten er over na wat de toekomst zou brengen want Fidel Castro had veel beloofd.
Veel mensen dachten dat het een tijdelijk iets was. Dat er een aantal dingen zouden veranderen, dan nieuwe verkiezingen kwamen en dat ze dan werden weggestemd Maar al gauw bleek dat Cuba grote veranderingen zou ondergaan.

Fidel Castro en zijn mannen kozen een nieuwe president, Manuel Urrutia. De rebellen namen hun intrek in het Habana Libre Hotel ( het voormalige Hilton ). Al snel brak er een conflict uit en Manuel Urrutia werd opgevolgd door Osvaldo Dórticos. De nieuwe regering nam in het eerste jaar al 1500 nieuwe wetten aan.
De democratische verkiezingen die Fidel Castro had beloofd kwam er niet en Amerika had zijn twijfels over het regime op het eiland. Vooral over de Landhervorming, dat hield in dat elk boerenbedrijf dat groter was dan 400 hectare van de staat was. Ook onteigende de staat in 1960 alle Amerikaanse eigendommen. Aan het eind van dat jaar was bijna alles eigendom van de staat. Amerika verminderde als vergelding de hoeveelheid suiker die ze van Cuba kocht. In oktober 1960 werd de aankoop geheel stopgezet en men mocht niets meer exporteren naar Cuba, behalve voedsel en medicijnen. In januari verbrak president Eisenhower de diplomatieke betrekkingen en even daarna gaf John Kennedy toestemming om een invasie te organiseren. De invasie zou geleid worden door Cubaanse Bannelingen in de VS. De bannelingen waren sinds maart 1960 aan het trainen onder leiding van de CIA. Maar de invasie in de Varkensbaai was al vanaf het begin gedoemd te mislukken.
Toen de invasie begon stond er een enorm volksleger klaar om het land te verdedigen. Amerikaanse bommenwerpers waren er niet in geslaagd om de Cubaanse luchtmacht uit te schakelen. Nu konden Castro’s piloten ongehinderd de schepen voor de kust bombarderen en een enorm volksleger wachtte de vijand op aan wal. De slag was binnen 48 uur afgelopen en meer dan 1200 van de 1500 bannelingen waren gevangen genomen. Ze werden later terug gegeven aan Amerika voor reserveonderdelen ter waarde van 53 miljoen dollar. Kennedy was vernederd.
Na de invasie werden communisten van de oude communistische partij opgenomen in de regerende coalitie. Hij deed dit om Moskou te overtuigen dat hij ook een communist was. Want nadat Amerika Cuba in een isolement had gezet, had Cuba een partner nodig om te overleven. De Russen besloten in februari 1960 olie te ruilen tegen suiker.

Toen Fidel Castro in 1960 om militaire hulp vroeg, greep Moskou zijn kans om raketten met atoomkoppen op Cuba te plaatsen en daarmee Amerika direct te bedreigen. Toen er al meer dan 40 atoomraketten in Cuba waren aangekomen kreeg Kennedy er lucht van. Op 22 oktober 1962 zei Kennedy dat elke Amerikaanse vloot elk Russisch schip dat op weg was naar Cuba en wapens aanboord had zou aanhouden. Hij zei dat alle raketten van Cuba af moesten, maar Chroesjtsjov weigerde. Er ging een Russische vloot richting Cuba, de Amerikanen maakten hun raketten klaar voor lancering. Uit eindelijk gaf Rusland toe, hij zou alle Russische wapens van Cuba halen als Amerika beloofde Cuba niet aan te vallen. Kennedy ging akkoord.
In het begin van de revolutie werd er veel geld gestoken in de gezondheidszorg, het onderwijs en de huisvesting. Een beroemde overheidscampagne uit deze tijd was de campagne tegen de ongeletterdheid. Ongeveer 250000 vrijwilligers gingen naar het platteland om het analfabetisme uit te bannen. Che Guevara werd president van de nationale bank en minister van Industrie. Hij verzon een plan om de economie en de samenleving opnieuw in te richten. In 1968 was elke Cubaanse particuliere onderneming genationaliseerd. De marktwetten van vraag en aanbod werden overboord gezet en winst maken ook. Maar werkloosheid werd iets van het verleden. Veel mensen ging ook meer werken voor het zelfde loon of vrijwilligerswerk doen. Alleen maar voor een lofbetuiging in de regionale krant. Er kwamen zogenaamde ‘microbrigades’ die vrijwillig huizen bouwden door het hele land.


