Hoofdstuk 9 en 10

Beoordeling 9.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 1024 woorden
  • 24 december 2004
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 9.7
6 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 9 de overheid § 9.1 De sector ‘overheid’ Collectieve sector; de overheidssector en de instellingen die de sociale verzekeringen verzorgen. De collectieve sector bestaat uit→ 1.De overheid (Rijksoverheid en de lagere overheden, zoals provincies en gemeenten), komt aan geld door belasting, maar ook via boetes, casino, Staatsloterij. 2.De sociale verzekeringsfondsen, bestaat uit volksverzekeringen en werknemersverzekeringen, komt aan geld door heffing van premies op alle werkende mensen Wij kunnen invloed uitoefen op overheid door de democratie (wij kiezen de volksvertegenwoordigers, gemeenten, provincies). Individuele burgers houden zich bezig met eigen belang. En de overheid houdt zich vooral bezig met algemeen belang. (BV toen met varkenspest, trad de overheid op als een soort ‘scheidsrechter’). § 9.2 Is de overheid overal aanwezig? Door de vele bezuinigen is de overheid niet meer de welvaartstaat (een staat die berust op solidariteit onder de burgers→ de sterken helpen de zwakkeren. Iedereen heeft een gegarandeerd inkomen) die zij vroeger was. BV we moeten steeds meer zelf via particuliere regelingen zorgen voor verzieningen zoals ziekte, oude dag etc. Verschil tussen overheidsproductie en particuliere productie → Particulieren bedrijven moeten winst maken om te overleven. Ze moeten de winst voor een groot deel afgeven aan de overheid. De overheid streeft het algemene belang na en dient zo het belang voor alle mensen in ons land. Verlies wordt aangevuld vd belasting vd winst van de particuliere bedrijven. Overheid en bedrijfsleven zijn dus van elkaar afhankelijk.→ De overheid is een belangrijke afnemer van producten uit bedrijven. Het bedrijfsleven profiteert van goede infrastructuur, die de overheid verzorgt. Hoe beter infrastructuur, hoe beter de productie zal verlopen. Dit betekent voldoende winst, dus ook meer belastinginkomsten voor overheid. Infrastructuur; alle voorzieningen op het gebied van wegen, kanalen, vliegvelden en communicatieverbindingen.
§ 9.3 + § 9.4 Terugtreden van de overheid Met de wet in de hand wordt moeilijk voor de overheid om de vele en steeds moeilijker wordende taken uit te voeren. De overheid levert de samenleving (uitgaven vd overheid)→ ♦.Collectieve goederen; zoals onderwijs, brandweer, milieu, zorg voor de zwakkere en de openbare orde etc. ♦ Sociale zekerheid; gezondheidszorg
Deze twee worden dan betaald voor het grootste deel vd belastinginkomsten. De laatste jaren heeft de overheid niet meer het nodige geld. Daarom deed de overheid 3 dingen → 1. Privatisering; taken werden afgestoten naar de private sector (particuliere bedrijven) en deze sector nam deze taken dan over, waar vraag en aanbod een rol spelen (→ze moeten winst maken). De marktsector kan producten tegen lagere prijs aanbieden, doordat men efficiënter werkt. Bv PTT, DSM, het IJkwezen, de Rijksmunt. 2. Deregulering; vermindering of vereenvoudiging van overheidsregels of voorschriften (in belang van goedlopend teveel regels belemmert het werken in het particuliere bedrijfsleven. Voordeel van minder regels→ 1. Beter aanpassen aan markt, die steeds sneller verandert. 2. Werkt kostenverlagend. (bv de belasting die eerst moest worden afgedragen) (Decentraliseren; lagere overheden kregen steeds meer vrijheid om hun eigen beleid te voeren.) 