Toch ging het niet goed met de economie. Veel hoogopgeleide Cubanen verlieten Cuba en samen met het Amerikaanse embargo zorgde dat voor lege fabrieken. In een laatste poging om de economie te redden, probeerde de overheid in 1970 honderdduizenden Cubanen te mobiliseren om een tien miljoen ton grote record oogst aan suiker binnen te halen. De poging mislukte en zorgde ook voor een nog zwakkere economie.

Tegen het einde van het decennium werd de economie weer wat beter. Toch kreeg Fidel Castro in 1980 te maken met de grootste uiting van onvrede over de revolutie tot dan toe. Veel mensen wilden het eiland verlaten en toen Amerika zei de politieke vluchtelingen met open armen te ontvangen, opende Fidel Castro de haven van Mariel bij Havana en stond een uittocht toe. Er wilden zoveel mensen weg, dat het bijna vernederend was voor de revolutie, maar Fidel Castro maakte er handig gebruik van door duizenden criminelen, psychiatrische patiënten, homoseksuelen en andere ‘ ongewensten ‘ mee te sturen. Uiteindelijk zette de Amerikaanse president Carter de toevlucht stop en in vijf maanden hadden 125000 Cubanen hun land verlaten. De vluchtelingen waren in Amerika niet erg populair en werden meestal aangewezen als schuldigen voor de hoge misdaadcijfers.

Fidel Castro die waarschijnlijk nog een beetje geschokt was over de ontevredenheid in zijn land bedacht wat nieuws, boerenmarkten waar boeren producten konden verkopen voor hun eigen belang. De Cubanen hadden in tijden niet zo veel gegeten en waren er tevreden mee. Maar veel Cubanen gaven hun baan in de staatssector op en stortten zich op de particuliere sector. In 1986 begon hij aan de Rectificatión. Dit betekende het herstel van fouten. De overheid nam de touwtjes weer in handen. Dit was geen geslaagde actie, maar zo lang de Sovjet-Unie bereid was de Cubaanse economie te steunen konden ze de ergste stormen doorstaan.
Sinds het midden van de jaren tachtig moedigde president Gorbatsjov in de Sovjet-Unie hervorming aan. Terwijl de Oostbloklanden vlug volgden, zei Fidel Castro dat Cuba nog eerder zou zinken dan het Communisme opgeven.De spanningen namen toe toen Arnaldo Ochoa in juli 1989 werd geëxecuteerd, terwijl hij een oorlogsheld was uit de oorlog in Angola. Hij was veroordeeld voor corruptie en drugshandel, maar waarschijnlijk heeft Fidel Castro de generaal laten executeren wegens interesse in de perestrojka. Dit was waarschijnlijk het grootste schandaal in de revolutie.

De macht van de Sovjetunie nam af in Europa en toen de Berlijnse Muur was gevallen dachten de Russen na over de logica van het voortzetten van de subsidies aan Cuba. Toen in 1991 Boris Jeltsin aan de macht kwam stopten de subsidies, want hij vond de relatie met Washington veel belangrijker dan de relatie met Cuba.
Het ging steeds slechter met de economie van Cuba. Dit omdat de Sovjetunie goed was voor 85 procent van de handel. Ook de olie toevoer uit Oost-Europa stopte, terwijl zij negentig procent van de olie toevoerden. Veel mensen moesten stoppen met werken, omdat de fabrieken niet meer konden draaien. Ook reden er steeds minder auto’s. China leverde duizenden fietsen, zodat de mensen zich nog wel konden verplaatsen. Er moest heel wat veranderen om de economie weer te laten stijgen.
Na twee jaar werden er liberaliseringsmaatregelen doorgevoerd. Nu mocht bijvoorbeeld iedereen op het eiland vreemde munten bij zich hebben. Deze regel werd de ‘dollarisering’van Cuba genoemd. Kort hierna werd het ook legaal om kleine bedrijfjes op te bouwen.
In de zomer van 1993 liep de onrust weer hoog op. Castro liet honderden verdachte onruststokers achter de tralies zetten. Op 5 augustus 1994 braken er rellen uit toen politie agenten een kaping van een veerboot door Cubanen die wilden vluchten wilden voorkomen.
Fidel Castro was boos op de Amerikanen, omdat zij meteen asiel verleenden aan de vluchtelingen. Maar toch trok Fidel Castro de kustwacht terug. Nu konden de Cubanen vluchten. Deze vluchtelingen voeren de zee op in kleine zelfgemaakte bootjes in de hoop opgepikt te worden door de Amerikaanse kustwacht. In een maand tijd waren er al meer dan 30000 gered. President Clinton vond het te gek worden en besloot vluchtelingen terug te sturen naar Cuba. Ze werden vervoerd naar de Amerikaanse vlootbasis aan de baai van Guantánamo (Guantánamo bay). De meeste mensen werden van daar uit toch nog toegelaten tot de VS.
Er werd in 1995 een verdrag getekend met Amerika, dat er een geregelde uittocht zou komen en de VS per jaar minstens 20000 vluchtelingen zou toelaten. Ook zouden de illegale vluchtelingen weer terug gestuurd worden. Terwijl Cuba die vluchtelingen dan niet zou vervolgen.


Biografie Fidel Castro

De volledige naam van Fidel Castro is Fidel Alejandro Castro Ruz. Hij is geboren in Biran (in de Cubaanse provincie Holguin), op 23 augustus 1926. De ouders van Fidel Castro waren Lina Ruz González en Ángel Castro y Argiz. Hij heeft twee broers: Ramón (geboren in 1924) and Raúl(geboren in 1931). Bij zijn eerste vrouw Mirta Díaz-Balart heeft hij een zoon: Fidel "Fidelito" Castro-Díaz-Balart . Mirta verliet Cuba in 1954 en nam haar zoon mee Fidelito.
Nog het zelfde jaar scheidde Mirta van Fidel Castro. Fidelito was terug gekeerd naar Cuba. Mirta woont nu in Spanje. Bij de tweede vrouw van Fidel, Dalia Soto, heeft hij vier zonen genaamd: Alex, Alexis, Antonio, and Alejandro. Toen Fidel nog steeds getrouwd was met Mirta, had hij ondertussen ook een affaire met Naty Revuelta, het resultaat was hun dochter Alina Fernandez-Revuelta. Alina ontsnapte van Cuba in 1993 vermomt als een Spaanse toerist, nu woont ze in de Verenigde Staten.