3. Profijtbeginsel; de burgers meer laten betalen voor de overheidsvoorzieningen waarvan zij gebruik maken. (door de heffing hoopt de overheid dat de mensen minder gebruik gaan maken van een voorziening, zodat zij er dan weer minder geld aan hoeft uit te geven. Hoofdstuk 10: De overheid in een gemengde economie § 10.1 Economische kernvragen Economische kernvragen; wie beslist over waar, wat, hoeveel, voor wie, hoe en wanneer er geproduceerd wordt. Ieder land kan door het maken van wetten en door organisatie van het economische proces zijn eigen economische orde maken. De één heeft centraal gezag vd regering de ander minder. Er kan ook een mengvorm bestaan tussen centraal gezag en particulier initiatief. Economische orde; is de manier waarop in een land het economische proces op sociaal, juridisch, politiek en economische gebied georganiseerd is. In ons land kennen we een gemengde of een georiënteerde economie. Met het begrip ‘dat de overheid meevaart en bestuurd’ bedoelen we; dat particulieren en de overheid economische beslissingen neemt, de overheid is voor een aantal zaken verantwoordelijk en treedt corrigerend op als het volgens hun niet goed gaat. § 10.2 De rollen van de overheid De overheid heeft regels om de zaken in een land goed te laten verlopen; Bv kan maatregelen nemen om de productie op te voeren of af te zwakken. Of de kansarme beter kansen in de samenleving te geven. De overheid heeft voor haar corrigerende taak bv 6 verschillende rollen→ 1.Zowel producent als leverancier van de aanleg en onderhoudt van wegen, openbaar vervoer, onderwijs etc.(collectieve goederen). 2.Herverdelen van inkomen via het draagkrachtbeginsel (= dat de economisch sterkeren in de samenleving meer belasting en sociale premies betalen voor economische zwakkeren). 3.Beschermen van de zwakkeren en de consumenten (bv consument wordt tegen te hoge prijs en monopolieposities van producent beschermd. 4.Bevorderaar van de werkgelegenheid; (zorgt voor goede werkgelegenheid voor personeel, maar ook dat het voor de consument een goed/aantrekkelijke plek wordt → meer verkocht→ werkgelegenheid stijgt). Overheid verleent tevens ook subsidies en belastingfaciliteiten om de werkgelegenheid in bepaalde regio’s te stimuleren. 5.Beschermen van het milieu. Dmv milieuwetgeving en bepaalde straffen. 6.Helper van ontwikkelingslanden. Door ontwikkelingssamenwerking helpt de overheid mensen met kennisoverdracht, voedselzendingen, financiële middel. § 10.3 de overheid als producent of leverancier Individuele goederen; wel splitsbaar in individueel leverbare eenheden; ze worden tegen een marktprijs aangeboden. Voor de aanschaf en het gebruik van het goed hoeft de overheid niet te zorgen (geen belastinggeld mee bemoeid).Bedrijven leveren de goederen en bieden ze tegen een marktprijs aan.(bv je eigen gekochte fiets). Collectieve goederen; niet splitsbaar in individueel leverbare eenheden. Als een overheid niet voor collectieve goederen (bv aanleggen van een dijk,onderwijs, defensie, openbare orde en veiligheid) zou zorgen dan zou de samenleving totaal ontwricht raken. De financiering voor collectieve goederen wordt uit belastingen geschiedt. Quasi-of-semi collectieve goederen; wel splitsbaar in individueel leverbare eenheden; worden door de overheid geleverd. Bv ziekenhuizen,bibliotheek,onderwijs,sociale woningbouw,openbaar vervoer,schouwburg,wegen, woningwetwoningen. Soms zijn deze goederen gratis, of behoorlijk onder de kostprijs (dmv subsidies). De overheid streeft erna deze goederen kostdekkend te maken, zodat iedereen hiervan gebruik kan maken .
§ 10.4 De overheid als werkgever De overheid → het algemene belang vd burgers staat voorop; grootste werkgever. Particuliere sector→eigen belang vd bedrijven staat voorop, zoveel mogelijk winst maken, produceren voor de markt alleen als er genoeg vraag is. Ambtenaren; werknemers die bij de overheid en de instellingen vd sociale zekerheid werken. In NL weinig ambtenaren.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.