Hij kreeg zijn opleiding aan Jezuïtische scholen, waaronder het Colegio Belen in Havana. In 1945 ging hij rechten studeren aan de universiteit van Havana, waar hij in 1950 afstudeerde. Tussen 1950 en 1952 werkte hij op een klein advocatenkantoor. Het was zijn bedoeling om voor de Orthodoxiepartij mee te doen aan de parlementsverkiezingen van 1952, maar die werden afgelast na de geslaagde staatsgreep van generaal Fulgencio Batista tegen de regering van Carlos Prio Socarras. Castro daagde Batista voor de rechter vanwege schending van de grondwet, maar dat liep op niets uit.
Daarop organiseerde Castro een gewapende aanval op de Moncada-barakken in de provincie Oriente, op 26 juli 1953. Meer dan tachtig van zijn mannen kwamen om het leven en hijzelf werd gevangengenomen en door het gerecht tot vijftien jaar cel veroordeeld. (Onderdeel van zijn slotzin was: "La historia me absolverá" ("De geschiedenis zal mij vrijspreken"), een gepassioneerde toespraak waarin hij zijn daden verdedigde en zijn politieke standpunten uitlegde.) Als gevolg van een generaal pardon kwam hij in mei 1955 vrij, waarna hij in ballingschap ging in Mexico en de Verenigde Staten.
Samen met een aantal andere ballingen vormde hij de Revolutionaire Beweging van de 26ste juli en keerde hij terug naar Cuba. Bij de eerste aanval, op 2 december 1956 in Oriente, overleefden slechts twaalf van de tachtig, onder wie zijn broer Raul Castro, Che Guevara en Camilo Cienfuegos. Ze trokken zich terug in de bergen van de Sierra Maestra, van waaruit ze een guerrilla-oorlog begonnen tegen het bewind. De beweging kreeg steun onder de bevolking en breidde zich uit tot zo'n 800 man. Hoewel ze zwaar in de minderheid waren behaalde zij een aantal indrukwekkende overwinningen, gedeeltelijk omdat soldaten van Batista zich vaak massaal overgaven. Op 1 januari 1959 ontvluchtte Batista Cuba en nam de beweging Havana in. Castro werd op 16 februari 1959 premier van Cuba en op 3 december 1976 president.
De Verenigde Staten erkenden hun nieuwe regime snel, maar vrij snel daarna ontstonden er conflicten tussen Amerika en Castro, onder meer omdat het regime Cubaanse bezittingen van Amerikaanse bedrijven overnam en olie kocht van Rusland. Daarop volgde op 17 april 1961 de mislukte landing van door de CIA gesponsorde Cubaanse krijgsgevangen bij de Varkensbaai. De Cuba Crisis van oktober 1962 liep goed af, maar in de jaren daarna ondersteunde de CIA niettemin meerdere plannen om Castro om het leven te helpen. Paus Johannes XXIII verbande Castro op 3 januari 1962 uit de gemeenschap van de rooms-katholieke kerk, in de ijdele hoop de katholieke Cubanen tegen hem op te zetten. Castro zelf had het katholicisme al eerder afgewezen.
Castro verstevigde zijn greep op Cuba onder meer door bedrijven te nationaliseren, bezittingen van buitenlanders te bezetten en wetten uit te vaardigen die de arbeiders steunden. Vele Cubanen ontvluchtten hun land, onder meer naar Miami.
Ondanks een sterke Amerikaanse anti-Castrolobby en het door de Verenigde Staten ingestelde embargo zit Castro nog steeds stevig in het zadel, zelfs nu hij niet meer echt kan rekenen op steun van Rusland. Zijn aanhangers zeggen dat dit komt door zijn populariteit onder de gewone bevolking. Niet te ontkennen valt dat vooral voor kinderen de levensomstandigheden op Cuba aanmerkelijk beter zijn dan in de omringende landen.
Organisaties zoals Amnestie International wijzen op de schendingen van mensenrechten door het Castro regime. Veel tegenstanders van het regime zitten zonder proces in de gevangenis; er is censuur; persvrijheid bestaat niet en de verkiezingen stellen niks voor. Ook kan men niet met anderen hierover praten zonder risico te lopen te worden opgepakt.


Cuba crisis

De Cuba crisis was één van de grootste confrontaties die de Verenigde Staten en de voormalige USSR ooit meegemaakt hebben. De crisis begon in 1962, wanneer een Amerikaans spionagevliegtuig ontdekte dat de Russen in Cuba raketten installeerden die nucleaire wapens konden bevatten. De raketten waren afgesteld zodat ze elke grote Amerikaanse stad konden raken. Deze ontdekking leidde tot een conflict van enkele dagen waarin Amerika een zeeblokkade voor de kust van Cuba optrok en eiste dat de reeds geïnstalleerde raketten onmiddellijk door de USSR verwijderd zouden worden.
In 1959 overwonnen Fidel Castroos revolutionaire rebellen de toenmalige regeringstroepen van Batista. Zo kreeg Cuba een nieuw bewind. Deze nieuwe regering waarvan Fidel Castro de leider was duldde niet langer de uitbuiting van hun land door de VS. Aanvankelijk wilde Castro Amerika nog als belangrijkste handelspartner, maar Ernesto Che Guevara wist Fidel te overtuigen dit niet te doen. Che keurde de uitbuitende politiek van de VS in Zuid-Amerika en het onrecht dat het kapitalisme meebracht ten strengste af. Dus Cuba werd een nieuwe socialistische staat.
Dat de pro-Amerikaanse marionetten op Cuba waren gevallen en de nieuwe regering niet langer luisterde, was een schande voor de VS. Dus besloot men vanuit de VS die ‘communisten’ een lesje te leren. John F. Kennedy (toenmalig president van VS) plande een invasie bij de Varkensbaai, maar de aanval van de VS mislukte schromelijk en de haat tegen Cuba werd versterkt.
Na een scheiding met de Amerikanen zochten de Cubanen hulp bij andere communistische staten zoals China en Rusland. Deze landen verstonden de hachelijke positie van de Cubanen en werden nieuwe zakenpartners. Echter na de invasie bij de Varkensbaai op Cuba kreeg Fidel een aanbod van de Russen. Deze wilden Cuba mee beschermen door ‘verdedigingswapens’ te plaatsen.
Deze ‘verdedigingwapens’ die de Russen bereid waren te leveren waren lange afstandsraketten die met nucleaire kernkop konden worden geladen. De Plaatsing van deze raketten zou het mogelijk maken de grootste steden van de VS plat te leggen, de Russen deden er dus enorm veel voordeel mee, want nu hadden zij ook (de VS had al langer de mogelijkheid Rusland direct te raken dmv Engelse, Italiaanse en Turkse raketbases) de mogelijkheid de Amerikanen in hun hart te treffen. Nikita Chroestsjov (voorzitter van de communistische partij in Rusland, tegenhanger Kennedy) liet de lanceerplatformen in het geheim bouwen.
Echter op 14 oktober 1962 ontdekte een Amerikaans spionagevliegtuig de eerste raketten. De foto’s die het vliegtuig nam werden enkele dagen later aan president Kennedy getoond. Kennedy vergeleek de raketten op Cuba, in een tv-interview, met de opkomst van het fascisme in Europa; volgens hem moest dit gevaar meteen tenietgedaan worden of er zou oorlog van komen. Elke raket die op Cuba zou worden gelanceerd, zou men beschouwen als een aanval op de VS en onmiddellijk vergelden door de USSR op zijn beurt aan te vallen.
(Dit kan men gemakkelijk verwoorden als: of je ruimt de raketten in Cuba op of er komt oorlog van.) Verder nam Kennedy een zeer wijze beslissing, hij legde een zeeblokkade aan i.p.v. Cuba aan te vallen. Deze beslissing nam Kennedy onder grote druk van zijn militaire staf, want deze machomilitairen waren de vernedering die ze hadden opgelopen tijdens de mislukte invasie niet vergeten en waren uit op wraak. De crisis was dus begonnen en de dreiging van een nucleaire oorlog was plots een zeer realistische mogelijkheid.
De reactie van de Russen duurde niet lang en ook aan deze kant waren er enkel een hoop verwijten naar de vijand. De Russische regering bleef erbij dat de wapens die op Cuba stonden ‘verdedigingswapens’ waren. Ze waren niet bedoeld om aan te vallen maar om Cuba te beschermen tegen een mogelijke 2e invasie van de Amerikanen.

De Russen bleven erbij dat hun raketten meer dan gerechtvaardigd waren, want de Amerikanen hadden ook zulke raketten staan in Groot-Brittannië, Italië en in Turkije. Ze besloten hun reactie met een dreiging naar de VS gericht: ‘Laat iedereen weten dat wij paraat zijn de agressieve bedoelingen van de VS te weerstaan’.
Om het nog even kort samen te vatten, een korte samenvatting. De VS (kapitalisten) dreigden er mee Cuba aan te vallen als deze zich niet ontdoen van de Russische raketten en als er ook maar één raket vanaf Cuba wordt gelanceerd zullen ze ook de USSR aanvallen.
De Russen (communisten) dreigden ermee een oorlog te beginnen indien Cuba werd aangevallen.
Beide blokken beschikten over nucleaire wapens en hadden hun troepen in staat van paraatheid gebracht. Ze zaten allebei met de vinger aan de knop.
Op 26 oktober 1962 wordt er een realistische poging gedaan van Russische kant om een nucleaire oorlog te vermijden. Chroestsjov stuurt een brief aan Kennedy (handboek p.56 2c): ‘Ik stel daarom voor: wij zijn bereid die wapens van Cuba weg te halen. U zult dan verklaren dat de VS soortgelijke wapens zullen weghalen uit Turkije.
In een brief (handboek p.57 3b)aan Chroestsjov antwoordde Kennedy op 27 oktober dat hij ermee instemde onder toezicht van de VN de zeeblokkade op te heffen en te garanderen dat er geen 2de invasie op Cuba zal worden ondernomen.
Wat niet in de brief stond omdat de Amerikanen dit niet publiek wilden maken, dat ze na de ontmanteling van de raketten op Cuba bereid waren hun installaties in Groot-Brittannië, Italië en Turkije ook op te ruimen onder toezicht van de VN.
Maar eerst moesten de Russen hun raketten weghalen, omdat het ging over NAVO-bases.
In een 2e brief aan Kennedy gaf Chroestsjov toe. Hij zou de raketten en de lanceerplatformen laten terugbrengen naar de USSR, want nu Amerika beloofd had niet langer Cuba aan te vallen waren de ‘verdedigingswapens’ niet meer nodig. Verder lieten de Russen weten dat ze geïnteresseerd waren in verdere gesprekken om een nucleaire en thermonucleaire wapens te bannen uit de wereld.
Ook deze keer antwoordde Kennedy met een brief aan Chroestsjov. Het antwoord was positief, ook de Amerikanen hadden zin om deze nucleaire dreigingen te beperken.

De Russen ontmantelden hun installaties op Cuba en drie maanden daarna braken ook de Amerikanen hun bases af in Italië en Turkije.
Beide machtsblokken hadden laten zien dat ze een kernoorlog probeerden te vermijden. Dit leidde tot een groter gevoel van veiligheid en dus ook ontspanning. De dooi van deze koude oorlog was onverwacht begonnen.
Dankzij de briefwisseling tussen Kennedy en Chroestsjov werden heel wat verdragen rond het gebruik en het testen van nucleaire wapens ondertekend.

Standpunt VS, Kennedy:

De Amerikanen kwamen door deze raketten in direct gevaar, zonder de raketten op Cuba zou vooral Europa worden getroffen tijdens een kernoorlog. Zij wilden raketten op Cuba kost wat kost weg. Via de dialoog of geweld. Hierbij hebben we veel te danken aan Kennedy, moest hij niet zo koppig geweest zijn zouden de machomilitairen in het Witte Huis mogelijk zijn geweest hun wil door te duwen. Wat dan hoogstwaarschijnlijk had geëindigd in een kernoorlog. Kennedy wist de Russen het onmogelijk te maken verder raketten te plaatsen op Cuba en tegelijk ruimte te laten voor de dialoog.
Kennedy werd na de crisis doodgeschoten in Dallas, de moord blijft een publiek mysterie tot op heden.

Standpunt USSR, Chroestsjov:

De Russen verborgen zich achter het feit dat Cuba nood had aan verdedigingswapens. Zonder verdediging zou de VS elk ogenblik kunnen binnenvallen en indien de Cubanen geen zekerheid kregen konden ze hun nieuw socialistisch leven niet opbouwen, klonk het van Russische zijde. Echter de Communisten zouden dankzij deze raketten het machtsevenwicht naar hun kant kunnen laten overslagen. Gelukkig zag Chroestsjov het gevaar in en vooral dankzij Russische inspanningen kon een kernoorlog vermeden worden.
Chroestsjov werd na de crisis ontslagen als voorzitter van de communistische partij in Rusland.


Tot op de dag van vandaag blijft er een economische boycot tegen Cuba. Waarom? Het kiezercijfer voor Amerikaanse presidenten is belangrijker dan het leven van 11 miljoen mensen.
Uit de briefwisseling tussen Kennedy en Chroestsjov kwam een verdrag voort waardoor het nucleaire wapenarsenaal van beide blokken gedeeltelijk werd opgeruimd, het maken van nieuwe atoomwapens verboden maakte en gebruik hiervan ontoegankelijk maakte.
Dit verdrag, dat de wereld een stuk veiliger maakte, werd te niet gedaan door de inspanningen van president George W Bush jr.


Hoofdstuk 4: De strategieën van Fidel Castro in de Cuba Crisis.

Cuba is een klein land en heeft altijd al veel hulp van andere landen nodig gehad. Aangezien ze het niet zo goed met Amerika konden vinden en ze toch hulp nodig hadden kozen ze in de koude oorlog de kant van het Communisme en voornamelijk de kant van de Sovjet-Unie.

In jullie 1960 zei Premier Chroesjtsjov , dat de Sovjet-Unie Cuba zou beschermen voor een Amerikaanse aanval. Het was toen nog een bluf. Maar toen Castro in 1662 militaire hulp vroeg hielpen de Russen wel.


Figuur 6 Premier Chroesjtsjov

Aangezien de Amerikanen niets meer kochten van Cuba, had Cuba een afnemer van suikerriet nodig. Rusland wou wel veel suikerriet kopen als er dan een rakettenbasis op Cuba kwam. Er kwam een rakettenbasis op Cuba. De Amerikanen schrokken hier nog al van, omdat de dreiging van een raketaanval nu wel heel dicht bij kwam. Van uit Rusland konden ze de VS niet bereiken, maar van uit Cuba was het een heel ander verhaal.


Figuur 7 Spionage foto’s van de rakettenbasis op Cuba.


Er waren nog maar 40 atoomraketten op de basis, maar van uit Rusland vertrok een schip met nog meer raketten richting Cuba. Ondanks dat Kennedy gezegd had op elke vloot die richting Cuba voer te schieten ging het door. Het bleef spannend tot op het laatste moment, het Russische schip keerde zich net voor de grens om.

De spanning was er af, maar de VS was er wel even op gewezen dat de oorlog zich niet alleen ver van huis af speelde.

Het was een heel handige strategie van Fidel Castro om samen te werken met de Russen, omdat die er ook heel veel belang bij hadden. Cuba zou nu wel met rust gelaten worden. Ook ging het weer wat beter met de economie, omdat Rusland veel suikerriet importeerde.

H5 Waarom is Fidel Castro nog steeds aan de macht?

In 1959 was Fidel Castro met veel ondersteuning van het volk aan de macht gekomen. Hij werd premier. Zijn regime koos Manuel Urrutia als nieuwe president. Ze namen in het eerste jaar al 1500 wetten aan. Aan het eind van het jaar was bijna alles eigendom van de staat.

Op 3 december 1976 werd Fidel Castro president. Als president is hij een echte dictator. Iedereen die het niet eens is met zijn manier van regeren, word zonder proces opgesloten. Hier zijn veel mensen en organisaties het niet mee eens.

Hij zorgt er wel voor dat er weinig mensen zijn die iets over zijn regering durven te zeggen. Er zijn wel mensen die zich tegen zijn regime hebben verzet, maar die zijn hardhandig uit de weg geruimd.


Figuur 8 Vluchtelingen die Cuba verlaten.

In 1980 kreeg Fidel Castro te maken met de grootste uiting van onvrede over de revolutie tot dan toe. Veel mensen wilden het eiland verlaten en toen Amerika zei de politieke vluchtelingen met open armen te ontvangen, opende Fidel Castro de haven van Mariel bij Havana en stond een uittocht toe. Er wilden zoveel mensen weg, dat het bijna vernederend was voor de revolutie, maar Fidel Castro maakte er handig gebruik van door duizenden criminelen, psychiatrische patiënten, homoseksuelen en andere ‘ ongewensten ‘ mee te sturen. Uiteindelijk zette de Amerikaanse president Carter de toevlucht stop en in vijf maanden hadden 125000 Cubanen hun land verlaten. De vluchtelingen waren in Amerika niet erg populair en werden meestal aangewezen als schuldigen voor de hoge misdaadcijfers.

In de zomer van 1993 liep de onrust hoog op. Castro liet honderden verdachte onruststokers achter de tralies zetten. Op 5 augustus 1994 braken er rellen uit toen politie agenten een kaping van een veerboot door Cubanen die wilden vluchten wilden voorkomen.

Er wilden veel mensen weg uit Cuba, daar maakte Fidel Castro dankbaar gebruik van.
Door de onderdrukking van het volk, het op pakken van mensen die zich verzetten en door dat de staat bijna alles in handen heeft, is Fidel Castro nog steeds aan de macht.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.